DE WACHTER, Repertorium,
d. IV, p. 171; WAUTERS, Environs de
Bruxelles, d. II, p. 323-324; GOETSCHALCKX, Album pastorum, p. 128-132; VERBESSELT, Het parochiewezen, d. IV, p. 71-87.
VERHASSELT
L., Kerkelijk leven te Meuzegem en Imde,
Wolvertem, 1956.
2.Inlichtingen
betreffende het archief
Bestand
Kerkarchief Brabant documenten van 1649 tot 1791 (0,10 strekkende meter)
nummers 4583-4585, 24.889-24.898
Het archief van de pastorij werd samen met het archief
van Wolvertem in bewaring gegeven op het A.R. overeenkomstig de Archiefwet van
1955 (nrs. 24.889-24.898)
24.897: manuaal van de inkomsten en
uitgaven van de kerk (1789-1791)
24.890-24.896: rekeningen van de
Fabriek (1724-1760)
24.898: kwitanties, 18de e.
24.889: contracten voor het gieten
van klokken (1656, 1659)
4.583: Armentafel: manuaal van de
goederen, 1649
4584-4585: goederen van de
Armentafel, 18de e.
3.Archieftoegangen
Inventarissen:
-d'HOOP, d. II (nrs. 4583-4585)
-Inv. (XII) van E. PERSOONS, voor de
nrs. 24.889-24.898
Tot slot mogen wij Imde niet vergeten.Men spreekt van dë iërë van Um (4) .Dat
heeft niets te maken met de heren van Zichem, want daar sloeg dat op de
gewone mensen.Hier gaat het eromdat dit kerkdorp jaren de burgemeester
geleverd heeft voor de gemeente Wolvertem.Achtereenvolgens waren dat : Frans Van Doorslaer, Jacquest Kint en Jean Van Ossel.Bij de fusie was de eerste burgemeester van
de gemeente Meise ook een inwoner van Imde : Armand Van Vuchelen.Die leefde lang met de illusie dat hij de
eerste burgemeester van Meise, Wolvertem en Oppem was.Ik heb hem eens verteld dat zijn voorganger
in Meise, baron d Hoogvorst, burgemeester was van meerdere gemeenten,
waaronder Meise, Wolvertem en Nieuwenrode.De brave man was daar toen niet goed van.Maar hij heeft het mij snel vergeven, dat ik
hem een van zijn illusies ontnam.
Reeds 350 jaar Mariadevotie in Meise.De boskapel valt onder de parochie Wolvertem.Maar geografisch ligt ze dichter bij Imde.Parochiegrenzen zijn grillig en volgen niet steeds de demografische
ontwikkeling van een streek.
Maria wordt er vereerd als Behoudenis der Kranken en is dus een toevlucht
voor zieken en allerlei mensen in nood.
Rond 1658 hebben vrome mensen een Lievevrouwbeeldje opgehangen aan een oude eik
in het bos, dat toebehoorde aan de baron van Imde.Steeds talrijker en
talrijker kwamen daar mensen bidden.Deze uiting van Mariadevotie kaderde toen in de benarde tijd die ons
land doormaakte : een tijd van oorlogen en van besmettelijke ziekten.Het voorbeeld van deze mensen heeft tot
vandaag navolging genoten.
In 1695 liet de prinses van Chimay er een kapel bouwen, die later werd verbouwd
door de heren van Turn&Tassis.
In de kapel zien wij zeven schilderijtjes in de abcis van de kapel : de 7
smarten van Maria.
Voor de 21 km en de 6 urenloop van Meise op 13.10.1985 in het Neromhof werd een
bronzen medaille van 5 cm doorsnede uitgereikt.De matrijs is in ons bezit, maar de medailles zijn uitgeput.
In de Geschiedenis van Wolvertem van J.Lefèvre e.a. staat vanaf pag. 310 tot
334 een uitgebreide tekst over de boskapel met een Liedeken van de stigting
der Capelle tot Impde.
We bezitten ook 2 kleine gedrukte boekjes over de boskapel.De eerste uitgave dateert van 1905 en is
gehandtekend door Jacques t Kint en gedrukt door Julien Jamaer Pulinx.Het tweede is van 1958 met een afbeelding van
het originele beeld op de gekleurde kaft en gedrukt door Troost.
In Imde van A.Bettesone vinden wij :
1625 In de boskapel bevond zich een zilveren kelk van 1625, een gift van
pastoor F.M.De Bossio.
1658 Aan een eikenboom aan de ingang van het bos, Hoogensel genoemd, werd een
beeldje opgehangen van O.L.V. van ongeveer 17 cm hoog.Dit was de oorsprong van de boskapel.Het bos was eigendom van Karel Verreycken,
baron van Imde en lag op de grens van
de parochies Meuzegem Imde en Wolvertem
Rossem.Pas hing dit beeldje op of
er zouden wondere tekens rond gebeuren.Spoedig kwamen er bedevaarders om het beeldje te vereren.De kerk heeft hier evenwel nooit miraculeuze
genezingen erkend.Vooral in de periode
van de pest en oorlog kwamen er vele bedevaarders, soms werden er tot 8000
pelgrims geteld!
Afbeelding van het beeldje en tekst met verwijzing naar Oude druksels
betreffende de begankenis tot het O.L.V.-beeld te Imde in Eigen Schoon en de Brabander 1936 XIX blz. 353 tot 355.
1694 Pastoor De Munck Frans Herman, pastoor van Wolvertem en van de boskapel te Imde
tot eind december 1697 liet het O.L.V.-beeldje wegnemen uit de eik en bracht
het onder in een uit planken opgetrokken kapelletje.Nadien werd er nog een groter kapelletje uit
hout opgetrokken doch beide gebouwtjes werden afgebroken bij het tot stand
komen van een kapelletje uit baksteen in 1695.De grote menigte pelgrims zou grotendeels zorgen voor de nodige
materialen.
1694 1697 Op 2 juli 1694werd De Munck Frans Herman pastoor van Wolvertem en van de boskapel van Imde tot eind december 1697 toen hij
geroepen werd om abt te worden van de abdij van Grimbergen.Hij schreef ondertussen de kroniek van de
voornaamste gebeurtenissen rond de boskapel, welke de voornaamste bron werd van
de geschiedenis over het ontstaan van deze kapel, waaraan hij trouwens met hart
en ziel heeft mee gewerkt.Hij schreef
o.a. dat er door kerkmeester Jacques De smet de som van 9 gulden werd omgehaald
en dat voorts de offerblok 94 gulden had opgebracht.
1695 In de maand mei zond Prins Humbertus a Precipiano, toen aartsbisschop van
Mechelen, deken Herman Bertrant van Meise ter plaatse, om er een onderzoek in
te stellen.Daarop gaf hij de toelating
om in bouwsteen, de boskapel te bouwen en plaatste hij de kapel onder de
aanroeping van O.L.V. Behoudenis der kranken (Salus Infirmorum).Toen werd ook Marten Verstappen als
kerkmeester vernoemd.
Op 18 juni zag pastoor De Munck eindelijk zijn wens in vervulling gaan.Toen legde prinses Anna Verreycken, edele
vrouwe van het kasteel van Imde,
weduwe van Philippe de Hennin, graaf van Boussu en prins van Chimay, de eerste
steen van het boskapelletje te Imde.Hierbij waren aanwezig :
- prinses de Vaudemont, kasteeldame van Dilbeek; zij schonk een prachtig
kleedje om hetbeeld te versieren.
- prelaat Joost Basserij van de abdij van Grimbergen die overleed op 8 mei 1698
op 65jarige leeftijd.
- meier Ernestus de Larue (+1701) van het prinsdom Grimbergen
- de kinderen van de prinses van Chimay o.a. Thomas Philippus die later de 9de
aartsbisschop van Mechelen en kardinaal zou worden (1716 1759)
- vele vooraanstaanden
Op 2 juli 1695 was de kapel 10 tot 12 voet hoog afgewerkt en werd het O.L.V.
beeldje vanuit de kerk van Wolvertemprocessiegewijs naar de boskapel gebracht
door pastoor De Munck, doch wegens de optocht van het Franse leger naar
Brussel, werd het terug verstopt in de kerk van Wolvertem na één dag en nacht te hebben verbleven in het bouwwerk.
Van 13 tot 15 augustus werd Brussel gebombardeerd.
Op 8 september 1695 (feest van O.L.V.-geboorte) was het koor overdekt en werd
het beeldje opnieuw naar de kapel gebracht, doch in alle stilte omdat de
bevolking op de vlucht sloeg voor het geweld van de Franse soldaten die de
velden verwoestten.Toch werd er toen een
mis gelezen maar zonder veel volk.Het
beeldje droeg een versiering van de hand van Gertrudis De Hertogh.Het kapelletje zou nog datzelfde ,jaar zijn
afgewerkt.
1696 De offeranden van de boskapel brachten 684 gulden op.Over deze belangrijke som geld wou de prinses
van Chimay zelf beschikken.
Op 12 maart benoemde de prinses van Chimay, barones van Imde, als drossaard, de genaamde Jan Wouters.
Op 26 oktober werd er een klok in het torentje van de boskapel gehangen.
1698 De prinses van Chimay schreef een verzoekschrift aan de aartsbisschop van
Mechelen om het bekomen van haar rechten op de boskapel.Daarin vermeldde zij dat er meer dan 80000
pelgrims geteld werden en dat vele menschen er van diversche kwalen en ziekten
geholpen werden.Hierbij gewaagde zij
ook van de gebeurtenissen van 1658.
Op 28 februari werd er bij akte te Brussel opgesteld een standpunt ingenomen
i.v.m. de eisen van de prinses van Chimay, barones van Imde (Anna Ludovika Verreycken).Het bestuur van de boskapel werd overgelaten aan pastoor De Munck van Wolvertem zolang dit haar beviel.Mocht hij weggaan dan moest men een andere
predikant met naam ter vervanging aanbrengen,waarover zij zich de keuze toeëigende.Zij besliste tevens dat haar drossaard Jan Wouters in overleg met de
pastoor twee kapelmeesters zou benoemen.Ook zouden er na de voleindiging van het gebouw van de boskapel, iedere
zaterdag en op alle feestdagen van de Heilige Maagd mis gelezen worden (dit
werd betwist door de prelaat van Dielegem en de Raad van Brabant die
hierovertussenbeide kwam,
nam zijn besluit op 12 maart 1700 (1699?).
Op 2 mei legden 14 pastoors uit de omgeving samen met pastoor Geldens van Meuzegem Imde een gezamenlijke klacht
neer bij de aartsbisschop van Mechelen, tegen de prinses van Chimay.Hun beklag was dat er in de boskapel missen
werden opgedragen op zon- en feestdagen door de kapelaan van het kasteel van Imde, waardoor de parochianen zich
onttrokken aan hun ware herder die hun offerandegeld van de parochiekerk moest
missen.
Op 1 juli gaf de aartsbisschop van Mechelen de opdracht aan E.H. Van Cutsem om
de giften en offeranden van de boskapel te ontvangen en in bewaring te
nemen.Dit om te verhinderen dat de
prinses van Chimay er de hand zou op leggen.
Op 2 of 24 juli werd Herman De Munck verkozen als nieuwe abt van
Grimbergen.Hierbij traden op als
commissaris Pierre Bouchout van Meise en Henricus Huys, abt van Dielegem.
Op 21 augustus werd hij plechtig geïnstalleerd door abt Chrysostomus Teniers
van de Sint Michielsabdij van Antwerpen.
Te Wolvertem werd in de plaats van
Herman De Munck Jacobus Van Santvoort tot pastoor benoemd.Hij was een Norbertijn van de abdij van
Dielegem.Hij droeg bij tot de
vergroting van de boskapel (1707) en overleed in 1717.
Op 26 juli kreeg de prinses van Chimay een brief uit Rome waar haar tweede zoon
(de latere kardinaal d Alsace) zijn studies voleindigde, die antwoordde op
haar verzoek om goedkeuring van het reglement dat zij wenste i.v.m. de
boskapel.Hij schreef dat zij zich
daarvoor moest wenden tot de aartsbisschop van Mechelen (die echter reeds
voordien negatief had gereageerd na een onderzoek van pastoor Hennen).
Op 20 november liet de prinses drie akten verlijden voor notaris Van Kerkhoven
te Brussel :
1. Hierbij werd definitief afstand genomen van de grond waarop de boskapel werd
gebouwd (door de gelovigen van de Boskant) maar waarin zij voor eeuwig ennin, graaf van Boussu en prins van Chimay,
de eerste steen van het boskapelletje te Imde.zelf de beschermheerschap behield voor haar
en haar opvolgers.
2. Hierbij werd de schenking bevestigd van de misgewaden, het tabernakel, de
kelk en de ciborie en een rente van 50 gulden.
3. Waarbij zij een kapelanie stichtte met een rente van 300 gulden mits 5
wekelijkse missen te lezen tot haar intentie maar met behoud van het
beschermheerschap over de rente.De
kapelaan moest ook instaan voor de predikatie en het toedienen van de
sacramenten en s zondags moest hij de mis opdragen om 11 uur of om 11.30 u.,
in ieder geval na de hoogmis in de parochiekerk.Hij moest en slotte waken over de
offerandegelden en rekenschap afleggen aan de vertegenwoordiger van de prinses
en aan de commissaris die de aartsbisschop zou aanstellen.
Omwille van de hierboven in de drie akten vermelde giften had de prinses op 29
november van prins Humbertus a Precipiano, aartsbisschop van Mechelen, recht
van patronaat gekregen over de kapel (notariële akte van 20.XI.1698 verleden
door notaris Dulieu in Brussel).Zij
dacht daardoor het volle bestuur van de boskapel in handen te hebben en meende
zelfs zelf de goddelijke diensten te mogen regelen.Dit recht kwam echter uitsluitend toe aan de
pastoor van Wolvertem en de heer
Kerremans, prelaat van Dielegem die het patronaat voerde over de parochie Wolvertem, trok het betwiste recht door
de aartsbisschop van Mechelen toegestaan op 1 december 1698 voor de Soevereine
Raad van Brabant (zie beslissing 2 maart 1700).
Op 24 november keurt de aartsbisschop a Pecipiano haar smeekbrief tot hem
gericht goed in gevolge de schenkingen die de 3 akten verleden waren.Dit zonder tegenkantingen behalve dat de
priesters die werden aangeduid moesten erkend worden door de bisschoppelijke
overheid.Eigenlijk was het
beschermheerschap over de kapel uitsluitend toegestaan aan de abdij van
Dielegem in de XIIde eeuw door de bisschop van Kamerijk en in 1673 was dit
voorrecht erkend als toebehorende tot de abt van Dielegem door Karel
Verreycken, baron van Imde, vader van
prinses Anna Ludovica Verreycken.
1699 Op 25 maart (O.L.V. Boodschap) werden er 10000 pelgrims geteld aan het
boskapelletje dat, gezien de grote volkstoeloop, veel te klein werd.Weinig later zal het dan ook vergroot worden.
(waarover later)
1700
op 12 maart kwam het verdict over de betwistingen rond de boskapel van de Raad
van Brabantingevolge een klacht van de
abt van Dielegem over het beschermheerschap van de prinses van Chimay Anna
Ludovika Verreycken, dochter van Karel Verreycken.Het verdict luidde als volgt :
- De prinses van Chimay behoudt het recht een kapelaan en een kerkmeester te
benoemen.De tweede kapelmeester werd
benoemd door de pastoor.
- Het komt de parochiegeestelijken toe alle goddelijke diensten te regelen, de
pastoor ontvangt het offergeld aan de communiebank gebracht, de andere gelden
die dienden tot het dekken van de kosten van de erediensten moesten in een
koffer met drie sleutels worden geplaatst : een voor de pastoor, een voor de
kerkmeester en een voor de schepenen.
- Geen enkel gebouw mag worden opgericht tenzij met de toelating van de
prinses.
-De bedevaartvaantjes en de medailles moeten aan de ene zijde de beeltenis van
O.L.Vrouw en aan de andere zijde deze van St.-Norbertus. (Blijkbaar werd
hieraan geen gevolg gegeven omdat er geen enkel voorbeeld van werd terug
gevonden).
Liever dan de prestigestrijd te verliezen had de prinses van Chimay de baronie
van Imde verkocht.
1702 Op 7 januari emancipeerde Eugene Alexander, prins van Tou en Taxis, zijn
dochters die hij bekomen had uit zijn huwelijk et Anna Adelaïde nl. Anne
Françoise, Eléonore-Ferdinande, Anna-Thérèse en Marie-Godfride.Voor hun onderhoud schonk hij hun o.a. de
baronie van Imde.
1704 Pastoor Van Santvoort van Wolvertem
vat het plan op om de boskapel te vergroten voor de ingang van het bestaande
boskapelletje.De pastoor van Meuzegem-Imde
doet op 28 mei zijn beklag bij de deken ter gelegenheid van het kerkbezoek.,
dit i.v.m. het vonnis van 12 maart 1700 van de Raad van Brabant.
1705 Om het plan van pastoor Van Santvoort te kunnen verwezenlijken bakte de
bevolking 90000 stenen van 24 cm lengte.
1707 Voor de ingang van het toen bestaand boskapelletje (thans sacristie) werd
toen een grote kapel opgetrokken, dank zij de toenmalige drossaard van de prins
van Tour en Taxis de heer Wouters en van de ijver van pastoor Van Santvoort van
Wolvertem. De voorgevel is in barokstijl met
witte natuurstenen en Spaanse baksteen.Vier dorische pilasters schragen het fronton met een groot rond venster.
Boven de barokke ingang een nis met een houten beeld van O.L.V. en het
gekleurde wapen van de prinsen van Tour en Taxis (zie afbeelding pag. 26).
De voorgevel is enerzijds bekroond met een zon en anderzijds met een maan.Tussen de twee is er een klokkenkamer.De kapel is 25 m lang en 9.30 breed.
Boven het wapen van de familie staat de
volgende tekst :
ce vertueux prince, notre illustre patron amplifie cette peuse (pieuse) et
saincte fondation.
Dit wil zeggen : deze eerbare prins, onze doorluchtige patroon, vergroot deze
vrome en heilige stichting.
Bij het bezoek van de landdeken aan de Boskapel in 1707 derukte hij zijn
bewondering uit over het mooie gebouw.Hij bevestigde toen ook dat de dakgebinten ook reeds ter plaatse waren.
1712 Op 8 december stierf abt Herman De Munck van Grimbergen in de ouderdom van
69 jaar.Hij kreeg o.a. door de
stichting van de Boskapel de bijnaam Mariaprelaat;Zijn wapenschild werd geplaatst boven de
ingang van de St.-Annakapel gebouwd (herbouwd) in het jaar 1700 te Oppem (Veilst).
1714 Het dak van de Boskapelwas gedeeltelijk uit stro en er was toen nog
geen stenen vloer.De muurbepleistering
ontbrak ook nog evenals het gewelf.Ook
was de kapel toen nog niet bemeubeld.
1715 Op 3 april deed de pastoor van Wolvertem
zijn beklag bij de officiaalrechter van de aartsbisschop van Mechelen i.v.m.
het opdragen van zondagsmissen door de kapelaan van het kasteel van Imde in de Boskapel.
1717 Kardinaal d Alsace schonk rond die tijd een kerkraam waarin ook zijn
wapenschild was opgenomen aan de Boskapel.Op een van de exvotos op doek geschilderd stond het jaartal 1717.
1722 Ingaand op het verzoek van de pastoor van Wolvertem en van Meuzegem-Imde
begon kardinaal d Alsace op 14 februari met het schorsen van missen op zon- en
feestdagen in de Boskapel,
doch enkele dagen later werd deze beslissing alweer herroepen na een brief van
de heer Delsinne, voorlopig aangesteld als kapelaan die weerlegd had dat de mis
wel mocht, doch om 11 uur.Hierbij werd
beslist dat de zondagsmissen moesten gebeuren na de zondagsmissen van Wolvertem en Meuzegem-Imde rond11 u. of
11.30 u. Met kapelaan Delsinne van het kasteel van Imde heeft pastoor De Cock heel wat last gehad evenals met diens
opvolger La Haye het jaar nadien (1723).Deze laatste was ook nog kapelaan geweest van de kapel in het kasteel
van Imde in 1714.
1723 In dat jaar deden 14 pastoors uit het omliggende hun beklag bij de
aartsbisschop van Mechelen i.v.m. het opdragen van zondagsmissen in in de
Boskapel door de kapelaan van het kasteel.Hierbij waren pastoor Caessens van Meise,
Norbertijn van Grimbergen en pastoor Provoost, Norbertijn van Dielegem.Niet alleen de geestelijken bemoeiden zich
met de erediensten in de Boskapel, ook de wereldlijke drossaard Wouters, die
bekend was als een anti-clericaal kwam tussenbeide en benoemde toen een
bediende voor de Boskapel.Zijn keuze
viel op Corneel Belde, de koster die de prins ook in Rossem benoemde.De pastoor verzette zich hiertegen maar
Wouters liet zich vergezellen van drie schepenen en van de preter of gerechtsdienaar
gewapend met een geweer, tot aan de communiebank van de Boskapel.Daar werd de benoemingsakte overhandigd.Toen ontbood men de kapelaan om de hoogmis op
te dragen terwijl de pastoor en twee kannuniken van Dielegem zich in de
sacristij bevonden.Dit gebeurde op het
feest van O.L.V. Geboorte op 8 september.Hierop volgde een twist die maanden lag bleef aanslepen.Kapelmeester was toen Jacobs.Naar men beweerde waren de kapelanen La Haye
(Delhaye) en Nicolas de la Ruelle geen goed voorbeeld. Zij waren verslaafd aan de drank, predikten
niet en gaven geen catechismusles.
1724 De prins van Tour en Taxis deed het voorstel aan kardinaal d Alsace om de
stichting van de boskapel te versmelten met deze van de kasteelkapel van Imde,om een grotere stichting te bekomen (ongeveer 600 gulden), met een
dagelijkse mis.Hij wou hiermee hetvolledige beschermheerschap bekomenen ook de benoemingen voor zichzelf
behouden., samen met de inkomsten en zo de abt en de pastoor uit te
sluiten.Dit werd echter afgewezen door
de kardinaal.Het verdict van t jaar
1700 bleef dus van kracht.
1725 De wijk Boskant was vooral gehecht aan de Boskapel
1741 Er werd een nieuwe klok opgehangen in de Boskapel waarin het eerste klokje
van de Boskapel dat gebarsten was en van 1696 dateerde werd ingesmolten.Zij droeg ook een kleine medaillon waarin het
wapenschild van Tour en Taxis was aangebracht.Op 30 augustus 1741 werd deze nieuwe klok ingewijd door landdeken
Schellinck.Deze klok droeg het
opschrift : Jacque Bertout me fecit anno 1741.
1745 Dat jaar kwam er rust rond de Boskapel door een pact dat werd afgesloten
tussen deen de abt van Dielegem en de
kasteelheer van Imde.
1771 Op 14 februari werd Clemens Stoefs (°1713), Norbertijn van Dielegem,
pastoor benoemd in Wolvertem.Na veelmoeilijkheden verkreeg hij in 1782 dat de Boskapel zou bediend worden
door de kloosterlingen van de abdij van Dielegem en dat de bedienaar zou
beschouwd worden als onderpastoor van Wolvertem.
1774 1775 Met het bewind van Maria Theresia van Oostenrijk kwam vanf 1775 het
volkswelzijn, dat vroeger weinig of niet in aanmerking kwam, meer op het
voorplan.Hierdoor herbegonnen ook de
schermutselingen rond de Boskapel, wat een nieuwe uitspraak van een gans andere
strekking dan vroeger bij de Raad van Brabant uitlokte.Aartsbisschop Joannes Henricus de Frankenberg
zou in 1774 zijn aartspriester sturen om het geschil over de Boskapel een
definitieve oplossing te geven.Deze
vaardigde een decreet uit waardoor er geen zondagsmissen meer mochten
opgedragen worden, maar wel missen op de feestdagen van O.L.V. en gedurende hun
octaaf.Indien er toch zondagsmissen
zouden gebeuren dan hadden de gelovigen daarmee niet voldaan aan hun
zondagplicht!
1782 Op 27 februari besloot de Soevereine Raad van Brabant i.v.m. de klacht van
1777 van de inwoners van de drie gehuchten Boskant,
Westrode en Nerom, ingebracht tegen het decreet van de aartsbisschop, dat
er in de Boskapel terug zondagsmissen mochten opgedragen worden,, maar niet
door de kapelaan, maar wel door een kloosterling van de abdij van Dielegem, die
dan bes chouwd werd als onderpastoor van de parochie Wolvertem.Hierop stelde de
prelaat van DielegemAntonius Leeken (°1725) aan om de boskapel te
bedienen.Aangezien de pastorijen van Wolvertem en van Meuzegem te klein waren, nam hij zijn intrek in de pastorij van Rossem die pas gebouwd was (in Imde bestond toen nog geen
pastorij);daar zou jij verblijven tot
1788.Na de dood van pastoor Stoefs van Wolvertem ging hij in de pastorij van Wolvertem wonen waar hij overleedop 22 september 1793.
De Raad van Brabant besliste ook dat er redenen genoeg waren om Imde een eigen parochiekerk te geven
voor de drie gehuchten.De kardinaal was
hier, op eigen verzoek, buiten het geding gebleven.
1790 Op 22 oktober werd Tobias Van der Veken (°1728), Norbertijn van Dielegem,
benoemd tot pastoor van Wolvertem.Na het overlijden van onderpastoor Leeken
(1793) nam hij samen met zijn onderpastoor weer de diensten van de Boskapel
over tot bij de inbeslagname van de Boskapel door de Fransen samen met de
andere goederen van Tour en Taxis.
1797 Om de Boskapel te redden van verkoop als zwart goed werden eerst de renten
van de kapel verwisseld tegen gronden die dan versmolten met de eigendommen van
de prins.De goederen van de prins
werden echter ook in beslag genomen.Gelukkig bleef alles beperkt tot de verkoop van meubelen van de
prins.De klok van de Boskapel werd
verstopt door de drossaard van Cauwelaert.
1807 In dit jaar verklaarde het provinciaal bestuur (préfecture) dat de
Boskapel toebehoorde aan het territoire van Imde
met scheidingslijn op de Brasbeek.Doch,
gezien de ziekelijke toestand van de pastoor van Imde bleef de geestelijkheid
van Wolvertem de diensten van d e
Boskapel verzekeren tot 31 december 1818.Toen droeg de oud geworden pastoor van Wolvertem, wiens onderpastoor ookeen zwakke gezondheid had, de diensten van de Boskapel over aan de
nieuwe herder van Imde.
1807 Samensmelting van de gemeente Wolvertem
met de gemeenten Meuzegem en Rossem Imde.
1810 Splitsing tot het keizerlijk decreet van 1810.
1811 De klok van de Boskapel, die tijdens de franse omwenteling werd verstopt,
werd aan de pastoor van Wolvertem
terug bezorgd door de erfgenamen van drossaard Van Cauwelaert.
Men weet dat na de Franse omwenteling de prinsen van Tour en Taxis de rente van
de Boskapel verhoogden van 350 naar 400 gulden.Daarom werd verondersteld dat de kapel toen werd vernieuwden dat men twee zijaltaren liet plaatsen en
ook nog een uurwerk en een orgel.
1835 De familie Tour en Taxis verkoopt al haar goederen aan Prins Maximiliaan
Karel, met uitzondering van de Boskapel.Hiervoor werden er speciale maatregelen genomen om die over te laten aan
het aartsbisdom Mechelen.
1855 Het eiken beschot onder het doksaal in de Boskapel werd geplaatst door
Vandenbroecke.
1858 Op 5 mei werd door notaris Schelfhout te Wemmel de akte verleden waarin de
prins van Tour en Taxis zich akkoord verklaarde om de Boskapel af te staan aan
de kerkfabriek van Wolvertem.Ook het recht om 20000 fr. Van Jonk heer
Pangaert en de interesten ervan te ontvangen.
1860 Bij K.B. van 10 juni werd de overdracht van de Boskapel aan de kerkfabriek
van Wolvertem bekrachtigd (na
notariële akte van 1858).De prins had
dan ook niet langer het beschermheerschap van de Boskapel.Hij liet dit over aan de aartsbisschop van
Mechelen.
1861 Toen werden er 15000 prentjes gedrukt waarop het hoofdaltaar van de
Boskapel werd afgedrukt (pag. 50)
1863 Jonkheer Pangaert betaalde toen pas het volle kapitaal van de Boskapel
terug aan de kerkfabriek.Toen werden er
wekelijks 5 missen gelezen.De twee
grote bewerkers voor de overdracht waren pastoor deken Mangelschots en
rentmeester Thienpont van de rins van Tour en Taxis, verblijvende te
Halle.In 1863 werden er ook
herstellingwerken uitgevoerd aan de Boskapel.Verder werd er nog een figuratieve kaart van de goederen gelegen te Wolvertem en Meise, toebehorende aan het
kasteel van Imde, opgemaakt door
landmeter Van Keerbergen.
1888 Op 27 augustus kreeg Wolvertem
een nieuwe pastoor Jacobus J.J. Smits (°1844-+1926), priestervan Wolvertem.van
het aartsbisdom Mechelen.In 1905
publiceerde hij een boekje met de geschiedenis van de Boskapel.
1903 pastoor Smits van Wolvertem liet
de Boskapel grondig herstellen.
1905 Over de geschiedenis van de Boskapel publiceerde pastoor Smits een boekje
op 5000 exemplaren
1908 Pastoor van Wolvertem Henricus
J, Finoult (°1861-+26.11.1924) liet onder zijn beheer stilaan de kraampjes die
bij elke plechtigheid rond de Boskapel waren opgesteld verdwijnen.
1923 Op 25 maart, feestdag van O.L.V. Boodschap, was er opnieuw een begankenis
tot het beeld van O.L.V.Behoudenis der kranken te Imde.Men noemde deze
begankenissen ook nog de Veerskensmarkt.Toen bonden de jonge kerels stro wiskens aan het haar van de jonge
meisjes en ook aan de snoeren van de voorschoten.Er bestaat een liedje van de stichting van de
Boskapel dat tijdens de plechtigheden werd gezongen (tekst op pag.55).
In De Brabander verscheen in 1923 p.93-94 een artikel van M. Sacré, Begankenis
tot het beeld van Onze Lieve Vrouw Behoudenis der kranken te Imde.
1927 Jan F. Colruy (°1873 - +1952), priester van het aartsbisdom Mechelen werd
pastoor van Wolvertem op 8 januari
1925.Hij liet onder leiding van
architect Veldeman uit Meise herstellingen uitvoeren aan de Boskapel.
1948 Op 27 juli werd Josephus Vanderhasselt pastoor van Wolvertem.Hij was stichter
van de Broederschap vanO.L.V. Behoudenis der kranken.
1952 Bij K.B. van 29 januari werd de Boskapel gerangschikt als monument.
1954 Mariaal jaar, ter gelegenheid van het eeuwfeest van de dogmaverklaring van
de Onbevlekte Ontvangenis van O.L.V.Op
4 juli werd een grote bedevaart gehouden naar de Boskapel ter ere van O.L.V. en
haar druk bezocht heiligdom.19
parochies kwamen er toen samen en 4000 mensen namen er deel.Deken De Smedt was de eregast hierbij.
Tekst Beevaartlied van J. Feyen op pag. 57
1983 Op 15 augustus Mariahoogdag, nodigde de Landelijke Raad van Wolvertem alle Landelijke Gilden en
K.V.L.V.-gilden van Wolvertem, Imde,
Meuzegem, Rossem, Westrode, Oppem, St.-Brixius Rode en Meise vriendelijk
uit op de 7de Mariale Hoogdagbedevaart om 15 u. bij de
jubilerendeBoskapel jaarprogramma
God zag dat het goed was vierde men rond Maria, de beste.Z.E.H. DE Bergh, nationale proost van de
Boerenbond hield de homelie. Met alle zangkoren van de parochies zongen zij de
latijnse zangen : Kyrie, Gloria, Sanctus, Agnus Dei.
Vier graag mee! Nodig alle vrienden uit, zo nodig, zorg zelf voor een zitje,
zo luidde de uitnodiging van het bestuur van de Landelijke Raad.
Op pag. 61 staat nog een beschrijving III gebouw en inboedel van de Boskapel
A.Bettesone maakte ook de tekening van de Boskapel, die als basis diende voor
een gelegenheidmedaille van 5 cm doormeter in brons, gesponsord door Wagner
voor de 21 km en 6-urenloop op 13.10.1985 in het Neromhof voor de Beker van
Vlaanderen.
Restauratie
Deze eenbeukige barokkapel, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw-Behoudenis-der-Kranken,
prijkt sinds 1952 op de lijst van beschermde monumenten. De huidige Boskapel is
opgericht in 1707 ter vergroting van een bestaand bedevaartskapelletje dat
dateert uit 1695. Die eerste constructie is in de huidige kapel geïntegreerd en
doet nu dienst als sacristie.
'Deze restauratiefase spitst zich voornamelijk toe op de buitenkant,' aldus
minister Bourgeois. 'De daken, gevels en glas-in-loodramen worden het eerst
aangepakt, daarna zal de bepleistering in het interieur aan de beurt zijn. Het
meubilair en het orgel zullen in een volgende fase gerestaureerd worden.
Op mijn bijdrage 31
kwam reactie van René Beyst (Vz. H.K. Aartselaar vzw) :
Ik ben momenteel op
zoek naar mogelijke hypothesen i.v.m. de woordverklaring van deze plaatsnaam,
die zelden schijnt voor te komen in de provincie Antwerpen (voorzover mijn
huidige kennis reikt: enkel in Ranst en Koningshooikt), maar die in
Vlaams-Brabant vaker terug te vinden is. Zo vond ik drijpikkels te Wemmel
(visvijver Fortis aan de drijpikkel), Strombeek-bever
(voormalige Brouwerij nu herberg) (Boechoutlaan 246), Meise, Imde (Kwadestraat?), onder Grimbergen
Drijpikkelstraat vlakbij Wemmel (telkens dezelfde of verschillende lokaties??)
en te Laken (op de grens met Meise), te Merchtem (frituur) en te Ninove,
Brusselsestwg 343 (café).
Het zou me dus plezieren de juiste bronnen te mogen kennen waaruit de
veronderstelde woordverklaringen voortkomen.
Mogelijkheden:
driepikkel: als een plaats waar een straat een andere vervoegt naar de
vorm van een waspikkel (= T kruispunt???)
driepikkel: naar de vorm van een melkstoel (samenknooppunt van drie
straten??) of naar de vorm van een (ijzeren) driepikkel boven een open haard,
waaraan een kookpot hing boven het vuur
driepikkel: is ook een kookpot op drie pootjes om boven een klein op)en vuur te
plaatsen
driepikkel: scoutsterm (is jonger 19e/20e E.)
driepikkel: andere ???
Alle bijkomende hulp en literatuur is welkom.
Ik verwees hem door naar Marc Gillisjans en Frans Meskens.
Frans antwoordde :
Een drijpikkel of een driepikkel is eigenlijk een drievoet of een driepoot
zoals reeds werd aangegeven in WNT (Woordenboek der Nederlandsche Taal) maar de
benaming slaat op de eerste plaats op een driepotige melkstoel, toevallig ook
een waspikkel kon drie poten hebben, maar meestal vier (in gekruiste vorm, en
uitmekaar neembaar) cfr. Museum voor Oudere technieken te Grimbergen.
Figuratief ook een drijpikkel op een driesprong van wegen (een T-vorm is zeker
uitzonderlijk, maar vooral een Y-vorm komt hier in aanmerking....
Dit is het geval te Imde, en teRossem
aan de grens met Londerzeel op de Temsesteenweg, en waarvan de herberg de naam
bewaarde van "In den Driehoek". De andere "drijpikkels"
hier in Brabant heb ikzelf niet onderzocht maar meestal zijn het ook wel
grensstraten, samen met splitsing van wegen....
Te Meise (Grimbergen, Strombeek-Bever, Wemmel) het gebouw bestaat er nog van de
Brouwerij (Brasserie) ... tegenover een vroegere herberg of speelplein "De
Meli", verhuisd naar de Kust.... hier is er zeker sprake van een grens van
(driegemeentenpunt) met Wemmel, enerzijds, Meise en Strombeek-Bever, (nu
Grimbergen) anderzijds.
Van bronnen is hier zeker geen sprake, Tenzij we Jan Verbesselt, en Jan
Lindemans (beiden voorzitters geweest van het Tijdschrift "Eigen Schoon en
De Brabander") hun geschriften raadplegen.... In de Reeks van
"Brabantse en Antwerpse Toponymies", uitgegeven door Het Instituut
voor Naamkunde te Leuven, (het moeten er wel een zestigtal zijn) en te
raadplegen in de Blijde Inkomst-straat te Leuven....zal me zeker nog "Drijpikkels
of driepikkels aantreffen.... soms ook als herbergnaam. Maar de plaatsnaam is
primordiaal op de huisbenaming..
De Drijpikkel(straat) te Imde
(Meise) was alleszins een driesprong van wegen, en er stond zelfs een
schandpaal .....Nog te bewonderen in "De Iconografie van Het Kanton
Wolvertem:Alex Verbouwe, Iconografie van
Vlaamsch-Brabant, deel IV, Kanton Wolvertem, Gezichten, Plannen en kaarten
uit vorige eeuwen, uitgegeven bij A. Hessens, Brussel, 1942....blz. 15
(tekening naar een plan van Bodumont uit 1786.
Interessant is ook dat hier nog toponiemen worden gemeld: 'Drie Wegen"
een pachthof te Wemmel (1837), enz...Later werden deze benamingen
"Drijpikkel" gebruikt om de tramhalte aan te duiden...
Mocht er nog iets niet duidelijk zijn, kan je dit gerust melden..... Bv. De
Iconografie van Vlaams-Brabant is ook gedrukt in het Tijdschrift " Eigen
Schoon en de Brabander" rond de jaren 1940-1942 of vroeger.... Frans
Meskens
Marc
Gillisjans de auteur is van Toponymie van Wolvertem in delen verschenen in
ES&DB. Hij schreef in Jg.88/1 (jan/maa 2006), blz. 39 in een deel van een reeks,
getiteld Toponymie van Wolvertem de navolgende, interessante woordverklaring:
"de driepikkel is de welbekende stoel waarop een waskuip werd geplaatst en
naar analogie hiermee noemde men de plaats waar een straat een andere vervoegt
den Driepikkel. Hij geeft er wel de attestaties bij, maar geeft niet de
bron weer, die aangeeft waarvandaan hij de woordverklaring haalt of op welke
gronden hij deze hypothese vooropstelt.
Op 24 augustus gebeurde de slag van Imde met voornamelijk de 3de
jagers te voet.Er sneuvelden vele
mensen.Een paar werd begraven op het
kerkhof van Imde nl. Ephrem Van
Coppenolle uit Ronse en Hector Goemaere uit Herseaux.De andere werden overgebracht naar militaire
kerkhoven.Er werd toen een monument
opgericht.
José Anne de Molina beschikt over een dagboek van zijn opa (toen vrederechter)
waarin hij een aantal gebeurtenissen noteerde.
In De grote oorlog in de regio Londerzeel van Louis De Bondt en Francis
Hallemans staat een en ander ook beschreven.Het front lag toen tussen Meise en Wolvertem en het dood schieten van
prins Wilhelm Johannes Ludwig Ferdinand von Schönaich Carolath, Pruisisch
luitenant van het regiment reserve Uhlanen op 26 augustus 1914 aan de Strombeek
Beverselaan (trunk met gedenkplaat) had hiermee ook onrechtstreeks te maken.
Elk jaar wordt de slag van Imde nog
herdacht en dit jaar is dat op 24 augustus om 9.30 u.Er bestaat een film over deze plechtigheden
met bijhorende opname van de feestdis achteraf met voordracht van moppen o.a.
van Jean Van Dievoet uit Meise.
3 Hof te Imde In Beknopte chronologische geschiedenis van Imde van Achiel Bettesone lezen wij :
VIIIste IXde eeuw Toen Ossel nog hoofdkerk was van het ganse gewest lag het
hof bij de kerk van Imde
XIIde XIIIIde eeuw De abdij van Dielegem bezat meer dan 100 bunder land, 260
bunder bos, een aantal beemden en een groot aantal cijnsgronden.Het grootste hof lag te Imde.Toen bestond een hof
te Wilre dat niet mag verward worden met het hof te Imde
1265 Het primitieve hof te Imde,
later hof t Elderen, behoorde tot de oudste dorpskern van Imde.Na te hebben
toebehoord aan het geslacht de Imde
ging het over aan het geslacht de Wilre halverwege de XIIIde eeuw.In 1265 staat Gosurinus Gola de Wilre,
ridder, het af aan de abdij van Dielegem die het dan terug in leen gaf aan
diezelfde Goswinus.
1698 Het Imdenhof wordt op 30 september door Adriaan Van de Sande uit Brussel
verkocht aan Jan Wouters, drossaard van Imde.
Dit hof zou door een brand tijdens de slag om Imde op 24 augustus 1914 vernield worden.
1814 Het Imdenhof werd op 28 augustus 1814 bij testament overgemaakt aan Jan
Baptist Isidoor Stevens, municipaal raadslid in Brussel en eigenaar van de
brouwerij A l étoile en aan Joanna Maria Leymans, zijn vrouw.Zij hadden maar één kind : Elisabeth Joanne
Stevens.
1914 Het Imdenhof, toen eigendom van de familie t Kint wordt in brand
gestoken.Hierbij verdwenen er talrijke herinneringen aan de familie Wouters bv
Jan en zoon Karel uit de XVIIIde eeuw, drossaards van de baronnie Imde.Dit hof was voornamelijk het werk van de zoon van Karel Lodewijk nl.
Lodewijk t Kint geboren op 3 maart 1835.Hij had het bestaand gebouw met twee
vleugels vergroot, een aan weerszijden.Hij had eveneens grote bijgebouwen opgericht en legde een fruit en
groententuin aan van 78 a, door muren omgeven waarin hij ongeveer 200 soorten
perenvariëteiten bezat.Hij liet de oude
wallen slopen en vormde een Franse tuin rondom zijn landhuis met een nieuwe
vijver.Op eigen kosten trok hij de
Molenbeek recht met 160 arbeiders.
Op pag. 787 van Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen vinden wij :
Drijpikkelstraat nr. 9 Z.g. Imdehof.Ruim landhuis met aanhorigheden opgetrokken in neotraditionele stijl in
1923 na verwoesting van een kasteel van 1768 door oorlogsbrand in 1914.
De Cultuurraad van Meise lanceerde een niet onaardig
initiatief, dat vroeger reeds in andere vormen opwag maakte.
Op een uitgestippelde route staan panelen, waarop een oude foto, prentkaart of
tekening met een verklarende tekst.Bij de bronnen op de circulaire vinden wij
o.a. blog erfgoedmeise door Jef De Cuyper.Hier had beter gestaan : http://blog.seniorennet.be/erfgoedmeise.Om mijn lezers de kans te geven de teksten te
vergelijken met het blog, geef ik hier de referenties :
ParochieOriginele
Naamnr. blogCirculaire
ImdeImdehof
110Imdehof
De keuze van de gebouwen roept vragen op.Ware het niet beter geweest zich te baseren op de top 21 van de
historische panden in Meise aflevering 128 Gemeentewonderen ?
Documenten over het Im(p)denhofgaan terug tot in de 17e
eeuw. Bij het begin van de 19e eeuw kwam het domein in het bezit van de familie
tkint, die 4 burgemeesters leverde voor de gemeente wolvertem. Het Imdenhof
werd tijdens de Slag van Imde (24/08/1914) door brand verwoest. Het werd begin jaren
20 heropgebouwd in Vlaamse Renaissancestijl.
[Info www.meise.be]
In de Beknopte Chronologische geschiedenis van Imde van A.Bettesone vinden we nog op pag. 67 IV. Beschrijving van het huidige kasteel van Imde.
1490 Ridder Guillaume, heer van Elderen, zoon van
Jean gaf zijn erf in huur aan t kasteel van Imde.
1525 De de Merodes, heren van Imde, benoemen Petrus Verheyen als kapelaan van
hun kapel in t kasteel van Imde.Deze
castrale kapel noemde St.-Lodewijkskapel
1612 Op 9 november verklaart Louis Verreycken eigenaar te zijn van het kasteel
te Imde en dat het beneficium van zijn kasteelkapel al sedert geruime tijd te
begeven is.Deze functie zou hij in 1618
geven aan zijn eigen zoon Pieter Ernest Verreycken.De benoemingsbrief werd getekend op 6
augustus 1618.Deze Pieter was kannunik
van de St.-Donatius-kathedraal van Brugge.
1629 Men vermeldde dat gedurende heel dat jaar iedere week een mis werd gelezen
in de kasteelkapel van de Verreyckens voor de zielerust van de gesneuvelde
Lambert Verreycken, door onderpastoor Dominicus Wyngaert van Wolvertem centrum,
die dus ook kapelaan was van t kasteel van Imde
1673 De vierkante poorttoren met duiventil van de kasteelhoeve te Imde draagt
het jaartal 1673.Het recht om een til
te bezitten was in de late Middeleeuwen een voorrecht van de heerlijkheden.Ook het voorhuis en de stallingen zouden van
1673 zijn.Deze herenhoeve die vroeger
versierd werd met torens en omringd van grachten werd toen herbouwd.De schuur is van latere (1870).De oorsprong van deze hoeve kon nog niet
worden achterhaald.
1694 Castellum Imde, gravure , zicht op het oude kasteel getekend door J. Van
Croes (pag. 23) deli Harrewijn fecit
In :
a) Jac. Le Roy.Castella et praetoria
Nobilium Brabantiae Antwerpiae 1694
b) idem in 1696
c) idem Amsterdam 1696.A à Sommeren
&Ravenstein
d) idem Antwerpiae 1697
e) idem Ludgini P. Van der Aa (zie prent)
f) idem Brabantia Illustrata London, David Mortier ca 1700 deel I, pl. Nr
60
g) idem Leyden 1705
h) idem Delices de la Noblesse Amsterdam pl 63 A. Braeckman 1706
i)idem Groot Wereldlijk toneel des Hertogdoms Brabant p. 49; s Gravenhaege
bij Chr. Van Lom 1730
j) idem, Grande Theatre Profane p 29Herdruk op oude plaat met biojkomende gravering <<kasteel van Imde
en het wapen>> Tom 2 p. 143 in délices du Brabant, 1757 en
Vermakelijkheden van Brabant 1770, Berten van Cantillon.
Beschrijving bij het oud kasteel van Imde(zie prent uitgave Leyde 1699 naar Le Roy)
Het kasteel, de kapelanie, de Franse binnentuin en het binnenhof vormden één
geheel ingesloten door vijvers.Men
kreeg er slechts poorten recht tegenover het kasteel.Het kapelaanshuis werd later verbouwd, bleef
zelfs bestaan na de afbraak van het kasteel en deed dienst als
conciërgewoning.De kapelaans van Imde
hadden hun eigen afzonderlijke woning in een langwerpig gebouw dat aan de
westkant van het binnenhof van het kasteel gelegen was.Aan de overzijde lag een Franse tuin die men
kon bereiken langs een brug.Aan de
linker kant had de woning van de kapelaan een uitzicht op het kasteel met zijn
drie torens.
1700 Na de dood van haar man kwam Anna Ludovica Verreycken, weduwe Filip de
Henin en prinses van Chimay, in conflict met haar oudste zoon, prins Charles
Louis-Antoine d Alsace de Boussu, over de voordelen die haar werden toegekend
bij het huwelijkscontract en met de verbintenissen die zij had aangegaan tijdens
de minderjarigheid van haar zoon, om de heerlijkheid van haar man in zijn oude
glorie te bewaren en om met haar zoon in overeenstemming te komen werd de
heerlijkheid van Imde verkocht op 18 januari 1700 aan Corneille Segers, Heer
van Heetvelde, griffier te Brussel, dit voor de som van 180.000 gulden
(25.1.1700)
1715 G.Couvreur stelde toen een Kaerte Figuratieve van goederen gestaen ende
gelegen onder Wolverthem op met een zicht op het kasteel van Imde aan de
N.W.-zijde (h0,15 b 0,25)
1734 Toen werd een reeks van 5 kaarten van tienden opgesteld van Wolvertem,
Rossem, Imde en Londerzeel, toebehorende aan de abdij van
Groot-Bijgaarden.Men vindt er ruwe
afbeeldingen op van de kerk, het kasteel, de kasteelhoeve en de brouwerij van
Imde en ook nog van andere gebouwen.
1747 Corneel Delvor werd kapelaan van de kasteelkapel in Imde.Hij stierfop 19 februari 1753 op het kasteel
van Slozen en werd begraven in de kerk van Rossem.
1758 Op 25 maart was er aanduiding van Godfried Gerard Lagoes als kapelaan van
het kasteel van Imde.
1783 De prins van Tour en Taxis verkocht toen eigendommen van de heerlijkheid
van Imde aan baron Filips Snoy van Melsbroek
1787 E.H. De Cock werd kapelaan op het kasteel van Imde.Hij vervulde die functie nog op het ogenblik
dat de Franse revolutionairen ons land binnen vielen.Toen ging hij op de vlucht en kwam niet meer
terug.Hij was de laatste kapelaan op
het kasteel van Imde.
1828 Het kasteel van Imde werd gesloopt.Het was zwaar beschadigd en de herstellings- en onderhoudskosten werden
te duur.Slechts de bijgebouwen en het
kapelaanshuis bleven bestaan en werden omgebouwd tot een verblijf.Ook de St.-Lodewijkskapel in het kasteel was
hiermee verdwenen.
1835 De familie Tour en Taxis verkopen al hun goederen.Het domein van Imde werd nadien opnieuw
verkocht en verdeeld in verschillende loten.Uiteindelijk werd bij toewijzing het vroegere kasteel en het omliggende
park verkocht in de massa met de aanliggende kasteelhoeve en een deel van de landerijen
aan jonkheer François Pangaert.Hierbij
behoorde ook de hoeve t Elderen en de Camme, de oude schepenbank.
1855 Toen werd het huidige klassicistisch of neoklassiek kasteel van Imde
gebouwd door Jonkheer Frans Pangaert.Op
17 juli werd de eerste gedateerde steen gelegd.Hij bevindt zich in de gang naar de kelders.Een brede trap van 18 treden leidt naar een
voorportaal dat geschraagd werd door Ionische zuilen.Het oude kapelaanshuis werd toen hersteld.
1857 Op 21 maart stierf Frans Pangaert in zijn verblijf in Brussel.Hij zou nooit zijn nog in opbouw zijnde
kasteel hebben kunnen bewonen.Zijn zoon
Egide Pangaert d Opdorp zou het kasteel verder afwerken tot het voltooid was
(veel later nl. in 1874).
1876Hendrik Goethals werd de nieuwe eigenaar van het kasteel van Imde en ook
van vele landerijen.De familie bleef op
het kasteel tot in 1956.Zij lieten het
park nog beter verfraaien o.a. werden er twee bruggen gelegd over de vijvers en
de lanen werden beplant met bomen.De
bronnen van Wolvertem zorgden nog
steeds voor het water van de fonteinen.
1870 De schuur van de kasteelhoeve van Imde werd herbouwd.
1956 Het kasteel van Imde werd verkocht door Jozef Goethals aan Jan Van der
Elst, een nijveraar, samen met de bijhorigheden, de kapelanie, de vijvers en
een gedeelte van het park.De
kasteelhoeve bleef echter in het bezit van de familie Goethals.Zijn zoon Georges veranderde de kasteelhoeve
in een buitenverblijf.Zoon François
richtte het oude hof van Corneel Lettens in, Pierre, zijn derde zoon bouwde een
nieuw huis in een gedeelte van het park dat het laatst werd aangelegd en de
jongste zuster van Jozef Goethals, mevrouw Holvoet, verkreeg door erfenis in
1932 de nog bestaande gebouwen van de Kam.Later kwam het kasteel in eigendom van de heer Lienard.
De parochiekerk St.-Kwintens in Imde (Meisewonderen 14) staat in Bouwen door de eeuwen heen in
Vlaanderen op pag.782.De parochie was
eerst afhankelijk van Meuzegem en
werd zelfstandig in het begin van de XIXde eeuw.De kerk zou van 1839 zijn.
In de Geschiedenis van Wolvertemvinden
we ze op pag 748.
Op mijn blog Toren roept haan beschreef ik ze in aflevering 17 met twee oude
fotos en in 31 met 2 fotos in de toren.
Achiel Bettesone geeft gedetailleerde data in zijn Beknopte chronologische
geschiedenis van Imde.We zullen de data hernemen, omdat die niet
meer beschikbaar zijn. 1112 Er waren in Wolvertem 2 kerken met elk een
bijkerk, Wolvertem met Rossem en Meuzegem (Mosengem) met Imde (Immechia).
1145 Er ontstond een parochiegemeenschap in Imde toen een eerste kapel werd
gebouwd.
1440 Volgens Raes, koster onderwijzer van Imde werd er destijds een kapel
(kerk) gebouwd, geheel in hout, welke in 1550 op dezelfde plaats, door een
stenen gebouw zou worden vervangen?De
huidige kerk van Imde, kwam er als opvolger van de eerste stenen kerk in
1839.Zij werd op 6 september
ingehuldigd door kardinaal Sterckx.
1550 Het houten kerkje werd afgebroken en door een stenen vervangen.
1593 Pastoor Joannes Wassenhoven(Meuzegem Imde) kreeg het bevel om binnen de 14 dagen nieuwe ruiten te
zetten in de kerk van Meuzegem?
1641 Op 31 augustus stierf Anna Verreycken, dochter van Louis, en haar
grafsteen werd ingewerkt in de vloer onder de toren van de kerk van Imde, bij
de trap van het altaar.
1669 1678 Justus Buycx (°1617 - +1688) was pastoor te Meuzegem Imde.Zijn naam staat op de monstrans van 1671.
1768 In de toren werd een kleine klok gehangen, geschonken door de prins van
Tour en Taxis.
1769 Meuzegem en Imde telden toen 260 communicanten.
1775 Vanaf 2 april werd Benedictus Joannes Darthe (+1794) pastoor van
MeuzegemImde.Het was in de besloten tijd toen ze niet in
de kerk mochten en baden en zongen op het kerkhof, terwijl de pastoor in een
hoeve de mis celebreerde.
1818 1819 Het levenswerk van pastoor Van Langendonk was de bouw van de
kerk.Hij stierf op 23 januari
1855(grafsteen in de kerk links van de ingangspoort).
1839 Het oude kerkgebouw werd afgebroken en er werd onmiddellijk een nieuwe,
grotere kerk opgericht.Of oude delen
bewaard werden is niet te zien door de bepleistering.
1840 Bouw nieuwe kerk.Op 6 september
inwijding door kardinaal Sterckx.Het
hoofdaltaar werd toen gemaakt door de gebroeders Van Haesendonck,
schrijnwerkers in Imde.
1842 De 4 kerken werden onafhankelijk verklaard : 4 parochiekerken met elk hun
eigen pastoor : Wolvertem, Imde, Meuzegem en Rossem.
1845 De klok werd gewijd (in 1943 door de Duitsers weggehaald).
1856 Oude rekeningen schilderwerken.
1951 Ter vervanging van de klok die door de Duitsers werd weggehaald werd er
een besteld die 525 kg zou wegen(zie foto Toren roept haan).Zij was een gift van de familie t Kint en
van alle parochianen en werd ingewijd door Monseigneur De Smedt
(herdenkingsprentje).
1966 Jan Feyen, Norbertijn uit Grimbergen werd pastoor.
1967 Onder de stuwende kracht van Pater Jan Feyen bekwam de kerk van Imde een
nieuw pijporgel, gemaakt door Verschueren van Tongeren.Het grootste gedeelte van de kerk werd
vernieuwd,.Er werden nieuwe glasramen geplaatst
met Vlaamse heiligen van St.-Goedele toe St.-Jan Berchmans en de beide
zijaltaren werden, die afkomstig waren van de kerk van Meuzegem wegens slechte
staat afgebroken.Een oud beeld van
St.-Antonius kwam op de pastorij terecht.
1991 Op 1 december werd Jan Feyen gevierd voor 25 jaar parochiaal werk in Imde.
1993 Pastoor Jan Feyen stierf op 73-jarige leeftijd aan een hersenbloeding op
13 januari.(Gedicht Jan Peleman).