Ik ben Anneleen, Debbie en Veerle, en gebruik soms ook wel de schuilnaam surinimichicks.
Ik ben een vrouw en woon in Brussel (België) en mijn beroep is Studenten sociale verpleegkunde.
Ik ben geboren op 08/02/2009 en ben nu dus 16 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Verpleegkunde, jeugdbeweging, liefde.
Groetjes uit Suriname
Reisverslag uit Paramaribo
20-03-2009
Fa waka?
Enkele dagen na mij verjaardag
werd ik wakker met zicht op de Atlantische Oceaan die door een teveel aan regen
uit zijn oevers was getreden en zich een weg had gebaand naar onze straat. Het
kon ook de surinamerivier geweest zijn, maar dat maakt het allemaal minder
spannend en de geur van vis blijft de geur van vis! Hoog en droog op onze
bovenverdieping hadden we een geweldig uitzicht op voorbijdrijvende schoenen,
kleren, stukken deur en waaghalzige chauffeurs die hun auto voor duikboot namen
maar tevergeefs ergens halverwege de straat tot stilstand kwamen.. voor een dag
of 3.. Vele huizen onderstroomden, meubels werden naar buiten gedragen,
zandzakjes werden klaargemaakt. Blijkbaar was er zelden zon regenval (en
bijkomende schade) geweest en dus verdriet alom. Maar niet overal. Reeds rond
19u hoorden we gezang, gelach en geroep even verderop in de straat. Er was
blijkbaar een feestje aan de gang. Toen 2 voorbijgangers, met het strakke plan
om naar huis te gaan, ons balkonnetje passeerden, had Veerle er niets beter op
gevonden één van beide mannen uit te dagen een ritje te maken op onze
luchtmatras. Met als gevolg dat we een half uur later alle drie op het feestje
onze Belgische moves lieten zien, passagiers waren van de multiculturele trein
die af en toe vertrekkende van op de oprit een toertje deed in het water, onze Surinaamse
vocabulaire wat bijschaafden en een beetje dizzie ons bed indoken. Dit feestje
werd de voorloper van het bijwonen van het verjaardagsfeest van onze
onderbuurman die 36 werd en de verjaardag van iemand die 60 wordt komende
zaterdag.. U ziet wij passen ons aan. Flexibiliteit is immers een belangrijke
eigenschap van een verpleegkundige.
Ondertussen is het waterpeil weer
gedaald tot 35°C en dringt gezucht en gezaag zich op over hoe heet het toch wel
niet is en wie er zich straks het eerst zal douchen.. Heerlijk!
Woensdag was het een nationale
feestdag in heel Suriname. Maar t waren enkel de Hindoestanen (en de
stagiaires) die feest vierden. Holi Paghwa, zo wordt de dag genoemd, is voor
deze bevolkingsgroep het feest van de lente, de oogst, de welvaart, in het
algemeen de overwinning van het goede op het kwaad. Door mensen op straat gids
te laten spelen kwamen we aan bij een Hindoestaanse gemeente (kerk). Het feest
was al even voorbij en de kuis was al enkele uurtjes ingezet. Toch werden we
vriendelijk ontvangen, kregen een soort van bloem met kruiden- donut met een
zeer pikant sausje op basis van aardappelpuree en wat soft in onze handen
geduwd. We werden met roos,-geel,-groen- verfpoeder bewerkt (de kleuren
symboliseren de lente en het goede) en na een kleine inleiding in het jaarlijkse
gebeuren zetten we, samen met de inmiddels gearriveerde buurmeisjes, onze tocht
verder. Onderweg werden we nog eens opgehouden door enkele Hindoestanen die onze
ondertussen al lichtgebruinde huid verder decoreerden met wat blauw en paars. Onze
laatste stopplaats was een voetbalveld waar een hele meute Hindoestanen was
samengekomen om het kleurwerk verder te zetten terwijl een bandje wat gezellig
lag te tokkelen. Je hoeft in Suriname dus niet altijd drugs te gebruiken om
naar bloemetjes te ruiken en regenboogjes om je heen te zien.
Donderdag kwamen Kris (Veerles
mama) en Nicole (een vriendin van Veerles mama) aan in Suriname. Zij zullen
hier een rondreis maken van 16 dagen. Wij stonden onze mamas (dat zijn nu ook
eventjes) op te wachten in hun hotel, brachten hun valiezen naar de hotelkamer
en namen lekkerbekkend 3 grote pakken Belgische paaseieren in ontvangst.. Nadien
leidden we hen naar het lekkerste restaurant van Suriname waar we ons buikje op
hun kosten mochten rond eten (nogmaals dank!) In ruil hiervoor ontvingen wij de
mamas de volgende dag in ons stulpje waar ze kennismaakten met de boosdoeners
van onze nieuwe verslaving: bananenchips. Na een bami met scampi vergezelden we
elkaar nog voor een cocktail op het terras van de zanzibar waar even later onze
wegen splitsen.
Maar niet voor lang..
Zondag stond Overbridge op het
programma en hier zagen we elkaar weer. Midden in het ongerepte oerwoud van
Zuid-Amerika, aan de oever van de Suriname rivier ligt Overbridge River Resort.
Een paradijselijk recreatieoord omringd door het haast mysterieuze en ondoordringbare
bos van woudreuzen, lianen, palmen en de alles overschaduwende majestueuze kankantries.
Pure ongerepte wildernis waar de rust en stilte alleen nog wordt doorbroken door
het gezang van vogels, het kwaken van kikkers en het schuren van droge bladeren
door spelende salamanders. Aan de oevers van de machtige Surinamerivier met
haar zandbanken, eilanden en rotsen leven nog de oorspronkelijke bewoners, de
Indianen en Marrons.. Een boekje in de hand, een lekkere lunch, een verfrissend
stukje fruit en leuk gezelschap, meer hoefde een luie zonnige zondag niet te
zijn..
Woensdagochtend vertrokken we met
Zuster Diana (die instaat voor resocialisatie), Broeder Delano (preventie), een
kokkin en 3 inwoners van het dorpje richting Witagrond. (zie Debbies verslagje).
Rond 11u s ochtends stapten we in 2 jeeps na eerst nog even de Goden te hebben
aangeroepen alle mogelijke hindernissen van de baan te houden voor een 6uur
durende rit. De tocht werd verlengd doordat onze jeep vast kwam te zitten
in het slijk. Door de hulp van voorbijgangers (en voor onze begeleiders een
opnieuw schietgebedje tot God) kwamen we er met vuile maar zonder kleerscheuren
vanaf. Aangekomen in Witagron hingen we onze pasgekochte hangmatten op,
groetten we de bevolking, baadden in de rivier, lieten we onze behoeften achter
met ons gat in een gat, genoten we van een lekkere maaltijd en kropen we na een
voorlichting over drugs en alcohol moe onze hut (vol reuzespinnen en
vleermuizen) in voor een nacht zonder slaap. Om half 7 ging de wekker en
zochten we enkele inwoners op om hun mening te horen over de mogelijkheden tot
werkvoorziening. De meesten in het dorpje hebben wel een eigen kostgrond, maar
stichting de stem had ons opgedragen na te gaan uit welk product (pindas,
suikerriet, maïs, ) de meeste winst kon worden gehaald op zon kort mogelijke
tijd. Ook dienden we onze hoofden bij elkaar te steken rond het
leerkrachtentekort-probleem. Er is geen openbaar vervoer en de leerkrachten
(die heen en weer rijden via autostop) kunnen geen weken blijven want dan is
ook hun proviand naar binnengewerkt. Met als gevolg er op dit moment
één leerkracht tijdelijk aanwezig is en enkel voor de 3e en 4e
klas, de andere kinderen gaan gewoon niet naar school en wanneer de leerkracht
weer huiswaarts keert gaat de school dicht. Na een voormiddag vol denkwerk
vertrokken we met de boot richting de raleighvallen en een aantal andere
watervallen. Samen met onze begeleiders beklommen we de manarival en maakten we
een tussenstop op het fungu-eiland waar we genoten van het PRACHTIGE uitzicht.
Nadien bezochten we nog het kamp van reggi onze bootsman, waar hij enkele toeristische vertoef- en slaapplaatsen
aan het opzetten is. Hij kent het gebied als het ware uit zijn broekzak en wil
in tegenstelling tot de dure touroperators aan democratische prijzen
buitenlanders de mooiste plekken en vallen laten zien (zoals hij dit voor ons
ook had gedaan). Net voor we weer aanmeerden op Witagron, maakten we nog een
kleine afstap op Kaaimanston, een dorpje dat sinds enkele maanden verlaten is
door zijn gehele bevolking. Iedereen is naar de stad getrokken om er werk en
leven op te zoeken. De meeste hutjes waren proper achtergelaten en met slot
vergrendeld. Dit gaf een vreemd gevoel. Het leek er op of ergens in de toekomst
hun terugkomst wel gepland was.. Na onze broekzakken en buiken te hebben
volgepropt met awaras, zure orangjes, mandarijntjes en sterappels die er voor
het plukken hingen stapten we voor de laatste keer het bootje in.
Bij het aankomen in onze hut
deden we een minder leuke ontdekking. Veerles gsm en Ipod en Debbies gsm (ze
had de mijne in bruikleen) bleken gestolen. Nadat we eerst alle zakken en
tassen 3 keer hadden doorzocht haalden we onze begeleiders erbij. Het was echt
een domper op te feestvreugde. Het ging ons niet om de waarde die aan de
luxespullen gekoppeld was maar om het feit dat we met een heel ander doel op
die plaats waren dan rijke blanke Europeanen te komen uithangen. Het dorpshoofd
was er niet mee gediend. Vanuit onze hut (we wouden immers de gemeentedienst
niet bijwonen) hoorden we geroep, eerder geschreeuw, dan weer gezang en gebeden
tot God, weer geschreeuw en gezang.. Tot een kleine jongen kwam aankloppen om
te zeggen dat er al één item was teruggevonden bij diegene waarvan ze een
vermoeden hadden en dat ze hem nu gingen uitvragen over de andere spullen en
een eventuele compagnon. De grote mannen hebben een plan opgezet om alles te
vinden! Rusten jullie nog maar wat uit. Een kwartier later stak Delano de ipod en de 2
gsms ons opnieuw in de handen. Hij zei dat de dief nu in de gemeente zat
zodat iedereen hem kon zien. Hij bekeek ons uitnodigend.. Wij antwoordden dat
het voldoende was onze spullen terug te hebben, dat we helemaal niet hoefden te
weten wie ze gestolen had en dat we hoopten dat de straf niet te zwaar zou
zijn. Dat is de wet van het dorpshoofd, zei onze begeleider. Het fijne weten
we er niet van, maar fijn zal het voor het boefje alleszins niet geweest zijn.
We bedankten iedereen nog eens voor de moeite voor we gingen hangen. Geen
dank, dank de Heer, God is een groot man, was het antwoord.
Om kwart na 4 s ochtends stonden
we gepakt en gezakt om te vertrekken. Het gebedje om God aan te roepen ons op
de weg bij te staan, was ondertussen al een gewoonte geworden. Maar toen Delano
onderweg zijn plastiek van rond zijn zoete broodjes naar buiten wierp, stak
Debbie haar wijsvinger op: Jamaar, zo vervuil je de natuur wel! Ik vervolgde
met Ja en God zal het niet oprapen! Hij kon er gelukkig mee lachen en bracht
ons veilig en wel naar de Japonicastraat, waar het op dit moment 13u55 is en
mijn wallen mij naar mijn bed doen verlangen.. en bovendien 'mi bere angri!'