ICT examen
zo moet het lukken :-)
Inhoud blog
  • Belangrijkste uit de PPT
  • Hoofdstuk 4 refereren
  • Hoofdstuk 3
  • Hoofdstuk 2
  • Belangrijke dingen uit Hoofdstuk 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    22-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk 2

    WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.

    HOOFDSTUK 2. Primaire informatie

    1. Internet… [voor wie?]

    Ben Tiggelaar beschrijft internet vanuit vijf perspectieven: 1. als technische

    infrastructuur [kabels, servers, pc’s…]; 2. als organisatieprincipe [protocollen als http,

    wap…]; 3. als gebruiksactiviteit [sociaal, economisch, politiek, cultureel…] 4. als

    toepassing [e-mail, nieuwsgroepen, www…] en 5. als dienstverlening [informatie,

    formulieren,…]. Hier bekijk je toepassingen en dienstverlening dat internet biedt op

    het vlak van de informatieverzameling. Internet is ongetwijfeld het omvangrijkste

    informatiekanaal, maar niet het meest overzichtelijke noch het meest toegankelijke

    zoals men soms laat uitschijnen. Hoe sociaal is internet? ‘Wereldomspannend’ neem

    je het best met een korrel zout. Internet is vooral Westers. Aansluitingen bevinden

    zich vooral in Noord-Amerika, Japan, Australië en Noord-Europa. De in 1992

    opgerichte Internet Society [Isoc, Vinton G. Cerf] heeft als slogan “The internet is for

    everyone”, verwijzend naar idealen van internetpioniers. Dat internet gelijkheid ten

    aanzien van kennis en informatie realiseert, is natuurlijk een illusie. Een beperkte

    groep benut de mogelijkheden en behoudt op diverse manieren zijn voorsprong. In

    2001 gebruikt geen zeven procent van de wereldbevolking internet en meer dan

    negentig procent van de wereldbevolking geen toegang, kan het medium niet

    gebruiken of toont geen interesse [aan te nemen is dat de laatste twee categorieën een

    minderheid vormen]. In dit opzicht wordt gesproken van digitale kloven. Het gaat

    niet alleen om de kloof tussen rijk en arm [welvaart] maar evenzeer om een kloof

    tussen stad en platteland [urbanisatiegraad], tussen mannen en vrouwen [geslacht],

    tussen gediplomeerden en niet gediplomeerden [scholingsgraad] en tussen jong en oud

    [leeftijd]. Het aandeel 60-plussers in Vlaanderen stijgt volgens prognoses van 22

    procent in 2000 tot 34 in 2050. Hoewel toekomstige senioren hoger geschoold zijn

    dan de huidige, verwacht men bij de ouder wordende bevolking terughoudendheid ten

    aanzien van toekomstige Ict. In Vlaanderen zijn er initiatieven die zich richten naar

    niet-bezitters. Scholen en bedrijven stellen pc’s, computerklassen en vrije software

    ter beschikking.1 In openbare bibliotheken kan iedereen het net op. Soms draag je bij

    in de kosten, soms is de service gratis. Een andere oplossing kan een cybercafé zijn

    [lijst cybercafés op http://cybers.bel21.com]. Soms kan je pc’s huren. De huurprijs

    ligt al eens aan de hoge kant, maar het voordeel is dat je met een snel, krachtig en

    onderhouden apparaat werkt. Eind 2004 surfte ongeveer 40 procent van de Belgen

    nooit op internet en telt het land iets meer dan vier miljoen regelmatige gebruikers.

    Hiervan is 45% vrouwen, 55% mannen. Een op drie Belgische gezinnen beschikken

    niet over een pc. Van de gezinnen die wel een pc hebben, beschikt 84% over internet.

    Vlaamse gezinnen bezitten vaker een pc dan Brusselse en Waalse. De "digitale kloof"

    volgt de taalgrens niet in Waals-Brabant, een provincie die wél hoog scoort qua pc- en

    internetbezit. Socio-economische factoren liggen aan de basis van de verschillen

    tussen het noorden en het zuiden van België.2

    Verder tref je bij de niet gebruikers blinden, personen met een verminderd

    gezichtsvermogen of slechtzienden aan. Initiatieven pogen internet toegankelijk te

    maken. Een organisatie die internet op toegankelijkheid test is www.w3.org. De

    meeste toegankelijkheidsrichtlijnen zijn hiervan afgeleid [www.sonneheerdt.nl]. Wil

    je een website testen op toegankelijkheid kan dit op www.blindsupport.be.

    Vermeldswaard is www.gent.be/braillenet dat personen met een visuele handicap

    informeert via Braillenet [persmededelingen in audio en mp3, aangepaste lettertypes]

    en dat de vereniging Blindenzorg licht en liefde toegankelijke websites bekroont met

    het label “Blindsurfer” [oranje surfplank met blindenstok als mast].

    1.1 De browser bedienen

    Het geheel van publicaties dat oorspronkelijke, originele gegevens en bevindingen

    weergeeft, primaire literatuur genoemd [verslagen, kranten, tijdschriften, boeken] is op

    internet te definiëren als het ongeordende geheel van websites en hun inhoud. De

    logische opbouw van een url [www.naamorganisatie.landcode] laat toe om personen of

    organisaties te vinden. Websites bieden allerhande documenten aan.

    Computers communiceren via de “tcp / ip” taal [transmission control protocol /

    internet protocol] die gegevens opdeelt en transporteert. Opdat de info zou

    terechtkomen, heeft elke pc een [moeilijk] adres. Deze adressen zijn te vervangen

    door een domeinnaam, zoals bijvoorbeeld www.katho.be.

    Wie op internet wil, heeft software nodig: een browser of een navigatieprogramma.

    Net zoals Word een hulpmiddel is bij het maken van teksten, helpt een browser je bij

    internetacties. Met de browser ‘navigeer’ je, bekijk je en blader je door webpagina’s.

    Courante browsers zijn Netscape en Internet explorer. Beide zijn gratis en verschillen

    nauwelijks. De werkbalk bevat besturingselementen.

    �� Adresbalk: ................... Noteer hier het adres. Het pijltje toont bezochte sites

    �� Vorige: ........................ Blader naar eerdere locaties

    �� Volgende: .................... Blader naar volgende locaties

    �� Start: ........................... [Home] bevat een gekozen site als vertrekpunt

    �� Favorieten: .................. [Bookmarks] koppelt favoriete sites

    �� Stop:............................ Breekt laden af [gebruik bij verkeerd adres];

    �� Vernieuwen: ................ Helpt opnieuw inladen

    2 De cijfers zijn bekend: www.tijd.be/ondernemen/t-zine/artikel.asp?Id=1727838 & http://statbel.fgov.be/press/fl060_nl.asp.

    WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.

    �� Geschiedenis: .............. Waar was je gisteren, vorige week…

    �� Zoeken: ....................... Een zoekrobot

    �� Koppelingen: ............... Productinformatie en koppelingen

    Een website is de verzameling pagina’s van één persoon of organisatie en bestaat

    doorgaans uit een hoofdpagina [home], een inhoud, pagina’s en hyperlinks. Door een

    hyperlink [andere kleur, de onderlijning en je muisaanwijzer verandert in een hand]

    aan te klikken, word je doorgestuurd naar een andere plaats op internet. Hypertext

    duidt op de mogelijkheid om te klikken op een woord en zo te navigeren naar een

    andere positie in het document of naar een andere positie op internet. Hyper staat

    tegenover het begrip lineair. Met andere woorden: in cyberspace hoef je de dingen

    niet te beginnen bij het voorziene startpunt en te eindigen bij het geplande einde, in

    tegenstelling tot een boek, een theatervoorstelling of een film.

    1.2 Websites zoeken

    Als je een site van een organisatie zoekt, gis dan de url. Een adres ziet er doorgaans

    zo uit http://www.organisatie.topdomein [topdomein of landcode]. Het voorzetsel

    http:// tik je niet. Dit hyper text transfer protocol duidt op de mogelijkheid naar een

    andere locatie te navigeren. Andere codes die gebruikt worden zijn www [world wide

    web]; de organisatie [de organisatie of een afkorting] en het topdomein of de landcode.

    Er zijn organisaties die alle logische namen gebruiken, anderen houden het bij één.

    Wil je weten of er plaatselijke versies van de site bestaan, vervang dan .com door .be.

    De pagina past zich soms aan. Probeer maar: Rode kruis: www.red-cross.org of

    www.redcross.org of www.red-cross.int of www.rodekruis.be of www.redcross.be?

    Internationale Belgische bedrijven: www.belgacom.com of www.belgacom.be?

    Landcodes bestaan uit twee karakers, topdomeinen uit drie karakters. Voorbeelden

    zijn: .be voor België, .nl voor Nederland, .de voor Duitsland, .fr voor Frankrijk, .ie

    voor Ierland, .it voor Italië, .lu voor Luxemburg, .pl voor Polen, .ru voor Rusland, .es

    voor Spanje, .gb voor het Verenigd Koninkrijk. Bij de universiteiten plaats je voor de

    landcode ac.: www.kuleuven.ac.be, www.kulak.ac.be, www.vub.ac.be,

    www.ucl.ac.be... Topdomeinen bestaan uit drie letters:

    �� .Com voor bedrijven Bv. www.autismecentraal.com

    �� .Edu educatieve instellingen Bv. www.stanford.edu

    �� .Gov Amerikaanse overheid Bv. www.whitehouse.gov

    �� .Int Internationale organisaties Bv. www.europa.eu.int

    �� .Mil Amerikaanse defensie Bv. www.army.mil

    �� .Net Internetproviders en netwerken Bv. www.dyslexie.net,

    www.kanker.net, www.pesten.net, www.tegenkanker.net, www.vorming.net,

    www.welzijn.net...

     

    �� .Org Non-profit: Bv. www.adoption.org,

    www.aids.org, www.aidskids.org, www.cancer.org, www.diabetes.org,

    www.downsyndroom.org, www.greenpeace.org, www.logopedie.org...

    Nieuw zijn de domeinen .job en .travel. Let op voor informatie op Nederlandse sites!

    .nl is – zeker wat het sociaal-agogisch werk betreft - niet relevant voor Vlaanderen!

    Het startscherm van Google.be laat je de keuze tussen uitsluitend zoeken in Belgische

    pagina’s en uitsluitend zoeken in het Nederlands. Uiteraard krijg je bij de eerste

    categorie Franstalige en Duitstalige teksten, bij de tweede categorie blijf je niet

    uitsluitend in Vlaanderen, maar kom je in Nederland en de Antillen terecht. In beide

    gevallen dien je dus kritisch te zijn.

    Na de eerste schuine streep [slash] komen de namen van de folders, mappen of

    directory’s. Als een link zoals www.cass.be/wet/wetco.htm niet [meer] werkt, probeer

    dan www.cass.be. Verder kan je de naam van een deelsite raden: wat heeft de

    overheid te vertellen over holebi? Probeer www.vlaanderen.be/holebi of

    www.vlaanderen.be/infolijn… Als je de gewenste informatie niet kan raden, surf je.

    Surfen is ongestructureerd doorklikken via hyperlinken.

    1.3 Sites lezen

    Het mentaal model van een website ziet er op het eerste zicht anders uit dan dat van

    een papieren uitgave. De website lijkt onbegrensd, onafgerond door de vele

    beginpunten, middens en eindes. Overzicht krijgen is frustrerend. Je komt er niet

    achter of je de site volledig hebt doorgenomen [laat staan de interessante sites rond je

    onderwerp]. Elektronisch zoeken is onzekerder en krachtiger dan zoeken in folio.

    Hoe lees je een website? Lees van links naar rechts en van boven naar onder zonder

    overdonderd te raken door de kleuren, afbeeldingen, klikvakjes... Beginners ervaren

    dat de perceptie alle richtingen uitgaat waardoor het overzicht en de structuur

    vertroebelt, hoofd- en bijzaken verdwijnen en het lezen van links naar rechts wordt uit

    het oog verloren. Doe het dus systematisch: begin bovenaan, van links naar rechts en

    vervolgens van boven naar onder. Probeer structuur te zien in een site en scheid hoofden

    bijzaken. En bedenk, sommige documenten in folio zijn ook onleesbaar.

    Beginners dienen te weten dat de pagina niet ophoudt onderaan het computerscherm.

    Pin je niet vast op de inhoud, maar kijk naar de structuur. Websites bevatten

    doorgaans zoekinstrumenten zoals een inhoud [tabbladen boven en in de marge], een

    index, een sitemap [opbouw van de site], een e-archief, een e-bibliotheek of een ecatalogus

    en een fulltext zoeker. Indien die niet specifiek aanwezig is, zoek je dit met

    de knop bewerken, zoeken op deze pagina.

    2. Tekstdocumenten

    2.1 Fulltext en pdf

    Primaire publicaties worden vaak fulltext op het net aangeboden.3 Als je over een

    uitgekiende set trefwoorden beschikt, is het mogelijk specifieke passages te vinden

    met een kleine tijdsinvestering. Hoe specifieker, hoe recenter, hoe localer je

    zoektermen, hoe meer de zoekwijze aangewezen is. Fulltext zoeken houdt geen

    rekening met de inhoud van het gezochte woord of document. Fulltext zoeken levert

    geen afkortingen op [Clb levert geen Centrum voor leerlingenbegeleiding], geen

    bredere termen of smallere termen [zoeken naar sociaal werk levert geen

    personeelswerk], houdt geen rekening met homofonen [gelijkklinkend maar

    verschillend in betekenis: kan levert het werkwoord maar ook het vaatwerk], houdt

    geen rekening met spellingsvarianten, spellingsfouten, synoniemen [suikerziekte of

    diabetes], verbuigings- en vervoegingsvarianten. Kortom, bij fulltext zoeken is de

    precisie is laag en de ruis hoog. Om te functioneren bevat een degelijk profiel termen

    die de or-operator verbindt en is truncatie of maskering wenselijk.

    De meest verspreide standaard voor de elektronische documentendistributie is Acrobat

    reader [pdf-bestanden].4 De voordelen zijn divers: Pdf is platform- [Windows-, Linuxen

    Mac-omgevingen] en printeronafhankelijk [de afdruk is bij alle printers gelijk],

    ideaal om documenten door te geven aan drukkerijen [prepress] en het formaat is

    kleiner dan het origineel. Pdf’s zijn te beveiligen om het auteursrecht te beschermen.

    In een niet-beveiligde Pdf selecteer je tekst en afbeeldingen. Daarna plak je ze in een

    andere toepassing. Verder kan je tekstaanpassingen doen [Touchup text tool] als de

    Pdf niet beveiligd is. Wil je een Pdf lezen, dien je enkel over Acrobat reader te

    beschikken en niet over de toepassing die de Pdf creëerde. Nadelen zijn dat je traag

    zoekt en er is geen garantie dat de volgende versie zal aansluiten bij de vorige.5 Om

    Pdf-documenten te maken heb je Acrobat nodig. De betaalsoftware installeert een

    virtuele printer en als je een afdruk naar deze printer stuurt, wordt een Pdf-document

    gemaakt. Dit bestand kun je in Acrobat bewerken en aanpassen. Maak een

    onderscheid tussen de Writer en de Distiller. De Writer bestaat voor Pc en voor Mac:

    een snelle afdruk met een lage kwaliteit van afbeeldingen. De Distiller bestaat enkel

    voor Windows en is ideaal bij grafische toepassingen.

    2.2 Tekst in folio

    Tekstdocumenten in folio gebruiken strategieën om zichzelf toegankelijk te maken.

    Als lezer heb je verschillende mogelijkheden om literatuur snel door te nemen. Je kan

    zoeken via het voorwerk, de kern of het nawerk van een publicatie. Wie de kern van

    het boek zoekt doet dit door te bladeren en diagonaal te lezen. Lees de hoofdstukken

    en paragraaftitels na, bekijk de schema’s en organogrammen én vergeet de noten niet.

    2.2.1 VOORWERK

    Het voorwerk bestaat uit de Franse pagina [met alleen de titel], de titelpagina [met

    titel, auteur, uit

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    22-01-2008, 11:07 geschreven door 1BaOA  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Belangrijke dingen uit Hoofdstuk 1

    De Informatiepiramide
    1. De piramide structureert informatie in niveaus waarbij

    het ene niveau het andere ontsluit. Op het primaire niveau vinden we websites, nieuwsbrieven,

    periodieke publicaties, monografieën, thesissen, wetteksten… al dan niet digitaal. Op het secundaire

    niveau situeren zich de naslagwerken die verwijzen naar het primaire niveau of er een synthese van

    maken. 2. Hoe hoger je op de informatiepiramide klimt hoe minder details je ziet en hoe groter het

    panorama over het informatielandschap. 3. Op het tertiaire niveau bevinden zich de overzichten van

    naslagwerken en metazoekers. Op het quartaire niveau wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen

    digitale en analoge informatie. Of het nu gaat om digitale informatie of informatie op papier, centraal

    staat de gedachte van informatiebemiddeling.

    4.1 EEN DESKUNDIGE OPSPOREN

    Internet kan de belangrijkste informatiebron lijken, maar zou doen vergeten dat er

    andere en even efficiënte kanalen bestaan zoals een mail, een telefoongesprek of een

    interview… Uiteindelijk hebben alle elementen te maken met het ontwikkelen van een

    netwerk. Wie een netwerk uitbouwt [en daar assertief en communicatief mee omgaat]

    zal zijn professie ontwikkelen. Informatie sprokkelen heeft dus een affectieve of

    sociale component: wees assertief, communicatief en sta open voor opmerkingen.

    Vaak ben je tijdens een onderzoek gefocust op een infodeel dat je de waarde van

    reacties uit je omgeving niet opvangt of niet verwerkt. Communiceer met collega’s,

    studenten, docenten, bibliothecarissen... Je weet immers nooit op voorhand welke

    informatie zij kennen of leren kennen. Ga meer dan eens een bieb binnen. De eerste

    keer vertel je de bibliothecaris waar je mee bezig bent en voor je het weet heb je

    interessante insteken.16 Ben je verder gevorderd in je onderzoek, volstaan collega’s of

    vrienden niet. In deze fase is het goed om een deskundige aan te spreken. Je spreekt

    dus geen deskundige aan bij het begin van je onderzoek, tenzij het je promotor betreft.

    Maak je eerst de terminologie eigen en verken het onderwerp. Dan zal de deskundige

    je in een paar uur tijd meer vooruit helpen dan dagenlang boeken zoeken.

    Deskundigen kennen een onderwerp ten gronde, weten wat haalbare kaarten zijn,

    wegen voor- en nadelen af enzovoort. Een deskundige opsporen is niet makkelijk.

    Een naam kom je te weten via:

    �� catalogi [zoek auteurs van boeken over je onderwerp]

    �� bibliografieën in standaardwerken [tel de publicaties van potentiële deskundigen]

    �� docenten en bibliothecarissen [vraag of ze deskundigen in de omgeving kennen,

    voor zover zij dat niet zelf zijn natuurlijk]

    Aan hogescholen en universiteiten hebben docenten en professoren doorgaans een

    specialisatie of een thema dat zij koesteren. Eerstejaars weten dit vaak niet. Een

    willekeurige docent of professor zal je op het spoor zetten. Als je de deskundigen ken

    bij naam is de volgende stap het vinden van zijn of haar mailadres. Het simpelste is de

    naam in Google te tikken. Levert dit niets op ga je na bij welke organisatie de

    deskundige werkt. Instellingen organiseren het mailadres van hun personeelsleden

    uniform en bieden adreslijsten aan. Een mailadres van een medewerker aan Katho

    bestaat uit de voornaam en de volledige achternaam van de docent, van elkaar

    gescheiden door een punt [dot]. Vervolgens komt er @katho.be. Het mailadres van

    een docent ziet dan er uit als voornaam.naam@katho.be. Voor de studenten is de

    formule voornaam.naam@student.katho.be. Je kan ook de organisatie opbellen. Lukt

    het niet met de bovenstaande methoden, dan kun je het adres zoeken in

    www.four11.com, www.skynet.be, www.infobel.be, www.goudengids.be,

    www.scoot.be en www.directo.be. Je zal het adres enkel aantreffen als de persoon zijn

    referentie doorgaf. Verder kan je toetreden tot een mailinglijst, een nieuwsgroep of

    een discussieforum of zoeken naar betalende diensten waar je vragen kan stellen. Als

    je de deskundige contacteert is het niet zeker of die je wil helpen. E-mail verlaagt de

    drempel om deskundigen aan te spreken, soms tot groot ongenoegen van de

    deskundige. Wees niet opdringerig. Deskundigen zijn druk bezet, hebben geen zin of

    kennen je onderwerp bij nader toezien niet. Hoe je e-mail gebruikt, lees je hieronder,

    hoe je een e-mail schrijft lees je in het schrijfboek.

    Een E-mail [Electronic mail] is een tekst aan een correspondent. Er bestaat veel

    mailsoftware. Welk pakket je ook gebruikt [outlook, outlook-express…], doorgaans

    zie je dezelfde onderdelen. Een “postvak in” voor de inkomende post, een vak “uit”

    voor de te versturen berichten. Verder vind je in de map “verzonden items” verstuurde

    boodschappen en in de map “verwijderde items” [recent] verwijderde berichten. Elk

    bericht wordt voorgesteld door één regel. Selecteer die om de inhoud te zien. Je kan

    de boodschap lezen, kopiëren, versturen, beantwoorden, opslaan of verwijderen. Er

    zijn sites met gratis mail zoals www.mail.be, www.yahoo.com, www.advalvas.be,

    www.hotmail.com. Organisaties en scholen geven hun personeel of studenten een

    gratis mailadres.

    Dat adres bestaat uit twee delen, gescheiden door een @ [apenstaartje]: enerzijds is er

    het userid, anderzijds de servernaam. Een boodschap aan

    benedict.wydooghe@katho.be wordt verstuurd naar de server Katho.be [het punt wordt

    dot uitgesproken]. benedict.wydooghe is het userid. De boodschap komt in

    Wydooghes bus. Versturen en ontvangen duurt van seconden tot uren. Als de server

    de gebruiker niet kent, kan het dat het mailadres niet bestaat of dat je de naam

    verkeerd spelde. Verzendingen die niet aankomen melden een foutboodschap. Als je

    geen foutmelding krijgt, ga je er van uit dat de boodschap aankwam. De boodschap

    bestaat uit twee of drie delen: een hoofd, een corpus en soms een attachment. Het

    hoofd bevat administratieve data:

    �� Aan: het mailadres van de correspondent [adressen sla je op in je adresboek];

    �� Cc: adressen van wie een kopie krijgt;

    �� Bcc: adressen van wie een kopie krijgt zonder dat de eersten dit weten;

    WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.

    21

    �� Onderwerp: samenvatting van de boodschap;

    �� Attachment: toe te voegen via paperclip-knop en bladeren;

    Het corpus bevat de boodschap en het attachment is een bijlage. Attachments zijn

    documenten die je aan je mail hangt als bijlage. Een mailbox kan meestal slechts

    enkele megabytes aan. Zware bestanden doorsturen kan via Ftp [vereist software en is

    niet zonder risico] of via www.dropload.com [gratis alternatief voor bestanden tot 50

    megabyte]. Via een mail verwittig je de ontvanger die het binnen twee dagen ophaalt

    op een geheim adres. Een betalende mogelijkheid: www.send2store.com. De

    boodschappen die je stuurt beperken zich niet tot het klassieke witte blad dat je vol

    pent. E-cards zijn postkaarten die je verstuurt bij een verjaardag of een huwelijk. Je

    verstuurt een leuke kaart via www.apple.com [klik .Mac en kies I-card].

    4.2 TELEFOONLIJNEN

    Ook telefoonlijnen helpen je op weg. www.1299.be toont via een telefoonnummer het

    netwerk waartoe het behoort.

    �� Aidstelefoon 078/15.15.15

    �� Alzheimertelefoon 078/15.29.11

    �� Antigifcentrum 070/245.245

    �� Antiroddelactie 015/51.18.49

    �� Autisme infotel 078/152.252

    �� Blauwe kruis 03/353.94.53

    �� Childfocus 110

    �� Diabetes infolijn 0800/96.333

    �� Druglijn 078/15.10.20

    �� Gecofoon 0800/141.87

    �� Gezondheidslijn kanker 070/34.41.44

    �� Infolijn onderwijs 0800/30.20.3

    �� Jolijn, bijzondere jeugdbijstand 0800/900.33

    �� Kankerinfolijn 0800/15.800

    �� Kinderen en jongeren telefoon 078/15.14.13

    �� Luizenfoon 0800/40515

    WYDOOGHE BENEDICT. Sadan-informatiesysteem. Katho-Ipsoc, Kortrijk, 2007.

    22

    �� Meldpunt gezondheid & milieu 078/15.55.70

    �� Milieutelefoon 0800/160.80

    �� Opvoedingstelefoon 070/222.330

    �� Ouders verongelukte kinderen 03/8874797

    �� Rode kruis 105

    �� Rusthuisinfofoon 078/15.25.25

    �� Similes 016/23.23.82

    �� Teleblok 0800/13.144

    �� Urineverlies infolijn 016/23.80.73

    �� Vereniging verlegen mensen 03/239.96.38

    �� Vlaamse kankertelefoon 070/22.21.11

    �� Vlaamse infolijn 0800.302.01

    �� Wegentelefoon 0800/122.66


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    22-01-2008, 11:03 geschreven door 1BaOA  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Proficiat!
    Proficiat!

    Uw blog is correct aangemaakt en u kan nu onmiddellijk starten! 

    U kan uw blog bekijken op http://www.bloggen.be/ieseetee

    We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen.  Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.

    U kan dit zelf helemaal aanpassen.  Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'.  Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.

    Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt.  Surf naar http://www.bloggen.be/  en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord.  Druk vervolgens op 'Toevoegen'.  U kan nu de titel en het bericht ingeven.

    Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'.  Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!').  Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd.  U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.

    Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op.  Klik vervolgens op 'Instellingen'.  Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.

    WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
    De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
    - Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
    - Bijvoorbeeld: u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
    - Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
    - Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
    - Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
    - Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
    - Bijvoorbeeld: u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
    - Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.

    WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
    Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.

    WAT IS DE "WAARDERING"?
    Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.


    Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!

    Met vriendelijke groeten,
    Bloggen.be-team

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - ( Stemmen)
    22-01-2008, 10:43 geschreven door  
    27-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De woordenlijst

    Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig.  Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.

    Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.

    Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".

    Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen.  In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.

    Nu is uw blog aangemaakt.  Maar wat nu???!

    Lees dit in het volgende bericht hieronder!


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-09-2005, 16:32 geschreven door 1BaOA  
    Archief per week
  • 21/01-27/01 2008
  • 26/09-02/10 2005
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs