Ik ben Anneleen, Debbie en Veerle, en gebruik soms ook wel de schuilnaam surinimichicks.
Ik ben een vrouw en woon in Brussel (België) en mijn beroep is Studenten sociale verpleegkunde.
Ik ben geboren op 08/02/2009 en ben nu dus 16 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Verpleegkunde, jeugdbeweging, liefde.
Groetjes uit Suriname
Reisverslag uit Paramaribo
01-03-2009
Hallo België,
Het lijkt misschien niet zo, maar ook ik ben mee! En dien dus
ook in te staan voor het relaas van onze
prachtige ervaring hier. Ik schrijf nu eenmaal echt niet graag maar alleen al
om ambras int huishouden te ontlopen zet ik mij vol goede moed achter de
computer en tracht ik jullie mee te nemen op onze uitstapjes van gisteren en
vorige week.
Zaterdag (21/02) stond een bezoekje aan de vlinderkwekerij
en Santigron op het programma. Rond 9u werden we opgehaald door een busje en na
ook onze 2 buurmeisjes te hebben opgepikt vertrokken we richting Lelydorp, een kleine
stadje op een 18 kilometer ten zuiden van Paramaribo, waar even hierbuiten zich
de Vlindertuin bevindt. Daar aangekomen
werden we ontvangen door één van de plaatselijke gidsen. We waren nog maar net
de kleine jungle ingewandeld of de muskieten zaten met zn tienen al lustig hun
dorst te lessen. Ooooh jaaa, zei de vrouw van de organisatie,nou had ik dat
niet gezegd? Jullie zouden jullie toch met muggenmelk moeten insmeren, toch!?(
Ja toch? Niet? Alle Surinamers sluiten hun zinnen met deze woorden..) Gelukkig
was één van onze buurmeisjes hierop voorzien, waarvoor dank Griet, en stinkend
naar DEET volgden we nieuwsgierig onze gids. Zij nam ons mee in het proces van
de bevruchting, het splitsen van de verschillende eitjes (want ook in de
vlinderwereld heerst kannibalisme) het voeden van jonge rupsen en het
verwijderen van de volwassenen zodat deze zich rustig tot pop kunnen vervormen
om na een kleine week te ontpoppen tot prachtige vlinders. Er was ook een
enorme plantage te bezichtigen die door de opvang van regenwater in een enorme
bassin werd bevloeid. Daarna brachten we nog een bezoekje aan de rest van de
dieren; witte ratten liepen elkaar in de weg om toch maar niet als volgende
maaltijd te worden gekozen voor de slangen. Deze daarentegen verteerden al slapend
hun maandelijks appetijtje. Er waren ook landschildpadden, sommigen kwamen eens
nieuwsgierig piepen, andere trachtten weg te vluchten (hahaha) nog anderen
deden rustig verder waarmee ze bezig waren: een hitsige vrijpartij. Om af te
sluiten deelden we onze ervaringen in het gastenboek, bedankten de gids en
bracht het busje ons naar het centrum van Lelydorp.
Lelydorp is
de hoofdplaats van het district Wanica, gelegen aan de Indira Gandhiweg van Paramaribo naar Zanderij
(waar we een 3-tal weken geleden onze eerste voetprints op de Surinaamse grond
plaatsten). Het aantal inwoners wordt geschat op zon 15000, waarmee het de 2e
plaats inneemt na Paramaribo. Lelydorp heeft een multiculturele samenleving die
bestaat uit alle bevolkingsgroepen die in Suriname te vinden zijn, zoals
Hindoestanen, Creolen en voornamelijk Javanen. Tijana, onze touroperator, nam
ons dan ook mee naar een Javaans eettentje waar we gebakken banaan (heerlijk!),
roze pannenkoek met cocos (no comment), een kippensateetje voor Veerle en voor
Debbie een loempia met kip en kousenband (soort van zeer lange
princessenboontjes maar dan in kleine stukjes) (lekkeueur!) naar binnen speelden.
Ons buikje vol en rond (dat mag ook wel, want onze
weegschaal toont wat minder kilootjes aan dan bij aankomst) vertrokken we naar
Santigron (Zandgrond), een historisch marrondorpje, gelegen aan de rechteroever
van de surinamerivier en opgericht rond de afschaffing van de slavernij. Putn en boeltn een uur lang! Maar het was
zeker de moeite waard! Het dorpje had een soort charme over zich door de kleine
houten hutjes, de tientallen kinderen voetballend op straat, de verering van voorouders met
bier, een huis voor ongestelde en zwangere vrouwen, het pletten van vruchten
voor limonade, het urenlang vissen zonder opbrengst.. maar werd anderzijds
doorbroken door de enkele stenen huizen, mooi bemeubeld, luide muziek uit grote
blaffers bewoond door jonge mannen in jeans, een Amerikaans hockeytruitje en
een gouden ketting.. Opnieuw leidde een gids, die wat buiten het dorpje woont,
ons rond, haalde wat historiek naar boven en liet ons informatief bevredigd
vertrekken..
Terug op de normale weg, maakten we een stop bij het huis
van Tijana, waar haar mama ons hartelijk ontving en klaarstond met een
overheerlijke maaltijd. Saotosoep (gepluisde
kip, rijst, sajoscheuten, gebakken vermicelli overgoten met bouillonsoep, een
soort van kroketjes en bakabanas om af te sluiten. Jammie jammie! Wij zijn
fan! De vrouw, moeder van drie kinderen, vertelde energiek en levendig op een
uur tijd haar hele levensverhaal, allemaal zeer interessant, maar over de
anekdotes over de 200 condooms die ze mee had op reis en haar kind dat ze kwijt
was en tot tranen toe zocht tot ze het vond meedraaiend in de ventilator ,
hadden we onze twijfels. Ze nam ons mee naar haar tuin vol bruikbare groenten,
gaf ons nog wat kooktips en duwde ons alle 5 een calabas in de hand, een ronde
niet-eetbare vrucht, maar na uithollen van de kern en drogen in de zon, mooi
als sieradendoosje en handig als waskommetje op onze trips naar het binnenland.
Moe van een lange dag werden we weer
gedropt in de Japonicastraat.
De stageweek verliep weer hetzelfde als de vorige: het
doorbrengen van een voor- en namiddag op steeds een andere dienst. We hopen zo
snel mogelijk op een vaste afdeling te worden geplaatst om te kunnen
meedraaien.
Vrijdag (27/02) brachten we een bezoekje aande bibliotheek van de universiteit van
Suriname. Debbie keek er naar uit. Als je hier immers een mooie jongen
tegenkwam, was hij nog slim ook! Het onthaal verliep deze keer minder
gemakkelijk. Zonder Belgische studentenkaart kwam je er niet in, tassen moesten
worden opgeborgen op het bureau, indien er nog iets uit onze tas moest worden
gehaald dienden we dat voor het toezichthoudende oog van de secretaresse te
doen, boeken uitlenen kon niet zonder lid te zijn en indien we tijdelijk lid
wouden worden was een gesprek met de directeur vereist. Toch kregen we een
bezoekerspasje en mochten we een kijkje nemen in de boekenkamer. Na de uitleg
(stage-scriptie-info nodig) opnieuw te hebben gedaan deelde de man achter de balie
ons de kosten mee die kwamen kijken bij tijdelijk lidmaatschap. Het leek erop
alsof wij de eerste stagiaires waren ooit die de bib betraden. Ondertussen was
ook de directeur gearriveerd, hij schudde ons vriendelijk de hand en leidde ons
in in het computerprogramma waarmee door middel van trefwoorden de aanwezige
documentatie kan worden opgezocht. We sloten een deal dat indien het gebruik
van boeken en de bib 3 bezoeken zou overtreffen we ons lid zouden maken, zo
niet blijven de eerste visites gewoon gratis. Natuurlijk zullen we meerdere
uren in de bib slijten maar er zijn nog andere bibliotheken in suriname (o.a. een medische
bibliotheek) en wij willen natuurlijk de beste en dus diegene met de meest
bruikbare informatie, op een zo goedkope manier.
Gisteren was het weer uitstapjesdag. Actie en ontspanning,
wat een heerlijke combinatie! Om kwart na 6 stapten we met een groep van 10
(onze vriendenkring wordt steeds groter en groter en de prijs van excursies
daalt evenredig) de bus op richting Bergendal, een dorp en voormalige plantage
ongeveer 100 km ten zuiden van Paramaribo. Na een kleine plaspauze en
een ontbijt van broodjes met kaas en kip en een bakje koffie en/of thee
kwamen we rond 9u aan op een stukje paradijs op aarde. Een strand aan de oever
van de Surinamerivier, paalhutjes met strooien dakjes, houten ligstoelen en
hangmatten lagen op ons te wachten.. Na wat energie gehaald te hebben uit
sultanakoekjes en bananen vertrokken we verplicht mét wandelstok de blauwberg
op, waar onze gids (Hans die altijd lacht) ons meenam naar een panoramisch uitzicht
op de rivier en enkele malen halt hield om wat meer te vertellen over de
chinezen- en slavengraven die hier en daar te vinden waren. Na de afdaling
genoten we van een lekkere maaltijd bestaande uit: rijst, patatjes, boontjes,
maïs, tofu, kip, bananen, pompelmoes, genoeg voor iedereen en weer om onze
vingers van af te likken. De volgende activiteit was een 10-delige death-ride
in het midden van het bos, kabels tussen de 30 en 130 meter, hoogtes van 35
meter en als hoogtepunt death-ride over de surinamerivier. Kriebels in de buik
en een fantastisch uitzicht, al was het even schrikken toen we hoorden dat we
zelf dienden af te remmen door onszelf op te trekken aan ons rechterhand die
met een leren handschoen over de kabel mee gleed (en dus geen dubbel
touwenremsysteem zoals wij het kennen). Maar na de eerste vlucht leek ook dit
geen probleem meer. Een bootje bracht ons terug naar de overkant om na wat uit
te rusten elk een kayak in te stappen en de rivier te bevaren. Onze gids bracht
ons naar de mamakreek, een stukje in land ingesneden rivier. Verstand op nul en
genieten maar! Groen, groen, groen met enkel junglegeluiden op de achtergrond.. Zalig. Minder
rustgevend was het terugkeren, stroomopwaarts, wind tegen en REGEN! Maar onze
dag kon alvast niet meer stuk. En toen Veerle begon over haar kameleontocht
door de woestijn, begrepen we dat het tijd was om huiswaarts te keren. Op het
terras van t Vat sloten we een meer dan indrukwekkende en geslaagde dag af met
een hapje en een drankje om dan weer onder het muskietennet te kruipen
Mooi, t leven is mooi!
Anneleen x
Post Scriptum: Foto's binnenkort op www.picasaweb.be/veerdeban en facebook