Inhoud blog
  • Voorwoord
  • Inleiding
  • DEEL I: ICT, EEN VERWARREND BEGRIP
  • DEEL II: PROBLEMEN MET ICT IN HET LAGER ONDERWIJS
  • Vergelijking tussen enkele scholen :
  • Bevindingen na de gegeven lessen.
  • les eerste graad: toetsenbordonderzoek
  • les tweede graad: Kruiswoordraadsels maken met Hot Potatoes
  • les tweede graad: Zoeken op het internet via een zoekprogramma
  • les derde graad: Een weblog maken via skynetblog.be
  • les derde graad: Werken met Windows Movie Maker
  • les buitengewoon onderwijs :Werken in WORD
  • les buitengewoon onderwijs: Computeronderzoek
  • les buitengewoon onderwijs: Werken met TUX PAINT
  • les eerste graad : Initiatie WORD
  • DEEL III: WAT IS ER TE VINDEN IN DE LEERPLANNEN ,DE EINDTERMEN EN DE ONTWIKKELINGSDOELEN I.V.M. ICT ?
    Zoeken in blog

    ICT in het lager onderwijs
    Door Patricia Anciaux ,Joke Baele en Elina Blondeel
    14-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.les derde graad: Werken met Windows Movie Maker

    Werken met Windows Movie Maker

    Doel van deze les:
    Leerlingen die onderwijs volgen op een ervaringsgerichte Freinetschool moeten regelmatig projecten uitwerken en voorstellen. Met Windows Movie Maker kunnen de kinderen foto’s, tekstjes en muziek op een orginele en leuke manier voorstellen.

    Lesvoorbereiding:

    Datum: 2 mei 2007

    Studenten: Elina Blondeel en Joke Baele
    Stageschool: Ervaringsgerichte freinetschool De Levensboom Marke

    Begin: 14h30 – Einde: 15h20

    Leergebied/domein: M.V./media

    Stageklas: Oudste lager

    Beginsituatie:

    Er zijn 12 leerlingen voor deze workshop aanwezig.

    Deze leerlingen zitten in het oudste lager.

    Deze workshop is geheel vrijwillig.

    Er zijn 7 computers met internetverbinding beschikbaar.

    Situering in de OVSG - leerplannen:

    Algemene doestellingen:

    De kinderen ervaren dat een werkelijkheid kan voorgesteld worden door beelden en / of geluiden.

    De kinderen kunnen een aantal veelvoorkomende begrippen in verband met de media begrijpen en hanteren.

    De kinderen kunnen een boodschap overbrengen.

    De kinderen kunnen waardering opbrengen voor en genieten van mediaproducten van: zichzelf en anderen.

    De kinderen genieten van het waarnemen van mediaproducten en worden zich bewust van de eigen voorkeuren.

    Situering in het RAGO- leerplan:

    Ø 5.1 beeldsignalen waarnemen zodat men opvallend goede en minder geslaagde dingen kan doorzoeken en herkennen.

    Ø 5.2 ervaren dat een visueel beeld al dan niet vergezeld van een nieuw geluid steeds een nieuwe werkelijkheid kan oproepen.

    Ø 5.3 soorten van eenvoudige hedendaagse audiovisuele opnamen en weergavetoestellen ( informatiedragers) aanwijzen, benoemen en creatief bedienen.

    Ø 5.4 een eigen audiovisuele taal gebruiken en het massale audiovisuele aanbod een relativerende plaats toekennen.

    Ø 5.5 eenvoudige audiovisuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoeken en vergelijken.

    Eindtermen:

    De leerlingen kunnen:

    Ø 5.1 over de massamedia voldoende informatie inwinnen.

    Ø 5.3 de werking en de productie van de media onderzoeken.

    Ø 2.10 kunnen in hun omgeving informatieverwerkende toepassingen herkennen.

    Lesdoelen:

    Cognitieve lesdoelstellingen:

    - De leerlingen kunnen de computer op de correcte manier afsluiten.

    - De leerlingen kunnen de computer op een correcte manier aanzetten.

    - De leerlingen kunnen de juiste overgangen gebruiken.

    - De leerlingen kunnen opmerken dat een te grote verscheidenheid aan overgangen de presentatie chaotisch laat overkomen.

    - De leerlingen kunnen muziek toevoegen aan hun presentatie.

    - De leerlingen kunnen de gepaste foto’s selecteren.

    - De leerlingen kunnen korte tekstjes of kernwoorden toevoegen.

    Sociaal-affectieve doelstellingen:

    - De leerlingen kunnen zich verdraagzaam opstellen t.o.v. anderen.

    - De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.

    - De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.

    Bronnen:

    Cursus Media 2 LLO

    Onderwijs- en leermiddelen:

    computers

    LESFASE 1: Inleiding Timing: 5 min.

    LEERINHOUD

    De lln. antwoorden naar eigen vermogen.

    De leerlingen zetten de computer aan.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    De lln. zitten achter de computer, maar mogen de computer nog niet aanzetten.

    -- Wie heeft er thuis een computer?

    -- Waarvoor gebruiken jullie die computer?

    -- Wat kan je daar mee doen?

    -- Jullie mogen de computer nu op de juiste manier aanzetten.

    LESFASE 2: foto’s selecteren Timing: 10 min.

    LEERINHOUD

    Door eerst onderaan op “start” te klikken vervolgens “programma’s” kiezen en dan het programma Movie maker aanklikken.

    De kinderen openen het programma Movie Maker.

    Als je het letterlijk vertaald wordt het “Film maker”, dus je zal er waarschijnlijk wel filmpjes mee kunnen maken.

    Je kan er ook fotoreportages met maken, je kan er muziek bij laten spelen, ….

    We kunnen dit programma gebruiken om projecten voor te stellen.

    Langs de linkerkant staat er een soort index. Onder puntje 1 “video vastleggen” klikken we op “foto’s importeren”. We kunnen dan de gewenste foto’s selecteren of zelfs volledige makken aanduiden.

    Als we dat gedaan hebben kunnen we in het midden van ons scherm bij “collectie” een miniatuurtje zien van alle foto’s die we geselecteerd hebben.

    Vervolgens moeten we de foto’s naar onderen slepen in de gewenste volgorde.

    De lln. maken hun eigen korte fotoreportage.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    De leerkracht heeft op voorhand foto’s van de leerlingen en van de school getrokken. Ze heeft deze al op de computer gedownload.

    -- Jullie mogen het programma Movie maker openen. Hoe zouden we dat kunnen doen?

    -- Heel juist, jullie mogen dat doen.

    -- Als je naam goed kan vertalen weet je eigenlijk al wat je zoal met dot programma kan doen. Hebben jullie enig idee?

    -- Inderdaad. Kunnen jullie dit programma dan gebruiken?

    -- Daar dachten wij ook aan. We gaan nu niet met filmpjes werken, maar ik ga jullie het programma proberen uit te leggen door samen met jullie een korte fotoreportage in elkaar te steken.

    -- En om een fotoreportage in elkaar te steken hebben we natuurlijk foto’s nodig. Hoe kan ik de nodige foto’s met het programma selecteren?

    -- Heel goed gevonden.

    De lkr. loopt rond en biedt individuele hulp.

    LESFASE 3: overgangen kiezen Timing: 10 min.

    LEERINHOUD

    We kunnen onder puntje 2 “Film bewerken” op video-overgangen weergeven klikken en dan kunnen we kiezen welke overgangen we willen in de reportage.

    We kunnen de foto’s laten verschuiven, laten vervagen, in brokstukken naar rechts verdwijnen, ….

    Als je zo’n overgang aanduid zie ja rechts het voorbeeld daar van.

    Je sleep de gewenste overgang naar onderen, naar de videoband en daar kies je tussen welke twee foto’s je die wil.

    Neen, dat is niet zo mooi voor de presentatie.

    De kinderen mogen 4 verschillende overgangen kiezen en deze in de reportage aanbrengen.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    -- Als we die reportage laten aflopen, dan kunnen we opmerken dat de foto’s telkens op dezelfde manier worden getoond. Het lijkt een beetje op een diareportage en dat er telkens geklikt wordt bij de overgang naar een nieuwe foto.

    -- Dat kan natuurlijk anders.

    -- Wat zouden we moeten doen om die overgangen op de juiste plaats te krijgen?

    -- Heel juist. Het zijn natuurlijk allemaal wel leuke overgangen, kan je ze dan allemaal in dezelfde reportage gebruiken?

    De lkr. bekijkt samen met de lln. ook de video-effecten, deze zijn effecten op de foto’s zelf.

    De lkr. loopt rond en biedt individuele hulp.

    LESFASE 4: tekst toevoegen Timing: 10 min.

    LEERINHOUD

    Tekst toevoegen.

    Je kiest onder puntje 2 “Film bewerken” voor titel of verantwoording maken. Je ziet dan een lijst waaruit je kan kiezen.

    We kiezen bijvoorbeeld voor “titel aan het begin”. Vervolgens kan je gewenste tekst typen in het balkje. Onder “Meer opties” kan je het lettertype, de grote van de letters en de achtergrond wijzigen. Je kan ook de titelanimatie wijzigen, dat is de manier waarop de titel op het scherm komt.

    De lln. bekijken welke titelanimaties er voorhanden zijn.

    Als de titel volledig juist is qua vorm en animatie dan klik je op “Gereed, titel aan film toevoegen”.

    De kinderen voegen verschillende tekstjes en woorden toe, zeker een begintitel en een eindtekst waarop staat die wie de reportage gemaakt is.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    -- We hebben nu al de foto’s, de overgangen en de effecten op de foto’s zelf. Wat zouden we nog kunnen doen?

    -- Heel juist, je kan kiezen voor een begin titel of tussentitels of tekst op foto’s of een aftiteling, …

    De lkr. loopt rond en biedt individuele hulp.

    LESFASE 5: muziek toevoegen Timing: 10 min.

    LEERINHOUD

    De lln. bekijken hun reportage.

    We zouden er nog muziek kunnen bijvoegen.

    We kiezen onder puntje 1 “Video vastleggen” voor Audio of muziek importeren.

    We kunnen dan de gewenste liedjes selecteren, net zoals bij de foto’s. We slepen dan ook het liedje naar onderen, naar de videoband. Als we nog een tweede liedje willen toevoegen dan moeten we het eerste inkorten, dat kunnen we doen door het streepje dat het einde van het liedje voorstelt te verslepen, we kunnen dus zelf kiezen hoelang we een liedje laten horen.

    De lln. kiezen twee liedjes om toe te voegen.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    -- We kunnen ons reportage al eens bekijken door rechts op het startpijltje te duwen.

    -- Ontbreekt er nu nog iets aan ons voorstelling?

    -- Dat is heel juist. Ik heb mijn MP3 speler mee waarop heel wat muziek staat. We gaan twee liedjes aan de voorstellingen toevoegen.

    Indien er nog een beetje tijd over is toont de lkr. de verschillende effecten die op de liedjes kunnen gezet worden.

    De lkr. loopt rond en biedt individuele hulp.

    LESFASE 6: Afsluiten Timing: 5 min.

    LEERINHOUD

    We kiezen onder puntje 3 “Film afwerken” voor Opslaan op deze computer. We moeten dan een titel kiezen voor de voorstelling en op welke plaats we het bestand gaan opslaan. Dan klikken we op “OK” en dan nog een keer op “OK”. We zien dan het verloop van het opslaanproces.

    De kinderen schakelen de computer uit.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    -- We mogen ons mooie voorstelling natuurlijk niet zomaar kwijt geraken.

    De lkr. overloopt de stapjes met de lln.

    14-05-2008 om 00:00 geschreven door juf  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.les buitengewoon onderwijs :Werken in WORD

    Werken in WORD

    Doel van deze les:
    Het doel van deze les is de leerlingen in contact laten komen met andere programma’s die zij thuis zelf minder zouden gebruiken, maar die toch nuttig kunnen zijn. De leerlingen hebben echter nog niet met WORD gewerkt. Dit zou een pluspunt zijn voor het latere leven. Zo kunnen ze in hun vrije tijd eens een brief typen of dergelijke.

    Lesvoorbereiding:

    Datum: 11 maart 2008

    Student : Patricia Anciaux
    Stageschool: MPI De Bevertjes te Oedelem

    Begin: 13h50 – Einde: 15h05

    Leergebied/domein: M.V./media

    Stageklas: speelleerklas lager C

    Beginsituatie:
    De leerlingen kunnen al een computer opstarten en surfen op het internet. Werken met word hebben ze echter nog niet geoefend.

    Er zijn telkens maximum drie leerlingen aan de computer zitten. Dit voor optimale begeleiding. Dit is een speelleerklas van het type 2.

    De andere leerlingen werken zelfstandig . Om de 25 minuten worden er drie nieuwe leerlingen bij de leerkracht geroepen.

    Situering in de ontwikkelingsdoelen. :

    Ø 1 De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

    Ø 2 De leerlingen gebruiken ICT op een veilige verantwoorde en doelmatige manier.

    Ø 3 De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.

    Ø De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving.

    Ø De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.

    Ø De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.

    Ø De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.

    Ø De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.

    Lesdoelen:

    Cognitieve doelstellingen:

    Ø De leerlingen kunnen een computer opstarten.

    Ø De leerlingen kunnen word openen.

    Ø De leerlingen kunnen een tekst typen in een word document.

    Ø De leerlingen kunnen de tekst bewerken.

    Ø De leerlingen kunnen een word document opslaan.

    Ø De leerlingen kunnen de begrippen ‘ enter ‘ en ‘spatie’ onthouden.

    Socio – affectieve doelstellingen:

    Ø De leerlingen kunnen samenwerken.

    Ø De leerlingen kunnen zich verdraagzaam opstellen.

    Ø De leerlingen kunnen naar elkaar luisteren .

    Ø De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.

    Ø De leerlingen kunnen gemotiveerd zijn.

    Ø De leerlingen kunnen een actieve werkhouding vertonen.

    Bronnen:

    Ontwikkelingsdoelen type 2

    Internet

    Cursus Media 2 LLO

    Onderwijs- en leermiddelen:

    1 computer in de klas, microsoft WORD, begeleidende fiche.

    LESFASE 1: Inleiding 3 x Timing: 5 min.

    LEERINHOUD

    motivatie

    De leerlingen zitten aan de computer.

    De leerlingen wijzen:

    - het toetsenbord aan .

    - de computermuis aan.

    - de entertoets aan.

    - de spatie toets aan.

    De leerlingen vertellen kort waarvoor het toetsenbord, de computermuis en de twee speciale toetsen dienen.

    Spatie: een beetje plaats tussen twee woorden.

    Enter: van regel verspringen, naar beneden springen.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    Klassikale bespreking:

    De leerkracht bespreekt met de leerlingen een aantal basisonderdelen van de computer.

    De leerkracht stelt een aantal vragen:

    wijs eens het toetsenbord aan.

    Wijs eens de computermuis aan.

    Wie kan eens de enter toets aanduiden?

    Wie kan een de spatie toets aanduiden?

    LESFASE 2: WORD 3 x Timing: 20 min.

    LEERINHOUD

    De leerlingen leren met drie samenwerken.

    De leerlingen leren de basisstappen van een tekst opmaken in word.

    De leerlingen leren:

    - typen in word;

    - het lettertype veranderen : Klik 2 keer vlug achter elkaar met je linkermuisknop op het woord. De achtergrond is opnieuw zwart. Daarna klikken we .met de linkermuisknop op de knop naast de cijfers. (zie begeleidende fiche)

    - de grootte van het lettertype veranderen : Klik 2 keer vlug achter elkaar met je linkermuisknop op het woord. De achtergrond is opnieuw zwart. Daarna klikken we .met de linkermuisknop op de knop met de cijfers. (zie begeleidende fiche)

    - de plaats van een woord veranderen : Klik 2 keer vlug achter elkaar met je linkermuisknop op het woord. De achtergrond is opnieuw zwart. Daarna klikken we .met de linkermuisknop op de knopjes met allemaal lijntjes .(zie begeleidende fiche)

    - het kleur van het lettertype veranderen, : Klik 2 keer vlug achter elkaar met je linkermuisknop op het woord. De achtergrond is opnieuw zwart. Daarna klikken we .met de linkermuisknop op de A en een streep er onder..(zie begeleidende fiche)

    - verschillende knoppen gebruiken in word;

    - een woord selecteren;

    - een document opslaan, zodat ze het later kunnen terugvinden.
    Ga naar de diskette ( vierkantje) of ga naar bestand, opslaan als.
    Bij bestandsnaam schrijven jullie je naam.
    En je plaatst het bij het mapje ICT.

    - Nieuwe begrippen in verband met de computer.

    Door de begeleidende fiche erbij te nemen, zien de leerlingen hoe ze een woord van lettertype moeten veranderen, het kleur van het lettertype moeten veranderen … .

    Vrij moment:

    De leerlingen gaan elk om beurt met wat ze net geleerd hebben de tekst aanpassen. ( Zie pagina

    WERKVORMEN EN MEDIA

    Onderwijsleergesprek

    De leerkracht zegt wat de leerlingen moeten doen aan de hand van een stappenplan die de leerlingen kunnen zien:

    Ø Ga naar microsoft word: dat is het icoontje met de dikke blauwe W.

    Lkr.: Nu zie je een wit blad met allemaal knopjes bovenaan en onderaan.

    Ø Klik met je muis op dat wit blad.

    Lkr.: Je ziet dat er een stokje staat te knipperen.

    Ø Typ nu Pasen.

    Ø Klik 2 keer met je muis op het woord.

    Lkr.: Het woord heeft nu een zwarte achtergrond.

    Ø Klik nu op de knopjes met allemaal lijntjes.

    Lkr.: Wat zie je?

    Lkr.: We gaan nu het lettertype eens veranderen.

    Ø Klik opnieuw 2 keer vlug achter elkaar met je linkermuisknop op het woord. De achtergrond is opnieuw zwart.

    Ø Ga naar het knopje naast de getallen. Kies een nieuw lettertype.

    Lkr.: We moeten nu nog de grootte van het lettertype veranderen.

    Ø Opnieuw dubbelklik met je linkermuisknop op het woord.

    Ø Daarna klikken we op de knop met de cijfers. Kies nu zelf hoe groot jouw lettertype moet zijn.

    Lkr.: Nu gaan we nog het kleur veranderen.

    Ø Ga naar het knopje met de letter A en een streep onder. Klik daar op en kies een nieuwe kleur.

    Ø Typ nu onder Pasen dit tekstje over.

    Na iedere zin, enter. Nieuwe lijn.

    “Het is bijna Pasen.

    Dan is het vakantie.

    We mogen twee weken thuis blijven.

    Dat vinden we reuze fijn. “

    Vrij moment:

    Probeer nu zelf eens een aantal dingen aan de tekst ( lettertype te veranderen.)

    Een document opslaan.

    We gaan nu het document opslaan.

    Ga naar de diskette ( vierkantje) of ga naar bestand, opslaan als.

    Bij bestandsnaam schrijven jullie je naam.

    En je plaatst het bij het mapje ICT.

    Lesfase 3: Computer uitschakelen Timing: 5 min.

    LEERINHOUD

    We klikken onderaan in de linkerbenedenhoek op start.

    Daarna op uitschakelen.

    Dan nog eens op uitschakelen.

    Als de computer uit is, duwen we op het aan en uit knop aan het scherm.

    De leerlingen schakelen de computer uit.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    - -Als we de computer nu willen afsluiten.
    Hoe moeten we dat nu op de juiste manier doen?


    De leerkracht overloopt de stapjes met de leerlingen.

    Begeleidende fiche WORD

    Kijk eerst wat je moet doen en ga dan pas aan de slag!!

    Opdracht 1: Een document opmaken


    1. Open Microsoft Word. Dit wil zeggen dat je dubbelklikt op het icoontje.







    2. Nu zie je een wit blad met allemaal knoppen. Klopt dit?



    3. We gaan een document maken met als titel Pasen.

    Typ: Pasen.

    4. Ik wil dat Pasen in het midden van het blad komt.

    • Met je muis dubbelklik op het woord “pasen”. Het woord heeft nu een zwarte achtergrond.
    • Daarna klikken we op deze knop:

    5. De lettergrootte van het woord Pasen moet 20pt zijn.

    • Met je muis dubbelklik op het woord “Pasen” .Het woord heeft nu een zwarte achtergrond.
    • Daarna klikken we op deze knop:

    6. We gaan een mooier lettertype zoeken.

    • Met je muis dubbelklik op het woord “Pasen”.Het woord heeft nu een zwarte achtergrond.
    • Daarna klikken we op deze knop:

    • We duiden het juiste type aan. Dit mag je zelf kiezen.

    7. De titel krijgt ook een andere kleur. Dit mag je zelf kiezen. Je kiest een andere kleur met deze knop:




    8. Typ het volgende stukje tekst over.

    Na iedere zin, spatie.

    Het is bijna Pasen.

    Dan is het vakantie.

    We mogen twee weken thuis blijven.

    Dat vinden we reuze fijn.

    9. De tekst kunnen we schuin plaatsen, in het vet of onderstreept.

    •  Met je muis dubbelklik op het woord. Het woord heeft nu een zwarte achtergrond.
    • Daarna klikken we op één van deze drie knoppen:

    10. Tijd over?

    => Probeer nog andere woorden eens te bewerken.




















    Opdracht 2: Een document opslaan

    Het is de bedoeling dat we ons documentje later nog eens kunnen herbekijken. We zullen het dus ergens op de computer moeten opslaan. Dit doen we zo:




    Bij bestand kiezen we opslaan als.


















    Dan wordt er een bestandsnaam gevraagd.

    Typ hier dan je naam.

    Het bestand slaan we op bij het mapje ICT.

    Klaar is kees!



    13-05-2008 om 00:00 geschreven door juf  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.les buitengewoon onderwijs: Computeronderzoek

    Computeronderzoek

    Doel van deze les:
    De leerlingen van lager C werken heel weinig met de computer. Ze spelen er tijdens een vrij moment soms spelletjes op. Deze les heeft als doel om te kijken wat de leerlingen al kennen. Of zij bepaalde delen van de computer bij naam kennen en weten waarvoor iets gebruikt wordt.

    Lesvoorbereiding:

    Datum: 4 maart 2008

    Student: Patricia Anciaux
    Stageschool: MPI De Bevertjes te Oedelem

    Begin: 13h50 – Einde: 14h40

    Leergebied/domein: M.V./media

    Stageklas: speelleerklas lager C

    Beginsituatie:
    Dit is een eerste controleles. Een groot deel van de leerlingen kunnen spelletjes spelen op de computer. De leerlingen hebben nog nooit les gekregen over de computer. De leerlingen hebben nog nooit de delen van de computer moeten benoemen.

    Er zitten negen leerlingen in de klas. De leerlingen worden in groepjes van drie leerlingen verdeeld.

    Situering in de ontwikkelingsdoelen. :

    Ø 1 De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

    Ø 2 De leerlingen gebruiken ICT op een veilige verantwoorde en doelmatige manier.

    Ø 3 De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.

    Ø De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving.

    Ø De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.

    Ø De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.

    Ø De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.

    Ø 8 De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.

    Lesdoelen:

    Cognitieve doelstellingen:

    Ø De leerlingen kunnen de delen van de computer aanduiden en benoemen.

    Ø De leerlingen kunnen een computer opstarten.

    Ø De leerlingen kunnen informatie uit een PowerPoint presentatie halen.

    Socio – affectieve doelstellingen:

    Ø De leerlingen kunnen elkaar helpen.

    Ø De leerlingen kunnen samenwerken.

    Ø De leerlingen kunnen zich verdraagzaam opstellen.

    Ø De leerlingen kunnen naar elkaar luisteren .

    Ø De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.

    Ø De leerlingen kunnen elkaar laten uitspreken en onderbreken elkaar niet zonder het woord te vragen.

    Ø De leerlingen kunnen gemotiveerd zijn.

    Ø De leerlingen kunnen een actieve werkhouding vertonen.

    Bronnen:

    Ontwikkelingsdoelen type 2

    Internet

    Cursus Media 2 LLO

    Onderwijs- en leermiddelen:

    1 computer in de klas, Laptop, toetsenbord, computermuis. Pc => Kapotte om de binnenkant eens te laten zien. ,Cd- rom ,diskette, printer , kaartjes met de juiste benaming.

    LESFASE 1: Inleiding Timing: 15 min.

    LEERINHOUD

    motivatie

    De leerlingen zullen waarschijnlijk het scherm aanduiden omdat zij dit als de computer zien.

    De leerlingen kunnen naar de PowerPoint presentatie kijken. De leerlingen leren dat ze met de linkermuisknop moeten klikken om verder te gaan.

    De leerlingen leren dat als ze aan de laatste pagina komen op F5 moeten drukken en met de linkermuisknop moeten klikken om de voorstelling nog een keer te bekijken.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    Klassikale bespreking:

    De leerkracht heeft delen van de computer op de tafel staan.

    Lkr.: Jullie mogen heel rustig naar hier komen.

    Lkr.: Wie kan dat eens de computer komen aanduiden.

    De leerkracht vertelt dat dit niet volledig juist is.

    Lkr.: Het scherm is enkel een deeltje van de computer. De leerkracht toont wat de pc is. ( systeemkast)

    Lkr.: Dit is de pc, hier zit alles in om de computer te laten werken.

    “Een computer is een ingewikkeld toestel, met vele onderdeeltjes.

    Die onderdeeltjes gaan we vandaag wat beter leren kennen.”

    De leerlingen mogen meegaan tot bij de computer.

    De leerkracht heeft al een PowerPoint presentatie openstaan.

    Straks gaan jullie in groepjes samenwerken. Jullie gaan vragen krijgen, soms moeilijke soms minder moeilijke. Voor de moeilijke vragen mogen jullie per groepje eens naar de computer komen en lezen wat er op het scherm staat.

    Lkr.: We noemen dit een diavoorstelling. Het kan zijn dat wanneer je hier komt je dit scherm krijgt. ( laatste)

    Lkr.: Dan ga je op f5 drukken en met de linkermuisknop klikken.

    => Leerkracht toont voor.

    LESFASE 2: groepswerk Timing: 20 min.

    LEERINHOUD

    Groepswerk:

    De leerlingen leren samenwerken.


    De leerlingen leren de onderdelen van de computer op een zelfstandige manier kennen.

    De leerlingen kunnen de computer inschakelen als ze hulp nodig hebben

    .

    WERKVORMEN EN MEDIA

    Groepswerk:

    De leerkracht verdeelt de leerlingen in drie groepjes van 3 leerlingen.

    Lkr.: Jullie zitten nu per 3: Ik heb hier prenten en tekstballontjes mee. Je kijkt goed naar de prenten en je leest goed de tekstballonnetjes.

    Lkr.: Je denkt goed na over welk tekstballonnetje bij welke prent hoort.

    Lkr.: Je legt het juiste tekstballonnetje bij de juiste prent.

    Lkr.: Als je iets niet weet, mag je de computer als hulpmiddel inschakelen. ( eerst toestemming vragen zodat er geen ruzie van komt)

    Lkr.: Als jullie denken klaar te zijn, vinger in de lucht en ik kom kijken.

    Controle is achteraan aan de grote tafel. De leerlingen plaatsen dan het juiste tekstballonnetje bij het juiste onderdeel.

    LESFASE 3: verwerking Timing: 15 min.

    LEERINHOUD

    De leerlingen vullen de vraagjes op het werkblad in.

    De leerlingen leren de tekst grondig door te nemen.

    De vragen:

    1* Welke kaart hoort niet thuis in de computer (of in het rijtje)?

    O videokaart

    O landkaart

    O geluidskaart

    2* Verbind met de juiste pijl!

    computermuis* * gebruik je om iets aan te wijzen

    systeemkast * * dit deel bevat de meeste onderdelen.

    printer * * drukt mooie tekeningen en teksten af.

    Toetsenbord * * daarmee tover je cijfers en letters op het scherm

    Cd-rom-speler*· * stop je van die kleine glimmende schijfjes in.

    3* Wie is de kleine broer van de computer? ………………………………………………

    4* Ook de diskette heeft grote broers. Welke? (2)

    ………………………………………………

    ………………………………………………

    5* En tot slot:

    «Windows 2000» is de naam van het ………………………………………………

    Indien de leerlingen het antwoord niet weten, mag er telkens een leerling het antwoord opzoeken op de computer ( diavoorstelling of achteraan op de grote tafel).

    => Tijdens de volgende les “hoekenwerk” kunnen de leerlingen in groepjes op de computer.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    De leerlingen krijgen een werkblad. De leerkracht overloopt samen met de leerlingen de vragen.

    De vragen worden klassikaal opgelost:

    1* Welke kaart hoort niet thuis in de computer (of in het rijtje)?

    O videokaart

    O landkaart

    O geluidskaart

    2* Verbind met de juiste pijl!

    computermuis* * dit deel bevat de meeste onderdelen.

    systeemkast * * gebruik je om iets aan te wijzen

    printer * * drukt mooie tekeningen en teksten af.

    toetsenbord * * stop je van die kleine glimmende schijfjes in.

    CD-romspeler* * daarmee tover je cijfers en letters· op het scherm

    3* Wie is de kleine broer van de computer? ………………………………………………

    4* Ook de diskette heeft grote broers. Welke? (2)

    ………………………………………………

    ………………………………………………

    5* En tot slot:

    «Windows 2000» is de naam van het ………………………………………………

    Werkblaadje de computer.




    De PC even voorstellen!

    1* Welke kaart hoort niet thuis in de computer (of in het rijtje)?

    O videokaart

    O landkaart

    O geluidskaart

    2* Verbind met de juiste pijl!

    computermuis*                                  * dit deel bevat de meeste onderdelen.

    systeemkast *                                    * gebruik je om iets aan te wijzen.

    printer *                                            * drukt mooie tekeningen en teksten af.

    toetsenbord *                                    * stop je van die kleine glimmende schijfjes in.

     CD-romspeler*                                *  daarmee tover je cijfers en letters op het scherm.

    3* Wie is de kleine broer van de computer? ………………………………………………


    4* Ook de diskette heeft 2 grote broers. Welke?

    ………………………………………………………………………………………………

    5* En tot slot:

    «Windows 2000» is de naam van het ……………………………………………… .

    13-05-2008 om 00:00 geschreven door juf  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.les buitengewoon onderwijs: Werken met TUX PAINT

    Werken met TUX PAINT

    Doel van deze les:
    Het doel van deze les is de leerlingen in contact laten komen met andere programma’s die zij thuis zelf minder zouden gebruiken, maar die toch nuttig kunnen zijn. De leerlingen hebben echter nog niet met tekenprogramma’s gewerkt. Tux paint kan je van het internet downloaden en het is bovendien een zeer leuk programma om met te werken. Het leren kennen van dit programma, zou opnieuw een pluspunt zijn voor het latere leven. Zo kunnen ze in hun vrije tijd eens creatief werken op de computer. Al het kunnen en leren staat in teken van later, vrijetijdsbesteding en dergelijke.

    Lesvoorbereiding:

    Datum: 18 maart 2008

    Student: Patricia Anciaux
    Stageschool: MPI De Bevertjes te Oedelem

    Begin: 13h50 – Einde: 15h05

    Leergebied/domein: M.V./media

    Stageklas: speelleerklas lager C

    Beginsituatie:
    De leerlingen kunnen al een computer opstarten en surfen op het internet. Werken met TUX PAINT hebben ze echter nog niet geoefend.

    Dit zou een pluspunt zijn voor het latere leven. Zo kunnen ze in hun vrije tijd tekenen op de computer.

    Er zijn telkens maximum drie leerlingen aan de computer zitten. Dit voor optimale begeleiding. Dit is een speelleerklas van het type 2.

    De andere leerlingen werken zelfstandig . Om de 25 minuten worden er drie nieuwe leerlingen bij de leerkracht geroepen.

    Situering in de ontwikkelingsdoelen. :

    Ø 1 De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

    Ø 2 De leerlingen gebruiken ICT op een veilige verantwoorde en doelmatige manier.

    Ø 3 De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.

    Ø De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving.

    Ø De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.

    Ø De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.

    Ø De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.

    Ø De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.

    Lesdoelen:

    Cognitieve doelstellingen:

    Ø De leerlingen kunnen een computer opstarten.

    Ø De leerlingen kunnen TUX PAINT openen.

    Ø De leerlingen kunnen een tekening maken.

    Ø De leerlingen kunnen kennismaken met TUX PAINT

    Socio – affectieve doelstellingen:

    De leerlingen kunnen elkaar helpen.

    Ø De leerlingen kunnen samenwerken.

    Ø De leerlingen kunnen zich verdraagzaam opstellen.

    Ø De leerlingen kunnen naar elkaar luisteren .

    Ø De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.

    Ø De leerlingen kunnen gemotiveerd zijn.

    Ø De leerlingen kunnen een actieve werkhouding vertonen.

    Bronnen:

    Ontwikkelingsdoelen type 2

    Internet

    Cursus Media 2 LLO

    Onderwijs- en leermiddelen:

    1 computer in de klas, TUX PAINT, begeleidende fiche.

    LESFASE 1: Inleiding 3 x Timing: 5 min.

    LEERINHOUD

    motivatie

    De leerlingen zitten aan de computer.

    De leerlingen benoemen:

    - het toetsenbord => om letters op het scherm te toveren. .

    - de computermuis => om dingen aan te wijzen op het scherm.

    - de entertoets => van regel verspringen, naar beneden springen

    - de spatie toets => een beetje plaats tussen twee woorden.

    - Opstartknop => om de computer op te starten.

    De leerlingen vertellen kort waarvoor het toetsenbord, de computermuis en de twee speciale toetsen dienen.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    De leerkracht duidt een aantal dingen aan, de leerlingen zeggen zo vlug mogelijk de juiste benaming. De leerlingen vertellen er ook bij wat het nut is, waarvoor we dat nodig hebben.

    De leerkracht stelt een aantal vragen:

    wijs eens het toetsenbord aan.

    Wijs eens de computermuis aan.

    Wie kan eens de enter toets aanduiden?

    Wie kan een de spatie toets aanduiden?

    LESFASE 2: TUX PAINT 3 x Timing: 20 min.

    LEERINHOUD

    De leerlingen leren met drie samenwerken.

    De leerlingen leren de basisstappen van een tekst opmaken in word.

    De leerlingen leren:

    Het programma verkennen.

    De verschillende knoppen kennen.

    Een tekening maken op de computer.

    De tekening opslaan.

    Het programma afsluiten.

    - De leerlingen werken uiteindelijk zelfstandig.

    - De leerlingen hebben aandachtig geluisterd wat je allemaal met het programma kunt doen.

    - Aan de hand van de begeleidende fiche ( zie pagina 115) gaan de leerlingen nu zelfstandig een tekening maken. De goede lezers , lezen de fiche, de minder goede lezen kunnen naar de pictogrammen kijken.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    Onderwijsleergesprek

    De leerkracht zegt wat de leerlingen moeten doen aan de hand van een stappenplan die de leerlingen kunnen zien:

    Ga naar de pinguïn ( tux paint).

    Nu zie je een wit blad met allemaal knopjes aan de zijkanten. Het witte blad is je tekenpapier.

    Aan de linker kant zien we de gereedschappen. De verschillende dingen die we kunnen gebruiken om te tekenen.

    Penselen,

    Stempel,

    Lijnen,

    Vormen,

    Tekst,

    Toverij,

    Gom.

    Ga nu in de linker kolom naar toverij.

    Nu zie je in de rechterkolom, welke dingen we met toverij kunnen doen.

    Scroll maar naar beneden, door op het pijltje te klikken.

    =>De leerkracht laat de leerlingen vrij oefenen.

    Klik nu in de linkerkolom op stempel.

    Nu zie je in de rechterkolom verschillende stempels ( pinguïns).

    =>De leerkracht laat de leerlingen vrij oefenen.

    Hoe kunnen we nu iets weggommen?

    Klik in de linkerkolom op gom. Daarna ga je met je muis naar het tekenblad en klik je op het stukje dat je weg wilt, uit wilt gommen.

    Klik nu in de linkerkolom op schilderen. In de rechterkolom kan je kiezen hoe dik je penseel is.

    Onderaan kan je uit kleuren kiezen.

    =>De leerkracht laat de leerlingen vrij oefenen.

    De tekening opslaan.

    Na het tekenen klik je in de linkerkolom op opslaan. Daarna verlaat je het programma door op stoppen te klikken.

    Wil je het programma verlaten? => ja

    Een tekening maken.
    De leerkracht heeft de leerlingen de nodige uitleg gegeven. De leerlingen kunnen nu zelf een tekening maken.

    Lesfase 3: Computer uitschakelen Timing: 5 min.

    LEERINHOUD

    We klikken onderaan in de linkerbenedenhoek op start.

    Daarna op uitschakelen.

    Dan nog eens op uitschakelen.

    Als de computer uit is, duwen we op het aan en uit knop aan het scherm.

    De leerlingen schakelen de computer uit.

    WERKVORMEN EN MEDIA

    - -Als we de computer nu willen afsluiten.
    Hoe moeten we dat nu op de juiste manier doen?


    De leerkracht overloopt de stapjes met de leerlingen.

    Begeleidende fiche TUX PAINT

    Tux Paint!

    1. Ga naar de pinguïn ( tux paint).

    2. Dubbelklik op de pinguin. Nu zie je dit.

    [Title Screenshot]

    3. Nu zie je een wit blad met allemaal knopjes aan de zijkanten. Het middenblad is je tekenpapier.

    [Tools: Paint, Stamp, Lines, Shapes, Text, Magic, Undo, Redo,      Eraser, New, Open, Save, Print, Quit]

    4. Aan de linker kant zien we de gereedschappen. De verschillende dingen die we kunnen gebruiken om te tekenen.

    · Penselen,

    · Stempel,

    · Lijnen,

    · Vormen,

    · Tekst,

    · Toverij,



    ·Gom.




    5. Ga nu in de linker kolom naar toverij.

    6. Nu zie je in de rechterkolom, welke dingen we met toverij kunnen doen.

    7. Scroll maar naar beneden, door op het pijltje te klikken.

    8. Klik nu in de linkerkolom op stempel.

    9. Nu zie je in de rechterkolom verschillende stempels ( pinguïns).

    10. Klik in de linkerkolom op gom. Daarna ga je met je muis naar het tekenblad en klik je op het stukje dat je weg wilt, uit wilt gommen.


    11. Klik nu in de linkerkolom op schilderen. In de rechterkolom kan je kiezen hoe dik je penseel is.

    12. Onderaan kan je uit kleuren kiezen.

    [Colors - Black, White, Red, Pink, Orange, Yellow, Green, Cyan,      Blue, Purple, Brown, Grey]

    13. Een tekening maken.

    Maak nu zelf een mooie tekening.

    14. De tekening opslaan.

    - Na het tekenen klik je in de linkerkolom op opslaan.

    - Daarna verlaat je het programma door op stoppen te klikken.

    I. Wil je het programma verlaten? => ja

    12-05-2008 om 00:00 geschreven door juf  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    27-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.les eerste graad : Initiatie WORD

    Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt.  Het is gewoon zoals je het zélf wenst.  Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed.  Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.

    Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat.  Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard. 

    27-09-2005 om 16:32 geschreven door juf  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DEEL III: WAT IS ER TE VINDEN IN DE LEERPLANNEN ,DE EINDTERMEN EN DE ONTWIKKELINGSDOELEN I.V.M. ICT ?

    Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig.  Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.

    Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.

    Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".

    Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen.  In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.

    Nu is uw blog aangemaakt.  Maar wat nu???!

    Lees dit in het volgende bericht hieronder!

    27-09-2005 om 16:32 geschreven door juf  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)

    Archief per week
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 26/09-02/10 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs