Inhoud blog
  • 602 Slozen
  • 601 W.O. II
  • 302 Gemeentelijke Basisschool Rossem
  • 301 K.V.L.V.
  • 16 Parochiezaal
    Zoeken in blog

    erfgoedrossem

    29-07-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.203 Parochie Rossem

    203 Parochie Rossem

    Rossem, vroeger Rothem, werd met Wolvertem en de streek van Nerom en Westrode in 1153 aan de paters van Dieleghem onder Jette geschonken.
    De eerste vermelding van Rothem dagtekent van het jaar 1112.  In dat jaar gaf Gustache, zoon van Onulfus van Wolvertem aan de abdij van Jette een grondcijns van 6 stuyvers, die hij ,in het dorp, waar de Norbertijnen van Jette 50 bunders grond hadden bezet.
    Rothem vormde een parochie sinds februari 1241 toen Egeric, zoon van Johan van Rolbroeck gronden gaf aan de kloosterlingen van Dielegem.
    Tot in 1681 werd er slechts onregelmatig mis gelezen te Rossem.  Om aan deze toestand te verhelpen werd de prelaat van Dieleghem verzocht een derde kloosterling naar Wolvertem te sturen; de parochianen van Wolvertem konden van vroeg- en hoogmis genieten terwijl de inwoners van Rossem op zon – en feestdagen in hun eigen kerk de mis konden bijwonen.
    Wolvertem diende jaarlijks 50 gulden en rossem 100 gulden bij te dragen voor het onderhoud van deze derde kloosterling, die om wille van het gebrek aan huisvesting in Rossem, in de pastorij van Wolvertem ging wonen.
    Reeds in 1744 ondernam de toenmalige tweede onderpastoor van Wolvertem, pater Clemens Stoefs stappen om in Rossem te kunnen wonen.  Toen dezelfde pater in 1765 tot eerste onderpastoor benoemd werd, gingen op hun beurt drie landbouwers van Rossem naar de prelaat Valvekens te Brussel, om te vragen ‘eenen heere, den welcken bruyckvast tot Rossem zoude wonen om aldaar hunne kerckelijke diensten te verrichten’.  Uiteindelijk werd er een akkoord gesloten waarbij de prelaat onderhoud ten zijnen laste  nam, doch de boeren van Rossem dienden 1000 gulden aan de abdij te betalen en al de bouwmaterialen te bekostigen.  Bovendien dienden de landbouwers nog een stuk grond ter beschikking te stellen om er een kareeloven op te stellen.
    De bouw werd aangevat in de lente van 1767 en onderpastoor Stoefs kon zijn nieuwe pastorij te Rossem betrekken op 13 oktober 1767.
    Bij decreet van 9 oktober 1790 ondertekend door kardinaal de Frankenberg – Schellendorf, toenmalige aartsbisschop van Mechelen werd e parochie Rossem onafhankelijk verklaard.  In die tijd vormde Rossem met Imde één enkele gemeente.
    In het begin van de Franse revolutie diende de pastoor van Rossem zich schuil te houden en werd de pastorij onder sekwester geplaatst;
    Bij dekreet van 29 november 1799 werden de wetten van verbanning tegen priesters gewijzigd en de vrijheid van godsdienst enigermate toegestaan, doch het duurde ongeveer twee jaar eer de priesters terug durfden tevoorschijn te komen.  Vanaf 1 mei 1802 mochten alle priesters weer dienst doen in de kerken, op voorwaarde dat zij vooraf de belofte ondertekenden zich naar het konkordaat van 15 juli 1801, gesloten tussen Napoleon en paus  Pius II te gedragen.
    In de nacht van 29 of 30 september 1817 werden onontbeerlijke kerkelijke goederen uit de kerk gestolen.  Om deze reden werd de kerkfabriek van Rossem van de totale belasting van 1818, nl. 600 gulden ontlast.
    Met de nieuwe verdeling van het grondgebied tijdens de Franse omwenteling, waren Wolvertem en Nerom, Boskant en Westrode één gemeente geworden die op geestelijk gebied door één pastoor en één onderpastoor bediend werden.  De gemeente Rossem – Imde en de gemeente Meuzegem echter ontvingen samen maar toelagen om één pastoor te bezoldigen.  Imde kon wel een herder bekomen doch de parochianen moesten hem zelf betalen en een woonst bezorgen.  Enkele jaren nadien begon de staat regelmatig de kapelanen van de 3 dorpen te bezoldigen maar de kerken van Imde en Meuzegem werden pas officieel erkend in 1834.  De drie dorpen Meuzegem, Imde en Rossem werden onafhankelijke parochiën verklaard in 1842.
    Tot de huidige bouw van de kerk van Rossem werd begonnen in 1874, omdat de vorige kerk gebouwd rond 1750 oud, versleten en te klein geworden was.  Enkel de toren, waarschijnlijk reeds gebouwd rond 1500 en verhoogd in 1838 bleef bewaard.
    De drie altaren, de predikstoel en de twee biechtstoelen werden geplaatst in de kerk rond 1880, de overige meubelen werden overgenomen van de vorige kerk.  Van de drie klokken dateert de kleinste (367 kg) van 1859, de twee overige van 1955.
    Naar de geschiedkundige nota’s over kerk en parochie van J. t’ Kint.

    29-07-2016 om 16:00 geschreven door Jef L. DC  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 10/10-16/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 25/07-31/07 2016
  • 05/10-11/10 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 04/08-10/08 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 28/10-03/11 2013
  • 13/05-19/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs