In de laatste klaarte van alweer zo'n dag verdwijnt een ballon stilaan uit het zicht, hij lost op, tot hij er nooit echt lijkt geweest te zijn,
de mensen zijn altijd onderweg naar huis,
Nu op dit moment, bevind iedereen zich in de verte.
men had licht gemaakt.
In de verte groeit een feest, de gasten praten moeizaam mooie praatjes
jonge vrouwen met hun gladgestreken moedersrokken komen aan gelopen, een trompet toetert de eerste noten van het nieuwe spel,
In de verte beweegt een feest, In de verte beweegt het, leeft het,
De vader ziet zijn dochters heupen wiegen en vraagt zich af hoe lang het geleden is dat hij haar had gekend, hij merkt voor het eerst haar volle lijf op en hoe haar lippen trillen, woorden tuiten tot een man die hij niet kent. Hij vindt haar wulps en terzelfdertijd hoort hij zijn vrouw weer in gedachten haar eerste lieve woorden zeggen, van ge zijt zo schoon, zo mannelijk.
In de verte leeft een feest van schuifelend en aarzelend de eerste stappen, Slechts nog enkele geloven niet dat ge schoner zijt dan ooit als ge danst met heel uw hart. slechts nog enkele geloven dat ze niet graag dansen ze zijn bijna allemaal vertrokken
De vlecht van de vijftienjarige verliest na het losmaken haar eerste levensjaren, want hij had haar ten dans gevraagd, zij had haar nek ontbloot, dikke lippen lepelen naar een rode tong, ze krijgt haar eerste kus, ze zal nog nooit zo goed geslapen hebben
in de verte leeft een feest, in de verte heerst er dronken liefde het groeit onder de jurken van de jonge zwanen, in de grote glimlach van de vrouw, elk leven van een vreemde is nu achterwege gelaten, ieder van hen neemt deel aan het gebeuren van groot geluk en nee geen zorgen
Het onderhemdje van de grootmoeder vertoont jaarringen van 't vele springen, en ze springt en springt mannen met aktetassen bouwen stapels van om ter hoogst en de mijne is den grootste, hier wordt niet gekeerd en gekeurd, hier is geen straat, in den donker is alles zwart
In de verste verte van daar achter mijn horizon groeit een vurig volk, ze dansen met hun harde noten op de melodie ze kraken al die beenderen niemand kan nu nog niet aan 't dansen zijn, niemand nooit eerder had niemand nooit zo'n dans gemaakt, ze buitelden als honden door de aarde, ze tuimelen en turnen, twee oude mannen maken een vliegtuiggebaar,
het bruist het zwelt het feest
ooh nee nooit niemand nooit eerder had niemand dit geluk gezien.
want hier is het feest hier breekt men de potten
dit is de liefde,
de duif die aan de voeten zat schrikt wakker bij het ploffen van een korrel, ` acht, negen, tien misschien wel meer duiven schrikken wakker bij het ploffen, ze willen allen den eerste zijn, ze kronkelen langs elkaar heen, ze pikken in de natte aarde
een vrouw leunt hijgend op het puntje van haar paraplu, schuintegenover haar zit een man in grijstinten, met borstelige wenkbrauwen, een wollige lucht trekt weg uit zijn mond, hij zegt zacht en alleen tegen zichzelf " ik, ik wil surfen op de bochten'
In de verte is een feest en zo iets heb ik nog nooit gezien ik hoop dat er een levend standbeeld is