Maandagochtend vertrokken we omstreeks 7 uur met een volgeladen busje en opgewekte gezichtjes richting Brownsberg. Na enkele uren rijden en kennis te maken met de 2 studentes van ergotherapie kwamen we aan op Brownsberg. Daar moesten we met ons busje een berg oprijden. Aangezien het behoorlijk geregend had, schoof ons busje soms wat weg. De diepe ravijnen naast ons maakten mij wel wat bang. We kwamen wel veilig aan op de berg. Daar maakten we een wandeling richting 2 mooie watervallen. De Leo-watervallen en de Irene-watervallen. De natuur was net als een TVspotje voor head&shoulders. De watervallen waren prachtig en het verfrissende water deed deugd na een toch wel behoorlijk zware wandeling! Daarna reden we door naar stone-island. Dit was een idyllisch plaatsje om te overnachten. Het is moeilijk om te beschrijven hoe de natuur ons zo onder de indruk maakte. s Avonds genoten we van een gezellig kampvuur en kropen moe maar voldaan ons bedje in.
Dinsdag reden we enkele uren met de bus richting een plaats waar we al ons materiaal moesten overladen in een koreaal. Dat is een klein bootje waar je met 2 naast elkaar kan zitten en het heeft geen afdak. We vaarden 4 uur naar onze slaapplaats voor de komende 6 nachten. Onderweg begon het behoorlijk te regenen waardoor we een beetje verkleumd aankwamen op het eiland api apaati. Aangezien het donker was toen we aankwamen konden we niet zien hoe het eiland eruitzag. We kropen na deze dag weeral vermoeid in ons bedje. Maar deze keer verliep het gaan slapen niet zo vlot. In onze hutjes zaten er overal reuzespinnen en kakkerlakken. Dit beloofde voor de komende 5 nachten die we er nog moesten doorbrengen!
Woensdag stonden we op en waren weeral maar eens onder de indruk van de prachtige natuur. Het eilandje was idyllisch. Het was een eiland van ongeveer 2 voetbalvelden groot. Op dit eiland woont er 1 familie inheemse mensen: een vader met zijn vrouw en 2 zonen. Tijdens de 6 dagen dat wij er waren logeerden er ook 1 nichtje, een kleindochter van Papada (de vader van dat eiland had 4 vrouwen waarbij hij 22 kinderen had en ettelijke kleinkinderen) en een neef die leerde met de koreaal varen. Het was precies een eiland dat recht uit de boekjes kwam. We hadden er geen douche, een wc die je moest doorspoelen met een emmer water, geen verlichting, geen stroom (behalve s avonds als de vader de stroomgenerator even aanzette om elektrische apparaten op te laden). We hadden er wel veel natuur, rondom ons overal een prachtige rivier, rotsen waarop we konden luieren en bruinen, palmbomen, de 4 kinderen die ons hart stalen en 2 gastvrije mensen die we nooit meer gaan vergeten! We bezochten die dag een dorpje dat daar dicht in de buurt was. Zoals men bij ons de auto neemt om ergens naartoe te gaan, nemen ze daar de koreaal of een klein bootje om naar een ander eiland te gaan. Dus zo vaarden wij met de koreaal richting het dichtste dorpje. Daar zagen we overal houten hutjes met rieten daken (net zoals op ons eiland). Alle vrouwen liepen er halfnaakt rond en bedekten zich enkel met enkele doeken die ze rond zich bonden. Onderweg stopten we ook even aan de medische post voor Delphine. Ze had al 5 weken last van een rare beet aan haar voet. De woensdag duwde ze nog eens op die beet en er bleek een wormpje in die beet te zitten. Ellen haalde het wormpje uit haar voet. Voor alle zekerheid (om te kijken of er nog wormpjes inzaten) lieten we het even controleren. Maar ze kon weer op haar beide oren slapen, want er zat geen enkel ander wormpje in. Het zag er wel wat angstaanjagend uit! Na het dorpje bezocht te hebben, stopten we even aan een stroomversnelling. Daar was er een natuurlijke glijbaan (we konden meeglijden met de stroom over de planten naar beneden) waar we dolle pret op beleefden. s Avonds kropen we verbrand, vermoeid en weeral maar eens voldaan in ons bed. Het ongedierte was me jammergenoeg niet gunstig gezind, want ik vond een reuzekakkerlak in mijn bed, een kakkerlak in de zak met mijn kleren en een sprinkhaan in mijn bed. Toen deze ongedierten allemaal verjaagd waren door Marcel (onze huisbaas en onze reisbegeleider) kropen we met een bang hartje in ons bed waar we toch goed sliepen.
Donderdag stonden we vroeg op om ons klaar te maken om een leuke dag tegemoet te gaan! We vertrokken omstreeks 8 uur met de koreaal richting Awarradam. Onderweg moesten we 2 keer uit de koreaal stappen om deze op een stroomversnelling naar omhoog te slepen. Dit was heel leuk om te doen! Het water had wel een enorme kracht waardoor iedereen eens onder water werd gezogen. Eénmaal aangekomen op Awarradam genoten we van het zonnetje op de rotsen. Daar konden we weer op een natuurlijk glijbaan ons amuseren. Deze was wel heel wat groter dan die die we de dag ervoor gedaan hadden. Wanneer je beneden in het water belandde moest je hard zwemmen om uit de stroming te komen. Else en ik probeerden ook naar de overkant van de rivier te zwemmen. De stroming bleek jammergenoeg iets te sterk te zijn waardoor we uitgeput (onder luid geroep van Marcel die wat ongerust was) terug naar de kant zwommen. In de namiddag vaarden we in het brandende zonnetje terug richting Api Apaati waar we genoten van een lekkere maaltijd van Marcel.
Vrijdag was een rustig dagje. We sliepen allemaal een beetje uit en in de namiddag vergezelden we Leen en Griet (de 2 meisjes van ergotherapie) richting het vliegveld Djoemoe. Zij vertrokken die dag al naar huis, aangezien zij vandaag opnieuw moesten beginnen met hun stage. Toen ik het sportvliegtuigje zag waar ik de maandag ook mee naar Paramaribo moest vliegen, sloeg de angst mij even om het lijf. Deze angst was ik rap vergeten toen we in de namiddag wat uitrusten op de rotsen. Papada had die dag een grote piranha gevangen. Jeffrey toonde ons hoe we dat dier moesten doden en Marcel maakte hem klaar voor ons. s Avonds gingen we even een kijkje nemen bij het dorpje naast ons waar er een feest plaatsvond. Het was een feest ter ere van iemand die 1 jaar geleden gestorven was. Want na 1 jaar mogen de rouwende mensen hun zwarte kleding afleggen en feesten. Toen we daar toekwamen voelden we ons helemaal niet op ons gemak. Iedereen bekeek ons raar. We bleven dan ook niet lang. Van de boottocht die nacht hebben we wel genoten. Boven ons was er een prachtige sterrenhemel met duizenden sterren (in België kan je nooit zoveel sterren zien!).
Zaterdag gingen we s ochtends opnieuw naar dit dorp aangezien er daar nu enkele optredens waren voor die overledene te herdenken. Wij hadden ons wel aan iets anders verwacht toen we er toekwamen. De mensen waren precies allemaal in trance. Ze deden zo zot als het maar zijn kon! Ze dansten als wilde beesten en riepen constant. Er was een man die constant met een geweer in de lucht schoot. Het was een heel spektakel om naar te kijken! Zo zie je maar hoe hard culturen kunnen verschillen.. Daarna zetten we ons boottochtje verder richting het Ananasgebergte. Deze hebben we beklommen. Eénmaal boven aangekomen hadden we een prachtig uitzicht over een klein deeltje van het regenwoud. Dit is een uitzicht om nooit meer te vergeten! In de namiddag genoten we opnieuw van het zonnetje en s avonds lieten Delphine en Ellen hun haar vlechten door Diane en Elizabeth (de nicht en het kleinkind). Ookal verstaan deze kinderen nauwelijks Nederlands, toch waren ze heel lief! Opeens hoorde ik s avonds heel wat rumoer. Blijkbaar was er opeens een zwarte schorpioen (dit blijkt heel giftig te zijn) tevoorschijn gekomen op de grond. Marcel heeft deze schorpioen gedood, waardoor we allemaal met een gerust hart konden slapen.
Zondag was de laatste volledige dag die we doorbrachten op Api Apaati. We gingen in de voormiddag knollen van cassaveplanten trekken. In de namiddag hebben we deze knollen gewassen, geschild en geraspt. Bij het raspen heeft iedereen (en echt wel iedereen) een deeltje van zijn vingers meegeraspt. Gelukkig zijn we allemaal ingeënt tegen tetanus, want de raspen waren blikken die opengerold waren en waar er gaatjes ingeslagen waren met een nagel en een hamer. Hoe deze mensen met zo weinig materiaal toch zoveel kunnen doen, is echt ongelofelijk! Daarna heeft Teta (de vrouw van het eiland) de cassave in een soort rol gehangen om het sap eruit te persen en te laten opdrogen. s Nachts werden de rollen cassave uitgerookt op het vuur. s Avonds genoten we van een gezellig kampvuurtje onder een prachtige sterrenhemel. De kinderen wouden een heel groot kampvuur maken want ze kwamen constant met halve bomen af om op het vuur te gooien. s Avonds kropen we met een dubbel gevoel in ons bed: enerzijds blij om de laatste avond te slapen tussen het ongedierte, anderzijds triest om te beseffen dat het wel werkelijk de laatste nacht op dit idyllische eiland was.
Vandaag stonden we allemaal op rond 9 uur om te genieten van het laatste ontbijt. Lies doodde de laatste spinnen en kakkerlakken in onze kamer (jaja, ze heeft al haar angsten overwonnen!). Teta leerde ons de gerookte cassave stampen, zeven en bakken. Waardoor we lekkere cassavebroden meekregen naar huis. s Middags namen we met een krop in de keel afscheid van de gastvrije, vriendelijke, onvergetelijke mensen en vaarden we met de koreaal richting het vliegveld Djoemoe. Ik stapte niet helemaal op mijn gemak in het vliegtuigje, maar dit was nergens voor nodig. Het was een heel leuke ervaring! Het was zelfs minder eng dan een groot vliegtuig. Ik heb genoten van het halfuurtje dat we over het oerwoud vlogen. Het is weeral een uitzicht/ervaring om nooit meer te vergeten! In de namiddag landden we terug in de hoofdstad Paramaribo, waar het busje ons opwachtte om ons naar huis te brengen.
Het valt moeilijk met woorden te beschrijven hoe een onvergetelijke week dit was. Ik draag dit zeker en vast mee voor de rest van mijn leven. Het heeft me doen inzien hoe mensen gelukkig kunnen zijn met het minste dat ze hebben, hoe ze kunnen lachen om de kleinste dingen, hoe ze kunnen leven met niets van luxe. Echt een prachtige ervaring om nooit meer te vergeten en een leuke afsluiter met onze groep!
In de loop van de komende dagen probeer ik enkele fotos op mijn blog te zetten.
Warme groetjes uit Paramaribo van een gelukkige Gielle x
28-04-2009 om 00:25
geschreven door Gielle 
|