Akasztó. Bij het begin van
de Akasztói Sziki napok werd een nieuw paneel - op het oorlogsmonument
- ingehuldigd ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van het
begin van WO I (Világháború Hósi Emlékművének avatása). Dit gebeurde op het
intussen, met Europese fondsen-50.000 euro, gerenoveerde kerkplein
(Templomkertben). Nadien werd een tentoonstelling geopend in het dorpshuis over
die oorlog. Wij waren er bij en brengen een fotoverslag. Vooraf schetsen we de
historische achtergrond van de gebeurtenissen in Sarajevo (net 100 jaar
geleden).
Een
woordje geschiedenis.
De moord op Frans
Ferdinand van Oostenrijk in Sarajevo vormde mede de aanleiding voor de
Eerste Wereldoorlog. Er zijn echter meerdere redenen voor het uitbreken van
deze oorlog en die zijn uiterst complex. De moord vond plaats op 28 juni 1914,
toen de Oostenrijkse troonopvolger samen met zijn echtgenote, Sophie Chotek
Gräfin von Chotova, hertogin von Hohenberg, een bezoek bracht aan Sarajevo, de
hoofdstad van de Oostenrijk-Hongaarse provincie Bosnië en Herzegovina.
Sophie
Chotek Gräfin von Chotova, hertogin von Hohenberg (Stuttgart, 1 maart 1868 Sarajevo, 28
juni 1914). Zij stamde uit de Boheemse adel en was een hofdame (van Sissi) aan het
Habsburgse hof in Wenen. Tijdens een
dansavond in Praag in 1888 leerde zij aartshertog Frans Ferdinand van
Habsburg-Lotharingen kennen. Uiteindelijk trouwde ze in 1900 met de
troonopvolger, zeer tegen de zin van Frans Jozef I, die het morganatisch
huwelijk slechts na aandringen van de aartshertog, Paus Leo XIII en de Duitse
keizer Wilhelm II goedkeurde. Strenge voorwaarde was dat Sophie altijd op de
achtergrond moest blijven. Mocht haar man keizer worden, dan bleef zij
aartshertogin. Hun kinderen waren uitgesloten van de troonopvolging. Toen de
aartshertog overleed, werd aartshertog Karel (de latere keizer Karel I van
Oostenrijk) keizer. Dit was reden voldoende voor de aartshertog en zijn vrouw
om zich in het rustieke Konopitě (Bohemen), ver buiten het hof van Wenen te
vestigen. Keizer Frans Jozef kende haar in 1909 de titel 'Herzogin von
Hohenberg' toe.
De provincie Bosnië
en Herzegovina was in 1878 door Oostenrijk-Hongarije bezet toen zij de Turken
hadden verdreven en werd in 1908 geannexeerd. Servië was in 1813 door de Turken
bezet. Onder bescherming van Rusland konden de Serven samen met troepen uit
Oostenrijk-Hongarije in 1867 de Turken verslaan. Hierdoor raakte Servië zowel
politiek als economisch zeer afhankelijk van Oostenrijk-Hongarije. De Serven
waren echter niet blij met de afhankelijkheid van Oostenrijk-Hongarije en
kwamen hiertegen in verzet. Vanaf 1906 waren er kleine conflicten tussen Servië
en Oostenrijk-Hongarije. Bosnië en Herzegovina vormde een belangrijk onderdeel
van het Servische streven om alle zuidelijke Slavische volkeren in één staat te
verenigen. Rusland steunde Servië in het streven naar één Balkanstaat. Sinds de
Ausgleich ofte de grote staatshervorming van 1867 was het Habsburgse rijk
verdeeld in een Oostenrijks en een Hongaars landsdeel. Binnen het rijk leefden
echter ook veel Slaven, die geen eigen landsdeel hadden. Vanwege problemen met
de Duitse en Hongaarse adel had Frans Ferdinand een lange tijd de optie voor
een driedelige monarchie, dus met een Slavisch landsdeel, gesteund. De
belangrijkste reden van deze beslissing was Frans Ferdinands voorgenomen
huwelijk met de Hongaarse Sophie Chotek. Dit stuitte op weerstand omdat zij
slechts van lage adel was. Toen de Hongaarse adel zijn bezwaren tegen het
huwelijk opgaf, trok Frans Ferdinand zijn steun voor het Slavische landsdeel,
dat de Hongaren veel van hun gebied zou hebben gekost, in. Vooral onder de
zuidelijke Slavische volken in het huidige Kroatië en Bosnië-Herzegovina werd
dit als verraad gezien. Die fout maakten de Hongaren reeds vroeger in hun
geschiedenis tijdens de opstanden onder L. Kossuth (1848). Dit gebrek aan aandacht voor minderheden binnen het rijk werd Hongarije zwaar aangerekend tijdens de "Trianon"(er bestond een negatief rapport daarover van een Britse diplomaat) onderhandelingen.
Met de steun van de
Hongaarse adel trouwden Frans Ferdinand en Sophie Chotek op 1 juli 1900. Ze hadden weliswaar mogen trouwen, maar de
keizerlijke familie stond het huwelijk pas toe nadat men was overeengekomen dat
Sophie geen koninklijke status zou krijgen. Omdat Bosnië-Herzegovina noch onder
het Oostenrijkse, noch onder het Hongaarse landsdeel viel, bestond hier deze
beperking echter niet. Daarom bezochten zij rond 28 juni 1914 voor een aantal
dagen Sarajevo. Door Servische nationalisten werd dit bezoek, juist op deze
datum: de verjaardag van de Slag op het Merelveld (nu in Kosovo) echter als een
regelrechte provocatie opgevat en een groep Bosniërs, die gesteund werd door
Servië, beraamde een aanslag op de kroonprins.
Op 28 mei 1914 kwamen drie
Bosnisch-Servische studenten (Gavrilo Princip, Trifko Grabe en Nedeljko
Čabrinović) aan in het kleine havenstadje Sabac nabij Belgrado. Ze namen meteen
contact op met een zekere Popovic van de "Zwarte Hand, een Servische nationalistische
beweging. Via hem werden ze in contact gebracht met majoor Jankovic van het
Servische leger, die de rechterhand was van kolonel Dimitrijevic. Hij leerde
hen omgaan met wapens en munitie. Op 6 juni 1914 vertrokken ze naar Sarajevo om
er bij familie te logeren. Princip bracht zijn vriend Ilic op de hoogte van het
plan om de Oostenrijkse troonopvolger te vermoorden. De Oostenrijks-Hongaarse
troonopvolger Frans Ferdinand bracht vanaf 25 juni 1914 een officieel bezoek
aan Bosnië en Herzegovina. Het bezoekprogramma van de aartshertog was bekend op
28 juni 1914 en de studenten stelden zich langs de route op.
In Sarajevo (de
hoofdstad van het geannexeerde Bosnië) bracht de aartshertog, samen met zijn
vrouw Sophie, op 28 juni 1914 een inspectiebezoek aan de troepen. Nadien zou
men in de stad het stadhuis bezoeken. De rondrit (in open auto's) passeerde
eerst Čabrinović, die een granaat gooide. Deze werd echter door Frans Ferdinand
zelf opgepakt en weggegooid en viel op straat waar hij ontplofte, maar hierbij
raakten wel drie officieren gewond. Na deze mislukking probeerde Čabrinović
zijn flesje cyaankali in te nemen, maar dat was al oud en werkte niet meer
optimaal. Hij rende weg en sprong in de rivier om zichzelf te verdrinken. Dit
mislukte echter, want hij sprong net in een gedeelte waar de rivier maar
ongeveer 20 centimeter diep was. Hierna werd hij gearresteerd. Frans Ferdinand
zag dat de volgauto gestopt was en dat de inzittenden gewond waren. Zijn
chauffeur trok op en verdween van het toneel. De aanslag leek mislukt. Princip
zelf droop teleurgesteld af en ging naar een bar. De aartshertog besloot het
programma gewoon te laten doorgaan en na een kort bezoek aan het stadhuis
vertrokken ze naar het hospitaal om de gewonden uit de volgauto te bezoeken. De
chauffeur van Frans Ferdinand was evenwel van dit ingelaste bezoek aan het
ziekenhuis niet op de hoogte, en volgde de oorspronkelijke geplande route
richting het paleis van de gouverneur van Sarajevo. Opmerkzaam gemaakt op het
plan om eerst het ziekenhuis te bezoeken, bracht hij de Gräf& Stift in de Franz-Josephgasse
tot staan en reed langzaam achteruit, om de weg richting ziekenhuis te kunnen
inslaan. Juist op dat moment kwam Princip de bar uit, die zich op de hoek van
de Franz-Josephgasse bevond. Tot zijn verbazing zag hij de stoet van de
aartshertog achteruitrijdend voorbijkomen. Princip bedacht zich geen moment,
sprong op de treeplank van de Gräf & Stift, trok zijn Belgisch FN Model 1910-pistool
en schoot op de kroonprins en zijn vrouw. Sophie Chotek stierf vrijwel meteen. De hertog nadien.
De samenzweerders werden kort na de aanslag gearresteerd. Princip werd
opgepakt, maar kon, omdat hij nog geen 21 was, niet de doodstraf krijgen. Hij
werd tot 20 jaar celstraf veroordeeld maar hij stierf al in 1918,
waarschijnlijk aan tuberculose. Toen het nieuws bekend werd, waren de
Oostenrijkers razend. Ze hadden gehoord dat Servië waarschijnlijk bij de moord
betrokken was en ze vernielden en plunderden Servische winkels en andere
eigendommen. Ook werden er winkels in brand gestoken. De keizer van Oostenrijk,
Frans Jozef (de oom van Frans Ferdinand) toonde echter geen enkele emotie toen
het nieuws hem bereikte. Naar zijn mening hield Frans Ferdinand er te moderne
ideeën op na. Ook internationaal was de publieke opinie op de hand van Wenen.
In 1903 hadden Servische officieren nog hun eigen koning vermoord, en deze
aanslag werd gezien als een zoveelste voorbeeld van "de Servische
mentaliteit". Zelfs Rusland, traditioneel een bondgenoot van Servië,
keurde de daad af. De daders waren gepakt en zouden worden berecht, Oostenrijk
reageerde niet en internationaal had Servië een groot gezichtsverlies geleden.
De aanslag leek dus met een sisser af te lopen.
Deze schijnbare rust was
bedrog. De zogenaamde 'Oorlogspartij' van minister van Buitenlandse Zaken Leopold
Berchtold, opperbevelhebber Franz Conrad von Hötzendorf en de minister van
Oorlog Alexander von Krobatin, hoopte door middel van het creëren van een
buitenlandse vijand de interne verdeeldheid binnen de dubbelmonarchie te
stoppen. Men verzekerde zich van Duitse steun (de zogenaamde 'blanco cheque').
Bovendien zou op deze manier de invloed van het Servische nationalisme op
Servische onderdanen binnen Oostenrijk-Hongarije een klap worden toegebracht.
Men hoopte dat Oostenrijk-Hongarije in een korte, makkelijk te winnen oorlog
Servië snel kon verslaan. Men hoopte dat de Duitse garantie, alsmede de
internationale antipathie tegen de Serviërs, andere landen ervan zou weerhouden
in te grijpen. Maar dan moest er wel eerst een oorlog worden uitgelokt. Pas op 23
juli stuurde Oostenrijk-Hongarije Servië een ultimatum, het zogeheten Juli-ultimatum, van een aantal
punten. Een van deze punten was dat de Oostenrijkse officieren die onderzoek
naar de moord deden, ongehinderd toegang kregen tot het Servische grondgebied.
Als Servië zou weigeren, zou dat oorlog betekenen. Van alle punten werd alleen
dit laatste punt niet geaccepteerd. De hele wereld reageerde opgelucht omdat
Servië het ultimatum slechts op één punt had geweigerd. Maar
Oostenrijk-Hongarije wilde niet akkoord gaan, omdat het immers Servië in een
oorlog wilde vernederen. Het accepteerde deze weigering daarom niet, en
verklaarde op 28 juli 1914, gesteund door Duitsland, de oorlog aan Servië met
haar bondgenoten. Hiermee was de Eerste Wereldoorlog begonnen.
Pontosan száz éve,
1914. június 28-án dördültek el Szarajevóban azok a pisztolylövések, amelyek
kioltották Ferenc Ferdinánd főherceg, osztrák-magyar trónörökös és felesége
életét, és amelyek véget vetettek a "boldog békeidőknek". A
trónörökösről, ambícióiról, Ferenc Józsefhez fűződő viszonyáról kérdeztük.

In Sarajevo (nu
hoofdstad van Bosnië-Herzegovina) is op de plaats van de moord op Frans
Ferdinand en zijn echtgenote dit plaket te zien. Het ligt langs een rivier
en op de hoek van de straat waar de wagen per vergissing inreed en toen
achteruit ging rijden.
De
herdenking in Akasztó. Inhuldiging van het nieuwe herdenkingsmonument van WO I
en een tentoonstelling (rond de honderdste verjaardag) in het dorpshuis.
I. Világháború Hősi Emlékművének avatása a Templomkertben I.Világháború 100.
évfordulója alkalmából rendezett kiállítás megnyitó a Faluházban.

Kisléghy Györgyné medewerkster van het dorpshuis verzorgt het algemene presentatiewerk en de bindteksten tussen de onderdelen. Kisléghy Györgyné
(Ági) gazdasági ügyintéző.

Het welkomstwoord werd uitgesproken door de burgemeester-Suhajda Antal en de geschiedkundige inleiding werd gedaan door een historicus-Négyesi Lajos . Köszöntőt mond: Suhajda
Antal Akasztó polgármestere.
Avató beszédet mond: Dr. Négyesi Lajos hadtörténész.

Het lokale Citergezelschap zorgde voor de muzikale noot. Közreműködik az
Akasztói Citerazenekar

Het monument werd ingezegend door de lokale pastoor van de parochiekerk. Hősi Emlékművet
felszenteli: Gelányi Ferenc apát plébános.

De burgemeester
onthult het nieuwe plakket aan het gerenoveerde monument.

Gyuris Ferenc alpolgármester-loco burgemeester en Csehi Zoltán,
képviselő-gemeenteraadslid leggen bloemen neer namens het gemeentebestuur (Önkormányzat).

Algemeen zicht op het
vernieuwde monument en dito plaket. I. Világháború Hősi Emlékművet.

De bloemen van het
gemeentebestuur en het lokale wijngenootschap. De eenzame roos is van een familie wiens grootvader in die oorlog sneuvelde en zijn naam staat op het plaket.

Zicht op het plaket
zelf. Merkwaardig is dat er ook slachtoffers bijstaan - van de rode terreur staat er - van het regime, vlak na
de oorlog (een soort communistisch bewind). Dit was tijdens de Radenrepubliek met Béla Kun.
De tentoonstelling
naar aanleiding van de 100ste verjaardag van het begin van WO I. - I.Világháború 100. évfordulója alkalmából rendezett kiállítás megnyitó a Faluházban.

Zichten binnen de
tentoonstelling. Persoonlijke documenten van een soldaat. Foto's en brieven.

Zichten binnen de
tentoonstelling. Een kaart geeft een overzicht van het Westelijke front. Hier waren geen Hongaren bij de gevechten betrokken. Over die geschiedenis konden we veel leren tijdens het VRT programma, waar het front over de hele lengte werd afgewandeld. Bij ons is hierover weinig bekend en ook weinig aandacht.

Zichten binnen de
tentoonstelling. De Hongaarse soldaten vochten bloedige gevechten uit aan het Italiaanse front meestal in berggebied. Er waren ook zware gevechten in wat nu Albanië is. Hier zijn foto's te zien.

Zichten binnen de
tentoonstelling. Panelen geven een overzicht van brieven en berichten van soldaten naar het thuisfront.

Zichten binnen de
tentoonstelling. Nog meer panelen met foto's en brieven van betrokken soldaten.

Zichten binnen de
tentoonstelling. Op de tafel boeken over die oorlog, persoonlijke bezittingen van soldaten, individuele foto's, een Duitse bajonet en fotoboeken.

Zichten binnen de
tentoonstelling. Een detailfoto van de betrokken tafel met nu een geallieerde bajonet, boeken een veldfles enz.
Bron:
eigen ervaring en wikipedia.com eigen fotos.
Summary: This days it is exact 100 years ago that a murder-attact on the Austrian heir to the throne Frans Ferdinand and his wife Sofie in Sarajevo was an occasion to start the first World War. Indeed there were more causes. Hungary was in that time a piece of the Austrian-Hungarian dobble-monarchy. So when Austria decleared war to Serbia (where the murderer Gavrilo Princip came from and there were always troubles with this country) Hungary get involved in this war but on the "German"-Triple Entente side of the front. In this war many Hungarian soldiers were killed. In the village of Akaszto, the local government placed a new commemoration monument (with the help of European money). This inauguration was followed by the opening of an exhibition "100 years of the first World War" in the local cultural center. We were present and bring pictures of this two events. In between I give some explanation of the historical situation in that time. Sarajevo was in this ages in Austrian Hungarian territory. This city is now the capital of the country Bosnia-Hercegovina (after the Yugoslavia civil war). It was interesting to see pictures of soldiers who were fighting against the allies but mostly on the Italian and Balcan fronts.
|