Daarjuist kindjes afgegeven... Razend kwaad. Heb het kunnen bedwingen, maar nu lopen de boosheid tranen over mijn gezicht. Verwarring, nijdigheid en duidelijkheid. De zwemles vandaag! met brevet, waar al zo lang naar utigekeken werd ... zal niks worden. De kleine lieve schat zal te laat komen. Want mijnheer perfect is een uur te laat! Wat een blaaskaak. Altijd mij laten slecht voelen dat ik dingen niet juist doe en dan zo een belangrijk feit laten schieten omdat hij liever uitgaat. Triestig. Maar pijn voor mijn lieve jongen. Pijn omdat hij weer zijn brevetje niet zal halen. Hij weet het nog niet ... maar ik weet al dat hij het nooit zal halen. Ik ben er niet ... voor de troostende juiste woorden. Om mijn kleintje op te vangen. Mijn sterkt punt. Mijn bijdrage in de opvoeding. Vandaag wordt iets kapot gemaakt. En ik kan niets doen. En ik haat hem hiervoor.
Ik haat hem ook omdat hij er zo bruin, fit en goed uitzag. Blakend van zelfvertrouwen. Ik voel me een kleine bange wezel.
Haat is beter als liefde voor iemand die het niet verdiend.
Wanneer stopt het? Wanneer laat ik los? Wanneer kan er terug een 10 minuten paseren zonder dat ik denk wat niet meer isi? Ik probeer, ik probeer zo hard. En soms, maak ik het mijzelf soms wijs dat het lukt. Ik geloof mijzelf dan voor heel even. De buitenwereld ziet het zelfs niet meer. Ze denken dat ik het zo goed doe. Ze denken dat ik mijzelf terugvind en geniet. Niemand ziet de valse glimlach. Niemand ziet het hard dat van binnen zo koud is als steen. Niemand ziet de grote pijn. De nederlaag, de eenzaamheid en de bitterheid. Ik kan me moeilijkconcentreren. Ik wil zo graag de knop *delete* gebruiken. Het volledig laten stoppen, de gekheid! Maar ik kan het niet. Terwijl ik wel weet dat ik de macht heb. Ik en alleen ik kan beslissen wanneer het genoeg is geweest. Maar ondertussen hang ik volledig vast. Misschien nog erger als vroeger Jaren heb ik slapend doorgebracht, ontekennend dat het leven niet was wat ik hoopte. Vluchtend in allerlei droomwereldjes en in de alledaagse sleur. En toen hij mij verving, ben ik verslaafd. Verslaafd aan zijn "zijn". Alles moet ik weten. Wie, wat, hoe, wanneer en ondertussen word ik verteerd van jaloezie en bitterheid. Ik moet er uit! Ik moet dit breken. En er is er maar eentje die dat kan! en dat ben ik. Het is als een drug! 14 jaar! en het moet stoppen. Op een dag zal ik het kunnen, maar vandaag nog niet!