601 W.O. II
Door: De
Schouwer Frans.
Op 22 Februari 1944 rond 4 uur in de namiddag bij het
terugkeren van de school naar huis met mijn schoolvrienden dagelijks
viermaal op en neer Slozen Rossem. Bij
het terugkeren van die bewuste dag viel onze aandacht op kleine wolkjes aan de
blauwe hemel. Wij konden ons niet voorstellen wat het betekende die kleine net bloem
boeketjes die ze open spreiden,
misschien viel het ons dat op daar het zo een heldere zonnig dag was. Bij het aanschouwen
van dit mooi en kleurrijk voorval van dat afweergeschut dat op gesteld stond op
het vliegveld van Grimbergen en te Peutie bij Vilvoorde. Plots zagen wij twee
vliegtuigen aan de einder verschijnen in achtervolging gevechtspositie wij
stonden op de straat het aan te staren
toen er plots een regen van kogels op de keien van de straat weg kaatste. Er werd geroepen
schuilen en iedereen zo snel mogelijk de gracht in, om veiliger te zijn tegen
die moorden dingen, dat had de schoolmeester ons wel op het hart gedrukt bij
schiet en bom partijen onder de banken beschutting zoeken, na enkele minuten
namen wij dan de vlucht naar de zavelput die zich bevond op een stuk land
gelegen enkele meters verder. De beide gevechtsvliegtuigen kwamen terug boven
ons aan in en duel, wij konden het gevecht goed volgen op zeker ogenblik geraakt er een in brand
en konden waarnemen hoe de piloot zich
trachtte te redden door uit het
vliegtuig te springen. Het vliegtuig stortte in duik vlucht al branden naar
beneden op een goede 300 m
van onze schuilplaats. Het neervallende gesloten land uitgerekt parachutes zagen we neerdalen achter het bos dat hoger
op gelegen was, tegen de steenweg naar Londerzeel. Het overwinnend vliegtuig
kwam nog een eresaluut brengen boven de neergestorte brandend vliegtuig. Wij
rakkers waren er als de kippen bij om er
ons van te vergewissen hoe een brandend vliegtuig er op de grond er wel
uitzag. Er aangekomen moesten wij ons reppen om er zonder kleerscheuren er
vandaan te komen in het vuur ontplofte de kogels en vlogen ons om de oren. Een
landbouwer uit de buurt verjaagde ons al lopend sloegen wij de richting in naar
de valschermspringer die neder was gekomen achter het bos geen 250 m vandaan. Aangekomen was het al een drukte van mensen uit Imde en
Slozen die ook dat schouwspel hadden gevolgd de piloot lag in een
scheiding gracht tussen twee weide waar
nu het gebouw van de Vlaamse Radio Omroep een 50M richting Londerzeel. Het
valscherm was blijven hangen in de telefoondraden met volle geweld is er door
de mensen aangetrokken om hem beneden te krijgen en iedereen wilde zijn deel
van die zijde stof. Op zeker ogenblik
stopte er een luxe wagen die er toen
niet veel op de wegen reden, en man stapte uit en zei tegen de plunderaars hebt
eerbied voor de dode en trok het valscherm over het doden lichaam van de
piloot. Misschien was dit een verzetsman die zich kwam vergissen om de piloot te
redden maar helaas het was te laat. Velen hebben
beweerd dat hij in de lucht aan zijn parachute is neergeschoten na de
bevrijding heb ik persoonlijk nog al spelend de pilotenmuts op mij hoofd gehad
er was enkel een driehoek scheur dit duidt op een schrappenel dat is te onderscheiden van een
kogel er zijn ook geruchten dat hij is neer geschoten ter plaatsen door een
vijandige Duitsgezinde persoon wat zeker niet het geval was. Hier werd ook
gesproken dat het vliegtuig door twee personen zou bemand geweest zijn maar dit
is fout: een rapport van het departement van vermiste vliegtuigen heeft dit
bevestigd aan Van Hout Ludo ( zoon een dokter uit Londerzeel.)
Opmerking:
Als bestuurslid van
de Verbroedering Vaderlandse Verenigingen van de gemeente Meise er een
gedenkplaat op te richten ter nagedachtenis van die jongen die hier in het
verre Europa de dood vond om ons van dat dictatuur regime van de nazis te
verlossen.
ADAMS ROSCO CHARLES 2° Lt AC O-
745256 geboren te Alliance
Ohio USA op 22 april 1923 gesneuveld op 20
Februari 1944t e Imde
Vergeldingsactie te
Slozen tegenover de Gestapo
In de maand
Augustus in anno1944 op een zonnige Dinsdag namiddag is er een man uit Nerom voor
de herberg bij de coille nu t Neerhof
dood geschoten. Volgens mijn moet het gebeurt zijn in de late namiddag
toen de Vlaamse SS die daar op volgende
nacht de groep van Verbelen ( nu tot
Oostenrijk staatsburger genaturaliseerde Belg uit t Leuvense zoon van een
Politie Commissaris). Is er die bewuste nacht veel slachtoffers maakte te
Mensel-Kiezegem later hier meer daarover. Mijn vader die voor het ogenblik werkloos was als geleider
van een vrachtauto in de ijsfabriek van Strombeek was een zaak gestart te Nerom om koekjes te bakken voor een
schep ijs, waar in die tijd veel vraag naar was iedereen wilde iets bij
verdienen en daar hij een afzet gebied vond bij zijn vroegere ijs klanten van
de hoorntjes en de koekjes. Op maandag
komen twee jonge mannen uit Slozen
met de fiets er aan gereden daar ze wisten dat Frans het bewuste slachtoffer er te vinden was, ze
vroegen hem eens naar Slozen te komen, waarop hij antwoord
morgen zonder fout ik moet morgen voormiddag naar de post om mijn geld en dan
kom ik dadelijk de herbergiers van Slozen betalen. Hij is nooit meer naar
huis gekeerd, wie was die Frans hier in de streek door de ouderen nog wel
gekend. Frans was een zoon
van twee doodbrave kleine landbouwers uit Nerom. Deze man Frans
lakske als bijnaam die menig vee voor aankoop in de handel van toen, had
afgetekend in de naam als koopman maar ten diensten van de sluikslachters, deze toestand had hem in
een doelloos leven gestort hier en daar met schulden en hij wist van het hout geen pijlen meer te maken. Moest zich
rekenschap geven bij de Belgische Rijkswacht en bij de Duitse bezetters en was
ter aller tijden op een doolspoor te recht gekomen. Om uit al die toestanden te
kunnen geraken heeft hij getekend als TOT-organisatie een groepering van
werknemers die werkte voor het leger in bezetten gebieden om wegen aan te
leggen voor de transporten naar het front. Zo was Frans beland in Griekenland,
daar heeft er zich een vechtpartij voor gedaan in het kamp onder hen en heeft hij een dolk steek
gekregen in de nek die maar niet wilde genezen en altijd maar dieper en dieper
wildvlees naar binnen groeide. De Belgische kampdokter stuurde hem naar het
militair Hospitaal te Brussel waar ze hem wilde een operatie uitvoeren, mits
hij zo contractueel teken voor de Gestapo wat hij ook deed. Hier tekende Frans zijn dood, de
geallieerden waren geland en rukte op
naar het noorden en de SS van Vlaanderen moest zich klaar maken om naar het
oosten en noorden te vluchten naar Duitsland en zochten slachtoffers om
plunderingen te kunnen ondernemen, zie Opwijk
en Mensel- Kiezegem hoeveel
slachtoffers dat ze daar maakte dit voorval zo ook te Slozen kunnen toen vallen maar de tijd resten hun niet meer. Het was rond drie
uur dat wij bengels van de straat aan het spelen waren op de straat richting de
molenbeek Slozenstraat ter hoogte van het
tweede huis links dat wij vuurschoten hoorden drie in aantal snel naar de afkomst van de schoten wat ik
opmerkte twee mannen die zich ver
plaatsten met de fiets richting Londerzeel.
Een doodgeschoten
man lang in de greppel naast het café met het aangezicht naar de grond. Die
beide fietsers kwamen terug keerde de dode om en namen zijn brieventas keken er in en staken hem terug in zijn
binnenzak zonder iets er uit te nemen. Natuurlijk dit voorval had als gevolg
dat iedere inwoner van Slozen het
dorp verliet en naar veiliger oorden vluchten. Grootmoeder Wis en mijn moeder
die niets hoefde te vrezen daar zijn een vrijgeleide had als verpleegster
bezoekster voedvrouw. Bij val avond is er een auto Citroën traction avant
komen aan gereden met een Veld polizei Duitse politie een Gestapo en een
Officier SS Vlaming die zijn eigen taal
niet meer sprak ze vroegen aan mijn grootmoeder of ze kennis had wie het zo
kunnen gedaan hebben waarom zij op als antwoord
gaf dat hij die twee mannen zeker
moet er kent hebben. Hier op
kwam geen reactie van de SS officier die het onderzoek leidde in zijn
slecht Vlaams uit hoogmoed sprak hij Duits de volgende vraag was hoeveel
schoten ze had gehoord het waren er drie en toen moest het voordoen van de man
in burger die zeker de Gestapo was ze vertelde dat hij zijn schulden was komen
betalen en aan de schenktoog stond toen die twee personen binnen kwamen hem aan
spraken en plaats namen aan een tafel tussen het raam en de buiten deur, wat er besproken is kon ze niet
vertellen, ze zijn alle drie buiten gegaan en bij het buiten komen links tussen
het raam en de deur hebben ze Frans neer
geschoten, liep verder naar de lindeboom en draaide naar de volgende tweede
lindeboom er stonden tegen de gracht er drie van die bomen waar hij in de
gracht te recht kwam. Hierop vroeg de Duitse politieman of ze iemand kon vinden
om hem naar Wolvertem centrum het
dodenhuis te brengen. Zorg er voor mevrouw dat het lijk van avond nog naar het
dodenhuis gebracht wordt, waarop het drietal vertrokken. Het hele onderhoud heb ik persoonlijk kunnen
volgen grootmoeder stuurde mij naar Alfons Van Moer noodslachter te Slozen
zeker een man die niet zo vluchten voor een Duitser vertelde hij altijd
ik heb er in 14-18 genoeg van afgezien
in gevangenis in Duitsland. Deze burgerman
heeft op zijn kar in het duister hem naar Wolvertem
gebracht grootmoeder heeft Frans nog gedekt met een deken. Er is veel over
gerodeld over dit geval voor wie en voor wat maar nooit is er iets boven
gekomen en zeker niets van voorgekomen.
Belevenissen van enkele bengels uit Slozen in de
vakantie van 1943
Misschien zal dit
hoofdstuk niet zo helder klinken voor zij die het nu zullen lezen, maar het
waren in die oorlogsjaren andere tijden van honger en schrik maar niet ons het
boerenvolk, wij bengels konden wat centen verdienen met op de smokkelgoederen te letten en met
onze rollenwagens wat transport te doen
voor de stadbewoners die aankopen kwamen doen van eetwaren en zelf een hofje
aanlegde en wat grond bewerkte op het
platte land, om in hun noden van voedsel
te voorzien dat gerantsoeneerd was voor de aankoop met zegeltjes. Ik kan het mij nog
best herinneren al was het heden ten dagen, het speelde zich af in het grootverlof
van 1943 juli-augustus. Met enkele
vriendjes was ik aan spelen op het kruispunt onder de wegwijzer die de weg
aantoonde naar Rossem Temse -
Brussel nu zou het een monument waardig
zijn moest deze er nog staan. Menige uren hebben
wij op die plaats doorgebracht en van geen kattenkwaad bewust hebben veel
fantasieën trachten levend te maken. Wij hebben er ook alles besproken wij
hebben zelf gedacht aan een concurrenten strijd aan te gaan met het openbaar
vervoer de tram die het in die jaren het heel druk had met smokkelwaren naar de
hoofdstad te brengen. Ja zulke gedachten speelde er reeds in onze hoofden, ja
handel zat er van in onze jeugdjaren zeker al in, wat het ook niet zo verbaast
zal klinken in die harde tijden waar elke centiem werd omgedraaid voor je deze
kon missen. Op zekere dag zagen
wij in de verte onze buurman, die en verwoed sluikslachter was met een diertje
de fiets aan de hand afkomen uit Rossem, al vlug kwam het op in onze gedachten
deze man die ons wel eens trakteerde op een limonade of een ijsje, konden wij best een handje toesteken. Bij het naderen zag ik dat hij een
steenezeltje bij had, aan zijn rechterhand zijn fiets. Wij vroegen hem dat we
geen handje konden toesteken wat hij zeker aanvaarde, wat mij wel opviel was
dat die man wel misschien wat had gedronken op de verkoop met de verkoper en er
meer dan een pint geuze hadden op gedronken. Zo aangekomen aan het café bij de
Coille waar wij stopte, en de buurman betaalde een rondje voor deze gedienstige
jongens en liet ons een toertje op de rug van den ezel maken. Ondertussen was
hij op een akkoord gekomen met de bazin Wis de ezel daar te stallen. En wij moesten het
diertje voorzien van eten en onderhoud, hij kreeg onze toestemming op ons erewoord tegen val avond werd het diertje
gestald en voor zien van hooi en stro, onze
afspraak was gemaakt de volgende morgen het dier zijn stal uit te
mesten. De morgen daar op
ik naar de stal met nog een paar vrienden om onze taak uit te voeren, maar het
werk was reeds geschied door de eigenaar die ons vertelde dat d e ezel geld
kakte en liet onze enkel kleine stuivers
zien. Je kunt je nu best
inbeelden dat wij hartpijn hadden dat wij dat niet hadden gevonden, nooit zijn
wij nog te laat verschenen om de ezel van eten en strooisel te voorzien maar
nooit hebben wij nog iets gevonden. Maar hele goede herinneringen hebben de
kinderen uit Slozen zeker aan over gehouden gedurende het hele
verlof hebben wij met het diertje gespeeld en rond gereden soms met drie en
vier op de rug het was een heel brave ezel altijd gedienstig. Veel later heb ik
vernomen dat onze speelvriend afkomstig
was en gekocht op de Meuzegemsehoek van
Moon. Maar schone liedjes duren nooit lang en een nieuw schooljaar kwam er aan
en op een namiddag gingen wij terug spelen met de ezel deze was verdwenen.
Enkele dagen later kwam de buurman worsten aanbieden aan moeder die zeker van
het vlees van de ezel waren, moeder heeft ze zeker voor een gunst prijsje
kunnen kopen en wij hebben ze heel lekker naar binnen gespeeld. Dus mag ik
zeggen tot besluit dat ik op de ezel heb gereden maar er ook heb van
gegeten.
Ps: Een tante van
mijn was gouvernante van de drie kleine kinderen van een weduwnaar uit
Schaarbeek deze kwam eens met de kinderen naar Slozen op bezoek en deze ontdekte ook het speelgenot van de ezel.
En is menige malen
naar Slozen moeten komen met haar
kroost om met de ezel te rijden. Later ben ik de
jongen Marc in zijn fabriek te Vilvoorde nog tegen gekomen hij vertelde ook van
de pret die hij toen hier beleefde in Slozen.
|