De zenuwen stonden strak gespannen voor het startschot van het EK 2012 in Polen en Oekraïne. Verhalen over extremisme en hooliganisme in deze Oostbloklanden staken de kop op en verontrustten elke voetballiefhebber. Alsof dat nog niet volstond, werden ook de kwaliteit van de scheidsrechters en de spektakelwaarde van het toernooi serieus in vraag gesteld. Onterecht, zo bleek achteraf. Dit EK kan de geschiedenisboeken is als 'de verrijzenis van het voetbal'. . Dit doemdenken werd al snel onder de mat geveegd. Enkel na de beladen strijd tussen gastland Polen en voormalig bezetter Rusland geraakten de gemoederen echt verhit. We kregen veel meer beelden te zien van een empathisch publiek. Lachend en uitbundig vierend als de gelegenheid zich aanbood, pruillipend en treurend bij tegenslag. Ierland kreeg een 4-0 bolwassing van Spanje en toch bleven de Ierse fans zich kostelijk amuseren. Ze bleven de ziel uit hun lijf zingen en verdienen daar oneindig veel respect voor. Laten we met zijn alleen een voorbeeld nemen aan die dappere Ieren. Op die manier wordt voetbal echt een feest.
Toch moet er bij deze bewonderenswaardige sfeer een kanttekening geplaatst worden. De UEFA bezoedelde de ongedwongen ambiance door verachtelijke manipulatie. Iedereen herinnert zich wel het beeld van de Duitse bondscoach Joachim Löw die wat dolt met een ballenjongen. Was Löw werkelijk zó ontspannen tijdens het duel met Nederland dat hij daar tijd voor had? Het antwoord is schokkend. Deze beelden werden geschoten lang voordat beide landen elkaar het leven zuur probeerden te maken. Een soortgelijk incident was er in de halve finales tussen Italië en Duitsland. Na het tweede doelpunt van enfant terrible Mario Balotelli - een pegel in de winkelhaak - zag de voetbalwereld tranen rollen over de wangen van een Duitse vrouw. Achteraf bleek dat dit beeld geregistreerd was na het Duitse volkslied en dus niet nadat Balotelli zijn duivels voor een tweede keer ontbonden had.
De kunstmatige beïnvloeding van de UEFA valt niet goed te praten. Zelfs de beste advocaat die men bedenken kan, wordt in zijn hemd gezet als die ons zou willen overtuigen van het heil van dit bedrog. De waarheid verbloemen en mensen op het verkeerde been zetten - ook al is het hier niet met verschrikkelijke gevolgen - doet stalinistisch en nazistisch aan.
Het traditionele negativisme over de kwaliteit van de scheidsrechters werd bovendien nog maar eens van onder het stof gehaald. Alsof er nog niet genoeg pessimisme heerste voor de aanvang van dit toernooi.
Akkoord, het niveau van sommige arbiters is merkwaardig laag. Akkoord, wedstrijdleiders moeten constant in vraag gesteld worden. Het is immers doodzonde dat zon man - of vrouw, geen discriminatie hier - een wedstrijd volledig kapotfluit. Toch moeten spelers, trainers, fans en analisten eens stilstaan bij hun attitude tegenover deze ongelukkigen. Scheidsrechters stellen alles in het werk om de match in goede banen te leiden en we mogen hen dankbaar zijn dat ze deze o zo ondankbare job willen uitoefenen. Het is maar al te gemakkelijk om de zwarte piet door te schuiven naar de arbiters wanneer de sportieve verwachtingen niet ingelost worden. Vaak zijn fans gewoon overdreven fanatiek, zelfs een correcte beslissing tegen hun geliefde ploeg wordt aangevochten. Die mentaliteit moet dringend wijzigen.
Gelukkig bleven we dit EK grotendeels gespaard van kapitale scheidsrechterblunders. Natuurlijk waren er ook nu weer een hoop foutieve beslissingen, maar het bleef allemaal binnen de perken. Zo was er geen tweede Lampard-geval te bespeuren, een serieuze opluchting. Ook sportief keek men angstvallig tegen dit grootse voetbalevenement aan. In navolging van de verrassende Champions League-winnaar Chelsea zouden de zestien landen vooral de nadruk leggen op een gedegen organisatie. De spektakelwaarde van de confrontaties zou van ondergeschikt belang worden en zou vooral een stille dood sterven.
De spelers gaven de criticasters lik op stuk. In 31 duels werd slechts twee maal niet gescoord: dit was het geval in de toppers Engeland-Italië en Portugal-Spanje. Toch kan niemand beweren dat die wedstrijden niet om over naar huis te schrijven waren. Boeiende verlengingen en strafschoppenseries op leven en dood maakten de eerdere brilscore ruimschoots goed. In die penaltyloterij trapten twee voetballers zich zelfs naar pure heldenglorie. Met een briljante Panenka in het heetst van de strijd bewezen Andrea Pirlo en Sergio Ramos over een stel stalen zenuwen te beschikken.
Zoals voetbalanalist Johan Boskamp het kort en krachtig verwoordde, zo was het: Het was een ontzettend positief toernooi met bijna alleen maar aanvallend ingestelde ploegen. We kregen matchen voorgeschoteld om van te smullen, om de vingers van bij af te lekken. Er waren verrassingen zoals Griekenland en Portugal en revelaties zoals Dzagoev, Mandzukic en Alba. Kortom, alle ingrediënten waren aanwezig om dit toernooi als geslaagd te bestempelen.
Zelfs Italië, de ploeg die de laatste jaren zo koel beredeneerd overkwam, de ploeg die bekend stond om zijn catenaccio -een zeer defensieve speelstijl - bracht verfrissend voetbal op de mat. Italië voetbalde opnieuw met lef dankzij bondscoach Cesare Prandelli, een man voor wie net als voor de Ierse voetbalfans een eindeloos respect past. Zijn vrouw stierf aan borstkanker, maar hij is niet gaan huilen in een hoekje en hij werd al zeker geen onaangename man. Sterker zelfs, Prandelli wil een voorbeeld zijn en dat is hij ook. Eerlijk in zijn analyses, gentleman tegenover journalisten en erkentelijk tegenover de tegenstander, een verademing voor de voetbalwereld. Hij zorgde ervoor dat Italië een aantrekkelijke ploeg werd. Hij haalde het beste naar boven in zijn spelers. Pirlo werd dé artiest van dit EK, Balotelli liet zijn fratsen achterwege en werd een koele killer voor doel. Italië bereikte dan ook meer dan verdiend de finale.
Enkel Spanje was een maatje te groot voor deze sterke Italianen. Voor de finale leek de aantrekkingskracht en de ontegensprekelijke suprematie van het traditionele tiqui-taca voetbal af te nemen. In de finale snoerden de Spanjaarden echter de mond van elke criticaster. Deze keer werd het tiqui-taca voetbal wel gekoppeld aan passie en efficiëntie. Dat resulteerde in een overtuigende 4-0 overwinning en schitterend voetbal. Daarmee schrijven de Spanjaarden geschiedenis. Als enigste ploeg slaagden ze erin drie grote toernooien op een rij - EK, WK en nog eens EK- te winnen. Met Casillas en Xavi als enige dertigers ziet ook de toekomst voor La Selección er rooskleurig uit. Deze generatie Spanjaarden is een pletwals die voorlopig niet te stoppen valt. Benieuwd wie er stokken in de wielen van deze Spaanse machine kan steken in de strijd voor de wereldtitel. Hopelijk trekken alle ploegen de lijn van positief voetbal door en is ook België van de partij. Afspraak in Brazilië over twee jaar.