Vuur en
water, al eeuwen vriend en vijand van de mens.
Zoeken in blog
hulpdienste info
meeste info gaat over de brandweer en over de ambulance
12-06-2008
Hoe voorkom je brand?
Een brand, al is het een kleine, vergeet je niet snel. Stel je voor: al
je mooie spullen weg! En het is natuurlijk nog erger als je brandwonden
oploopt.
Gelukkig kun je zelf veel doen om brand te voorkomen.
Wees altijd voorzichtig met vuur. Het is interessant, maar zeker geen speelgoed!
Vuur heeft twee kanten: een goede en een slechte. Goed vuur is
bijvoorbeeld het vuur waarop je eten kookt. Als vuur gevaarlijk wordt,
noemen we het brand.
Voorkom brand, begin bij jezelf! Bij meer dan
60% van de woningbranden zijn de bewoners zelf de veroorzakers. Door
het nemen van enkele simpele voorzorgsmaatregelen, die iedereen zelf
kan en eigenlijk moet doen, zijn huis en bewoners goed beschermd tegen
brand. Met de brandpreventietips, hier links op de pagina, wil de brandweer u helpen brand te voorkomen. Want voorkomen is beter dan blussen.
Brand. Je moet er niet aan denken! Als je brand
nooit zelf hebt meegemaakt, is het moeilijk om je er een goede
voorstelling van te maken. In minder dan vijf minuten tijd kan een
beginnend brandje zich uitbreiden tot een grote uitslaande brand.
Mensen die zelf thuis
brand hebben meegemaakt, zijn verrast door de snelheid waarmee brand
zich verspreidt, de extreem hoge temperaturen die in een zeer korte
tijd worden bereikt, maar bovenal door de alles verduisterende en zeer
giftige rook die de eigen vertrouwde omgeving doet veranderen in een
volstrekt onherkenbare.
Folders en brochures
Bij deze onderwerpen is ook een landelijke serie 'Brand-veiligheidsinfo' ontwikkeld. De folders met brandpreventietips vind u via Folders Brandveiligheidsinfo
Brandveilig ondernemen Om
u te helpen uw onderneming brandveilig te maken, is de
cd-rom 'Brandveilig Ondernemen' ontwikkeld. Met deze interactieve
checklist kunt u uw hele onderneming nalopen en alles te weten te komen
over brandveiligheid.
Keurmerk Veilig Ondernemen Het
bedrijfsleven wordt jaarlijks geconfronteerd met aanzienlijke schade
als gevolg van criminaliteit, overlast en brand. Om het hoofd te kunnen
bieden aan deze ongewenste ontwikkeling is het Keurmerk Veilig
Ondernemen (KVO) bedacht. Het KVO is een certificering met normen voor
(brand)veiligheid. De normen zijn landelijk vastgesteld. Door te
voldoen aan de normen van het keurmerk werken ondernemers en
medewerkers mee aan een veilige en prettige werkomgeving. De
misdaadschade wordt verminderd. Het imago van het gebied wordt
verbeterd, met alle positieve effecten voor de economische structuur en
het vestigingsklimaat.
Stichting Salvage De
Stichting Salvage is een dienstverlenenden organisatie van de
gezamenlijke Nederlandse brandverzekeraars. De Stichting Salvage is in
1986 opgericht en heeft drie doelstellingen:
1. Directe persoonlijke hulpverlening aan gedupeerden names brandverzekeraars. 2. Schadebeperking bij particuliere en bedrijfsmatige (brand)schades. 3. Zaakwaarneming namens gezamenlijke brandverzekeraars.
Jeugd en brandpreventie Vanuit
de Stichting Consument en Veiligheid en de Nationale Kids Krant lopen
er regelmatig acties. Via onderstaande links vind je meer informatie:
Basisscholen Op
de site van Consument en Veiligheid is een checklist te vinden waarmee
de brandveiligheid op basisscholen kan worden bekeken. Hier kan ook het
spel "Brand! Op school" gespeeld worden, waarbij Max dient te voorkomen
dat de concierge de school in brand steekt.
Een oplossing voor situaties die spoedeisende hulpverlening behoeven
Bellen met een vaste telefoon
Bellen met een mobiele telefoon
Doven en slechthorenden
Een oplossing voor situaties die spoedeisende hulpverlening behoeven In
spoedeisende gevallen belt u 1-1-2. Voorbeelden zijn: als u slachtoffer
of getuige bent van een (ernstig) misdrijf, als er een ongeval gebeurd
is waarbij direct hulp verleend moet worden, of als zich een
levensbedreigende situatie voordoet. In gevallen die minder spoedeisend
zijn, of als u telefonisch aangifte wilt doen, belt u: 0900-8844. Bekijk ook de filmpjes over 112 op de website van de politie Amsterdam Amstelland.
Bellen met een vaste telefoon Als u belt met een
vaste telefoon komt u meestal terecht bij een 1-1-2-centralist uit de
regio van waar u belt. De centralist(e) die u aan de lijn krijgt, zal u
vervolgens vragen op welke locatie u zich bevindt en van welke
hulpverleningsdienst u gebruik wilt maken (politie, brandweer of
ambulance) en schakelt u dan snel door naar de gewenste meldkamer. In
alle gevallen wordt bij het bellen vanaf een vast toestel een
telefoonnummer meegestuurd dat zichtbaar is voor de 1-1-2 centralist.
Ook als nummerherkenning geblokkeerd is, kan 1-1-2 toch zien met welk
nummer de oproep wordt gedaan. De 1-1-2-centrales beschikken nu
nog over telefoongidsen waarmee, aan de hand van een nummer, binnen een
paar seconden naam en adres van de bewoner opgezocht kunnen worden. Nog
dit jaar zullen alle 1-1-2 centrales een programma in gebruik nemen
waarmee deze gegevens automatisch zichtbaar zijn. Ook als u als beller
al eerder kort daarvoor 112 heeft gebeld, is dat direct zichtbaar. Er is één uitzondering: Als
u een telefoonabonnement heeft bij een bijzondere aanbieder, loopt u
het risico dat deze uw gegevens (nog) niet beschikbaar heeft gesteld.
Ook bij gebruik van een telefoonaansluiting via de kabel loopt u dat
risico. Vanuit de 1-1-2 centrale wordt u doorverbonden met een
meldkamer van politie, brandweer of ambulance. Bij die doorschakeling
gaat in de meeste gevallen uw telefoonnummer niet mee. Daarom zal de
meldkamermedewerker vaak naar uw nummer vragen terwijl hij of zij uw
melding opneemt.
Bellen met een mobiele telefoon Belt u met een
mobiele telefoon, dan komt u bij het callcenter van het Korps
Landelijke Politie Diensten (KLPD) in Driebergen terecht. Reden
hiervoor is dat het technisch nog niet mogelijk is uw locatie
nauwkeurig te bepalen. Hierdoor wordt uw telefoontje niet
automatisch doorgeschakeld naar de 1-1-2-centrale van de regio waarin u
zich bevindt. Belt u in het buitenland, dan wordt u doorgeschakeld
naar een centrale van het land waar u zich bevindt. Een uitzondering is
het grensgebied: belt u bijvoorbeeld als u net over de grens in
Duitsland bent, dan kan het zijn dat u toch wordt doorgeschakeld naar
het callcenter van het Korps Landelijke Politie Diensten. Als u belt
met een mobiele telefoon die helemaal in orde is (ofwel de SIM-kaart is
geactiveerd) kan de 1-1-2-centralist uw 06-nummer zien. Binnenkort
wordt een programma in gebruik genomen waarmee naam, en adres van de
houder van dit nummer worden getoond, tenminste áls u gebruik maakt van
een abonnement. Maakt u gebruik van een pre-paid toestel, dan zullen
geen gegevens beschikbaar zijn. Maar , in de meeste gevallen wordt met
een mobiele telefoon niet vanaf het huisadres gebeld en zijn de
adresgegevens dus minder belangrijk. In Nederland bestaat helaas
nog niet de technische mogelijkheid om de locatie waarvandaan gebeld
wordt nauwkeurig te meten en mee te sturen tijdens het bellen. Dit is
al wel in de wet vastgelegd, maar het kan nog jaren duren voordat de
techniek zo ver is. Dus, belt u mobiel naar 1-1-2, dan komt uw locatie zeker niet mee! Alleen
in zeer bijzondere gevallen kan deze informatie, achteraf, bij
telefoonbedrijven worden opgevraagd. Dit duurt dagen en werkt dus nooit
in een noodsituatie.
Daarom: Als u 1-1-2 belt is het eerste wat u door moet geven in welke plaats u bent en van wie u hulp nodig heeft.
Doven en slechthorenden bellen 0800-8112 Doven en slechthorenden
kunnen contact opnemen met de hulpdiensten politie, brandweer en
ambulance via het gratis teksttelefoonnummer 0800-8112. Dit nummer is
alleen bedoeld voor het melden van levensbedreigende situaties waarin u
zelf of een ander verkeert en andere spoedeisende onderwerpen waarbij
directe hulpverlening vereist is. Als
u belt met de teksttelefoon (voor doven en slechthorenden) naar het
nummer 0800-8112 wordt uw gesprek door het 1-1-2 callcenter van de KLPD
in Driebergen behandeld. De centralist(e) zal u vragen op welke locatie
u zich bevindt en van welke hulpverleningsdienst u gebruik wilt maken
(politie, brandweer of ambulance). De centralist(e) neemt vervolgens
voor u contact op met de meldkamer van de betreffende
hulpverleningsdienst en geeft de informatie door. U blijft aan de lijn
voor het beantwoorden van eventueel aanvullende vragen totdat de
centralist met het teken xxx aangeeft dat het gesprek is beëindigd. In
extreme situaties zal het contact pas verbroken worden als de
hulpverleningsdienst ter plaatse is. Voor niet-spoedeisende
onderwerpen is de politie bereikbaar op 0900-1844 (lokaal tarief). De
brandweer en ambulancediensten zijn voor niet-spoedeisende zaken alleen
bereikbaar via een gewoon telefoonnummer. Wel hebben deze centrales een
faxnummer.
Als u voor een alarmmelding dit
nummer gebruikt, wordt u verbonden met het callcenter in Driebergen. U
hebt contact met speciaal opgeleide centralisten die u via de
teksttelefoon een aantal vragen zullen stellen. U kunt zich hierop
voorbereiden door standaard antwoorden zoals uw naam en adres onder een
functietoets van uw teksttelefoon op te slaan. U belt met het alarmnummer voor politie, brandweer en ambulance:
1e vraag: Welke hulpdienst heeft u nodig: Kies voor politie: 1 Kies voor brandweer: 2 Kies voor ambulance: 3
2e vraag: Op welke locatie heeft u hulp nodig: Hier geeft u het adres en de plaats op waar u hulp nodig heeft. De
medewerker van het callcenter gaat u nu een aantal vragen stellen over
de situatie die u wilt melden. Tegelijkertijd belt hij/zij met de door
u aangegeven hulpdienst. Deze kan ook nog om informatie vragen. De
medewerker van het callcenter fungeert daarbij als tolk. Houd uw
antwoorden zo kort mogelijk, liefst in telegramstijl. Als alle
noodzakelijke informatie gegeven is kan de verbinding op aangeven van
de medewerker beëindigd worden.
My SOS Sinds kort bestaat er apparatuur die u
dag en nacht bij u kunt dragen: My SOS. Met dit apparaat is het
mogelijk om onder andere de 1-1-2 hulpdiensten te alarmeren. My SOS
geeft dan aan 1-1-2 door wie er in nood is en waar die persoon zich
bevindt. De vereniging voor Afasiepatiënten heeft onlangs van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken toestemming gekregen deze apparatuur
voor spraakgehandicapten te mogen gebruiken om 1-1-2 te alarmeren. Voor
meer informatie kunt u terecht op de website www.afasie.nl
Meer informatie kunt u krijgen op de volgende manier: Korps landelijke politiediensten Unit Teleservice Postbus 100 3970 AC Driebergen fax: 0343-535013 e-mail: Website112@klpd.politie.nl
Misbruik en onjuist gebruik
Gevolgen van misbruik van het alarmnummer 1-1-2
SMS-bericht ontvangen van de politie?
SOS-noodoproep
Misbruik van het alarmnummer door kinderen
Uit onderzoek is gebleken dat in zon 77% van de telefoontjes naar het
alarmnummer 1-1-2 sprake blijkt te zijn van misbruik of onjuist gebruik
van het nummer. Voorbeelden van misbruik en onjuist gebruik zijn:
valse meldingen
schelden
bommelding
broekzakgesprekken bij mobiele telefoons
verkeerd nummer gebruikt voor het bellen naar providers
SOS-noodoproep
Gevolgen van misbruik van het alarmnummer 1-1-2 Misbruik
van het telefoonnummer kan ervoor zorgen dat er onnodig elders
slachtoffers vallen, omdat een ander persoon met een noodmelding
mogelijk geen verbinding kan krijgen met 1-1-2. Gebruik het alarmnummer
1-1-2 dus alleen voor echte noodsituaties en wanneer elke seconde telt!
Valse meldingen Wie op 1-1-2 een valse
melding doet, kan er op rekenen dat de politie tot het uiterste zal
gaan om de dader te verbaliseren. Daarnaast wordt hij/zij aansprakelijk
gesteld voor de kosten die door de hulpdienst(en) gemaakt zijn. De
politie mag in geval van misbruik over alle gegevens van de
telefoongesprek beschikken en kan zodoende eenvoudig de identiteit van
de beller achterhalen.
Er staat gevangenisstraf van maximaal 3 maanden op
het gebruiken van het alarmnummer 112 terwijl de noodzaak daartoe niet
aanwezig is en een straf van maximaal 4 jaar voor het doen van een
valse bommelding.
Schelden Er zijn mensen die er om één of andere
reden plezier in hebben de centralisten van 1-1-2 te pesten. Pesten is
niet leuk, is niet flink, en bovendien gevaarlijk omdat de
telefoonlijnen van 1-1-2 hierdoor verstopt kunnen raken. Ook kan het
gebeuren dat als je zelf in een noodsituatie terecht gekomen bent je
het risico loopt dat jij niet serieus genomen wordt omdat met jouw
telefoonnummer misbruik 1-1-2 is gepleegd.
Broekzakgesprekken Een groot deel van het
misbruik (of in dit geval onjuist gebruik) gebeurt onbewust en bestaat
uit zogenaamde broekzakgesprekken van GSM-toestellen. Ongeveer 800.000
keer per jaar komt het voor dat 1-1-2 per ongeluk geactiveerd wordt
door een mobiel toestel dat in de broekzak, een koffer of een tas zit.
Veel mensen zijn zich niet bewust van het gebruik van de
toetsblokkering. Maar, ook als de toetsblokkering geactiveerd is, kan
eenvoudig 1-1-2 geactiveerd worden. PROBEERT U HET VOORAL NIET UIT! Tip:
programmeer géén 1-1-2 of ALARM in uw telefoongeheugen. Deze nummers
komen als eerste in het geheugen van het toestel te staan en kunnen
door twee aanrakingen van een toets geactiveerd worden. SMS-bericht ontvangen van de politie? Dagelijks verzendt de 1-1-2 centrale aan broekzakbellers SMS-berichten om te attenderen op het onterecht bellen van 1-1-2.
SOS-noodoproep op de mobiele telefoon
Als een mobiele telefoon buiten het bereik van zijn eigen netwerk komt,
geblokkeerd is, of de SIM-kaart niet goed geplaatst is, kan er op de
schermpje de tekst "Noodoproep" verschijnen. Dit betekent dat met uw
toestel op dat moment alleen nog 1-1-2 gebeld kan worden. Veel
bezitters weten dit niet en activeren de beltoets op hun toestel.
Verbazing alom als men kort daarna contact heeft met de 1-1-2 centrale. Misbruik van het alarmnummer door kinderen: waarschuwing voor ouders! Het
komt regelmatig voor dat kinderen een oude mobiele telefoon van hun
ouders krijgen om mee te spelen en dat ze vervolgens voor de grap 1-1-2
draaien. Indien u dus uw oude telefoon aan uw kinderen geeft, let er
dan op dat de batterij leeg is en dat er dus niet echt meer mee gebeld
kan worden.
Veel mensen programmeren het nummer 1-1-2 als
voorkeuzetoets in hun vaste telefoon. Hierdoor komt het vaak voor dat
door kleine kinderen of bij het afstoffen ongemerkt de
1-1-2-alarmcentrale wordt gebeld. Het is daarom beter om 1-1-2 niet te
programeren en het alarmnummer te onthouden of op een sticker op de de
telefoon te schrijven.
- Denk tijdig aan uw reisbijstandverzekering. Het is uw engelbewaarder in het buitenland. - Breng de lokale politie (uw wijkagent) op de hoogte van uw vakantie. Zij zullen graag een extra oogje in het zeil houden. -
Neem een kopie van de identiteitskaart, het rijbewijs, de bank- en
VISA-kaarten en het bijstandskaartje van alle reisgenoten en bewaar
deze op een afzonderlijke plaats. Mocht u de pech hebben bestolen te
worden, dan heeft u toch een document dat u kan voorleggen aan de
politie en vindt u ook het telefoon- en polisnummer terug van uw
reisbijstandverzekering. - Zorg ervoor dat uw afwezigheid niet te fel opvalt. Dus geen briefjes aan de voordeur die vertellen dat u op verlof bent. - Vraag een kennis de brievenbus te legen en tussendoor even het gras af te rijden. - Verwijder ladders uit de tuin en sluit ook uw garage en tuinhuis volledig af. - Vraag uw beste buurman om uw rolluiken geregeld op te halen en neer te laten; zo ziet de woning er bewoond uit. - Spreek op uw antwoordapparaat nooit over de juiste periode van afwezigheid. -
Zorg er voor dat de beplanting rond uw woning niet te hoog staat.
Ongewenste bezoekers kunnen aldus door een wakkere buur of
voorbijganger worden opgemerkt. - Sluit de hoofdkraan van de
waterleiding of minstens de kraan die zich bevindt voor de wasmachine,
de waterverwarmer en de vaatwas. - Sleutels onder de deurmat of achter de bloempot of in de brievenbus kunnen natuurlijk niet. Al te gemakkelijk... - Waardevolle juwelen gaan niet mee op reis en worden veilig opgeborgen (in de kluis). -
De stekker van elektrische toestellen wordt uit het stopkontakt
gehaald, zeker voor de apparaten die een verwarmingselement hebben. - Rijd "ROB" of Rustig Op de Baan en geniet... van de snelheidslimiet... - Nuttige telefoonnummers om in uw GSM te steken:
112=algemeen noodnummer in alle Europese landen voor politie-brandweer-ambulance.
070/344344= Card-Stop om terstond uw gestolen of verloren bankkaarten, creditkaarten te laten blokkeren.
-
Uw GSM heeft een serienummer of een IMEI-nummer. U vindt dit nummer op
de verpakking of door '*#06#' te tikken op uw GSM. Noteer ergens dit
nummer. Als u dit nummer doorgeeft aan uw operator en de politie dan
kan men uw GSM blokkeren zelfs al heeft men de SIM kaart veranderd. Zo
heb je wel je GSM niet terug maar vermijd je toch dat de dief uw GSM
kan gebruiken. - Wenst u nog een diefstalverzekering te onderschrijven ? Het is nog niet te laat en voor de prijs moet u het zeker niet laten !
Een deugddoende en vooral veilige vakantie... dat wenst ons team u van harte toe.
Op een zeer hete dag
- Stel u zo weinig mogelijk bloot aan de zon;
- Bescherm uzelf door een zonnecrème te gebruiken;
- Drink voldoende, bij voorkeur water;
- Breng het OCMW van uw gemeente op de hoogte over geïsoleerde personen
die een bezoek van een maatschappelijk werk(st)er kunnen gebruiken.
Op een dag waarop de ozondrempelwaarden worden overschreden
De gevoeligste personen zijn mensen met astma of ademhalingsproblemen,
ouderen en jonge kinderen. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen en Leefmilieu raadt deze mensen aan om in de mate van het
mogelijke:
- Thuis te blijven;
- Geen lichamelijke inspanningen te leveren;
- De ramen niet te openen tijdens de warme periode van de dag, namelijk
tussen 12 en 22 uur. Open de ramen dus bij voorkeur 's avonds laat of 's
ochtends, wanneer de concentraties zich opnieuw op het laagste niveau
bevinden.
Het dragen van een masker is niet nuttig: het hindert u meer dan dat het
de ozon tegenhoudt.
Voor het derde jaar op rij heeft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van
de Voedselketen en Leefmilieu een plan uitgewerkt om de bevolking zo
goed mogelijk te beschermen tegen de gecumuleerde en wederzijds
versterkende effecten van overdreven hitte en ozonpieken.
Het plan 'Hittegolf en Ozonpieken' is onderverdeeld in 3 fasen: de
waakzaamheidsfase, de alarmfase en de crisisfase. De alarmfase en de
crisisfase worden afgekondigd wanneer een bepaald aantal criteria is
bereikt. De drempel van het KMI en de FOD voor de alarmfase is
overschreden, dus we zijn in fase II van het plan beland.
Op de website www.health.fgov.be
van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
vindt u onder "Hittegolf en ozonpieken" de weerkundige
criteria die verbonden zijn met de fasen in het plan, vaak gestelde
vragen (FAQ's) en alle aanbevelingen.
Wij raden u ook aan om de websites www.irceline.be
van de cel IRCEL en www.meteo.be
van het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België te raadplegen om
de geactualiseerde ozonconcentraties te weten te komen (via de rubrieken
"Luchtkwaliteit" - "Ozon" - "Actueel") en
het weerbericht per streek te lezen.
Even de
tijd maken om deze gedachtengang te lezen . . .
Stel U
eens voor, dat U aan een hoofdverkeersweg woont, 's nachts om drie uur rijdt - met TATÜ
TATA - een gehaaste brandweerwagen, ziekenwagen, of andere hulpdienst met grotendeels
vrijwilligers of andere "onbetaalbare" helpers Uw huis voorbij. U wordt
onmiddelijk wakker en denkt eventueel......
..."Hopelijk
komen ze nog op tijd?"
of
..."Volgens
het verkeersregelement moeten
ze met sirene en blauwlicht rijden"
of
(het meest waarschijnlijke)
..."Waarom
moeten die IDIOTEN zo'n kabaal maken?"
Maar
heeft U er al een keer aan gedacht, dat die IDIOTEN tot voor vijf minuten vredevol
in hun bed sliepen net zoals U.
-
Dat die IDIOTEN ook om zes uur er weer uit moeten, net zoals U?
of
-
Dat deze IDIOTEN, wanneer ze na een twee of drie uur durende interventie weer in
bed kruipen, maar toch niet meer slapen, omdat men nu eenmaal niet goed meer inslaapt als
men zo juist mensen uit een brandende woning of verongelukt voertuig heeft gehaald?
Maar
waarschijnlijk wordt U helemaal niet wakker, wanneer onze voerder op de terugweg zijn
sirene niet aangezet heeft, of wanneer U helemaal niet aan een hoofdverkeersweg woont, dan
heeft U geluk en moet U niet over de brandweer, de ziekenwagens, . . . jammeren . .
.
Waarom een brandblusser in de auto? Een
autobrand komt altijd onverwachts en grijpt snel om zich heen. Ondanks
vele veiligheidsvoorzieningen en de goed technische kwaliteit van onze
moderne auto's, neemt het aantal autobranden in ons land (ruim 2500 per
jaar) nog steeds toe.
Door
een aanrijding, slecht onderhoud, een onvoorzien defect, enzovoort.
Vooral bij een ongeval kan een autobrand levensgevaarlijk zijn, als de
inzittenden gewond, bewusteloos of bekneld zitten. Als in een auto
brand ontstaat, zal deze brand zich snel (kunnen) uitbreiden door de
aanwezigheid van grote hoeveelheden brandbaar materiaal:Brandstof,
bekabeling, banden en interieurafwerking. Juist bij een brand in een
auto is een snelle reactie een eerste vereiste. Een onmisbaar
hulpmiddel daarbij is een brandblustoestel, een 'autoblusser'.
Autobrandpreventie Door
een aantal eenvoudige maatregelen kunt U de kans op een autobrand
verminderen. Of deomvang en ernst van een autobrand (als die toch mocht
ontstaan) zoveel mogelijk in de hand houden.Enkele tips:
Laat bij de controlebeurten door de garage ook de elektrische bedrading en de brandstofleidingen controleren.
Vul
de brandstoftank nooit helemaal. dan blijft er ruimte over om eventuele
uitzetting van de brandstof (door warmte) op te vangen.Bij een LPG-tank
moet 20% van de tankinhoud worden vrijgehouden.
Roken
tijdens het tanken is natuurlijk vragen om moeilijkheden. Evenals het
ontdooien van een in de winter vastgevroren tankdop met een aansteker.
Gebruik
alleen goed afsluitbare reservetankjes, bij voorkeur van metaal. En
tank deze ook niet helemaal vol. Zet zo'n tankje wel vast in de
bagageruimte.
Overweeg bij de aanschaf van een andere auto ook eens het volgende: - Een vierdeursauto heeft meer ontsnappingsmogelijkheden. - Ook een schuifdak in een auto kan een vluchtweg zijn. - Zorg ervoor dat een achterklep ook van binnenuit kan worden geopend.
Zorg dat U een goede en betrouwbare blusser onder handbereik hebt.
Met
alleen het monteren van een blusser, bereikt U weinig. Zorg ervoor dat
U en Uw passagiers weten waar de blusser zit en hoe deze werkt.
Ook een wollen plaid kan erg nuttig zijn als blusmiddel; om brandende kleding te doven of om de inzittenden te beschermen.
Welke autoblusser?
Het
beste is een blusser met een minimale vulling van 2 kilogram.We kunnen
daarbij kiezen uit twee typen, die geschikt zijn voor het blussen van
autobranden. Dit zij blussers, gevuld met: ABC-poeder, dwz poeder geschikt voor vrijwel alle branden. HALON 1211, ook wel BCF genoemd.
Poeder
heeft een groter blusvermogen dan Halon, maar geeft wel meer
nevenschade. Een Halonblusser is daarentegen weer eenvoudiger te
bedienen. Bij onze keuze moeten we verder letten op de volgende punten:
Koop
een blusser met het Rijkskeurmerk, als teken dat het type is
gecontroleerd op veiligheid, deugelijkheid en werking. Zonder keurmerk
mogen de blussers NIET worden verkocht!!
De bediening van een blusser moet gebeuren met een knijpafsluiter, waarmee we de blusstraal zonodig kunnen onderbreken.
Grotere blussers (meer dan 2 kg vulling) hebben een korte slang met een spuitmond. Dit maakt de blusser beter hanteerbaar.
De blusser moet bij voorkeur een mogelijkheid bezitten om de druk te kunnen controleren.
Plaats van de blusser
Bevestig
de blusser vlakbij de bestuurder, het apparaat is dan direct bij de
hand. Bijvoorbeeld tussen de voorstoelen, onderaan de stoel of tegen de
wielkast. De blusser mag de bestuurder niet hinderen en moet stevig
vastzitten in de houder. Door schokken, trillingen of plotseling
remmen, mag de blusser niet losraken. Verder dient men ervoor te zorgen
dat de blusser niet aan directe zonnestraling kan worden blootgesteld.
Maak de blusser in ieder geval nooit op de hoedenplank of bagageruimte.
Wat te doen bij een autobrand?
Bij brand in Uw eigen auto, dient U het volgende te doen:
Probeer de auto veilig te parkeren
Laat iedereen uitstappen, geen paniek!
Zet (indien nog nodig) de motor uit
Ontgrendel de motorkap
Doe alle ramen en deuren dicht en pak Uw blusser * Probeer hulp te krijgen en de alarmdiensten te waarschuwen
Ontdekt U brand bij een ander, doe dan het volgende:
Probeer altijd eerst de inzittenden te bevrijden
Laat iemand anders alvast geen blussen of hulp halen(BR> * Krijgt U de persoon niet uit de auto, blus dan zo snel mogelijk
Bescherm de inzittenden eventueel met een wollen plaid
DENK AAN UW EIGEN VEILIGHEID NEEM GEEN ONNODIGE RISICO'S
Hoe een autobrand te blussen?
De
capaciteit van een autoblusser is beperkt. Daarom moet snel en gericht
worden geblust. Het is soms beter om met blussen even te wachten tot
meer mensen met een blusser aanwezig zijn. Zorg dat U de
gebruiksaanwijzing niet voor het eerst bij een brand leest!
Bepaal de vuurhaard en richt daarop de blusstraal
Blus zoveel mogelijk met de wind in de rug en zo dicht mogelijk bij het vuur
Blus bij voorkeur met meerdere apparaten tegelijk
Houd de blusser rechtop
Open portieren, motorkap of bagageklep voldoende om blusstraal in te richten
Vergeet het vuur onder de auto niet
Gebruik zand om weglopende brandstof in te dammen
Laat
Uw blusser na gebruik direct weer vullen en controleren, ook al is hij
niet helemaal leeg. Controleer het apparaat zelf ook regelmatig op druk
en eventuele beschadigingen. Vraag zonodig advies bij Uw plaatselijke Brandweer.
Houd kinderen altijd uit de buurt van een warme friteuse. Wees zelf uiterst voorzichtig.
Kies voor een ingebouwde friteuse. Omstoten is dan onmogelijk.
Laat de friteuse voldoende (2 uur) afkoelen eer je ze verplaatst.
Controleer of de warmte zich doorzet op de handvatten.
Vat
de friteuse toch vuur dek ze dan af met een deksel, vochtige doek of
een blus deken. Wacht tot volledige afkoeling giet NOOIT water op het
vuur!!
- Dampkap
Houd de filters proper. Voorkom zo vet ophoping die gemakkelijk kunnen ontvlammen.
FLAMBEER nooit je gerechten onder de dampkap als die in werking is..
- Fornuis
Zet de kookpotten zoveel mogelijk achteraan, draai de stelen naar binnen en plaats een fornuis rekje.
Houd stoelen en krukjes uit de buurt.
Laat
uw kinderen nooit zelf flamberen. Wees zelf ook voorzichtig met
flambeeralcohol. Steek die nooit aan terwijl je giet en giet NOOIT
vloeistof bij een restje dat nog brandt.
- Oven
Verwijder regelmatig vet en etensresten.
Plaats de oven buiten bereik van de kinderen.
Zorg voor een ovendeur die aan de buitenzijde niet verhit.
- Koffie of koffiekan met filter
Zorg dat de filter stevig vast zit.
Kies een koffiezet met een hangende filter.
Gebruik een thermoskan om de koffie te serveren.
- Dampen
Wees bij het koken voorzichtig. Ook damp van kokende soep of water kan je verbranden.
Giet geen ontvlambare vloeistoffen in de gootsteen.
- Keukentafel
Plaats hete vloeistoffen of voorwerpen in het midden van de tafel.
Leg geen tafelkleed, wel afzonderlijke leggers.
- Elektrische huishoudapparaten.
Lees altijd de gebruiksaanwijzing. Vermijd verhitting door verkeerd gebruik.
Sluit niet teveel toestellen aan op éénzelfde stopcontact of stroomkring.
Houd elektrischetoestellen op een veilige afstand van brandbare materialen en schakel ze altijd uit eer je weg gaat.
" Hoe brand ongevallen in woon- en eetkamer voorkomen."
- Tafel
Leg geen tafelkleed, maar aparte onderleggers.
Plaats gevaarlijke voorwerpen in het midden van de tafel.
Zorg dat kinderen niet bij de snoeren van elektrischeapparaten die op tafel staan kunnen aanraken.
Zorg dat kaarsen stabiel staan en niet te dicht bij brandbare stoffen zoals gordijnen, kaarsringen enz.
- Openhaard, kolenkachel en radiator
Zet
een stabiel scherm voor de warmtebron. Dit voorkomt dat gloeikooltjes
op het tapijt terecht komen en dat kinderen te dicht het vuur naderen.
LAAT regelmatig de schouw reinigen. Schouwbranden ontstaan door een opeenhoping van ontbrandbare roet deeltjes.
- Elektrischetoestellen
Sluit
nooit teveel elektrischetoestellen, fondutoestel, feest lichtjes, bij
verwarming enz. aan op één stekker of dominostekker. Je zou de
stroomkring kunnen overbelasten.
Rol verlengsnoeren altijd voldoende ( volledig ) uit. Zo voorkom je oververhitting.
- Stopcontacten
Plaats beveiligde stopcontacten.
- Tafel- en kerstversiering
Zet alle decoratieve elementen die warm kunnen worden, zoals lampen buiten bereik van kinderen.
Koop
kerstbomen met een wortel. Kies voor een elektrischesierverlichting.
Controleer de lampjes regelmatig op oververhitting. Trek de stekker
steeds uit als je vertrekt.
Steek NOOIT kaarsen aan in of onder de kerstboom.
Vuurwerk is geen kinderspel. Het mag enkel door volwassenen worden aangestoken.
- Fondue en gourmet
Gebruik bij voorkeur elektrischetoestellen.
Voor niet elektrischetoestellen gebruik je best een aansteekpasta en geen vloeibare brandstof.
Indien personen gekwetst zijn: verleg ze
NIET van plaats, maar verwijder spannende kleding, maak de luchtwegen
vrij, en bedek ze met een deken.
Indien je TV vuur vat of stuk springt: trek de stekker uit en werp een emmer water over uw TV.
Bij een defect of brand aan een elektrischtoestel: sluit eerst de stroom af.
Bij een frietketelbrand sluit eerst gas of elektriciteit af, giet nooit water op brandend frietvet maar een vochtige katoenen doek (dweil) overleggen.
Sla geen brandbare of ontplofbare producten op in onveilige plaatsen.
Maak geen open vuur in de vrije natuur!!
Een brandende lucifer of smeulende sigarettenpeuk zijn vaak de oorzaak van grote branden.
Roep de hulpdiensten zo snel mogelijk op via het nood nummer 112.
Wees rustig en geef duidelijke informatie. Maak je geen zorgen om het feit dat anderen reeds vroeger zouden opgeroepen hebben.
Maak de weg VRIJ voor de hulpdiensten. Voor hen is iedere seconde van levensbelang.
Voorwerpen
die de doorgang kunnen belemmeren mogen niet worden geplaatst aan
trappen, uitgangen, nooduitgangen en vooral ook niet op de wegen die er
naar toe leiden.
Eens zo nodig zeker één keer per jaar de schoorsteen LATEN vegen.
Moet
je het gebouw verlaten doe het dan rustig. Paniek werkt aanstekelijk en
veroorzaakt meestal meer slachtoffers dan de brand zelf.
Hou er rekening mee dat je bij brand de lift NIET mag gebruiken.
Een wespen- of bijensteek geeft een rode, jeukende
zwelling op de plaats van de steek in de huid. Normaal gesproken gaat deze
irritatie snel over. Anders is het wanneer een wesp of bij in de neus, mond,
tong of hals heeft gestoken: dan kan de reactie heftiger zijn en een zwelling
het ademhalen bemoeilijken.Sommige mensen zijn allergisch voor wespen- en
bijensteken. De pijnlijke, rode zwelling wordt dan steeds groter en houdt
langer aan, tot wel twee dagen. Soms ontstaan er ook reacties elders:
opgezwollen lippen of oogleden, uitslag of benauwdheid. Allergische mensen die
in de neus, mond, tong of hals gestoken worden lopen extra gevaar. Wanneer,
bij mensen die allergisch zijn, bovendien het gif van de angel direct in de
bloedbaan komt, ontstaat er een algehele allergische reactie die
levensbedreigend kan zijn. Klachten daarbij zijn: braken, diarree,
slijmvliesirritatie van de neus, huiduitslag of astma-aanval.
Hoe vaak komt het voor?
Bijen- en wespensteken komen regelmatig voor maar de
gevolgen zijn meestal onschuldig. Bijen steken vooral wanneer zij zich
bedreigd voelen en gaan na de steek dood doordat de angel in de huid
achterblijft. Wespen zijn agressiever en kunnen 'zomaar' steken. Wespen steken
vooral in de herfst als er minder voedsel voor ze is. Een wesp gaat na een
steek niet dood, de angel blijft niet achter in de huid.
Preventie en behandeling
In het algemeen:
Niet krabben.Verwijder snel de angel met een pincet of
uitgegloeide naald, niet knijpen (dat voorkomt dat het gifzakje leeg gedrukt
wordt). Of zuig het gif op uit de wond. Leg een ijsblokje of koude kompres
op de plek van de steek. Eventueel deppen met verdunde ammonia na een
bijensteek; met azijn na een wespensteek. Er zijn stiften die de symptomen
van een insectenbeet kunnen verlichten. Ga naar de huisarts als de klachten
hevig zijn.
Preventief:
Laat kinderen niet buiten eten of drinken (ook geen
ijsjes). Controleer de kinderen voor het naar buiten gaan op plakkerige handen
en monden. Vermijd zoveel mogelijk zoete geuren en zweet: insecten worden
bijvoorbeeld door zonnecrèmes en parfum aangetrokken. Eet en drink in de
zomer geen vruchten en zoete dranken buiten. Controleer vóór het instappen
of en wespen of bijen in de auto zijn: dat voorkomt ook eventuele paniek tijdens
het rijden. Kom niet in de buurt van wespennesten (vaak in holle bomen) en
bijenhokken. Bij een steek in de mond, tong, neus, of hals of algehele
allergische reactie:
Direct een arts bellen of langs de EHBO-post gaan; allergische mensen: 100 of 112
bellen. Bij een steek in de mond alvast een ijsblokje in de mond nemen om de
zwelling tegen te gaan. Anti-allergiemiddelen helpen alleen tegen de
symptomen van een allergie en zijn niet insectenwerend: ze voorkomen niet dat
men geprikt wordt door wesp of bij.
Tot slot
WESPEN mogen vernietigd worden. Voor
een wespenverdelging komt de brandweer Schoten ter plaatse (via politie 03/680.12.70)
6 MEEST VOORKOMENDE
HOMMELS
Nederlandse naam :
Aardhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest in de grond
Nederlandse naam :
Steenhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest vaak onder stenen
Nederlandse naam :
Akkerhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest op grond of in vogelnesten
Nederlandse naam :
Tuinhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest op of in de grond
Nederlandse naam :
Boomhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest in holle bomen
Nederlandse naam :
Weidehommel
Waar zitten de nesten? :
Nest boven grond b.v. in vogelnesten
Hommel informatie:
De levenscyclus van de hommels is een gevarieerd
geheel. Allereerst kruipt de hommelvorstin al in de tweede helft van maart uit
haar vaak ondergrondse "winterslaapzak" Dan worden de reeds bloeiende
planten en struiken met een bezoek vereerd, zoals crocussen, sneeuwklokjes,
ribes, sleedoorn, wilg en hazalaar. Het gaat dan voornamelijk om de nectar
en het stuifmeel. (Nectar voornamelijk voor de levering van energie (suiker) en
het stuifmeel is zeer eiwitrijk, wat weer belangrijk is voor de eierproduktie.
De hommelkoningin maakt een soort broedkamer met daarin een voorraadpotje
(dit wordt gemaakt van schilfers was, die worden afgescheiden door klieren
tussen de schildplaten bij het achterlijf. In dit voorraadpotje wordt de nectar
bewaard. Dit appeltje voor de dorst wordt gebruikt als het slecht weer is en er
niet kan worden uitgevlogen. In de babykamer worden eerst 8 á 10 eitjes
gelegd. Deze eieren worden door de toekomstige koninginmoeder zo warm mogelijk
gehouden. Ze broedt als het ware de eitjes uit. Uit dit broedpakket ontstaan
pootloze larven, die voornamelijk gevoed worden met in nectar gedrenkt
stuifmeel. Na een aantal vervellingen spint elk larfje een zijden cocon en
verpopt zich daarin tot werkster. In het begin van het seizoen is het aantal
werksters nog erg klein, later komen er steeds meer "arbeidsters" die zich met
het welzijn van de larfjes gaan bemoeien.
De koningin legt dan ook veel meer eieren dan in het begin van het seizoen.
Zodanig dat er een goed evenwicht ontstaat tussen vraag en aanbod van voedsel.
Wanneer de larven steeds meer voedsel krijgen, stellen zij het verpoppen uit.
Het gevolg is dat ze steeds groter worden. Uiteindelijk moeten zij zich wel
verpoppen en zie daar de nieuwe generatie vorstinnen. De darren die
onbevrucht ter wereld komen leveren zelf weer de zaadcellen die er voor zorgen
dat volgend jaar hun dochters worden geboren. Wanneer tenminste hun
vorstelijke partner de winter overleeft. Want gemiddeld weet slechts zo'n twee
procent der koninginnen te ontsnappen aan de ijzige greep van koning Winter.
In Nederland en België komen ongeveer twintig hommelsoorten voor, ze zijn
vooral makkelijk te herkennen aan hun kleurenpatroon. Vaak hebben hommels
maar ook bijen en wespen een vacht met de kleuren geel en zwart. Dit zijn
signaalkleuren, kleurcombinaties die potentiële vijanden moeten afschrikken.
(Mocht dit niet voldoende zijn dan hebben de dames ook nog een gladde angel om
zich te verdedigen.)
Hommels hebben een zeer harige vacht. Hierachter blijft veel stuifmeel hangen
bij hun veelvuldig bloemen bezoek. (Doordat de wind steeds door hun haren
strijkt, worden deze haren geladen met statische elekticiteit en daardoor wordt
hun vacht één grote stuifmeelmagneet)
De eetgewoontes van hommels zijn van onschatbare waarde voor de bestuiving
van planten. Gemiddeld zijn hommels uren langer per dag bezig met het verzamelen
van voedsel dan honingbijen en per uur bezoeken ze twee tot driemaal zoveel
bloemen. De lengte van de hommeltongen kan per soort verschillen. Dit heeft
tot gevolg dat er per soort andere bloemen bezocht kunnen worden. (Want voor de
ene is de nectar wel en voor de andere niet toegankelijk). Dit heeft tot gevolg
dat er minder onderlinge concurrentie is. Sommige hommels omzeilen dit probleem
en bijten aan de onderkant van de bloem een gaatje en zo kunnen ze gemakkelijk
bij de nectar komen. Zo geldt ook in hommelland wie niet sterk is moet slim
wezen.
Diverse hommelwetenswaardigheden:
Hommels behoren net als bijen, wespen en mieren tot de
orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera) Deze zijn weer onderverdeeld in
twee onderordes. De Symphyta Hiertoe behoren b.v. blad- halm- en houtwespen
deze hebben GEEN wespentaille. De Apocrita Hiertoe behoren hommels, bijen,
wespen, sluipwespen en mieren, deze hebben WEL een wespentaille. Hommels en
bijen behoren tot de superfamilie Apoidea Hommels zelf zijn weer te splitsen
in :
Koekoekshommels (geslacht Psithyrus) Dit zijn broedparasieten die hun
eieren leggen in de nesten van andere soorten. Deze koekoekhommels lijken
veel op de hommels die zij als "gastvrouw" uitzoeken. De vrouwen missen
echter het zogenaamde pollenkorfje. Hommels (geslacht Bombus) Hier
hebben de vrouwen wel een pollenkorfje (stuifmeelkorfje) dit zit bij de
werksters en koninginnen aan de achterpoten. Dit zijn geveerde "haren" die
dienen als een soort "boodschappentas" voor het verzamelde stuifmeel.
Hommels vormen éénjarige kolonies, waarvan alleen de bevruchte koninginnen
overwinteren. Wanneer je in het vroege voorjaar hommels ziet dan zijn dit de
koninginnen die ontwaakt zijn uit hun winterslaap en daarna bezig zijn een
nieuwe kolonie te stichten. De jongen eten nectar en stuifmeel. De
mannetjes zijn te herkennen aan hun langere sprieten (antennae) aan de kop. Zij
verschijnen echter pas in de zomer.
Tot slot: Hommels
zijn een beschermde diersoort en mogen niet vernietigd worden
BIJEN
Wanneer u van honing houdt of geïnteresseerd bent in
het leven van de bijen of geboeid wordt door bloemen en bomen in uw eigen
omgeving is het houden van bijen ook voor u een bobby die u dichter tot de
natuur brengt.
In het verleden was bijen houden een bijverdienste van het boerenbedrijf. De
boeren imkerden met korven, waardoor het spontaan ontstaan van een bijenzwerm
niet was te voorkomen. Tegenwoordig is het houden van bijen een hobby en
gebruikt de imker vrijwel geen korven meer, maar bijenkasten. Het imkeren is er
een stuk eenvoudiger op geworden.
Misschien heeft u er wel eens aan gedacht om een bijenvolk aan te schaffen,
maar vindt u uw tuin te klein of denkt u dat u een boomgaard moet hebben of een
enorme tuin met bloemen. Niets is minder waar! Vooral dorpen en plaatsen
waar de gemeente veel planten, struiken en bomen plant in de plantsoenen zijn
bij uitstek geschikt om er bijen te houden. Aangezien bijen een vliegbereik
hebben van drie kilometer is het vaak mogelijk om thuis bijen te
houden.
Belang van
bijen.
Bijen zorgen ervoor dat de bestuiving van bloemen
plaatsvindt. Voor veel soorten planten is het voor hun voortbestaan noodzakelijk
dat er bestuiving plaatsvindt.
Wellicht heeft u in het voorjaar wel eens bijenvolken gezien bij bloeiende
fruit-bomen. De fruitkweker plaatst de bijenvolken in z'n boomgaard voor de
bestuiving van appels, kersen en pruimen. Voor de imker levert het honing en
was op.
De bij levert zowel direct als indirect verschillende
produkten:
Direct:
Honing
Afhankelijk van de drachtplant verkrijgt de imker
fruit-, koolzaad-, Acacia-, Linde- of heidehoning.
Was
Hiervan maakt men kaarsen en wrijfwas voor meubelen.
De geneesmiddelen industrie maakt dankbaar gebruik van bijenwas voor crèmes en
cosmetica.
Propolis
Propolis is een kleverige substantie die door bijen
wordt verzameld van de knoppen van bomen. Deze stof wordt gebruikt voor
geneeskrachtige doeleinden.
Stuifmeel
Stuifmeel dat door bijen wordt verzameld uit bloemen
heeft vooral een genezende werking voor personen met
ademhalingsproblemen.
Zeep
In natuurvriendelijke producten zoals in enkele
zeepsoorten worden kleine hoeveelheden was gebruikt.
Indirect:
Het bestuiven van vruchtdragende bomen, planten en
struiken. Niet alleen in de vrije natuur voorkomende soorten, maar vooral ook
gecultiveerde soorten die door de mens worden geteeld.
Appel- en perenbomen, maar vooral aardbeien en tomaten
kunnen in de hedendaagse productie en teeltmethodes niet meer zonder de
bestuiving door bijen. Ook het Limburgse 'witte goud' (Asperges) kan niet zonder
de bestuivingarbeid van bijen.
Tot slot:Bijen zijn een beschermde
diersoort en mogen nietvernietigd worden, hiervoor kan een imker opgevorderd
worden door de brandweer.
Graag wensen wij de brandweer Gent te bedanken voor hun digitale informatie.
Branden worden onderverdeeld in verschillende soorten brandklassen. Dit
bepaalt voor een groot deel de aanpak van blussing en de keuze van het
blusmiddel.
KLASSE
A
Dit zijn
branden van vaste stoffen van hoofdzakelijk organische oorsprong die in
het algemeen onder gloedvorming verbranden. Voorbeelden zijn hout,
papier, textiel enz. Die stoffen komen het meeste in woonhuizen voor.
KLASSE
B
Dit zijn
branden van vloeibare of vloeibaar wordende stoffen, zoals benzine,
olie, verf, vet en teer.
KLASSE
C
Dit zijn
branden van gassen zoals aardgas, butaan en LPG.
KLASSE
D
Dit zijn
branden van metalen zoals magnesium en aluminium. Deze branden komen in
woonhuizen vrijwel niet voor.
KLASSE
E
Soms kan het voorkomen dat branden met elektriciteit in een aparte klasse
(klasse E) zijn ingedeeld. Het is geen erkende klasse. Met klasse E worden nogal
eens branden van bv. computers, beeldschermen, schakelkasten, telefooncentrales,
enz. bedoeld. Daarbij gaat het vaak om een klasse A-brand, maar de
elektrische spanning beperkt het aantal geschikte blusstoffen.