1. Referentiesystemen
Referentiesystemen wijzen op het bestaan van een werk door er naar te verwijzen.
Klassieke referentiesystemen zijn catalogi en bibliografieën. Bibliografieën
verzamelen titels volgens een criterium onafhankelijk van hun aanwezigheid op een
plaats. Een catalogus is een verzameling titels afhankelijk van de aanwezigheid op een
plaats [bibliotheek] of bij een uitgever. Een centrale of collectieve catalogus herbergt
het bezit van verschillende bibliotheken. Uitgeverijen maken hun publicaties bekend
via fondscatalogi. Sommige referentiesystemen nemen een korte samenvatting van de
documenten op.1
1.1 Bibliografieën
Een bibliografie is een titellijst van boeken die per periode, per locatie of per
onderwerp is samengesteld. Ze wijst op publicaties, zet je op het spoor en oriënteert
bij de onderwerpsverkenning. Als je in een bibliografie een titel vindt, zoek je via een
catalogus waar de publicatie te vinden is. Vervolgens bestudeer je het artikel, bekijk
je de geciteerde literatuur en zoek je die bronnen op. Dit is de sneeuwbalmethode.
Er zijn zelfstandige en onzelfstandige bibliografieën. Een literatuuropgave achterin
een boek is een onzelfstandige of verborgen bibliografie. Elke student maakt ze en
gebruikt ze. Vaak houden dergelijke bibliografieën het bij een alfabetische
opsomming en ontbreken toelichtingen. Zelfstandige bibliografieën voegen informatie
over het werk toe en gebruiken registers en indices. Zoeken kan op auteur, onderwerp,
soms op tijdperk of geografie. Centrale catalogi en fulltext publicaties schuiven het
concept van de zelfstandige bibliografie aan de kant.2 Binnen de zelfstandige
bibliografie zijn er verschillende categorieën te onderscheiden die te combineren zijn
in een schema:
Lopende [er verschijnen nieuwe edities] versus afgesloten [wordt niet bijgewerkt].
Algemene of universele [discrimineren de inhoud niet en vermelden geschriften
over allerlei onderwerpen en vakken] versus speciale of vakbibliografieën
[discrimineren naar vakgebied of onderwerp] versus interdisciplinaire
bibliografieën [onderwerpen die verband houden].
Nationale bibliografieën [geschriften in één taal land, regio of lokaliteit] versus
internationale bibliografieën [geschriften in meerdere talen en landen].
1.2 Catalogi
Een catalogus is het geheel van titelbeschrijvingen die verwijzen naar de collectie.
Voor de digitalisering is de bibliotheekcatalogus een meubel. Titelbeschrijvingen
krijgen een plaats op steekkaarten en die kaarten steken in een fichebak. Het aantal
steekkaarten is gelijk aan de gewenste zoekingangen (auteur, titel, onderwerp
) of
beperkt zich tot wat de bibliotheek organiseren kan.3 Tegenwoordig zijn de
steekkaarten gedigitaliseerd, het meubel is vervangen door een scherm, de
zoekingangen zijn geautomatiseerd op elk titelwoord en je kan de catalogus overal
raadplegen. Het gebruik van catalogi via internet laat je toe snel een bibliografie
samen te stellen. Twee systemen worden vaak gebruikt als catalogus: bidoc en libis
new generation.
1.2.1 BIDOC EN LIBIS
De bibliotheek van de katholieke hogeschool Zuid-West-Vlaanderen gebruikt als
catalogus het bidocsysteem. Je krijgt toegang via www.katho.be/bidoc. Na de
departementskeuze [het departement Ipsoc verzorgt de opleiding sociaal-agogisch
3 MATTHYS R. & CALLEWAERT R. Uw zoekactie leverde circa 118.00.000 hits op: is er een
catalograaf in de zaal? In: Bibliotheek & Archiefgids. VVBAD, 2006, nr. 3, p. 8-17.
werk] kies je een zoeksysteem. Bij bidoc 1 [eenvoudig zoeken] geef je een stuk van de
naam op waarmee je wil zoeken. Druk zoek naam... en links verschijnt een lijst.
Daaruit kies je de titels. Bij bidoc 2 [gecombineerd zoeken] vul je één of meerdere
zoekvelden in. Tijdens het zoeken wordt het and gebruikt. Bidoc 3 [uitgebreid
gecombineerd zoeken] bestaat uit afzonderlijk te definiëren delen en hun booleaans
verband in het combinatie-veld. De Libis catalogus van de Katholieke universiteit
Leuven http://opac.libis.be zoekt in de databanken [samen of afzonderlijk] van de
participerende instellingen. Doorgaans zoek je via trefwoorden, de titel of een
titeldeel en de auteurs.
1.2.2 CLASSIFICATIES
Classificaties groeperen onderwerpen in hoofd- en subgroepen [van algemeen naar
bijzonder] en plaatsen verwante onderwerpen in de nabijheid]. De classificatie
voorziet de onderwerpen van een plaatscode. Nadeel is dat onderwerpen op meerdere
plaatsen kunnen voorkomen, afhankelijk van de invalshoek. Het maken en bijhouden
van een classificatie is arbeidsintensief en vraagt kennis. Als je deze opdracht krijgt,
kijk je of er kant-en klaarschemas bestaan die je aan past voor eigen gebruik. Vier
algemene schemas worden courant gebruikt. Het gaat om de Dewey Decimal
Classification, de Universele Decimale Classificatie, de Liberary of Congres
Classification en de Siso.
A. Dewey decimal classification [Ddc]
Verscheen voor het eerst in 1876 en wordt regelmatig bijgewerkt [in 1990, twintigste
editie]. Melvil Dewey paste als eerste het decimale principe toe, gebaseerd op de
hoofdgebieden van Francis Bacon [1561-1626]. De notaties zijn minimaal drie cijfers
lang [eventueel nullen langs rechts]. Na drie cijfers volgt een punt.
000 Algemene werken
100 Filosofie
200 Godsdienst
300 Sociale wetenschappen: sociologie, economie, recht
400 Taalkunde
500 Natuurwetenschappen
600 Toegepaste wetenschappen. Techniek
700 Kunsten
800 Letterkunde
900 Geschiedenis en aardrijkskunde
Oorspronkelijk is de Ddc opsommend, de volgende drukken kennen hulptabellen voor
tijdsvakken en geografie. Wordt vooral in de Angelsaksische wereld gebruikt, voor
wetenschappelijke en openbare bibliotheken.
B. Library of congres classification [Lcc]
De Lcc wordt sinds 1901 ontwikkeld voor de collectie van de Library of Congress in
Washington maar is geschikt voor grote wetenschappelijke bibliotheken. Telt 21
hoofdklassen aangegeven met een of twee letters en een getal van maximaal vier
cijfers. Hierna kan een onderverdeling volgen. Omdat de Library of Congress de
titelbeschrijvingen een notatie geeft en de code in de boeken laat drukken, wordt de
Lcc in andere bibliotheken gebruikt.
A Algemene werken
B Filosofie. Psychologie. Godsdienst
C Hulpwetenschappen van de geschiedenis
D Geschiedenis en topografie [buiten Amerika]
E Geschiedenis van Amerika
F Geschiedenis deelgebieden Vs en Amerika buiten de Vs.
G Aardrijkskunde. Antropologie
H Sociale wetenschappen
I Politieke wetenschappen
K Recht
L Opvoeding en onderwijs
M Muziek
N Kunst
P Taal en literatuur
Q Natuurwetenschappen
R Geneeskunde
S Landbouw
T Techniek
U Militaire wetenschappen
V Maritieme wetenschappen
Z Bibliotheekwetenschappen en bibliografie
C. Universele decimale classificatie [Udc]
Otlet en La Fontaine ontwikkelen sinds 1905 op basis van Deweys decimal
classification een classificatie om een universeel bibliografisch wetenschappelijk
repertorium te ontsluiten. Het repertorium kwam nooit tot leven, de classificatie wel.
Wetenschappen worden verdeeld in tien rubrieken. Elke rubriek wordt onderverdeeld
door bijkomende getallen die de inhoud typeren. Hoe langer de code, hoe specifieker
de inhoud.
0. Algemeen
1. Wijsbegeerte, filosofie
2. Godsdienst, godgeleerdheid
3. Maatschappijwetenschappen
4. Niet van toepassing
5. Zuivere wetenschappen; natuurwetenschappen
6. Toegepaste wetenschappen; geneeskunde; techniek
7. Kunst, spel, sport
8. Taalkunde, letterkunde
9. Geschiedenis, aardrijkskunde, biografie
D. Indelingsschema van de systematische catalogus [Siso]
Sinds 1957 indelingsschema voor de catalogus in openbare bibliotheken. Bestaat uit
19 hoofdklassen met een decimale notatie en hulptabellen met letters en asterisk.
000 Algemeen
100 Wijsbegeerte
200 Godsdienst
300-330 Sociale wetenschappen
340-380 Economie
390-398 Rechtswetenschap
399 Krijgswetenschap
410-420 Psychologie
430-490 Opvoeding en onderwijs
500 Wiskunde natuurwetenschappen
600-610 Geneeskunde gezondheidszorg lichaamsbeoefening en sport
620 Bordspelen denk- en kansspelen enz. handenarbeid enz.
630 Land- en tuinbouw jacht en visserij
640-680 Techniek
700-770 Kunst: algemeen beeldende kunst
780-790 Muziek dans toneel film
800 Taal- en letterkunde
900-940 Geschiedenis
950-990 Land- en volkenkunde
1.2.3 THESAURUS
Een thesaurus is een database met woordgroepen die informatieverwerkers gebruiken
om hiërarchische en semantische relaties vast te leggen. Nadeel is dat ze meer dan
classificaties taalgebonden zijn. Een thesaurus is in een bibliotheek wat een index is
in een boek.4
1.3 Onderwerpsgidsen
Onderwerpsgidsen zijn overzichten van sites aangelegd en beheerd door een
redactie[ploeg]. Deskundigen - en niet de machines bepalen wat er in de database
verschijnt en categoriseren de info. Daarom leveren ze minder resultaten op dan
zoekmachines. De resultaten zijn relevanter. Via categorieën krijg je toegang tot
relevante bronnen. Een beschrijving over de oorsprong, de inhoud of de aard van de
bron laat je toe uit te maken of de bron interessant is bij je onderzoek. De selectie, de
opmaak van de inhoudsopgave, het toekennen van sleutelwoorden en het in
categorieën verdelen is complex en tijdrovend waardoor de kwaliteit en de kwantiteit
van onderwerpsgids tot onderwerpsgids verschilt. Onderwerpsgidsen gebruik je om
een royale patrouille doorheen cyberspace te houden. Je kent het gebied, de
raakvlakken of de vertakkingen niet.
Onderwerpsgidsen zijn in te delen naar inhoud of naar vorm. Als je ze ordent naar
vorm, zie je verschillen tussen stambomen, indices en matrices. Stambomen zoeken
van breed naar specifiek [www.yahoo.com], een matrix [www.kulak.ac.be/kulak]
organiseert informatie in roosters en een index bestaat uit trefwoordenreeksen
[www.knack.be]. Als je de onderwerpsgidsen inhoudelijk bekijkt zie je verschillen
tussen startpaginas, portalen, blogs en webringen. Startpunten, startpaginas of
portalen zijn thematisch georganiseerd. Via www.start.be en www.a-z.be kom je
terecht bij startpaginalijsten. Portalen zijn verbonden aan een organisatie die
inhoudelijke volledigheid claimen en dit ondersteunen met bronnen en
werkinstrumenten zoals een zoekmachine, nieuws[brieven], productinfo, databanken,
discussielijsten
Soms worden zij onderwerpsportaal, gespecialiseerde portaalsite of
vortal [samentrekking van vertical portal] genoemd. Een vortal specialiseert zich in
een thema of vakgebied en richt zich op een doelpubliek. Webringen en blogs kunnen
eveneens functioneren als een onderwerpsgids.
1.4 Zoekmachines
Een zoekmachine levert meer maar minder relevantere resultaten op dan een
onderwerpsgids. Dit komt omdat ze het web doorzoeken op basis van trefwoorden en
de info niet contextualiseren. Tot de resultaten behoren documenten en websites.
WebCrawler en Lycos startten in 1994. In 1995 verschenen Infoseek en Alta Vista
met weinig geavanceerde technieken.5 HotBot en Northern Light zetten aan tot de
ontwikkeling van de advanced module. Een zoekmachine bestaat uit drie
componenten: de spiders of crawlers [programmas die het web doorzoeken en
sitewijzigingen opslaan], de cache [tijdelijke opslag voor webpaginas] en het
zoekprogramma [vergelijkt de term met de cache]. De interface van de machine bevat
een zoekveld en geavanceerde toepassingen.
2. Repertoria
Terwijl referentiewerken verwijzen naar het primaire niveau maken repertoria een
synthese van de documenten op dat niveau. Repertoria zijn documenten met termen,
plaatsnamen, personen, data, gebeurtenissen, verklarende toelichtingen... Het gaat om
encyclopedieën, [vak]woordenboeken, biografieën, adresgidsen, hand en zakboekjes,
gissystemen, periodieken en beeldbanken.
2.1 Encyclopedieën
De encyclopedie beschrijft historische en geografische feiten, analyseert en
synthetiseert. Encyclopedieën gebruik je bij de oriëntatie in je onderwerp. Je krijgt er
basisinformatie en verwijzingen naar interessante literatuur. Verder helpt een artikel
in een encyclopedie je bij de trefwoordformulering voor het zoeken in een catalogus.
Behalve algemene encyclopedieën zijn er specifieke die zich beperken tot een vak of
wetenschapsgebied.
2.2 [Vak]woordenboeken
Voor het zoeken van betekenissen, het vertalen van woorden, uitdrukkingen of
begrippen zijn er woordenboeken. De digitale varianten zijn gebruiksvriendelijk. Een
woordenboek verschilt van een encyclopedie. Het behandelt woorden als
taalonderdeel en geeft de betekenis en het gebruik aan, maar laat zich niet in met wat
de woorden aanduiden. Dit is de taak van de encyclopedie. Een lexicon houdt het
midden tussen beide.
Specialistische of vakwoordenboeken verschaffen toelichtingen bij begrippen,
instellingen, personen, feiten, plaatsen uit één vakgebied. Vakwoordenboeken
verschillen wat betreft hun inhoud. Sommige zijn summier, andere uitgebreid.
Gebruik het woordenboek niet alleen bij het zoeken naar betekenissen of om de
schrijfwijze te achterhalen. Gebruik het ook bij het zoeken van inspiratie. Het helpt
associëren, brainstormen, bij het zoeken naar jargon... Gratis kan je www.vandale.nl
proberen maar met de betalende elektronische versie van Van Dale raak je echt
vooruit. Eerst en vooral vervangt de elektronische versie de uitspraakwoordenboeken.
Bij elk woord laat een speaker de juiste uitspraak horen. Het Nederlands kent
ongeveer vijftig spraakklanken. Fonetische alfabetten geven één klank weer door één
teken. Accent- en lengtetekens verfijnen de uitspraak. Verder zoek je met de
elektronische Van Dale naar:
Woorden, alfabetisch via opzoeken/trefwoorden
Woorden, alfabetisch op het einde van het woord [de laatste, en dan de
voorlaatste
letter bepaalt de rangschikking] via opzoeken/retrograde. De functie
maakt papieren retrograde [of inverte] woordenboeken overbodig en ontsluit
woorden met een achtervoegsel.
Woorddelen, via truncatie en maskering (zie hoger). *school levert alle mogelijke
scholen, van abdijschool tot zwemschool.
Namen uit de oudheid en de bijbel via opzoeken/namen_oudheid_en_bijbel
Afkortingen via extra/afkortingen. Maak een onderscheid tussen afkortingen,
letterwoorden en lettergreepwoorden.
Rijmwoorden [via opzoeken/rijmen]. Dit gebeurt klankalfabetisch. De
eindklanken van woorden en niet de spelling [zoals bij retrograde zoeken] liggen
aan de basis van woordreeksen [astronaut, bout en koud].
Anagrammen. Dit zijn letterherschikkingen die een andere naam of woord vormen.
Daans is een anagram van Sadan, A. Hitler is een anagram voor The Liar. Drie
anagrammen duiden hetzelfde aan: aalscholver schollevaar, manegeklep
menageklep en [niet feilloos] maniëristisch Marinistische, naar de
gemaniëreerde stijl van Batista Marino [1569-1625].
2.3 Biografieën
Biografische gegevens vullen je bibliografische opzoekingen aan. Deze naslagwerken
inzake persoons- en levensbeschrijvingen hebben uiteenlopende ordeningen en de
selectiecriteria variëren volgens het gebied, het in leven zijn van de personen, hun
vakgebied enzovoort. Het is van belang dat je de criteria om een persoon op te nemen
kent. Er zijn uitgevers die zoveel mogelijk personen aanschrijven. Van iedereen die
antwoordt, leest men een biografie, terwijl soms belangrijke figuren vergeten
worden.6
2.4 Adresgidsen
Onder de categorie van de adresgidsen vind je adresboeken, telefoongidsen en
infolijnen. Sociale kaarten zijn elektronische adresboeken waarvan Kluwer [betalend]
en de provinciale [gratis] de hoofdmoot uitmaken.7 Als de gegevens van je organisatie
niet meer recent zijn, doe je er goed aan contact op te nemen met de verantwoordelijke
uitgever. De provinciale sociale kaart bestaat uit zestien rubrieken.
01. ALGEMENE SOCIALE DIENSTVERLENING
01.01. Dringende hulpverlening
01. Algemene diensten, 02. Telefonische hulpverlening, 03. Crisisopvang
01.02. Algemeen Welzijnswerk - Centraal
01. Autonome Centra voor Algemeen Welzijnswerk, 02. Caw in het kader van
de ziekenfondsen, 03. Autonoom Centrum voor Maatschappelijk Werk, 04.
Thuislozenzorg
01.03. Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn
01.04. Algemeen Welzijnswerk - Lokaal
01.05. Budgetbegeleiding
01.06. Ondersteuning vrijwilligerswerk
01.07. Zelfzorg
01. Lokaal overleg zelfzorg, 02. Federaties en koepels zelfzorg
01.08. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg algemene sociale dienstverlening, 02. Federaties en
koepels algemene sociale dienstverlening
02. LICHAMELIJKE GEZONDHEIDSZORG
02.01. Dringende medische hulpverlening
01. Dringende telefonische hulpverlening, 02. Dringend ziekenvervoer, 03.
Wachtdiensten
02.02. Gezondheidsbevordering
01. Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding, 02. Lokaal overleg
gezondheidszorg
02.03. Algemene dienstverlening gezondheidszorg
01. Eerstelijnsgezondheidszorg, 02. Uitleendiensten medisch hulpmateriaal,
03. Mediotheken, 04. Medische hulpdiensten [niet-dringend], 05.
Ziekenfondsen, 06. Gezondheidsdiensten
02.04. Specifieke gezondheidszorg
01. Arbeid en gezondheid, 02. Specifieke gezondheidsthema's, 03.
Alternatieve geneeskunde, 04. Ziekenbezoek
02.05. Ziekenhuizen, poliklinieken en dispensaria
01. Ziekenhuizen, 02. Zelfstandige poliklinieken, 03. Zelfstandige dispensaria,
04. Zelfstandige hersteloorden, 05. Zelfstandige revalidatiecentra, 06.
Wijkgezondheidscentra
02.06. Palliatieve zorg
WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.
01. Palliatieve ondersteuning, 02. Dagcentra palliatieve zorg, 03. Palliatieve
eenheid in een ziekenhuis
02.07. Zelfhulp
01. Fysische ziekte, 02. Operatieve ingreep
02.08. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Federaties, koepels gezondheidszorg
03. GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG
03.01 . Dringende hulpverlening
01. Telefonische hulpverlening, 02. Psychiatrische urgentiediensten en
crisisinterventie
03.02. Ambulante diensten voor geestelijke gezondheidszorg
01. Centra Geestelijke Gezondheidszorg, 02. Andere ambulante
begeleidingsdiensten, 03. Centra voor dagbehandeling, 04. Arbeids- en
woonrehabilitatie, 05. Beschut wonen
03.03. Residentiële diensten voor geestelijke gezondheidszorg
01. Psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen, 02. Psychiatrische
ziekenhuizen, 03. Psychiatrische verzorgingstehuizen, 04. Therapeutische
gemeenschappen
03.04. Specifieke doelgroepen
01. Diensten voor kinder- en jeugdpsychiatrie, 02. Diensten voor
psychogeriatrie
03.05. Hulpverlening aan mensen met een verslaving
01. Verslavingspreventie, 02. Spoedopname, 03. Dagcentra verslaving, 04.
Residentiële lichamelijke ontwenning, 05. Residentiële behandeling
verslaving
03.06. Zelfhulp
01. Psychosociale problemen, 02. Verwerking na verlies, 03.
Verslavingsproblemen
03.07. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg, 02. Federaties en koepels
04. THUISZORG
04.01. Thuiszorgmeldpunten [24 u. op 24 u.]
WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.
04.02. Lokale dienstencentra
04.03. Regionale dienstencentra
04.04. Diensten voor gezinszorg
04.05. Oppasdiensten
04.06. Opvang
01. Dagverzorgingscentrum, 02. Centrum voor kortverblijf
04.07. Specifieke dienstverlening
01. Diensten warme maaltijden, 02. Poetsdiensten, 03. Klusjesdiensten, 04.
Vervoerdiensten, 05. Ergotherapie aan huis, 06. Alarmcentrales, 07.
Psychiatrische thuiszorg, 08. Thuisverpleging, 09. Palliatieve thuiszorg
04.08. Zorgkassen
04.09. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg thuiszorg, 02. Federaties en koepels thuiszorg
05. RELATIES EN SEKSUALITEIT
05.01. Dringende hulpverlening
05.02. Diensten relaties en seksualiteit
05.03. Seksualiteitbeleving
05.04. Specifieke situaties
01. Familiaal geweld, 02. Relatiebemiddeling
05.05. Zelfhulp
01. Alleenstaand en echtscheiding, 02. Relaties en seksualiteit
05.06. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg relaties & seksualiteit, 02. Federaties, koepels relaties &
seksualiteit
06. OPLEIDING, WERKLOOSHEID EN TEWERKSTELLING
06.01. Opleiding voor volwassenen
01. Basiseducatie, 02. Tweedekansonderwijs, 03. Onderwijs voor sociale
promotie, 04. Centra voor beroepsopleiding, 05. Opleidingscentra
WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.
06.02. Sociale partners en secretariaten
01. Werkloosheidsuitkeringen, 02. Middenstandsorganisaties, 03. Sociaal
verzekeringsfondsen, 04. Sociaal secretariaten, 05. Subregionale
tewerkstellingscomités
06.03. Invoegafdelingen en -bedrijven
06.04. Sociaal interim-kantoren
06.05. Bemiddeling, begeleiding, opleiding en werkervaring werkzoekenden
01. Lokale werkwinkel, 02. Arbeidsbemiddeling, 03.
Werkzoekendenwerkingen, 04. Trajectbegeleiding werkgelegenheid, 05.
Opleidings- en werkervaringsinitiatieven, 06. Plaatselijk
Werkgelegenheidsagentschap
06.06. Zelfhulp - Persoonlijke vorming
06.07. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg opleiding, werkloosheid en tewerkstelling, 02. Koepels en
federaties opleiding, werkloosheid en tewerkstelling
07. HUISVESTING
07.01. Info en advies huisvesting
01. Woonwinkel, 02. Gemeentelijke huisvestingsdienst, 03.
Huisvestingsconsulent, 04. Huurdersverenigingen, 05. Toegankelijkheid en
advies
07.02. Huisvestingsinitiatieven
01. Sociale huisvesting, 02. Sociale verhuurkantoren, 03. Stads-,
gemeentewoningen en Ocmw - woningen
07.03. Opvangmogelijkheden voor thuislozen
01. Crisisopvang, 02. Opvangcentra jongeren, 03. Opvangcentra vrouwen en
kinderen, 04. Opvangcentra mannen, 05. Opvangcentra gemengd publiek, 06.
Woonbegeleiding jongeren, 07. Begeleid wonen, 08. Nood- en
doorgangswoningen, 09. Andere
07.04. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg huisvesting, 02. Federaties en koepels huisvesting
08. RECHTSHULP EN JUSTITIE
08.01. Rechtshulp en juridisch advies
01. Wetswinkel, 02. Ocmw Rechtshulp, 03. Consumentenorganisaties
08.02. Justitiële hulpverlening
01. Justitieel welzijnswerk, 02. Slachtofferbegeleiding, 03. Daderhulp, 04.
Strafbemiddeling
08.03. Federale en lokale politie
08.04. Justitie en medewerkers gerecht
01. Justitiehuizen, 02. Rechtbanken, 03. Advocaten, 04. Notarissen, 05.
Gerechtsdeurwaarders, 06. Strafinrichtingen, 07. Preventiediensten
[veiligheidscontracten], 08. Alternatieve maatregelen en straffen
08.05. Informatie, overleg, koepels en federaties
01. Lokaal overleg justitiële hulpverlening, 02. Koepels en federaties justitiële
hulpverlening
09. KINDEREN EN GEZINNEN
09.01. Telefonische diensten
09.02. Ontmoetingscentra voor ouders met kinderen
09.03. Ambulante begeleiding van kinderen en gezinnen
01. Prenatale zorgverlening, 02. Kraamzorg, 03. Consultatiebureaus, 04.
Regiohuizen Kind en Gezin, 05. Inloopteam
09.04. Kinderopvang
01. Kinderdagverblijven, 02. Initiatieven buitenschoolse opvang, 03. Diensten
voor opvanggezinnen, 04. Opvang voor kinderen met een handicap en zieke
kinderen, 05. Andere dag- en nachtopvang kinderen
09.05. Gezinsondersteuning
01. Centra voor integrale gezinszorg, 02. Centra voor kinderzorg en
gezinsondersteuning, 03. Andere residentiële gezinsondersteuning
09.06. Adoptiediensten
09.07. Specifieke gezinssituaties
01. Gezinsplaatsingsdiensten, 02. Neutrale ontmoetingsruimtes, 03. Kinderverwaarlozing
en -mishandeling
09.08. Speel-o-theken
09.09. Kinderbijslagfondsen
09.10. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg kinderen- en gezinsbegeleiding, 02. Federaties en koepels
kinderen- en gezinsbegeleiding
10. ALGEMENE JEUGDHULPVERLENING
10.01. Informatie
01. Telefonische hulpverlening algemene jeugdhulpverlening, 02. Info,
advies en begeleiding algemene jeugdhulpverlening
10.02. Jeugdwelzijnswerk
01. Jongerenorganisaties/jeugdvoorzieningen, 02. Initiatieven voor
maatschappelijk kwetsbare jongeren
10.03. Onderwijs
01. Informatie, 02. Centra voor leerlingenbegeleiding, 03. Centra voor
deeltijds onderwijs, 04. Studentenvoorzieningen en begeleiding, 05.
Naschoolse begeleiding, 6. Schoolopbouwwerk
10.04. Buitenschoolse begeleiding
10.05. Deeltijdse vorming
10.06. Specifieke tewerkstellingsinitiatieven voor jongeren
10.06. Woonbegeleiding jongeren
10.07. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg jeugdzorg, 02. Federaties en koepels jeugdzorg
11. BIJZONDERE JEUGDBIJSTAND
11.01. Aanmeldingspunten Bijzondere jeugdbijstand
01. Comités bijzondere jeugdzorg
11.02 .Bemiddelingscommissies
11.03. Politionele jeugdbijstand
11.04. Sociale diensten bij de jeugdrechtbanken
11.05. Bijzondere jeugdzorg allochtonen
11.06. Ambulant
11.07. Residentiële BJB
11.08. Alternatieve begeleiding jongeren
12. OUDEREN
12.01. Dienstverlening
01. Telefonische hulpverlening, 02. Informatie- en bemiddelingsdiensten, 03.
Aanvraag en toekenning pensioen, 04. Ouderenmis[be]handeling
12.02. Ontmoeting - Vrije tijd Vorming
12.03. Woonmogelijkheden
01. Rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen, 02. Serviceflats en andere
residenties met serviceverlening, 03. Woonprojecten [zonder dienstverlening]
12.04. Zelfhulp - Ouderengroepen
12.05. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg ouderen, 02. Koepels en federaties ouderen
13. PERSONEN MET EEN HANDICAP
13.01. Informatie, advies en bemiddeling
01. Telefonische informatie en hulpverlening, 02. Handicap en advies, 03.
Zorgtrajectbegeleiding, 04. Vlaams Fonds
13.02. Algemene diagnose en behandeling
01. Centrum voor ontwikkelingsstoornissen, 02. Centrum voor observatie,
oriëntering en behandeling van korte duur, 03. Centrum voor menselijke
erfelijkheid, 04. Vroegtijdige revalidatiecentra en kinderdagverblijven
13.03. Revalidatiecentrum
13.04. Thuisbegeleiding personen met een handicap
13.05. Verenigingen en vrijetijdsbesteding
01. Vrije tijd personen met een handicap, 02. Sport voor personen met een
handicap, 03. Speel-o-theken voor personen met een handicap, 04. Vorming
personen met een handicap
13.06. Buitengewoon onderwijs
WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.
01. Kleuter- en lager onderwijs, 02. Secundair onderwijs, 03. Centra voor
leerlingenbegeleiding voor buitengewoon onderwijs
13.07. Orthopedagogische internaten of semi-internaten
13.08. Werkgelegenheid en dagbesteding voor meerderjarigen met een handicap
01. Centra voor gespecialiseerde voorlichting bij studie & beroepskeuze, 02.
Centrum voor Beroepsopleiding, 03. Atb-diensten, 04. Beschutte
werkplaatsen, 05. Dagcentra personen met een handicap
13.09. Woonvormen voor meerderjarigen met een handicap
01. Ondersteuning van zelfstandig wonen, 02. Zelfstandig wonen, 03. Begeleid
wonen, 04. Gezinsplaatsingsdiensten, 05. Beschermd wonen, 06. Tehuizen
voor kort verblijf, 07. Tehuizen voor werkenden [gezinsvervangende
tehuizen], 08. Tehuizen voor niet-werkenden bezigheidshomes, 09.
Tehuizen voor niet-werkenden nursingtehuizen
13.10. Specifieke dienstverlening
01. Hulpmiddelen, 02. Assistentie
13.11. Zelfhulp - Personen met een handicap
13.12. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg Personen met een handicap, 02. Koepels en federaties
Personen met een handicap
14. ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN
14.01. Integratiecentra
01. Lokale steunpunten en lokale integratiecentra, 02. Regionale
integratiecentra, 03. Provinciale en grootstedelijke integratiecentra
14.02. Dienstverlening aan minderheden
14.03. Specifieke doelgroepen
01. Vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren, 02. Zigeuners,
woonwagenbewoners en voyageurs
14.04. Specifieke thema's
01. Racismebestrijding, 02. Noord-Zuid-samenwerking
14.05. Zelfzorg
01. Organisaties van etnisch-culturele minderheden
14.06. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg minderheden, 02. Koepels en federaties minderheden
15. ARMOEDE EN KANSARMOEDE
15.01. Algemene informatie en advies
15.02. Materiële en sociale dienstverlening
01. Kringloopcentra, 02. Sociale restaurants, 03. Materiële hulpverlening, 04.
Inloopcentra
15.03. Belangenverenigingen
15.04. Maatschappelijk opbouwwerk
15.05. Straathoekwerk
15.06. Zelfzorg
01. Verenigingen waar armen het woord nemen
15.07. Informatie, overleg, federaties en koepels
01. Lokaal overleg armoede en kansarmoede, 02. Federaties en koepels
armoede en kansarmoede
16. PROVINCIALE, VLAAMSE EN FEDERALE OVERHEDEN
16.01. Provinciale diensten en gemeenschapscommissies
16.02. Vlaamse gemeenschap
01. Ministeries, 02. Administratie
16.03. Federaal beleid
01. Federale overheidsdiensten, 02. Rijksdiensten
16.04. Parastatalen
2.5 Handboeken & zakboekjes
Handboeken [ook losbladige naslagwerken] presenteren stelselmatige syntheses van
een vakgebied en volgen de actualiteit volledig en gerubriceerd. Handboeken gebruik
je om een onderwerp te verkennen én uit te diepen. Visies, overzichten, inzichten,
invalshoeken en samenhangen komen aan bod. Regelmatige heruitgaven, aanvullingen
en correcties zorgen voor actualiteitswaarde. Om die reden zijn de meeste handboeken
losbladig uitgegeven. Ze vermijden de complete herdruk. Handboeken bestaan vaak
uit delen en slorpen een pak ruimte op, ze zijn omvangrijk, duur, arbeidsintensief en
WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.
moeilijk hanteerbaar. De meeste werken leer je pas na ervaring kennen. Dit kan je
versnellen als je oog hebt voor:
de titels met betrekking tot je onderwerp, de naam en de kwaliteiten van de auteurs.
de inleiding en de handleiding [helpfunctie].
de interne ordening, de inhoudsopgave, de [soorten] registers.
de datum en de verschijningsfrequentie.
Bovenstaande argumenten zorgen dat de werken enkel in vakbibliotheken aanwezig
zijn. De ontwikkeling van elektronische versies enerzijds en zakboekjes anderzijds
maken de naslagwerken toegankelijker. Kleine [goedkope] zakboeken en gidsen geven
[fragmentarische] overzichten. Elektronische versies slorpen minder papier op en zijn
handig bij het zoeken. Wetenschappelijke uitgeverijen, overheidsdiensten en
universitaire instellingen verzorgen doorgaans de samenstelling, de publicatie en het
uitgeven van handboeken.8
2.6 Gisysteem
Gis is de afkorting van een Geografisch informatie systeem en valt te omschrijven als
een systeem dat locatiegebonden informatie beheert, bewerkt, analyseert en
presenteert. Dit kan in de vorm van atlassen, kaarten, routebeschrijvingen,
weerberichten, navigatiesystemen, als referentie naar een plaats [x,y, z coördinaat] of
als een adres. Voorlopig is een Gis te onderscheiden van een adresgids [die
telefoonnummers, functies en personen weergeeft]. In de toekomst kan zich een
integratie van beide systemen voordoen. Andere termen voor Gis zijn locatiegebonden
informatie, geo info, ruimtelijke informatie of geo-ict.
2.7 Periodieken
Wetenschappelijke tijdschriften ontstonden uit de behoefte zich snel te documenteren
en om ongestructureerde communicatie per brief te formaliseren.9 Boeken komen
daartoe te traag tot stand en het duurt lang eer je ze doorneemt. Kranten zijn te
ongenuanceerd en hebben geen synthese karakter. Hun thematisch karakter, hun
periodiciteit en hun resumerende aard maken tijdschriften en vaktijdschriften,
nieuwsbrieven, rapporten en congresverslagen tot het instrument om de actualiteit rond
een onderwerp te volgen. Deze gids beperkt zich tot vaktijdschriften. Veel
organisaties stellen een nieuwsbrief ter beschikking met informatie over trends, nieuws
en wijzigingen aan de site. De nieuwsbrief houdt je via mail op de hoogte en heeft het
voordeel dat je zelf het net niet dient af te surfen. Je laat de actualiteit op je af komen.
De inspanning om je te abonneren rendeert, maar doe het bedachtzaam. Wie zich op
alles abonneert zit zo met een overvolle mailbox. De digitale krant verschilt met de
gewone krant, niet alleen in kwaliteiten maar ook in gebreken.
De gewone krant De digitale krant
Je krijgt de krant één keer per dag. Het nieuws is
actueel als de krant gemaakt wordt.
De digitale krant wordt continu bijgewerkt. Het
nieuws is actueel als je de krant leest
Nieuwsselectie gebeurt door redactie: je krijgt
relevant en irrelevant materiaal, maar
belangrijk nieuws mis je niet.
Je kan de onderwerpen kiezen. De krant kan op
maat, samengesteld op basis van je voorkeur,
belangrijk nieuws kan worden buitengesloten.
Het nieuws en de artikels staan op zich, of, met
andere woorden: de krant is een momentopname.
Dat ene bericht verwijst naar aanverwante info.
Dit maakt het makkelijk berichten in hun context
te plaatsen.
Beperkt tot tekst en fotos Video en geluid mogelijk
Een stapel vergeelde kranten of een map
persknipsels zijn ofwel ontoegankelijk of vragen
tijd om die toegankelijk te maken.
Veel kranten beschikken over een digitaal
archief. Een zoekfunctie geeft je toegang tot het
nieuws uit het verleden.
Eenrichtingscommunicatie van auteur naar lezer,
maar basis voor conversatie met anderen.
Lezers kunnen reageren op artikels [dialoog met
auteur], maar je weet niet wat anderen lezen en
andersom.
Flexibel formaat [groot en klein] Vast formaat
De krant op papier is overal te lezen.
Besmeuren, beschadigen en notas nemen mag.
De krant op je beeldscherm kan enkel in de
nabijheid van een stopcontact en een
internetaansluiting. Voorzichtig zijn met digitaal
apparaat is een must.
Schema 17. Overzicht van voor en nadelen van digitale en gewone kranten. Een digitale krant biedt
voordelen. Evenwel is het onwaarschijnlijk dat de digitale krant de gewone krant zal vervangen.
Omwille van de nadelen van de digitale krant zullen beide media elkaar ondersteunen [cfr. HUIZINGH
E. Wat doe je met internet en wat doet internet met jou? Nieuwezijds, Amsterdam, 2001, p. 42.].
2.8 Beeldbanken
Ben je bezig met scheepvaart en wil je weten wat een astrolabium is? Woordenboeken
kunnen een voorwerp gedetailleerd omschrijven, soms ben je makkelijker af met een
figuur. Visuele elementen komen voor bij het zoeken van informatie: grafieken,
zwartwit- en kleurenfotos, tekeningen, symbolen, logos, verkeersborden... Ze maken
WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.
in een oogopslag duidelijk wat je bedoeld. Afbeeldingen zoeken is lastig vermits een
afbeelding diverse namen kan dragen: de naam van de maker, de naam van het object
of een titel zoals bij een kunstwerk. Google afbeeldingen zet je op weg maar volstaat
niet omdat het niet in de beeldbanken zoekt.10 Beeldwoordenboeken zijn papieren
voorlopers de beeldbanken, tonen afbeeldingen en richten zich op jargon.11
Beeld[woorden]boeken en beeldbanken zijn alfabetisch en thematisch geordend via
een inhoudstafel en een register. Als je de beelden hebt, kun je ze als bestand opslaan
[via het icoontje in de linkerbovenhoek van de afbeelding] of je kan een screenshot
maken [via PrintScreen]. Achteraf werk je het beeld bij. Dit is echter tijdrovend.
Gadwin PrintScreen [www.gadwin.com] versnelt dit door met één toets een screenshot
te maken en het op te slaan in een extensie die je voorkeur geniet.
|