In de Beknopte Chronologische geschiedenis van Imde van A.Bettesone vinden we nog op pag. 67 IV. Beschrijving van het huidige kasteel van Imde.
1490 Ridder Guillaume, heer van Elderen, zoon van
Jean gaf zijn erf in huur aan t kasteel van Imde.
1525 De de Merodes, heren van Imde, benoemen Petrus Verheyen als kapelaan van
hun kapel in t kasteel van Imde. Deze
castrale kapel noemde St.-Lodewijkskapel
1612 Op 9 november verklaart Louis Verreycken eigenaar te zijn van het kasteel
te Imde en dat het beneficium van zijn kasteelkapel al sedert geruime tijd te
begeven is. Deze functie zou hij in 1618
geven aan zijn eigen zoon Pieter Ernest Verreycken. De benoemingsbrief werd getekend op 6
augustus 1618. Deze Pieter was kannunik
van de St.-Donatius-kathedraal van Brugge.
1629 Men vermeldde dat gedurende heel dat jaar iedere week een mis werd gelezen
in de kasteelkapel van de Verreyckens voor de zielerust van de gesneuvelde
Lambert Verreycken, door onderpastoor Dominicus Wyngaert van Wolvertem centrum,
die dus ook kapelaan was van t kasteel van Imde
1673 De vierkante poorttoren met duiventil van de kasteelhoeve te Imde draagt
het jaartal 1673. Het recht om een til
te bezitten was in de late Middeleeuwen een voorrecht van de heerlijkheden. Ook het voorhuis en de stallingen zouden van
1673 zijn. Deze herenhoeve die vroeger
versierd werd met torens en omringd van grachten werd toen herbouwd. De schuur is van latere (1870). De oorsprong van deze hoeve kon nog niet
worden achterhaald.
1694 Castellum Imde, gravure , zicht op het oude kasteel getekend door J. Van
Croes (pag. 23) deli Harrewijn fecit
In :
a) Jac. Le Roy. Castella et praetoria
Nobilium Brabantiae Antwerpiae 1694
b) idem in 1696
c) idem Amsterdam 1696. A à Sommeren
&Ravenstein
d) idem Antwerpiae 1697
e) idem Ludgini P. Van der Aa (zie prent)
f) idem Brabantia Illustrata London, David Mortier ca 1700 deel I, pl. Nr
60
g) idem Leyden 1705
h) idem Delices de la Noblesse Amsterdam pl 63 A. Braeckman 1706
i)idem Groot Wereldlijk toneel des Hertogdoms Brabant p. 49; s Gravenhaege
bij Chr. Van Lom 1730
j) idem, Grande Theatre Profane p 29
Herdruk op oude plaat met biojkomende gravering <<kasteel van Imde
en het wapen>> Tom 2 p. 143 in délices du Brabant, 1757 en
Vermakelijkheden van Brabant 1770, Berten van Cantillon.
Beschrijving bij het oud kasteel van Imde
(zie prent uitgave Leyde 1699 naar Le Roy)
Het kasteel, de kapelanie, de Franse binnentuin en het binnenhof vormden één
geheel ingesloten door vijvers. Men
kreeg er slechts poorten recht tegenover het kasteel. Het kapelaanshuis werd later verbouwd, bleef
zelfs bestaan na de afbraak van het kasteel en deed dienst als
conciërgewoning. De kapelaans van Imde
hadden hun eigen afzonderlijke woning in een langwerpig gebouw dat aan de
westkant van het binnenhof van het kasteel gelegen was. Aan de overzijde lag een Franse tuin die men
kon bereiken langs een brug. Aan de
linker kant had de woning van de kapelaan een uitzicht op het kasteel met zijn
drie torens.
1700 Na de dood van haar man kwam Anna Ludovica Verreycken, weduwe Filip de
Henin en prinses van Chimay, in conflict met haar oudste zoon, prins Charles
Louis-Antoine d Alsace de Boussu, over de voordelen die haar werden toegekend
bij het huwelijkscontract en met de verbintenissen die zij had aangegaan tijdens
de minderjarigheid van haar zoon, om de heerlijkheid van haar man in zijn oude
glorie te bewaren en om met haar zoon in overeenstemming te komen werd de
heerlijkheid van Imde verkocht op 18 januari 1700 aan Corneille Segers, Heer
van Heetvelde, griffier te Brussel, dit voor de som van 180.000 gulden
(25.1.1700)
1715 G.Couvreur stelde toen een Kaerte Figuratieve van goederen gestaen ende
gelegen onder Wolverthem op met een zicht op het kasteel van Imde aan de
N.W.-zijde (h0,15 b 0,25)
1734 Toen werd een reeks van 5 kaarten van tienden opgesteld van Wolvertem,
Rossem, Imde en Londerzeel, toebehorende aan de abdij van
Groot-Bijgaarden. Men vindt er ruwe
afbeeldingen op van de kerk, het kasteel, de kasteelhoeve en de brouwerij van
Imde en ook nog van andere gebouwen.
1747 Corneel Delvor werd kapelaan van de kasteelkapel in Imde. Hij stierfop 19 februari 1753 op het kasteel
van Slozen en werd begraven in de kerk van Rossem.
1758 Op 25 maart was er aanduiding van Godfried Gerard Lagoes als kapelaan van
het kasteel van Imde.
1783 De prins van Tour en Taxis verkocht toen eigendommen van de heerlijkheid
van Imde aan baron Filips Snoy van Melsbroek
1787 E.H. De Cock werd kapelaan op het kasteel van Imde. Hij vervulde die functie nog op het ogenblik
dat de Franse revolutionairen ons land binnen vielen. Toen ging hij op de vlucht en kwam niet meer
terug. Hij was de laatste kapelaan op
het kasteel van Imde.
1828 Het kasteel van Imde werd gesloopt.
Het was zwaar beschadigd en de herstellings- en onderhoudskosten werden
te duur. Slechts de bijgebouwen en het
kapelaanshuis bleven bestaan en werden omgebouwd tot een verblijf. Ook de St.-Lodewijkskapel in het kasteel was
hiermee verdwenen.
1835 De familie Tour en Taxis verkopen al hun goederen. Het domein van Imde werd nadien opnieuw
verkocht en verdeeld in verschillende loten.
Uiteindelijk werd bij toewijzing het vroegere kasteel en het omliggende
park verkocht in de massa met de aanliggende kasteelhoeve en een deel van de landerijen
aan jonkheer François Pangaert. Hierbij
behoorde ook de hoeve t Elderen en de Camme, de oude schepenbank.
1855 Toen werd het huidige klassicistisch of neoklassiek kasteel van Imde
gebouwd door Jonkheer Frans Pangaert. Op
17 juli werd de eerste gedateerde steen gelegd.
Hij bevindt zich in de gang naar de kelders. Een brede trap van 18 treden leidt naar een
voorportaal dat geschraagd werd door Ionische zuilen. Het oude kapelaanshuis werd toen hersteld.
1857 Op 21 maart stierf Frans Pangaert in zijn verblijf in Brussel. Hij zou nooit zijn nog in opbouw zijnde
kasteel hebben kunnen bewonen. Zijn zoon
Egide Pangaert d Opdorp zou het kasteel verder afwerken tot het voltooid was
(veel later nl. in 1874).
1876Hendrik Goethals werd de nieuwe eigenaar van het kasteel van Imde en ook
van vele landerijen. De familie bleef op
het kasteel tot in 1956. Zij lieten het
park nog beter verfraaien o.a. werden er twee bruggen gelegd over de vijvers en
de lanen werden beplant met bomen. De
bronnen van Wolvertem zorgden nog
steeds voor het water van de fonteinen.
1870 De schuur van de kasteelhoeve van Imde werd herbouwd.
1956 Het kasteel van Imde werd verkocht door Jozef Goethals aan Jan Van der
Elst, een nijveraar, samen met de bijhorigheden, de kapelanie, de vijvers en
een gedeelte van het park. De
kasteelhoeve bleef echter in het bezit van de familie Goethals. Zijn zoon Georges veranderde de kasteelhoeve
in een buitenverblijf. Zoon François
richtte het oude hof van Corneel Lettens in, Pierre, zijn derde zoon bouwde een
nieuw huis in een gedeelte van het park dat het laatst werd aangelegd en de
jongste zuster van Jozef Goethals, mevrouw Holvoet, verkreeg door erfenis in
1932 de nog bestaande gebouwen van de Kam.
Later kwam het kasteel in eigendom van de heer Lienard.
|