Inhoud blog
  • 602 Slozen
  • 601 W.O. II
  • 302 Gemeentelijke Basisschool Rossem
  • 301 K.V.L.V.
  • 16 Parochiezaal
    Zoeken in blog

    erfgoedrossem

    17-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 Kerk St.-Medardus en Gildardus
    In het boek "Geschiedenis van Wolvertem" van J.Lefèvre, L. Verhasselt en J. t' Kint vinden we historische gegevens over deze kerk.  Achteraan op de eerste paal rechts staat een euwenoud beeld van O.L.V. ten drieën.

    Over de kerk van Rossem berichtte ik reeds in mijn reeks “Toren roept haan”, cursiefjes van onder de toren van St.-Martinus Meise in de afleveringen 16 en 29.
    “Enkele geschiedkundige nota’s over de kerk en parochie Rossem” van Jacques ’t Kint gaat wat dieper in op de parochie en de pastorij, de kerk en de klokken.  In 1990 bestond de parochie 200 jaar en dat werd met grote luister gevierd, onder impuls van o.a. Gust De Bondt.  In het streeknieuws werd dat uitvoerig beschreven.  Er bestaat een herinneringsmedaille van die tijdens de natuurloop in Ossel in 1990 werd uitgedeeld.
    In de “Geschiedenis van Wolvertem” staat alles beschreven op pagina 761.

    17-05-2013 om 10:05 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 Site Rossem

    Het viel op dat buiten de kerk er niets getekend werd op de kaart van de Dorpsraad van Meise.  Waarom staat op deze kaart geen pastorij noch  schoolgebouw?  Misschien was er geen plaats meer.  Wij beschouwen ze als een minimumlijst.
    De kerk zou zelfs niet geklasseerd zijn en Monumenten en Landschappen blijkt niet de intentie te hebben de pastorij te klasseren.
    Na de hetze rond eventuele verkaveling door de kerkfabriek in Rossem bereikte dit dossier de werkgroep erfgoed van Berla.  Vorig jaar bezochten wij reeds de pastorij en ze zou beschreven worden.
    Een objectieve benadering van de site Rossem dringt zich op.  Onze lijst (Roel Van der Stighelen) gaat heel wat ruimer dan deze drie gebouwen. Het komt er nu op aan, buiten en vooral boven het politieke gekibbel, de lijst te laten erkennen door de bevoegde instanties.

    17-05-2013 om 10:05 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 Pastorie Rossem

    Zoals vermeld staat deze niet op de kaart van de Dorpsraad.  Dat is de reden, waarom ze niet op de lijst van de Meisewonderen staat.
    In “Enkele geschiedkundige nota’s over de parochie Rossem” lezen wij :
    In 1765, wanneer pastoor Stoefs tot tweede onderpastoor van Wolvertem benoemd werd, gingen drie boeren van Rossem de prelaat Valvekens te Brussel bezoeken “om te vraegen eenen heere, den welcken buyckvast tot Rossem zoude wonen om aldaar hunne kerckelijcke diensten te verrighten”.  De prelaat vroeg hun of zij dit “bij rechte of uitterminnen” vroegen en zij antwoordden dat, indien zij een mondeling akkoord konden sluiten, er geen proces moest ingespannen worden.
    De prelaat, die de grote moeilijkheden inzag van altijd van uit Wolvertem naar Rossem toe te gaan, zond zijnen Provisor om met de boeren akkoord te maken.
    Dit akkoord was uiteindelijk het volgende : de Prelaat zal te Rossem een pastorij bouwen, op zijn grond, ten zijnen laste en zelf onderhouden, maar de boeren van Rossem zullen 1000 gulden aan de abdij betalen en al de bouwmaterialen op hunnen kosten nemen : zij zullen ook nog een stuk grond ter beschikking stellen “om er een kareeloven” op te stellen.
    Dit akkoord is gesloten geweest met een notariële akt tussen de pater Provisor, afgevaardigde van de Prelaat en 9 van de bijzonderste boeren van Rossem, voor Phillippus Van Malderen, notaris en koster te Wolvertem, ten huize van Jan Robberechts te Rossem.
    Daarna moesten de boeren nog veel onderhandelen met pastoor Servaes uit Wolvertem, waarvan Rossem afhing, om aan zijn onderpastoor in Rossem een behoorlijke bediening toe te staan(22 mei 1766).
    De Prelaat gaf dan “commissie” aan onderpastoor Stoefs om een kareeloven te maken, bomen tegen de winter te kappen, enz.  Eindelijk heeft hij hem een plan van het huis gegeven.  De grondvesten waren voor de winter gereed, alsook de borreput.  In de uitkomen van 1767 is aan de bouw begonnen en onderpastoor Stoefs heeft de nieuwe pastorij van Rossem op 13 oktober 1767 kunnen bewonen.
    In 1842 werden de drie dorpen Meuzegem, Imde en Rossem onafhankelijke parochieën verklaard.

     De Pastorie
    Vrijstaande in oorsprong typische 18de eeuwse dorpspastorie (datumsteen 1767) gelegen te midden van een vrijwel vierkante volledig ommuurde tuin – deels sier-en deels moestuin – aan de straatzijde afgesloten met een lage bakstenen muur met pilasters en hekwerk (grondig gerestaureerd  1963). De in oorsprong 18de eeuwse pastorie  werd na een brand in 1916 grondig gerestaureerd waarbij een lagere L-vormige achterbouw in ‘historiserende’bouwwijze werd toegevoegd aan het originele rechthoekige volume. Van deze verbouwing zijn plannen bewaard gebleven, het ontwerp is een ontwerp van architect Robert Crignier uit 1916. Het 18de eeuwse volume is een bakstenen constructie van twee bouwlagen onder zadeldak, bekroond met een klokkenruitertje. Voorgevel van drie venstertraveeën (witstenen steekboogvensters). Beide zijgevels met geveldriehoek zijn vrijstaand en spaarzaam doorbroken met grote en kleine steekboogvensters. De pastorie is opgetrokken in een parement van veldovensteen, de lediaanse kalkzandsteen van Balegem werd enkel toegepast voor de plint, de hoekkettingen, de steekboogvensters, de toegangspoort en de stellinggaten. Van het oorspronkelijk 18de eeuwse buitenschrijnwerk met kleinhoutverdeling en buitenluiken is jammer geen spoor meer, alles werd vervangen door smaakloze PVC ramen. De balklagen worden in de voorgevel aangegeven middels smeedijzeren ankers met knoop en schieter.
    Het 18de eeuwse interieur werd in 1916 ingrijpend getransformeerd, waarbij alle originele vloeren, binnenschrijnwerk en stucplafonds verloren zijn gegaan en vervangen werden door modernere uitvoeringen.De planindeling van het gelijkvloers en de eerste verdieping gaan wel terug tot de 18de eeuwse situatie. Alle 18de eeuwse stenen en plankenvloeren werden vernieuwd, alle stucplafonds werden uitgevoerd in een stijl anno 1900, alle binnendeuren zijn lijst-en paneeldeuren ca. 1900. Bouwhistorisch waardevol is de nog intact bewaarde 18de eeuwse overwelfde kelderverdieping van de pastorie. Vloeren in gebakken aarde. Originele bakstenen gepleisterde gewelven van het zgn. boheemse type met tussengeslagen gordelbogen. Fraaie keldergaten met afgeschuinde dagkanten ,
    voorzien van smeedijzeren geerden.

    Johan Grootaers

    17-05-2013 om 10:05 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 Het schooltje van Rossem

    Iets meer oostwaarts in de dorpskern van Rossem bevindt zich de voormalige lagere jongensschool, volgens de ingemetselde  gedenkplaat , gebouwd in 1872 door bouwmeester Van Ysendijck. Het ommuurde bakstenen complex omvat aan de straatzijde de onderwijzerswoning met haaks erop de klassenvleugel. Zowel het tweelaagse dubbelhuis met zadeldak als de klaslokalen zijn opgetrokken in een sobere enigszins eclectisch geïnspireerde baksteenarchitectuur. Karakteristiek voor de symmetrische gevelopstanden zijn de lichtgetoogde vensteropeningen met T-vormig houten schrijnwerk, de overkragende dakranden op houten klossen en de niveaubelijnende brede muizentandfries. Een smallere fries vormt de bekroning van de hoge bakstenen muur die het gehele perceel aan de straatzijde afsluit
    Bron: Beschermingsdossier Rossem Agentschap Ruimte en Erfgoed 2009

    Johan Grootaers

    17-05-2013 om 10:04 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.902 Archief Rossem

    1. Bibliografie

    WAUTERS, Environs de Bruxelles, d. II, p. 324-325; GOETSCHALCKX., Album pastorum, p. 138-139; VERBESSELT, Het parochiekerkwezen, d. IV, p. 89-98.

    2.    Inlichtingen betreffende het archief

     

           Bestand Kerkarchief Brabant

           documenten van 1608 tot 1791 (0,10 strekkende meter)

           nummers 25.815-25.843

           Het archief van de pastorij werd in bewaring gegeven op het A.R. overeenkomstig de Archiefwet van 1955 (nrs. 25.815-25.843). Manualen en rekeningen van de kerk van Rossem worden in het archief van de parochiekerk van Wolvertem bewaard. (zie K.A.B. nrs. 4574 en volg.)

           25.815: oorkondenverzameling: 4 aktes (1608-1633)

           25.817-25.838: pastorij, algemeenheden, 18de e.

           25.834: manuaal van de inkomsten en uitgaven van de pastorij (1771-1785)

           25.822-25.824: staat van de goederen van de kerk en van de pastorij, 1787

           25.833: manuaal van de inkomsten en uitgaven van de kerk, 18de e.

           25.837: rentebewijzen, 18de e.

           25.825-25.832: rekeningen van de kerk (1770-1790)

           25.839, 25.842-25.843: staat van de goederen en manualen van de

                      Armentafel, 18de e.

           25.840-25.841: rekeningen van de Armentafel (1766-1768)

    3.    Archieftoegangen

           Inventaris:

           -   Inv. (XIV) van E. PERSOONS (nrs. 25.815-25.843).

     

    17-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.301 KVLV Rossem

    In 1921 hielden enkele vooruitstrevende vrouwen uit de parochies Rossem, Imde en Meuzegem besprekingen over nieuwe gilden en over nieuwe stichtingen voor de moeders, meestal uit landbouwmiddens.  De plaatselijke Boerinnenbond kwam tot stand op 17 april 1921 met pastoor Maes als proost.  Er waren ongeveer 70 leden. Toen gingen ze elk jaar te voet naar de boskapel en op bedevaart naar het heiligdom van St.-Jozef.
    In 1938 stichtte de Boerinnenbond met de jeugd de BJB (Boerinnenjeugdbond).  Louise Moernaut werd leidster.  De jeugd speelde toneel om geld te vergaren voor de parochie en voor de kerk.  In 1952 werd een nieuwe BJB-vlag gewijd en waren er grote feestelijkheden.  Nu nog is de onderlinge hulp voor leden in nood een belangrijke opdracht.
    Op 30 mei 1946 vierden ze hun 25 jarig bestaan. 
    Het volgend verslag hiervan werd opgetekend door L. Moerenhout :
    Er werd hulde gebracht aan mev rouw De Proft – Verlinden, voorzitster en Liza Huybrechts (81 jaar en stille kracht), de oudsten van de gilde : Louise Verbesselt, Jeanne Stevens en mevrouw Herbosch-De Valck).
    Een prachtig versierd lokaal lokte reeds door openstaande vensters de boerinnetjes binnen.  Maar als de hongerige magen de overgrote schotels met pistolets en krentenkoeken zagen staan, speelde een voldane glimlach op eenieders mond.
    E.H.Proost las het gebed en wenste iedereen oprecht smakelijk eten.  Meisjes van de BJB dienden de geurige koffie op.  ’t Was een echt plezier om te zien, hoe al onze boerinnetjes, na die lange oorlogsjaren weer eens vergaderd waren rond de koffietafel en hun hart ophaakden.
    Er was waarlijk een talrijke opkomst met 112 leden.
    Na de tafel sprak de heer Van Houte over “Elektriciteit in het huishouden”.  Er werd uitleg gegeven over war ampère, volt en  .  Vervolgens handelde de spreker over kortsluiting, oorzaken en voorkoming, over schakelbord en zekeringen.  Hij toonde het verschil tussen oude en nieuwe modellen.  De spreker handelde daarna over elektrische strijkijzers, de elektrische kachel met de nodige inlichtingen waarop de vrouw moet letten bij aankoop ervan.
    Nu kwam de viering van 25 jaar bestaan.  Een verslag over die periode werd voorgelezen, af en toe onderbroeken door een geestdriftig lied of daverend  applaus, door schrijfster Louise Moerenhout.
    Onze boerinnen werden vergast op op een fijn toneelstukje “leente BJB … met de daad”.  Vele tranen rolden, maar die werden altijd weggetoverd door luimige entr’actes.  Uit alle borsten dreunde “Lieve Vrouwke van ons land als groet aan de heilige moeder, voorbeeld voor al onze moeders.
    Met goed gevulde maag en lachende gezichten verlieten onze moeders de speelplaats onder een stralend zonnetje dat aan de blauwe hemel meevierde.
    In 1961 werd de BB herdoopt tot KVLV.  De naam veranderde, maar de vrouwen bleven dezelfde, trouw aan hun idealen en samen verbonden.
    De bestuursleden die de viering van 60 jaar in 1981 of 75 jaar op 16 juni 1996  hielpen waarmaken zijn :
    Godelieve De Boeck, Gabriëlle De Breucker,  Maria De Breucker, Josée De Groof, Rachel D’Hertefelt,  Margriet Emmeregs, Lida Lamberts,  Jeanne Puttemans, Maria Van den Broeck, Yvonne Van de Voorde en Leonie Van Lint.  Zij hadden toen 120 leden.
    Per jaar hielden ze vier vormende bijeenkomsten en daarnaast enkele regelmatige activiteiten zoals creatief handwerk, koken, bloemschikken,turnen, fietsen.  Ze bezoeken regelmatig de zieken.  Op O.H.Helevaart is de feestviering.Het jaarlijkse hoogtepunt is het Kerstfeest.
    De vorige voorzitsters waren Maria Van Campenhout, zuster Benita en Adèle Voet.

    17-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.101 Bijnamen Rossem

    Deelgemeente Rossem dankt zijn bijnaam aan Londerzeel.  Zij noemden hen “de papeters” (1) omdat ze in Rossem veel goudgele rijstenpap aten bereid met safraan.  Een zegsman vertelde mij ook dat de pastoor ’s zondags van “zonnerweer” sprak als het te slecht weer was en de processie niet kon uitgaan.  Zo dankten ze hun tweede bijnaam “die van zonnërweer” (4) aan hun spitsvondige pastoor.  En H. Van Dievoet schreef dat ze “boschuilen” (3) genoemd worden wegens de menigvuldige bossen.

    17-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.602 Slozen Rossem
    Frans De Schouwer (73) uit Slozen (Meise) vond Simone Velthof (75) uit Oostende terug na heel wat zoekwerk.
    Simone kwam toen ze  zeven jaar was, 68 jaar geleden,  enkele maanden inwonen bij de  grootmoeder Louiza (‘Wis van de Koilen), die zelf moeder was van dertien kinderen. Zij baatte sinds 1932 het café Sportwereld -Bij de Coille uit,’(nu ‘ t Neerhof).  Hij  woonde daar ook omdat mijn moeder als vroedvrouw dag en nacht op de baan was.  Nu baten Frans en zijn vrouw Maria Verbelen reeds 44 jaar de herberg uit.
    Hij zat in Rossem in de derde kleuterklas bij zuster Viliciana en  Simone zat in het tweede leerjaar bij de zusters in Rossem.   De parochies Imde, Meuzegem en Rossem deden toen een wederdienst aan de kinderen van Oostende. Zo kwam Simone in Slozen terecht.  In de winter van 1942-1943 kregen de inwoners van Wolvertem van Oostende gratis haringen aangeboden. Die waren meer dan welkom.
    Hoofdonderwijzer De Pauw uit Rossem en hoofdonderwijzer De Prins uit Imde  lieten als wederdienst de kinderen van de vissers van Oostende bij gastgezinnen logeren. Door de zware oorlog, was er voedselschaarste in de steden.
    Op 13 novembe 2010 spraken Simone en Frans af in ’t Neerhof.  Het was een prettig weerzien. En dat is voor herhaling vatbaar.

    17-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.204 Parochie Rossem

    Het kerkje van Rossem en de omgeving is definitief beschermd.  Deze bescherming omvat niet alleen het kerkje, ook de gehuchtkern en het dorpsgezicht van Rossem worden voor hun historische, architectuurhistorische en artistieke waarden beschermd.  Het is één van de meest gave gehuchten in Vlaams-Brabant.
    Het gehucht Rossem werd al in 1112 vermeld en is sinds het laatste kwart van de 19de eeuw vrijwel ongewijzigd gebleven.
    'Rossem onderscheidt zich van andere gehuchten door een nog opmerkelijk landelijk karakter waarvan het unieke nog wordt versterkt door de open ruimte en een kwaliteitsvolle bebouwing. Onbebouwde weidepercelen wisselen er af met de ommuurde enclaves van de pastorie die gebouwd is in 1767 en deel uitmaakte van de voormalige abdij van Dielegem (Jette), Ook het fraai ommuurde kerkhof en het interieur van het kerkje, dat beschikt over een uniek Forcevilleorgel uit 1744, maken de site uniek.'

     

    BOUWHISTORISCHE VERKENNING ROSSEMDORP
    De gehuchtkerm van Rossem, in de vorm van een ‘straatdorp’ is uitgebouwd op het oude Kerkeveld en onderscheidt zich door een nog opmerkelijk landelijk karakter dat sinds haar ontwikkeling in het laatste kwart van de 19de eeuw omzeggens ongewijzigd bleef. Specifieke structuur en configuratie van het quasi rechthoekige bouwblok worden bepaald door de ritmische afwisseling van open weideruimten en van de ommuurde complexen van respectievelijk de kerk , de dorpsschool en de pastorie. Dominante en bij uitstek structurerende factor binnen dit ensemble is ongetwijfeld de parallel met de straat ingeplante en met een ommuurd kerkhof omringde parochiekerk uit 1874. Meest oostwaarts profileren zich de ommuurde enclaves van de frontaal naar de straat gerichte dorpsschool en pastorie.

    De kerk
    Hoofdcomponent van het dorpsgezicht is de aan weerszijden door weiden geflankeerde en door een ommuurd kerkhof omringde Sint-Medardus-en Gildarduskerk. Behoudens de 17de eeuwse stoere Westertoren werd het bedehuis integraal in neogotische bouwtrant opgetrokken naar een ontwerp van bouwmeester G. Hansotte in 1874. In de sluitmuur van het hoogkoor bevindt zich nu nog een hardstenen inhuldigingdplakket. Het  overwegend in baksteen opgetrokken driebeukige volume met pseudo-bsilicale opstand, pseudo-transept en een rechthoekig driezijdig gesloten koor met aanleunende sacristieën wordt aan de westzijde voorafgegaan door een vierledige klokketoren. Behoudens een begane grond in witte kalkzandsteen die teruggaat tot de late middeleeuwen is de toren van deze kerk bouwhistorisch bijzonder interessant. Het is met name een van de weinige vroeg 17de eeuwse kerktorens die in Brabant nog bewaard zijn gebleven. Kenmerkend voor de barokke allures van de toren zijn de witstenen cordonlijsten en vooral de rondbogige blindnissen en galmgaten. Een gelijkaardige dispositie treft men aan in de OLV kloosterkerk van Bellingen (Pepingen). Het toegangsportaal van de kerk is onmiskenbaar 18de eeuws van origine : een hardstenen segmentboogportaal waarboven steekboogvenster. Het neogotische schip met brede middenbeuk en smallere zijbeuken telt vijf traveeen waarvan twee smallere aan de uiteinden, respectievelijk ter hoogte van de twee zijaltaren en ter hoogte van doopkapel en berging. De beukwanden tonen een ritmische eerder gesloten geleding van versneden steunberen met dubbele haakse opstelling ter hoogte van het transept en van hoge smalle lancetvensters, ook voorzien in de westwand waar ze worden bekroond  met een decoratief paneel waarin vierlob. Het enkel door korte transeptarmen onderbroken natuurleien zadeldak wordt doorgetrokken over het hoge driezijdige gesloten, rechthoekige koor verticaal geleed met lancetvensters en versneden steunberen conform het schip. Vanuit het oogpunt van monumentenzorg bijzonder interessant is de originele neogotische (verweerde)gevelafwerking : een helrood gekleit en geschilderd parement met witte voegen die baksteen imiteren. De spitsboogvensters tonen een bepleisterde natuursteenimitatie. 
    Het gepleisterde en geschilderde neogotische kerkinterieur is geïnspireerd op enerzijds laatgotische elementen en anderzijds vroeggotische structuren, zoals de gewelfcolonnetten in de middenbeuk. Inwendig zorgen spitsboogarcades op gedrongen zuilen met achtkantig basement en acanthuskapiteel waarboven een register van blinde, rechthoekige tweelichtvensters voor een tweeledige opstand. Koor,hoofd-en zijbeuken zijn overwelfd met vierledige bakstenen kruisribgewelven, opgevangen door colonetten met bladkapiteel of eenvoudige consoles. De koorpartij herbergt vijf neogotische glas-in-loodramen uit het bekende glazeniersatelier van Samuel Coucke (1833-1899) uit Brugge. Afgezien van de Lodewijk XV communiebank is het overige kerkmeubilair van homogeen neogotische factuur. Dit geldt ook voor de gepolychromeerde gipsen heiligenbeelden en de kruiswegstaties. Vermeldenswaar in de kerk is het unieke en sinds 1979 beschermde Forceville-orgel dat in 1744 door de pastoor van Wolvertem bij de bekende Brusselse orgelbouwer werd besteld en in 1788 door de kerk van Rossem werd aangekocht.

    17-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.0 Inventaris



    1 Kerk
    2  Pastorij
    3  E.S.B.
    4  Bijnamen
    5  Parochie
    6  Toponomie
    7  O.L.V.-hof
    8 KVLV Rossem
    9 Archief Rossem

    10 Het Leen en het hof van Slozen

     11 Rossemwonderen

    12 Berla

    13 W.O. II

    17-05-2013 om 00:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - ( Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 25/07-31/07 2016
  • 05/10-11/10 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 04/08-10/08 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 28/10-03/11 2013
  • 13/05-19/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs