Open monumentendag 13.9.2015
St.-Medardus en St.-Gildardus
Het leen en het hof van Slozen Marc Gillisjans
Kapelletjes
Een stukje geschiedenis over Rossem t Kint
Rossem Carine Stallaert
Enkele geschiedkundige notas over kerk en parochie Rossem Jacques t Kint
Rossem een stukje geschiedenis
Parochie Rossem bestaat 200 jaar 12.1.1990
Rossem,
vroeger Rothem, werd met Wolvertem en de streek van Nerom en Westrode in 1153 aan de paters van Dieleghem onder Jette geschonken.
De eerste vermelding van Rothem
dagtekent van het jaar 1112.In dat jaar
gaf Gustache, zoon van Onulfus van Wolvertem aan de abdij van Jette een
grondcijns van 6 stuyvers, die hij ,in het dorp, waar de Norbertijnen van Jette
50 bunders grond hadden bezet.
Rothem vormde een parochie sinds februari 1241 toen Egeric, zoon van Johan van
Rolbroeck gronden gaf aan de kloosterlingen van Dielegem.
Tot in 1681 werd er slechts onregelmatig mis gelezen te Rossem.Om aan deze toestand
te verhelpen werd de prelaat van Dieleghem verzocht een derde kloosterling naar
Wolvertem te sturen; de parochianen
van Wolvertem konden van vroeg- en
hoogmis genieten terwijl de inwoners van Rossem
op zon en feestdagen in hun eigen kerk de mis konden bijwonen. Wolvertem diende jaarlijks 50 gulden
en rossem 100 gulden bij te dragen voor het onderhoud van deze derde
kloosterling, die om wille van het gebrek aan huisvesting in Rossem, in de pastorij van Wolvertem ging wonen.
Reeds in 1744 ondernam de toenmalige tweede onderpastoor van Wolvertem, pater Clemens Stoefs stappen
om in Rossem te kunnen wonen.Toen dezelfde pater in 1765 tot eerste
onderpastoor benoemd werd, gingen op hun beurt drie landbouwers van Rossem naar de prelaat Valvekens te
Brussel, om te vragen eenen heere, den welcken bruyckvast tot Rossem zoude wonen om aldaar hunne
kerckelijke diensten te verrichten.Uiteindelijk werd er een akkoord gesloten waarbij de prelaat onderhoud
ten zijnen lastenam, doch de boeren van
Rossem dienden 1000 gulden aan de
abdij te betalen en al de bouwmaterialen te bekostigen.Bovendien dienden de landbouwers nog een stuk
grond ter beschikking te stellen om er een kareeloven op te stellen.
De bouw werd aangevat in de lente van 1767 en
onderpastoor Stoefs kon zijn nieuwe pastorij te Rossem betrekken op 13 oktober 1767.
Bij decreet van 9 oktober 1790 ondertekend door kardinaal de Frankenberg
Schellendorf, toenmalige aartsbisschop van Mechelen werd e parochie Rossem onafhankelijk verklaard.In die tijd vormde Rossem met Imde één enkele
gemeente.
In het begin van de Franse revolutie diende de pastoor van Rossem zich schuil te houden en werd de pastorij onder sekwester
geplaatst;
Bij dekreet van 29 november 1799 werden de wetten van verbanning tegen
priesters gewijzigd en de vrijheid van godsdienst enigermate toegestaan, doch
het duurde ongeveer twee jaar eer de priesters terug durfden tevoorschijn te
komen.Vanaf 1 mei 1802 mochten alle
priesters weer dienst doen in de kerken, op voorwaarde dat zij vooraf de
belofte ondertekenden zich naar het konkordaat van 15 juli 1801, gesloten
tussen Napoleon en pausPius II te
gedragen.
In de nacht van 29 of 30 september 1817 werden onontbeerlijke kerkelijke
goederen uit de kerk gestolen.Om deze
reden werd de kerkfabriek van Rossem
van de totale belasting van 1818, nl. 600 gulden ontlast.
Met de nieuwe verdeling van het grondgebied tijdens de Franse omwenteling,
waren Wolvertem en Nerom, Boskant en Westrode één
gemeente geworden die op geestelijk gebied door één pastoor en één onderpastoor
bediend werden.De gemeente Rossem Imde en de gemeente Meuzegem
echter ontvingen samen maar toelagen om één pastoor te bezoldigen.Imde kon wel een herder bekomen doch de
parochianen moesten hem zelf betalen en een woonst bezorgen.Enkele jaren nadien begon de staat regelmatig
de kapelanen van de 3 dorpen te bezoldigen maar de kerken van Imde en Meuzegem werden pas officieel erkend in 1834.De drie dorpen Meuzegem, Imde en Rossem werden onafhankelijke parochiën
verklaard in 1842.
Tot de huidige bouw van de kerk van Rossem
werd begonnen in 1874, omdat de vorige kerk gebouwd rond 1750 oud, versleten en
te klein geworden was.Enkel de toren,
waarschijnlijk reeds gebouwd rond 1500 en verhoogd in 1838 bleef bewaard.
De drie altaren, de predikstoel en de twee biechtstoelen werden geplaatst in de
kerk rond 1880, de overige meubelen werden overgenomen van de vorige kerk.Van de drie klokken dateert de kleinste (367
kg) van 1859, de twee overige van 1955.
Naar de geschiedkundige notas over kerk en parochie van J. t Kint.
Dat is alleszins niet eenvoudig: den denne of het erf rondom een boerderij, is het
platgelopen, platgetrapte deel van het erf rondom een hoeve of boerderij, ook
de plaats waar de kippen en ander kleinvee te vinden waren...er groeide geen
gras op en men goot er als verhardingsmiddel, de gebluste asse uit de stoof (de
schramoeille) op, om slijk te weren. In het Hoogduits is het "Tenne",
een "dorsvloer", en die moet vlak en effen zijn om het gedorste koren
en het graan te kunnen bijeengaren. Soms lei men ook een groot dekzeil op de
"denne" om met het geselpaard te dorsen. Synoniem =
"deel".....
Wat zegt het Woordenboek der Nederlandsche Taal 1) ? Den(II) 7) Dorschvloer. || D'eene maeckt den Den ghereet, Die met zeylen wordt bespreet;
D'ander moeyt hem heele daghen Op den Den het saet te draghen, HONDIUS. Monfe-schans
285. En het kieckxken van de hen Wt den dop valt op de den, 352. 'Et koren op
den den uiteenleggen, CORN.-VERVL. 1) Hol,
schuilhoek, verblijf van een roofdier. Het
gebruik bij BILD. is waarschijnlijk als anglicisme op te vatten. || Een woonst
der draecken, Een moorders den', DE BRUNE, Embl. 50. Van dien dagh af,
hebbe ick en de Leeuw in de zelve denne, en van de zelve kost geleeft, 68.
Indien haar (t. w. de aarde) 't wild gediert tot den en roofnest maakt,
BILD. 3, 78. In een den, op hobblig klif gelegen ..., Onthield zich 't wild
gediert, 3, 118 (zie ook 5, 368; 6, 7; 8, 308). Verwin en keten woudgedrochten,
Die bosch en steenklip, dan, en krochten, Vervullen met hunn' schrikbren kreet;
8, 110 (zie ook 1, 104).
De etymologie of de herkomst van het woord: denne2)
Het woord is alleszins verwant aan de boomnaam: de den
(Duits: Tannenbaum) .Hoogst waarschijnlijk werd
een dorsvloer, alsook het ruim en de dekplanken van een schip, gemaakt van
dennenhout. Met Middelnederlands denne, bedoelt men alleszins: vloer,
scheepsdek, dorsvloer. In het Middelnederduits denne is het een dierenhol,
een diepte in de bodem; in het Oudengels denn
, en Engels den heeft men het over hol of schuilplaats.
Het Indogermaans (wortelwoord) dhen betekent:
handpalm (vlakke hand), vlakke bodem.
Kroes 3) ziet de betekenisevolutie als volgt: dorsplek, dorsvloer > vaste
bodem > planken-vloer > ruim >
bergzolder .
De betekenis van denne is eigenlijk: platgetreden,
vlakgemaakte plaats of plek waar men gerieflijk kan dorsen, terwijl deel naast dorsvloer, ook slaapplaats boven de
stal, plankenvloer, hooizolder, enz betekent. deel is verwant aan het Engels
deal = plank; Fries telle = dorsvloer.
1) WNT, Woordenboek
der Nederlandsche Taal, Leiden.
2) Dr. Fr.DEBRABANDERE, Brabants
Etymologisch Woordenboek, Davidsfonds/Waanders, 2010.
3) H.W.J. KROES, Ndl. den. NhdTenne
, In Tijdschrift voor Nederl. Taal- en Letterkunde, Leiden, jg. 42 (1923),20-24
GEDENT (gedend), bnw. Van denne (den), vloer; ook in den zin van dorschvloer. Kil. area, pavimentum; WVl. dem,
den, dent, dein (De Bo 221); hd. tenne; mhd. tenne; ohd. tenni. Zie
over den samenhang met andere germ. vormen Kluge 342; Weigand 2, 890. Ook
komt denne (den) voor in de bet. van verdek
(op een klein schip), planken vloer, waaronder eene lading geborgen
worden kan. Kil. denne,
tabulatum; dennen van 't schip, fori, tabulata navium. Zie Van Lennep, Zeemanswdb. 53,
waar behalve dennen ook denning in de bet. vloer staat
opgeteekend. Vandaar gedent (gedend), van een dek voorzien, een verdek hebbende. ||
Wairt dat enige wtheemsche luyde mit gedende scepe binnen Leyden quamen, Leid. Keurb. 168, 51. Als men weeckoorn metet uut cleinen scepen in koggen schepen, die
ghedendt zijn, so sal hem die ontfanger gheven van elken hoede 1 penninc, O. K. v. Dordr. 43, 141 (O. R. v. Dordr. 1, 46, 141).
Frans
Meskens, Grimbergen .. maart 2013
Uitbreiding: Bij
ons in Rossem (Meise) is "nen den(ne)... enkel het platgetreden stuk erf
rondom de woning met toegang tot het karhuis en de aanhangende gebouwen.... 's
Zaterdags moest den denne proper afgekeerd (afgeborsteld) worden met een
'straatveger'... Den denne lag ook steeds vol kiekenstront. Het pluimvee werd
er gevoederd (niet in 't gras, want was den den niet meer). Den denne was ook
mooi vlak, ge kon er met de marbols (knikkers) spelen of perkhinkelen (dat was
voor de meisjes), evenals balspelen en koordjespringen...Op den denne werden
ook de paarden ingespannen en als de koeien uit de weide kwamen moesten ze over
den denne om naar stal te worden gebracht.... Een beetje nostalgisch, maar dat was onzen denne...te Slozen (Rossem)
(Vervolg)
Bij gelegenheid van de plechtige wijding van de nieuwe klokken op zondag 9
oktober 1955 was de kerk feestelijk versierd.Op het koor stonden de twee nieuwe klokken opgesteld. De plechtigheid
nam een aanvang met het bidden van 7 boetepsalmen.Dan volgde het wijdingsgebed en de besprenkeling met wijwater door de
bisschop, geassisteerd door E.H. De Boeck, pastoor.In een warme toespraak legde Mgr. Morel de
betekenis uit van de klokken.
Na het bidden van6 alleluiapsalmen zong
het koor geestdriftig Als de klokken blij weerklinken van J. Van Gijsen en
Staf Nees.Na het lof zong de menigte
uit volle borst O.L.V. van Vlaanderen.Als aandenken aan deze plechtigheid werd vanwege de peters en de meters
aan alle aanwezigen een gedachtenisprentje en aan alle kinderen een doos
doopsuiker overhandigd.
1824 Jozef Benedikt Van Zeebroeck
1876 Jozef Edward Marie Van Zeebroeck
1892 François Lauwerijs
1907 Louis Van Opstal
1919 Cyriel Maes
1947 Eugeen Jozef De Boeck
Op 22 Februari 1944 rond 4 uur in de namiddag bij het
terugkeren van de school naar huis met mijn schoolvrienden dagelijks
viermaalop en neer Slozen Rossem. Bij
het terugkeren van die bewuste dag viel onze aandacht op kleine wolkjes aan de
blauwe hemel. Wij konden ons niet voorstellen wat het betekende die kleine net bloem
boeketjes die ze open spreiden,misschien viel het ons dat op daar het zo een heldere zonnig dag was. Bij het aanschouwen
van dit mooi en kleurrijk voorval van dat afweergeschut dat op gesteld stond op
het vliegveld van Grimbergen en te Peutie bij Vilvoorde. Plots zagen wij twee
vliegtuigen aan de einder verschijnen in achtervolging gevechtspositie wij
stonden op de straat hetaan te staren
toen er plots een regen van kogels op de keien van de straat weg kaatste. Er werd geroepen
schuilen en iedereen zo snel mogelijk de gracht in, om veiliger te zijn tegen
die moorden dingen, dat had de schoolmeester ons wel op het hart gedrukt bij
schiet en bom partijen onder de banken beschutting zoeken, na enkele minuten
namen wij dan de vlucht naar de zavelput die zich bevond op een stuk land
gelegen enkele meters verder. De beide gevechtsvliegtuigen kwamen terug boven
ons aan in en duel, wij konden het gevecht goed volgenop zeker ogenblik geraakt er een in brand
enkonden waarnemen hoe de piloot zich
trachtte te reddendoor uit het
vliegtuig te springen. Het vliegtuig stortte in duik vlucht al branden naar
beneden op een goede 300 m
van onze schuilplaats. Het neervallende gesloten land uitgerekt parachuteszagen we neerdalen achter het bos dat hoger
op gelegen was, tegen de steenweg naar Londerzeel. Het overwinnend vliegtuig
kwam nog een eresaluut brengen boven de neergestorte brandend vliegtuig. Wij
rakkers waren er als de kippen bij om erons van te vergewissen hoe een brandend vliegtuig er op de grond er wel
uitzag. Er aangekomen moesten wij ons reppen om er zonder kleerscheuren er
vandaan te komen in het vuur ontplofte de kogels en vlogen ons om de oren. Een
landbouwer uit de buurt verjaagde ons al lopend sloegen wij de richting in naar
de valschermspringer die neder was gekomen achter het bos geen 250 m vandaan. Aangekomenwas het al een drukte van mensen uit Imde en
Slozen die ook dat schouwspel hadden gevolgd de piloot lag in een
scheidinggracht tussen twee weide waar
nu het gebouw van de Vlaamse Radio Omroep een 50M richting Londerzeel. Het
valscherm was blijven hangen in de telefoondraden met volle geweld is er door
de mensen aangetrokken om hem beneden te krijgen en iedereen wilde zijn deel
van die zijde stof. Op zeker ogenblik
stopte er een luxe wagendie er toen
niet veel op de wegen reden, en man stapte uit en zei tegen de plunderaars hebt
eerbied voor de dode en trok het valscherm over het doden lichaam van de
piloot. Misschien was dit een verzetsmandie zich kwam vergissen om de piloot te
redden maar helaas het was te laat. Velen hebben
beweerd dat hij in de lucht aan zijn parachute is neergeschoten na de
bevrijding heb ik persoonlijk nog al spelend de pilotenmuts op mij hoofd gehad
er was enkel een driehoek scheur dit duidt op eenschrappenel dat is te onderscheiden van een
kogel er zijn ook geruchten dat hij is neer geschoten ter plaatsen door een
vijandige Duitsgezinde persoon wat zeker niet het geval was. Hier werd ook
gesproken dat het vliegtuig door twee personen zou bemand geweest zijn maar dit
is fout: een rapport van het departement van vermiste vliegtuigen heeft dit
bevestigd aan Van Hout Ludo ( zoon een dokter uit Londerzeel.)
Opmerking:
Als bestuurslid van
de Verbroedering Vaderlandse Verenigingen van de gemeente Meise er een
gedenkplaat op te richten ter nagedachtenis van die jongen die hier in het
verre Europa de dood vond om ons van dat dictatuur regime van de nazis te
verlossen.
ADAMS ROSCO CHARLES2° Lt AC O-
745256 geboren te Alliance
Ohio USA op 22 april 1923 gesneuveld op 20
Februari 1944t e Imde
Vergeldingsactie teSlozen tegenover de Gestapo
In de maand
Augustus in anno1944 op een zonnige Dinsdag namiddag is er een man uitNerom voorde herberg bij de coille nu t Neerhofdood geschoten. Volgens mijn moet het gebeurt zijn in de late namiddag
toen deVlaamse SS die daar op volgende
nacht de groep vanVerbelen ( nu tot
Oostenrijk staatsburger genaturaliseerde Belg uit t Leuvense zoon van een
Politie Commissaris). Is er diebewuste nacht veel slachtoffers maakte te
Mensel-Kiezegem later hier meer daarover. Mijn vader dievoor het ogenblik werkloos was als geleider
van een vrachtauto in de ijsfabriek van Strombeek was een zaak gestart te Nerom om koekjes te bakken voor een
schep ijs, waar in die tijd veel vraag naar was iedereen wilde iets bij
verdienen en daar hij een afzet gebied vond bij zijn vroegere ijs klanten van
de hoorntjes ende koekjes. Op maandag
komen twee jonge mannen uit Slozen
met de fiets er aan gereden daar ze wisten dat Franshet bewuste slachtoffer er te vinden was, ze
vroegenhem eens naar Slozen te komen, waarop hij antwoord
morgen zonder fout ik moet morgen voormiddag naar de post om mijn geld en dan
kom ik dadelijk de herbergiers van Slozen betalen. Hij is nooit meer naar
huis gekeerd, wie was die Frans hier in de streek door de ouderen nog wel
gekend. Frans was een zoon
van twee doodbrave kleine landbouwers uit Nerom. Deze man Frans
lakske als bijnaam die menig vee voor aankoop in de handel van toen, had
afgetekend in de naam als koopman maar ten diensten vande sluikslachters, deze toestand had hem in
een doelloos leven gestort hier en daar met schulden en hij wistvan het hout geen pijlen meer te maken. Moest zich
rekenschap geven bij de Belgische Rijkswacht en bij de Duitse bezetters en was
ter aller tijden op een doolspoor te recht gekomen. Om uit al die toestanden te
kunnen geraken heeft hij getekend als TOT-organisatie een groepering van
werknemers die werkte voor het leger in bezetten gebieden om wegen aan te
leggen voor de transporten naar het front. Zo was Frans beland in Griekenland,
daar heeft er zich een vechtpartij voor gedaan in het kamponder hen en heeft hij een dolk steek
gekregen in de nek die maar niet wilde genezen en altijd maar dieper en dieper
wildvlees naar binnen groeide. De Belgische kampdokter stuurde hem naar het
militair Hospitaal te Brussel waar ze hem wilde een operatie uitvoeren, mits
hij zo contractueel teken voor de Gestapo wat hij ookdeed. Hier tekende Frans zijn dood, de
geallieerdenwaren geland en rukte op
naar het noorden en de SS van Vlaanderen moest zich klaar maken om naar het
oosten en noorden te vluchten naar Duitsland en zochten slachtoffers om
plunderingen te kunnen ondernemen, zie Opwijken Mensel- Kiezegemhoeveel
slachtoffers dat ze daar maakte dit voorval zo ook te Slozen kunnen toen vallen maar de tijd resten hun niet meer. Het was rond drie
uur dat wij bengels van de straat aan het spelen waren op de straat richting de
molenbeek Slozenstraat ter hoogte van hettweede huis links dat wij vuurschoten hoorden drie in aantalsnel naar de afkomst van de schoten wat ik
opmerkte twee mannen diezich ver
plaatsten met de fietsrichting Londerzeel.
Een doodgeschoten
man lang in de greppel naast het café met het aangezicht naar de grond. Die
beide fietsers kwamen terug keerde de dode om en namen zijn brieventaskeken er in en staken hem terug in zijn
binnenzak zonder iets er uit te nemen. Natuurlijk dit voorval had als gevolg
dat iedere inwoner van Slozen het
dorp verliet en naar veiliger oorden vluchten. Grootmoeder Wis en mijn moeder
die niets hoefde te vrezen daar zijn een vrijgeleide had als verpleegster
bezoekster voedvrouw. Bij val avond is er een auto Citroën traction avant
komen aan gereden meteen Veld polizeiDuitse politie een Gestapo en een
OfficierSS Vlaming die zijn eigen taal
niet meer sprak ze vroegen aan mijn grootmoeder of ze kennis had wie het zo
kunnen gedaan hebben waarom zij op als antwoordgaf dat hij die twee mannen zekermoet er kent hebben. Hier opkwam geen reactie van de SS officier die het onderzoek leidde in zijn
slecht Vlaams uit hoogmoed sprak hij Duits de volgende vraag was hoeveel
schoten ze had gehoord het waren er drie en toen moest het voordoen van de man
in burger die zeker de Gestapo was ze vertelde dat hij zijn schulden was komen
betalen en aan de schenktoog stond toen die twee personen binnen kwamen hem aan
spraken en plaats namen aan een tafel tussen het raam en debuiten deur, wat er besproken is kon ze niet
vertellen, ze zijn alle drie buiten gegaan en bij het buiten komen links tussen
het raam en de deur hebbenze Frans neer
geschoten, liep verder naar de lindeboom en draaide naar de volgende tweede
lindeboom er stonden tegen de gracht er drie van die bomen waar hij in de
gracht te recht kwam. Hierop vroeg de Duitse politieman of ze iemand kon vinden
om hem naar Wolvertem centrum het
dodenhuis te brengen. Zorg er voor mevrouw dat het lijk van avond nog naar het
dodenhuis gebracht wordt, waarop het drietal vertrokken. Hethele onderhoud heb ik persoonlijk kunnen
volgen grootmoeder stuurde mij naar Alfons Van Moer noodslachter te Slozenzeker een man die niet zo vluchten voor een Duitser vertelde hij altijd
ik heb er in 14-18genoeg van afgezien
in gevangenis in Duitsland. Deze burgerman
heeft op zijn kar in het duister hem naar Wolvertem
gebracht grootmoeder heeft Frans nog gedekt met een deken. Er is veel over
gerodeld over dit geval voor wie en voor wat maar nooit is er iets boven
gekomen en zeker niets van voorgekomen.
Belevenissen van enkele bengels uit Slozen in de
vakantie van 1943
Misschien zal dit
hoofdstuk niet zo helder klinken voor zij die het nu zullen lezen, maar het
waren in die oorlogsjaren andere tijden van honger en schrik maar niet ons het
boerenvolk, wij bengels konden wat centen verdienenmet op de smokkelgoederen te letten en met
onze rollenwagenswat transport te doen
voor de stadbewoners die aankopen kwamen doen van eetwaren en zelf een hofje
aanlegde enwat grond bewerkte op het
platte land, om in hun noden van voedselte voorzien dat gerantsoeneerd was voor de aankoop met zegeltjes. Ik kan het mij nog
best herinneren al was het heden ten dagen, het speelde zich af in het grootverlof
van 1943 juli-augustus. Met enkele
vriendjes was ik aan spelen op het kruispunt onder de wegwijzer die de weg
aantoonde naar Rossem Temse -
Brussel nu zou heteen monument waardig
zijn moest deze er nog staan. Menige uren hebben
wij op die plaats doorgebracht en van geen kattenkwaad bewust hebben veel
fantasieën trachten levend te maken. Wij hebben er ook alles besproken wij
hebben zelf gedacht aan een concurrenten strijd aan te gaan met het openbaar
vervoer de tram die het in die jaren het heel druk had met smokkelwaren naar de
hoofdstad te brengen. Ja zulke gedachten speelde er reeds in onze hoofden, ja
handel zat er van in onze jeugdjaren zeker al in, wat het ook niet zo verbaast
zal klinken in die harde tijden waar elke centiem werd omgedraaid voor je deze
kon missen. Op zekere dag zagen
wij in de verte onze buurman, die en verwoed sluikslachter was met een diertje
de fiets aan de hand afkomen uit Rossem, al vlug kwam het op in onze gedachten
deze man die ons wel eens trakteerde op een limonade of een ijsje,konden wij best een handje toesteken. Bij het naderen zag ik dat hij een
steenezeltje bij had, aan zijn rechterhand zijn fiets. Wij vroegen hem dat we
geen handje konden toesteken wat hij zeker aanvaarde, wat mij wel opviel was
dat die man wel misschien wat had gedronken op de verkoop met de verkoper en er
meer dan een pint geuze hadden op gedronken. Zo aangekomen aan het café bij de
Coille waar wij stopte, en de buurman betaalde een rondje voor deze gedienstige
jongens en liet ons een toertje op de rug van den ezel maken. Ondertussen was
hij op een akkoord gekomen met de bazin Wis de ezel daar te stallen. En wij moesten het
diertje voorzien van eten en onderhoud, hij kreeg onze toestemmingop ons erewoord tegen val avond werd het diertje
gestald en voor zien van hooi en stro, onzeafspraak was gemaakt de volgende morgen het dier zijn stal uit te
mesten. De morgen daar op
ik naar de stal met nog een paar vrienden om onze taak uit te voeren, maar het
werk was reeds geschied door de eigenaar die ons vertelde dat d e ezel geld
kakte en lietonze enkel kleine stuivers
zien. Je kunt je nu best
inbeelden dat wij hartpijn hadden dat wij dat niet hadden gevonden, nooit zijn
wij nog te laat verschenen om de ezel van eten en strooisel te voorzien maar
nooit hebben wij nog iets gevonden. Maar hele goede herinneringen hebben de
kinderen uit Slozenzeker aan over gehouden gedurende het hele
verlof hebben wij met het diertje gespeeld en rond gereden soms met drie en
vier op de rug het was een heel brave ezel altijd gedienstig. Veel later heb ik
vernomendat onze speelvriend afkomstig
was en gekocht op deMeuzegemsehoek van
Moon. Maar schone liedjes duren nooit lang en een nieuw schooljaar kwam er aan
en op een namiddag gingen wij terug spelen met de ezel deze was verdwenen.
Enkele dagen later kwam de buurman worsten aanbieden aan moeder die zeker van
het vlees van de ezel waren, moeder heeft ze zeker voor een gunst prijsje
kunnen kopen en wij hebben ze heel lekker naar binnen gespeeld. Dus mag ik
zeggen tot besluit dat ik op de ezel heb gereden maar er ook heb van
gegeten.
Ps: Een tante van
mijn was gouvernante van de drie kleine kinderen van een weduwnaar uit
Schaarbeek deze kwam eens met de kinderen naar Slozen op bezoek en deze ontdekte ook het speelgenot van de ezel.
En is menige malen
naar Slozen moeten komen met haar
kroost om met de ezel te rijden. Later ben ik de
jongen Marc in zijn fabriek te Vilvoorde nog tegen gekomen hij vertelde ook van
de pret die hij toen hier beleefde in Slozen.
In het kader van de werkgroep Erfgoedcel van Berla werd door Roel Van der
Stighelen de lijst vastgesteld van de ev. te beschermen monumenten in Rossem.Deze lijst is geëvalueerd via een plaatsbezoek
van de leden van de werkgroep, maar niet getoetst aan objectieve criteria.
De kaart van de vroegere Dorpsraad Meise
(Wim Pas e.a.) werd als vertrekpunt gekozen.