Izsák-Akasztó. Naast het gewone dagelijkse ringwerk (meggyűrűz), uitgevoerd door een vaste staf aangevuld met vele vrijwilligers - in de zomer vooral studenten -, in het ringstation van Kolon tó (Kolon-tavi madárvárta) zijn er af en toe speciale activiteiten rond een bepaalde vogel (madár) en dan is Zsófi in de buurt . Een dergelijke actie wordt gevoerd rond de Nachtzwaluw (Caprimulgus europeaus) of de lappantyú. Gedurende de maanden augustus en september wordt geprobeerd een aantal van de vogels ringen. Dit is niet eenvoudig want die vogel is actief in het donker of het schemerdonker d.w.z. 's avonds of 's morgens voor zonsopgang. Speciale netten worden daartoe geplaatst en om de vogel te lokken wordt een speciale techniek toegepast. Wij hadden het geluk een aantal jonge vogels (4 - waarvan 1 terugvangst) te zien op één of andere vroege morgen, want deze prachtvogel leeft in de omgeving van het ringstation. Vorig jaar zag ikzelf voor het eerst een exemplaar in levende lijve. Over deze vogel hoorde ik voor het eerst jaren (toen was ik nog geen "vogelaar") geleden bij het lezen van de roman van Robin Hannelore "Requiem voor de Geitenmelker" (Leuven-Davidsfonds). Want inderdaad een soort dialectische naam voor deze vogel is "geitenmelker". In het Duits noemt deze vogel letterlijk: Ziegenmelker.
Maar wat moeten we weten over deze vogel?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Nachtzwaluwen (Caprimulgidae) zijn een familie van vogels. Deze familie telt 92 soorten. Het zijn nachtdieren (Éjjeli állatok), maar anders dan hun naam doet vermoeden, zijn ze niet verwant met de zwaluw
en/of gierzwaluw. De in West-Europa voorkomende soort staat onder veel namen
bekend. De meest gebruikte naam die ook in veel andere talen voorkomt is de "geitenmelker". In werkelijkheid is de geitenmelker slechts één van de ruim 70 soorten nachtzwaluwen.
De verschillende soorten nachtzwaluwen lijken wat uiterlijk betreft sterk op elkaar. De meesten zijn ongeveer 25 cm lang, en hebben een grijze kleur met bruine en zwarte vlekken. Hun zwarte snavel is klein, maar ze kunnen hem zeer wijd openen. Wijd genoeg om als het moet een ei of een vogeltje in te dragen. Rondom de snavel heeft de nachtzwaluw stevige borstels. De poten zijn roodbruin. Het volwassen mannetje heeft witte vlekken op de vleugels en staart, die een rol spelen bij de balts. De witte vlekken op de staart en de vleugels van het mannetje helpen hem bij het herkennen door de vrouwtjes (die dat niet hebben). Het mannetje vliegt in grote kringen om het vrouwtje heen, waarbij hij nu en dan zijn vleugels onbeweeglijk boven zijn kop houdt en zijn staartveren laag uitspreidt. De witte vlekken zijn dan duidelijk te zien. De vleugels zijn bij de meeste nachtzwaluwen tamelijk groot.
De meeste nachtzwaluwen worden actief als de schemering invalt. Hij voedt zich dan met kevers, langpootmuggen, nachtvlinders en andere insecten, die hij bewaart in een keelzak. Lange tijd werd gedacht dat de nachtzwaluw met open snavel vliegt en wacht totdat de insecten vanzelf naar binnen vliegen. Maar tegenwoordig weet men dat hij vliegt met gesloten snavel, die hij pas op het laatste moment opent om zijn maal te verschalken. Overdag rusten ze op de grond of in een boom en vertrouwen ze op hun vaak perfecte schutkleur. Die kleur komt niet altijd overeen met die van zijn omgeving, maar zijn kleurpatroon is dermate vlekkerig dat hij aan het oog ontsnapt. Alleen zijn ogen voldoen niet aan deze ideale schutkleur, en het is daarom dat hij zijn ogen meestal sluit als er overdag een vijand nadert.
Tijdens de broedperiode na zonsondergang laat het mannetje nachtzwaluw een snorrende zang horen, hij zit dan meestal op een uiteinde van een tak. Het hoogtepunt van de zangactiviteit ligt tot twee uur na zonsondergang. Rond twee uur voor zonsopgang vindt er een opleving van de zangactiviteit plaats die eindigt een uur voor zonsopkomst. Zijn zang is een bevreemdend, trillend geluid. Het is een enigszins mechanisch getril, van variabele intensiteit, dat hij na zonsondergang zittend vanaf een uitkijkpost ten gehore brengt. In de vlucht heeft de nachtzwaluw een zachte maar scherpe roep, die regelmatig herhaald wordt om contact te leggen met soortgenoten.
De nachtzwaluw maakt geen nest (fészek), hoogstens verwijdert hij wat gras dat in de weg ligt. Het vrouwtje legt eind mei twee eieren en neemt vervolgens het grootste deel van het broeden voor haar rekening. Soms neemt het mannetje die taak even over, kort na het invallen van de schemering. De broedtijd duurt ongeveer 18 dagen, en na het uitkomen van de eieren worden de jongen gedurende eenzelfde periode door de ouders gevoerd. Wordt het nest in die periode door een vijand belaagd, dan houden de jongen zich doodstil. De vader of moeder doet of hij vleugellam is, om de aandacht van de vijand af te leiden. Nadert de vijand te zeer, dan doet de ouder een uitval met wijd open snavel. De vijand wordt daardoor meestal afgeschrikt. Wanneer het nest met eieren te vaak wordt verstoord, dan besluiten de ouders tot een verhuizing. Ze rollen de eieren achteruitlopend over de grond naar een plek die ze beter bevalt, of ze dragen de eieren in hun snavel. Een enkele keer verhuist de nachtzwaluw als de eieren al zijn uitgekomen, en dan draagt hij de kuikens aan de poten naar de nieuwe behuizing. De Europese nachtzwaluw heeft vaak een tweede legsel. Behalve tijdens natte koude zomers.
Nachtzwaluwen leven doorgaans op droge en open terreinen. Het zijn zomervogels, die de winter doorbrengen in tropisch Afrika. Rond deze vogel bestaan allerlei volksverhalen en mythen, die helaas geen van allen enige positieve eigenschappen aan de vogel toedichten. Zo wordt hij wel de geitenmelker genoemd omdat men dacht dat de vogel 's nachts bij schapen- en geitenmelk dronk. Een andere bijnaam is dagslaper, wat te maken heeft met het mysterieuze leven van de nachtzwaluw: overdag zie je ze niet of maar zelden en 's nachts produceert de vogel vreemde geluiden.
Het fotoverslag.

En dit is de betrokken vogel: de nachtzwaluw (Caprimulgus europeaus - lappantyú), vers uit het net gehaald, onchristelijk vroeg in de morgen. Bemerk de grote ogen, ja het is dan ook een echte 'nachtraaf', vliegt graag in het donker.

Snel een paar foto's schieten van de vogel...Er zijn dus nog 'vroege' vogels...waaronder nog andere Belgen.

En dan het nauwkeurig onderzoek van dit exemplaar beginnen, controle van de veren, vleugels, kleurkenmerken...

Van elk exemplaar wordt een nauwkeurige foto van een vleugel gemaakt, hier kan men o.a. zien of het over een mannelijk of vrouwelijk exemplaar gaat, of het om een jonge of oude vogel gaat.....

De ringer onderzoekt nauwkeurig de pennen van de vleugel, daaruit valt het en het ander te leren. Het wit blad zorgt voor contrast bij de foto's en op dit blad komt dan de nummer van de desbetreffende ring.

Het desbetreffende onderzoek gaat verder. De ringer moet wel over heel wat kennis beschikken over deze vogelsoort.

Uit de vleugeltekening kan heel wat afgeleid worden of het bijvoorbeeld over een mannelijk exemplaar of over een jong dier gaat.

Bemerk de balans want inderdaad elke vogel wordt gewogen. Dit gebeurt ook met andere gevangen vogels.

Verder onderzoek van dit exemplaar. Als ik het goed voorheb is dit een mannelijk exemplaar gezien de tekening op het einde van de vleugel.

Tijd voor de foto van de vleugel van het betreffende exemplaar. De nummer van de ring staat vermeld op het blad. Dit blad zorgt tevens voor een beter contrast van de foto.

Tijd om de vogel in de databank op te nemen. Achter de PC Zsófi Gallai, student "Bachelor in Wildlife Conservation and Management" aan de Szent István universiteit van Gödöllő. Zij wil van dit project haar afstudeerwerk maken. Als zij er niet persoonlijk is nemen andere ringers die taak over.

Bij de database hoort ook een speciaal gemaakte foto van de vleugel van dit exemplaar. De nummer van de ring staat op de pagina vermeld.

Een detailfoto van de pagina van de database op de PC. Heel wat info: nummer van de ring, de datum enz.

Tijd om dit exemplaar opnieuw de weide natuur in te sturen........heel wat supporters.....
Bron: eigen ervaring, eigen foto's (genomen op verschillende tijdstippen en niet allemaal van hetzelfde exemplaar) en eerder geschreven artikel over deze prachtvogel.
|