Houd kinderen altijd uit de buurt van een warme friteuse. Wees zelf uiterst voorzichtig.
Kies voor een ingebouwde friteuse. Omstoten is dan onmogelijk.
Laat de friteuse voldoende (2 uur) afkoelen eer je ze verplaatst.
Controleer of de warmte zich doorzet op de handvatten.
Vat
de friteuse toch vuur dek ze dan af met een deksel, vochtige doek of
een blus deken. Wacht tot volledige afkoeling giet NOOIT water op het
vuur!!
- Dampkap
Houd de filters proper. Voorkom zo vet ophoping die gemakkelijk kunnen ontvlammen.
FLAMBEER nooit je gerechten onder de dampkap als die in werking is..
- Fornuis
Zet de kookpotten zoveel mogelijk achteraan, draai de stelen naar binnen en plaats een fornuis rekje.
Houd stoelen en krukjes uit de buurt.
Laat
uw kinderen nooit zelf flamberen. Wees zelf ook voorzichtig met
flambeeralcohol. Steek die nooit aan terwijl je giet en giet NOOIT
vloeistof bij een restje dat nog brandt.
- Oven
Verwijder regelmatig vet en etensresten.
Plaats de oven buiten bereik van de kinderen.
Zorg voor een ovendeur die aan de buitenzijde niet verhit.
- Koffie of koffiekan met filter
Zorg dat de filter stevig vast zit.
Kies een koffiezet met een hangende filter.
Gebruik een thermoskan om de koffie te serveren.
- Dampen
Wees bij het koken voorzichtig. Ook damp van kokende soep of water kan je verbranden.
Giet geen ontvlambare vloeistoffen in de gootsteen.
- Keukentafel
Plaats hete vloeistoffen of voorwerpen in het midden van de tafel.
Leg geen tafelkleed, wel afzonderlijke leggers.
- Elektrische huishoudapparaten.
Lees altijd de gebruiksaanwijzing. Vermijd verhitting door verkeerd gebruik.
Sluit niet teveel toestellen aan op éénzelfde stopcontact of stroomkring.
Houd elektrischetoestellen op een veilige afstand van brandbare materialen en schakel ze altijd uit eer je weg gaat.
" Hoe brand ongevallen in woon- en eetkamer voorkomen."
- Tafel
Leg geen tafelkleed, maar aparte onderleggers.
Plaats gevaarlijke voorwerpen in het midden van de tafel.
Zorg dat kinderen niet bij de snoeren van elektrischeapparaten die op tafel staan kunnen aanraken.
Zorg dat kaarsen stabiel staan en niet te dicht bij brandbare stoffen zoals gordijnen, kaarsringen enz.
- Openhaard, kolenkachel en radiator
Zet
een stabiel scherm voor de warmtebron. Dit voorkomt dat gloeikooltjes
op het tapijt terecht komen en dat kinderen te dicht het vuur naderen.
LAAT regelmatig de schouw reinigen. Schouwbranden ontstaan door een opeenhoping van ontbrandbare roet deeltjes.
- Elektrischetoestellen
Sluit
nooit teveel elektrischetoestellen, fondutoestel, feest lichtjes, bij
verwarming enz. aan op één stekker of dominostekker. Je zou de
stroomkring kunnen overbelasten.
Rol verlengsnoeren altijd voldoende ( volledig ) uit. Zo voorkom je oververhitting.
- Stopcontacten
Plaats beveiligde stopcontacten.
- Tafel- en kerstversiering
Zet alle decoratieve elementen die warm kunnen worden, zoals lampen buiten bereik van kinderen.
Koop
kerstbomen met een wortel. Kies voor een elektrischesierverlichting.
Controleer de lampjes regelmatig op oververhitting. Trek de stekker
steeds uit als je vertrekt.
Steek NOOIT kaarsen aan in of onder de kerstboom.
Vuurwerk is geen kinderspel. Het mag enkel door volwassenen worden aangestoken.
- Fondue en gourmet
Gebruik bij voorkeur elektrischetoestellen.
Voor niet elektrischetoestellen gebruik je best een aansteekpasta en geen vloeibare brandstof.
Indien personen gekwetst zijn: verleg ze
NIET van plaats, maar verwijder spannende kleding, maak de luchtwegen
vrij, en bedek ze met een deken.
Indien je TV vuur vat of stuk springt: trek de stekker uit en werp een emmer water over uw TV.
Bij een defect of brand aan een elektrischtoestel: sluit eerst de stroom af.
Bij een frietketelbrand sluit eerst gas of elektriciteit af, giet nooit water op brandend frietvet maar een vochtige katoenen doek (dweil) overleggen.
Sla geen brandbare of ontplofbare producten op in onveilige plaatsen.
Maak geen open vuur in de vrije natuur!!
Een brandende lucifer of smeulende sigarettenpeuk zijn vaak de oorzaak van grote branden.
Roep de hulpdiensten zo snel mogelijk op via het nood nummer 112.
Wees rustig en geef duidelijke informatie. Maak je geen zorgen om het feit dat anderen reeds vroeger zouden opgeroepen hebben.
Maak de weg VRIJ voor de hulpdiensten. Voor hen is iedere seconde van levensbelang.
Voorwerpen
die de doorgang kunnen belemmeren mogen niet worden geplaatst aan
trappen, uitgangen, nooduitgangen en vooral ook niet op de wegen die er
naar toe leiden.
Eens zo nodig zeker één keer per jaar de schoorsteen LATEN vegen.
Moet
je het gebouw verlaten doe het dan rustig. Paniek werkt aanstekelijk en
veroorzaakt meestal meer slachtoffers dan de brand zelf.
Hou er rekening mee dat je bij brand de lift NIET mag gebruiken.
Een wespen- of bijensteek geeft een rode, jeukende
zwelling op de plaats van de steek in de huid. Normaal gesproken gaat deze
irritatie snel over. Anders is het wanneer een wesp of bij in de neus, mond,
tong of hals heeft gestoken: dan kan de reactie heftiger zijn en een zwelling
het ademhalen bemoeilijken.Sommige mensen zijn allergisch voor wespen- en
bijensteken. De pijnlijke, rode zwelling wordt dan steeds groter en houdt
langer aan, tot wel twee dagen. Soms ontstaan er ook reacties elders:
opgezwollen lippen of oogleden, uitslag of benauwdheid. Allergische mensen die
in de neus, mond, tong of hals gestoken worden lopen extra gevaar. Wanneer,
bij mensen die allergisch zijn, bovendien het gif van de angel direct in de
bloedbaan komt, ontstaat er een algehele allergische reactie die
levensbedreigend kan zijn. Klachten daarbij zijn: braken, diarree,
slijmvliesirritatie van de neus, huiduitslag of astma-aanval.
Hoe vaak komt het voor?
Bijen- en wespensteken komen regelmatig voor maar de
gevolgen zijn meestal onschuldig. Bijen steken vooral wanneer zij zich
bedreigd voelen en gaan na de steek dood doordat de angel in de huid
achterblijft. Wespen zijn agressiever en kunnen 'zomaar' steken. Wespen steken
vooral in de herfst als er minder voedsel voor ze is. Een wesp gaat na een
steek niet dood, de angel blijft niet achter in de huid.
Preventie en behandeling
In het algemeen:
Niet krabben.Verwijder snel de angel met een pincet of
uitgegloeide naald, niet knijpen (dat voorkomt dat het gifzakje leeg gedrukt
wordt). Of zuig het gif op uit de wond. Leg een ijsblokje of koude kompres
op de plek van de steek. Eventueel deppen met verdunde ammonia na een
bijensteek; met azijn na een wespensteek. Er zijn stiften die de symptomen
van een insectenbeet kunnen verlichten. Ga naar de huisarts als de klachten
hevig zijn.
Preventief:
Laat kinderen niet buiten eten of drinken (ook geen
ijsjes). Controleer de kinderen voor het naar buiten gaan op plakkerige handen
en monden. Vermijd zoveel mogelijk zoete geuren en zweet: insecten worden
bijvoorbeeld door zonnecrèmes en parfum aangetrokken. Eet en drink in de
zomer geen vruchten en zoete dranken buiten. Controleer vóór het instappen
of en wespen of bijen in de auto zijn: dat voorkomt ook eventuele paniek tijdens
het rijden. Kom niet in de buurt van wespennesten (vaak in holle bomen) en
bijenhokken. Bij een steek in de mond, tong, neus, of hals of algehele
allergische reactie:
Direct een arts bellen of langs de EHBO-post gaan; allergische mensen: 100 of 112
bellen. Bij een steek in de mond alvast een ijsblokje in de mond nemen om de
zwelling tegen te gaan. Anti-allergiemiddelen helpen alleen tegen de
symptomen van een allergie en zijn niet insectenwerend: ze voorkomen niet dat
men geprikt wordt door wesp of bij.
Tot slot
WESPEN mogen vernietigd worden. Voor
een wespenverdelging komt de brandweer Schoten ter plaatse (via politie 03/680.12.70)
6 MEEST VOORKOMENDE
HOMMELS
Nederlandse naam :
Aardhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest in de grond
Nederlandse naam :
Steenhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest vaak onder stenen
Nederlandse naam :
Akkerhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest op grond of in vogelnesten
Nederlandse naam :
Tuinhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest op of in de grond
Nederlandse naam :
Boomhommel
Waar zitten de nesten? :
Nest in holle bomen
Nederlandse naam :
Weidehommel
Waar zitten de nesten? :
Nest boven grond b.v. in vogelnesten
Hommel informatie:
De levenscyclus van de hommels is een gevarieerd
geheel. Allereerst kruipt de hommelvorstin al in de tweede helft van maart uit
haar vaak ondergrondse "winterslaapzak" Dan worden de reeds bloeiende
planten en struiken met een bezoek vereerd, zoals crocussen, sneeuwklokjes,
ribes, sleedoorn, wilg en hazalaar. Het gaat dan voornamelijk om de nectar
en het stuifmeel. (Nectar voornamelijk voor de levering van energie (suiker) en
het stuifmeel is zeer eiwitrijk, wat weer belangrijk is voor de eierproduktie.
De hommelkoningin maakt een soort broedkamer met daarin een voorraadpotje
(dit wordt gemaakt van schilfers was, die worden afgescheiden door klieren
tussen de schildplaten bij het achterlijf. In dit voorraadpotje wordt de nectar
bewaard. Dit appeltje voor de dorst wordt gebruikt als het slecht weer is en er
niet kan worden uitgevlogen. In de babykamer worden eerst 8 á 10 eitjes
gelegd. Deze eieren worden door de toekomstige koninginmoeder zo warm mogelijk
gehouden. Ze broedt als het ware de eitjes uit. Uit dit broedpakket ontstaan
pootloze larven, die voornamelijk gevoed worden met in nectar gedrenkt
stuifmeel. Na een aantal vervellingen spint elk larfje een zijden cocon en
verpopt zich daarin tot werkster. In het begin van het seizoen is het aantal
werksters nog erg klein, later komen er steeds meer "arbeidsters" die zich met
het welzijn van de larfjes gaan bemoeien.
De koningin legt dan ook veel meer eieren dan in het begin van het seizoen.
Zodanig dat er een goed evenwicht ontstaat tussen vraag en aanbod van voedsel.
Wanneer de larven steeds meer voedsel krijgen, stellen zij het verpoppen uit.
Het gevolg is dat ze steeds groter worden. Uiteindelijk moeten zij zich wel
verpoppen en zie daar de nieuwe generatie vorstinnen. De darren die
onbevrucht ter wereld komen leveren zelf weer de zaadcellen die er voor zorgen
dat volgend jaar hun dochters worden geboren. Wanneer tenminste hun
vorstelijke partner de winter overleeft. Want gemiddeld weet slechts zo'n twee
procent der koninginnen te ontsnappen aan de ijzige greep van koning Winter.
In Nederland en België komen ongeveer twintig hommelsoorten voor, ze zijn
vooral makkelijk te herkennen aan hun kleurenpatroon. Vaak hebben hommels
maar ook bijen en wespen een vacht met de kleuren geel en zwart. Dit zijn
signaalkleuren, kleurcombinaties die potentiële vijanden moeten afschrikken.
(Mocht dit niet voldoende zijn dan hebben de dames ook nog een gladde angel om
zich te verdedigen.)
Hommels hebben een zeer harige vacht. Hierachter blijft veel stuifmeel hangen
bij hun veelvuldig bloemen bezoek. (Doordat de wind steeds door hun haren
strijkt, worden deze haren geladen met statische elekticiteit en daardoor wordt
hun vacht één grote stuifmeelmagneet)
De eetgewoontes van hommels zijn van onschatbare waarde voor de bestuiving
van planten. Gemiddeld zijn hommels uren langer per dag bezig met het verzamelen
van voedsel dan honingbijen en per uur bezoeken ze twee tot driemaal zoveel
bloemen. De lengte van de hommeltongen kan per soort verschillen. Dit heeft
tot gevolg dat er per soort andere bloemen bezocht kunnen worden. (Want voor de
ene is de nectar wel en voor de andere niet toegankelijk). Dit heeft tot gevolg
dat er minder onderlinge concurrentie is. Sommige hommels omzeilen dit probleem
en bijten aan de onderkant van de bloem een gaatje en zo kunnen ze gemakkelijk
bij de nectar komen. Zo geldt ook in hommelland wie niet sterk is moet slim
wezen.
Diverse hommelwetenswaardigheden:
Hommels behoren net als bijen, wespen en mieren tot de
orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera) Deze zijn weer onderverdeeld in
twee onderordes. De Symphyta Hiertoe behoren b.v. blad- halm- en houtwespen
deze hebben GEEN wespentaille. De Apocrita Hiertoe behoren hommels, bijen,
wespen, sluipwespen en mieren, deze hebben WEL een wespentaille. Hommels en
bijen behoren tot de superfamilie Apoidea Hommels zelf zijn weer te splitsen
in :
Koekoekshommels (geslacht Psithyrus) Dit zijn broedparasieten die hun
eieren leggen in de nesten van andere soorten. Deze koekoekhommels lijken
veel op de hommels die zij als "gastvrouw" uitzoeken. De vrouwen missen
echter het zogenaamde pollenkorfje. Hommels (geslacht Bombus) Hier
hebben de vrouwen wel een pollenkorfje (stuifmeelkorfje) dit zit bij de
werksters en koninginnen aan de achterpoten. Dit zijn geveerde "haren" die
dienen als een soort "boodschappentas" voor het verzamelde stuifmeel.
Hommels vormen éénjarige kolonies, waarvan alleen de bevruchte koninginnen
overwinteren. Wanneer je in het vroege voorjaar hommels ziet dan zijn dit de
koninginnen die ontwaakt zijn uit hun winterslaap en daarna bezig zijn een
nieuwe kolonie te stichten. De jongen eten nectar en stuifmeel. De
mannetjes zijn te herkennen aan hun langere sprieten (antennae) aan de kop. Zij
verschijnen echter pas in de zomer.
Tot slot: Hommels
zijn een beschermde diersoort en mogen niet vernietigd worden
BIJEN
Wanneer u van honing houdt of geïnteresseerd bent in
het leven van de bijen of geboeid wordt door bloemen en bomen in uw eigen
omgeving is het houden van bijen ook voor u een bobby die u dichter tot de
natuur brengt.
In het verleden was bijen houden een bijverdienste van het boerenbedrijf. De
boeren imkerden met korven, waardoor het spontaan ontstaan van een bijenzwerm
niet was te voorkomen. Tegenwoordig is het houden van bijen een hobby en
gebruikt de imker vrijwel geen korven meer, maar bijenkasten. Het imkeren is er
een stuk eenvoudiger op geworden.
Misschien heeft u er wel eens aan gedacht om een bijenvolk aan te schaffen,
maar vindt u uw tuin te klein of denkt u dat u een boomgaard moet hebben of een
enorme tuin met bloemen. Niets is minder waar! Vooral dorpen en plaatsen
waar de gemeente veel planten, struiken en bomen plant in de plantsoenen zijn
bij uitstek geschikt om er bijen te houden. Aangezien bijen een vliegbereik
hebben van drie kilometer is het vaak mogelijk om thuis bijen te
houden.
Belang van
bijen.
Bijen zorgen ervoor dat de bestuiving van bloemen
plaatsvindt. Voor veel soorten planten is het voor hun voortbestaan noodzakelijk
dat er bestuiving plaatsvindt.
Wellicht heeft u in het voorjaar wel eens bijenvolken gezien bij bloeiende
fruit-bomen. De fruitkweker plaatst de bijenvolken in z'n boomgaard voor de
bestuiving van appels, kersen en pruimen. Voor de imker levert het honing en
was op.
De bij levert zowel direct als indirect verschillende
produkten:
Direct:
Honing
Afhankelijk van de drachtplant verkrijgt de imker
fruit-, koolzaad-, Acacia-, Linde- of heidehoning.
Was
Hiervan maakt men kaarsen en wrijfwas voor meubelen.
De geneesmiddelen industrie maakt dankbaar gebruik van bijenwas voor crèmes en
cosmetica.
Propolis
Propolis is een kleverige substantie die door bijen
wordt verzameld van de knoppen van bomen. Deze stof wordt gebruikt voor
geneeskrachtige doeleinden.
Stuifmeel
Stuifmeel dat door bijen wordt verzameld uit bloemen
heeft vooral een genezende werking voor personen met
ademhalingsproblemen.
Zeep
In natuurvriendelijke producten zoals in enkele
zeepsoorten worden kleine hoeveelheden was gebruikt.
Indirect:
Het bestuiven van vruchtdragende bomen, planten en
struiken. Niet alleen in de vrije natuur voorkomende soorten, maar vooral ook
gecultiveerde soorten die door de mens worden geteeld.
Appel- en perenbomen, maar vooral aardbeien en tomaten
kunnen in de hedendaagse productie en teeltmethodes niet meer zonder de
bestuiving door bijen. Ook het Limburgse 'witte goud' (Asperges) kan niet zonder
de bestuivingarbeid van bijen.
Tot slot:Bijen zijn een beschermde
diersoort en mogen nietvernietigd worden, hiervoor kan een imker opgevorderd
worden door de brandweer.
Graag wensen wij de brandweer Gent te bedanken voor hun digitale informatie.
Branden worden onderverdeeld in verschillende soorten brandklassen. Dit
bepaalt voor een groot deel de aanpak van blussing en de keuze van het
blusmiddel.
KLASSE
A
Dit zijn
branden van vaste stoffen van hoofdzakelijk organische oorsprong die in
het algemeen onder gloedvorming verbranden. Voorbeelden zijn hout,
papier, textiel enz. Die stoffen komen het meeste in woonhuizen voor.
KLASSE
B
Dit zijn
branden van vloeibare of vloeibaar wordende stoffen, zoals benzine,
olie, verf, vet en teer.
KLASSE
C
Dit zijn
branden van gassen zoals aardgas, butaan en LPG.
KLASSE
D
Dit zijn
branden van metalen zoals magnesium en aluminium. Deze branden komen in
woonhuizen vrijwel niet voor.
KLASSE
E
Soms kan het voorkomen dat branden met elektriciteit in een aparte klasse
(klasse E) zijn ingedeeld. Het is geen erkende klasse. Met klasse E worden nogal
eens branden van bv. computers, beeldschermen, schakelkasten, telefooncentrales,
enz. bedoeld. Daarbij gaat het vaak om een klasse A-brand, maar de
elektrische spanning beperkt het aantal geschikte blusstoffen.
lijst met afkortingen ??????????????????????????????
???????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????? afkorting verklaring ac---------alternatig current =wisselstroom adr---------accord europeen relatif au transport international des marchandises dangereuse par route=europees verdrag over het transport van gevaarlijke goederen over de weg aed---------automatische externe defibrillator aids---------acquired immune deficieny syndrome arab--------algemeen reglement op de arbiedsbescherming cara---------chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen co------------koolstofmonoxide co2----------- koolstofdioxide copd---------chronic obstructive pulmonary diseases cpr------------cardio pulmonaire reanimatie (of resuscitatie) cs------------irriterende spray bevat chlorobenzylidene malononitrile de afkorting slaat op de beginletters van de uitvinders carson en staughton cva----------cerebro-vasculair accident dc------------direct current=gelijkstroom eu------------europese unie emv-----------eye motoriek verbaal fast-----------face arm speech time gcs----------glasgow coma schaal gbh--------gamma hydroxy butyraat haccp------hazard analysis critical control points hav--------hepatitis a virus hbv-------hepatitis b virus hcv-------hepatitis c virus hiv-------human immunodeficiency virus ice------in case of emergency ice------immobilisation compression and elevation lsd------lysergsaure-diathylamid(=lyserginezuurdiethylamide) mug-------medische(of mobiele) urgentie groep o2-------zuurstof ppm------parts per million rsv-------respiratior syncytiaal virus sids------sudden infant death syndrome wiegendood soa------seksueel overdraagbare aandoening tb of tbc----tuberculose tia---------transiente ischemische aanval uv--------ultravioletstraling ????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????
-kleefpleisters, bij voorkeur in hypoallegische uitvoering -wondpleisters, bij voorkeur individueel verpakt -kompressen :steriel en individueel verpakt -tweedehuidverband -drukverbanden -vetverbanden:steriel en individueel verpakt -watten -hechtingsstrips -zwachtels: >gaaszwachtels >grêpezwachtels >elastische zwachtels -elastisch netverband -kousverband -driehoeksverbanden ----------------------------- ONTSMETTINGMIDDEL ----------------------------- EERSTEHULPMATRIAAL
-wegwerphandschoenen -pompje met vloeibare zeep en zacht handborsteltje -koortsthermometer -tekentang -splinterpincet -roestvrije schaar met fijne punten -verbandschaar -steriele naalden -doosje veiligheidsspelden -plastic zakje ------------------------------ SPECIFIEK MATERIAAL
(als iemand van het gezin dit nodig heeft) -glucometer -bloeddrukmeter ----------------------------- GENEESMIDDELEN
-voor inwendig gebruik >specifieke geneesmiddelen die bepaalde gezinsleden moeten gebruiken >door de huisarts aangeraden of voor geschreven middelen tegen: .obstipatie .diarree .maagklachten .pijn .hoest.keelpijn -voor uitwendig gebruik >door de huisarts voorgeschreven of door de apotheker aangerade middelen tegen: .insectensteken .spierpijn, verstuikingen, blauwe vlekken .zonnebrand -------------------------------------------- LIJST MET TELEFOONNNUMMERS -------------------------------------------- HANDLEIDING EERSTE HULP ---------------------------------------------
ICE (afkorting voor In Case of Emergency) is een in 2005 gestart initiatief om bezitters van een mobiele telefoon ertoe te bewegen telefoonnummers (en adressen) in het telefoonboek van hun telefoontoestel te zetten die hulpverleners direct kunnen bellen als de eigenaar in een ongeluk betrokken raakt. Daarmee kan men voorkomen dat hulpverleners kostbare tijd verliezen met het zoeken met wie er contact moet worden opgenomen indien iemand ernstig gewond is en er niet met het slachtoffer gecommuniceerd kan worden.
Als iemand wil dat er meerdere personen gecontacteerd worden, kunnen zij meerdere ICE-nummers in hun toestel zetten. Daarvoor kunnen codes als ICE 1, ICE 2, ICE 3 gebruikt worden.
Het initiatief is in Groot-Brittannië begonnen en heeft zich naar verschillende landen verspreid, waaronder Nederland. Er is nog geen officiële overheidscampagne actief in Nederland. Toch wordt via organisaties als het Rode Kruis een oproep gedaan aan mensen over de hele wereld. En het idee wordt ook door het Korps Landelijke Politiediensten ondersteund (zie link nu.nl).
Enkele telecombedrijven zijn een soortgelijke campagne begonnen, maar willen SOS gebruiken, omdat dit in Nederland een beter bekende afkorting is. Dit is echter in strijd met de poging dit initiatief internationaal gelijk te houden.
De oorsprong van dit idee ligt bij Bob Brotchie die dit in mei 2005 bedacht om hulpverleners in noodgevallen sneller de juiste personen te laten bereiken.