|
Hoofdstuk 3: Wanneer
je haar ouders goed bekijkt, dan zie je nauwelijks overeenkomsten tussen
hen en Elody. Zij heeft
namelijk bruin krullend haar en kastanje bruine
ogen. Terwijl
haar vader pikzwart haar heeft en felgroene
ogen en haar moeder blond
is met diepblauwe ogen. Ook qua karakter zul je lang moeten zoeken om een
gelijkenis te vinden, toch is het niet zo dat er altijd ruzie is.
Integendeel zelfs, ze komen juist heel erg
goed overeen, soms ben ik
daar toch jaloers op. Bij mij thuis is er namelijk nogal veel ruzie. Dus laat ik het
maar achterwege. Ze begroeten me en
het lijkt erop dat Elody niets heeft gezegd over onze ruzie, want ze
schenken me ook een grote glimlach. Opeens trekt Elody me mee buiten
gehoorafstand van haar ouders. "Ik heb niet gezegd dat we ruzie hadden",fluistert ze. "En dat zou ik ook graag zo houden." "Geen probleem", antwoord ik.
We
eten allemaal samen in de keuken. Het is een eenvoudige keuken, maar ze
straalt pure klasse uit. Hij
heeft houten kastjes en in het midden staat
er een grote ronde eikenhouten tafel. Er stonden vijf stoelen,
want
Elody heeft ook nog een oudere zus, maar die zit momenteel op een feestje. De
vijfde stoel in speciaal
voor mij. Hier voel ik me goed en welkom. Er
is ook nooit ruzie zoals bij mij. Thuis moet ik vechten voor ieder
beetje vrijheid. Elody hoeft dat niet, ze mag bijna alles als ze het
maar zegt en niet te lang wegblijft, doet
ze dat wel moet ze gewoon
regelmatig bellen. Ik zou een moord doen voor haar ouders, maar ja Elody is
mijn beste vriendin, dus dan zou ik een nieuwe beste vriendin moeten zoeke.Iedereen in dit huis geeft me
ook dat prachtige
gevoel en zien me als hun derde dochter of als een zus. De sfeer die
hier ook hangt is
fantastisch. Thuis zou ik die nooit kunnen vinden,
mijn ouders lopen altijd gestrest rond en mijn broer zit op
de computer
stomme spelletjes te spelen. Dan zit ik daar en voel me alleen en
overbodig. Meestal loop ik
dan naar kamer en luister naar muziek of ik
ga naar Elody. Hier heb ik dat gevoel nooit. Het eten is
overheerlijk,
het is spaghetti. Nu zul je denken dat dat toch niet speciaal is ofzo,
maar de spaghetti van
Elody's moeder heeft toch net dat tikkeltje meer.
Na het eten ruimen we af een nestelen ons boven op het bed.
"Vroegen je ouders zich niet af, hoe het kwam dat je zo vroeg thuis was?" vraag ik. "Ik heb gewoon gezegd dat ik moe was en dat jij ook naar huis bent gegaan", antwoordde ze. "Oké, ergens ben ik wel blij dat je niets gezegd hebben", zeg ik." Want dan mocht ik hier misschien ook niet
meer binnen." "Daar mag je niet over piekeren", zegt Elody streng.
Samen
blijven we maar herhalen over wat er gebeurd en langzaam vallen we
naast elkaar in slaap.
's Morgens worden wakker door het rinkelende
geluid van de wakker. Slaapdronken gooit Elody er een
kussen tegen aan,
zodat hij op de grond valt. Toch blijft hij rinkelen, nu zijn we wel
verplichten om op te staan en de wekker uit te zetten. We slepen ons
allebei naar de badkamer en kleden ons aan. Daarna
slenteren we naar
beneden om te ontbijten. "Goed geslapen?" vraagt Elody's moeder wanneer we binnenkomen. We kijken elkaar aan en schieten in de lach. "Euhm,
we konden niet slapen en zijn beginnen babbelen", bekent Elody. Ze
kijkt ons een beetje boos aan,
maar zegt dan dat we maar vanavond
vroeger in ons bed moeten kruipen. Elody vraagt fluisterend of dat
het
goed is als ze vanavond vraagt of ik hier een tijdje kan blijven. Ik
kan moeilijk nee zeggen dus knik ik
maar. We fietsen naar school en
zoeken daar ons vast plekje op. Zonder het echt met woorden te zeggen,
hebben we allebei besloten om niets over vrijdagavond te zeggen in
school. Stel je voor dat er iemand ons
per ongeluk hoort, dan kan ik
mijn goed imago wel vergeten. Niet dat ik super populair ben, maar ik
kan met iedereen goed overweg, heb een stuk of zes goeie vrienden en
één beste vriendin Elody. Langzaam sijpelen de rest van onze
vriendinnen de schoolpoort binnen en komen onze richting uit. Wanneer
Elody en ik niet
meer alleen zijn, is het precies alsof we helemaal
niet moe waren en alsof er vrijdagavond niets is gebeurd.
Lachend en
babbelend vertrekken we naar boven wanneer de eerste bel gaat. We
zitten nog maar net
neer, wanneer de directeur binnen we komt. Hij
roept onze leerkracht, die vooraan in de klas staat en een Engelse zin
opschrijft, bij zich. Hij fluistert iets, doet daarna een stap naar
voren en schraapt zijn keel.
"Beste
leerlingen," begint hij," we hebben er vandaag een nieuwe leerling bij.
Kom maar binnen Nick."
Verlegen stapt er Nick naar binnen. Mijn ogen
vallen bijna uit hun kassen wanneer ze deze verschijning zien. Hij is
gewoon prachtig, ik merk van mezelf dat ik hem aanstaar, maar ik doe
zelfs geen moeite om me tegen te houden. Hij is zo perfect, zijn amberkleurige ogen, zijn lichtbruine lokken met een blonde schijn
erin, zijn
gespierde armen. Toch voor zover ik kan zien en zijn
kledingstijl is lang niet mis.
"Dit
is Nick Caloix", zegt de directeur," hij is dus nieuw en ik hoop dat
jullie hem goed zullen opvangen.
Misschien zou het handig zijn al Nick
een soort van begeleider krijgt uit de klas die hem verteld waar hij
moet zijn. Wie is er vrijwilliger?" Ik schrik, want niemand steekt hun
hand op. Terwijl ik dat dus wel doen,
voor ik hem vliegensvlug weer
naar beneden kan doen, roept de directeur mijn naam en dus is het al te
laat.
Ik had juist gedacht dat iedereen hem knap vond en dus zijn
begeleider wilde worden, maar dat was dus
niet het geval. Resultaat: ik
was het. Nick glimlacht naar me en ik glimlach flauwtjes terug. Hij
wandelt snel,
maar beheerst naar het lege tafeltje achterin de klas.
Alle ogen zijn op hem gericht en ik kijk naar Elody
die me boos
aankijkt. Ik kijk vragend terug, maar ze wil niets uitleggen. Wanneer
het speeltijd is, trek ik
Elody mee.
"Waarom keek je zo raar in klas?" vraag ik. "Ken je hem niet meer?" antwoordt ze verbaasd. "Nee, duidelijk nog nooit gezien", zeg ik vol overtuiging. "Dat is waar, jij was er niet", zegt ze lachend. "Wat is er om te lachen?" vraag ik boos wordend. "Wel,
toen we ruzie hadden", begint ze nog half lachend," liep ik terug naar
binnen en ging ik boos naar huis. Zaterdagvoormiddag belde Anouk om te
vertellen dat er in een andere school een jongen was geschorst
wegens
drugs, geweld en sterke drank tijdens schooluren. Je mag drie keer
raden hoe die jongen heet en
goed geraden hij noemt Nick Caloix. Anouk
heeft ongeveer heel de klas en school op de hoogte gebracht. Ze vroeg
aan mij of dat ik het jou wilde vertellen, maar aangezien wij ruzie
hadden, heb ik dat niet gedaan".
"Hoe haal je het eigenlijk in je hoofd om je voor te stellen als begeleider?"vraagt ze. "Ik vond het knap en ik werd door hem aangetrokken" beken ik. "Ik dacht dat je wel andere dingen aan je hoofd had", zegt ze." Zoals wat er gebeurd is die vrijdag." "Ik weet het, maar nu is het te laat", antwoord ik. Op het einde van de speeltijd komt Nick op me af
gelopen en vraagt of dat ik hem het volgende lokaal wil tonen. Ik loop met hem mee en leid hem naar het
lokaal. Wanneer op het einde van de dag de laatste bel gaat. Komt hij opnieuw naar me toe en vraagt naar
het secretariaat. Aangezien ik zijn begeleider ben, heb ik weinig keus. Bij het secretariaat geeft Nick een
klein briefje af en de vrouw achter de balie vraagt of dat hij morgen nog een terug wil komen. We lopen
naar buiten en nemen onze fiets? "Waar woon je eigenlijk?" vraag ik hem. Hij noemt een straat niet zover van Elody's huis, dus fietsen we het eerste stuk samen. Na nog geen vijf minuten, komen we al aan. Nick stapt van zijn groene fiets en kijkt me aan. "Bedankt", stamelt hij. "Geen dank", antwoord ik. "Ik ben toch je begeleider." "Ik ben blij dat er nog iemand mijn begeleider wilde zijn", zegt hij. "Iedereen weet al wat er is gebeurd
is." "Wat is er eigenlijk precies gebeurd?" vraag ik nieuwsgierig. "Wat weet je al?" vraagt Nick op zijn beurt. "Dat je van school bent gestuurd wegens drugs, geweld en sterke drank", antwoord ik. Nick begint te
lachen en vertelt het hele verhaal. Hij is niet van school gestuurd wegen geweld of sterke drank en die
drugs is niet wat het lijkt. Zijn vriend is namelijk verslaafd aan drugs, maar verkoopt het ook. Nick was
daar niet mee akkoord, nam de drugs af en stopte ze in zijn boekentas. Natuurlijk was er juist die dag
controle van de politie en hij werd betrapt. Hij moest naar de directeur en werd daar onmiddellijk van
school gestuurd. Nick werd kwaad en twee agenten reden hem naar huis. Zo kwamen de roddels er van het
geweld en de drugs. "Hoe komen ze dan aan die sterke drank?" vraag ik. Een andere jongen die ook van school gestuurd is, was
betrapt met een fles whisky. Maar de roddelaars hebben zich vergist en gooiden alles door elkaar, zegt hij. "Je hoeft me niet te geloven hoor", zegt hij wanneer hij klaar is. "Niemand doet dat." Ik staar hem aan
terwijl hij door de voordeur verdwijnt. Vlug fiets ik naar Elody en vertel het hele verhaal, maar ze gelooft het niet. Gelukkig kennen we iemand die op Nick's vroegere school zit en we bellen hem op. "Hey, Max," roepen we door de telefoon, "wij zijn het, ken je ons nog Esther en Elody." "Natuurlijk ken ik jullie nog", antwoordt Max lachend. "We hebben eigenlijk een vraagje", zeggen we. "Wat weet jij over een zekere Nick Caloix." "Hij is van school gestuurd wegens drugs en geweld, maar die drugs was niet van hem en dat geweld is behoorlijk opgeblazen" antwoordt hij.
"Bedankt", roepen we allebei in koor. "Het is niets, maar we moeten nog ne keer iets afspreken", zegt Max. We spreken met hem zatermiddag
af en leggen neer.
|