Inhoud blog
  • hoofdstuk 15
  • hoofdstuk 14
  • hoofdstuk 13
  • hoofdstuk 12
  • hoofdstuk 11
  • hoofdstuk 10
  • hoofdstuk 9
  • hoofdstuk 7
  • hoofdstuk 8
  • hoofstuk 6
  • hoofstuk 5
  • hoofdstuk 4
  • hoofdstuk 3
  • hoofdsuk 2
  • hoofdstuk 1
  • inleiding
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Verhalen

    mijn zelfgeschreven verhaal
    09-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoofdstuk 1

    hoofdstuk 1



    Voorzichtig open ik mijn open, een zacht lentebriesje  waait over mijn gezicht.. Ik probeer op te staan,

    maar moet onmiddellijk terug gaan liggen. Mijn hoofd tolt en mijn lichaam voelt vreemd aan. Alsof het niet

    mijn lichaam is, maar dat van een onbekende. Voorzichtig probeer ik rond me heen te kijken om te weten

    waar ik ben, want dit lijkt niet op mijn slaapkamer. Integendeel, rond mij liggen er tientallen lege

    autowrakken. Ik heb geen idee hoe ik hier terecht ben gekomen, ik herken deze verlaten plaats zelfs niet.

    Er is geen mens te zien en het lijkt wel al jaren verlaten. De auto's liggen hier eenzaam te roesten. Ik ga

    terug liggen, mijn hoofd tolt nog erger dan daarnet. Enkele minuten blijf ik zo liggen, roerloos als een soort

    barbiepop tussen de  lege autowrakken op de grond. Wanneer het tollen in mijn hoofd over is, sta ik

    voorzichtig op, enkele meters verder zie ik mijn schoudertas liggen. Ik wandel er naartoe en haal mijn

    portefeuille eruit. Er is niks verdwenen en als ik verder in mijn tas kijk, zie ik dat ook mijn gloednieuwe gsm

    er nog in zit.Ik leg hem aan en zie tot mijn verbazing dat het zaterdag is. Normaal ga ik vrijdagavond altijd

    met Elody op stap. Wat doe ik hier dan helemaal alleen, vraag ik mezelf af. Ik denk na over wie ik zal bellen

    om te komen halen. Maar wat moet ik dan zeggen? Ik weet niet eens waar ik ben. Ik zal dan maar proberen

    om een uitgang te vinden zeker, denk ik bij mezelf. Wanneer ik een auto met een nog niet gebroken spiegel

    zie, kan ik het niet laten om er in te kijken. Ik zie er vreselijk uit, mijn make-up is uitgelopen alsof ik

    heb gehuild en mijn haar zit vol met aarde. Ik kijk naar mijn kleren, ik heb een zwart topje met een rood

    rokje aan met zwarte naaldhakken. Ik herken mezelf bijna niet, ik lijk wel een goedkoop hoertje. Dit zijn

    toch mijn kleren niet, denk ik bij mezelf. Verward over wat er met me is gebeurd, vind ik eindelijk een

    uitgang. Ik kom uit op een klein smal weggetje dat aan de ene kant richting een bos gaat. Dus kies ik maar

    de andere kant, zonder te weten waar ik zal uitkomen. Na een uur te hebben gewandeld, val ik plots neer.

    Ik ben totaal uitgeput, ik kijk in mijn tas om nog iets drink- of eetbaars te vinden. Uiteindelijk vind ik nog

    een Twix-reepje en een flesje met nog wat water in. Ik drink het water op en eet een stukje van de Twix.

    Ik sta terug op en loop verder. Het gaat gelukkig al wat beter om verder te gaan. Na nog twintig

    minuten doorstappen, kom ik eindelijk aan in één of ander woonwijk van een stad. Er is geen mens te zien op

    straat, ik voel me niet veilig zo alleen. Ik wandel door tot ik in het centrum kom. Daar zoek ik een het

    eerste beste café op en plof me neer op één van de stoelen aan een tafeltje. Zodra ze me gezien

    hebben, komt er al een dienster vragen wat ik hebben wil. Ik bestel een cola en kijk om me heen. Ik herken

    nog steeds niets. De cola wordt voor me neer op de tafel gezet en ik drink het in één teug uit, iedereen die

    het heeft gezien, kijkt me met vreemde ogen aan. Maar dat kan me op dit moment niet schelen. Ik heb

    erger zorgen momenteel. Ik strompel verder door de stad, want ik durf niet naar huis. Mijn ouders zullen

    vast woest zijn dat ik nu pas thuis zou komen en ik kan het niet eens uitleggen omdat ik zelf niet weet wat ik

    gedaan heb. Misschien moet ik Elody bellen, denk ik bij mezelf. Ik haal mijn gsm uit en zoek het nummer van

    Elody. Gespannen wacht ik tot de telefoon over gaat. Stel dat ze niet opneemt, want moet ik dan doen?

    vraag ik me bang af. Gelukkig neemt ze al snel op.                                                 

    " Ah, je durft me nog te bellen", tiert ze door de telefoon," ik had op z'n minst verwacht dat je me morgen

    pas durfde te spreken!" Geschrokken van haar reactie, duurt het even voor ik iets kan terug zeggen.  

    " Waar heb je het over?" vraag ik uiteindelijk.            

     "Je gaat me nu niet vertellen dat je niet weet waarom ik boos ben, ik dacht dat ik dat gisteren duidelijk

    genoeg had uitgelegd!" schreeuwt ze verder.       

    "Weet jij nog wat er gisteren is gebeurd?" vraag ik haar.                                                                      

     "Dat is nu wel het toppunt. Ja, natuurlijk weet ik dat nog, denk je dat ik last heb van

    korte-termijn-geheugen misschien. Ik had nooit gedacht dat juist mijn beste vriendin zoiets zou denken van

    mij." roept Elody.                                  

    "Kunnen we misschien afspreken, zodat je kan vertellen wat er is gebeurd gisteren, want ik weet er niets

    meer van", zeg ik zachtjes.       

    "Was je dan zo zat? Je hebt dus lekker plezier gemaakt met Kathy. Nu je een nieuwe beste vriendin hebt,

    heb je mijn niet meer nodig en dat komt goed uit wat ik wil jou niet meer zien!" antwoord ze pinnig. Nog voor

    ik iets kan terugzeggen, heeft ze al afgehaakt. Ik begrijp er echt niets van, waarom is Elody zo boos en wie

    is Kathy? Verward, boos en gespannen slenter ik door een onbekend stad. Ik kan niemand bereiken, want

    mijn ouders zouden boos zijn, Elody is al boos, mijn broer, Thomas zit op zijn kot in Gent en ik heb geen zin

    om de rest van mijn vriendinnen alles te moeten vertellen. Op dit moment ben ik dus helemaal alleen, in een

    onbekende stad gekleed in een mini-rokje en een topje met een veel te diepe décoté. Tegen de middag was

    ik de wanhoop nabij, ik had nog zes berichtjes ingesproken op de voicemail van Elody, maar ze had nog niet

    steeds teruggebeld. Na gegeten te hebben in een groezelig cafeetje, had ik de moed bijeengeraapt om 

    toch maar mijn ouders te bellen. Nadat ik betaald had en naar buiten was gegaan, nam ik mijn gsm en belde

    ze op. Het gesprek was net zoals ik gedacht had. Mijn vader had opgenomen en was zo tekeer gegaan tegen

    mij dat ik gewoon midden in zijn gepreek heb opgehangen. Dus nu is de kans dat ik nog naar huis kan,

    gedaald naar nul komma nul. Ik heb geen andere keus dan toch maar naar mijn broer te bellen. Gelukkig

    is dat goed afgelopen, hij heeft me mijn verhaal laten doen en nu is hij onderweg om me op te halen. Ik heb

    namelijk ontdekt dat ik in Menen ben beland en eigenlijk woon ik Ingelmunster. Dus mij is het nog altijd een

    raadsel hoe ik hier, in de stad Menen, ben terecht gekomen. We hebben afgesproken aan het station, omdat

    hij me dan zal meenemen met de trein naar Gent. Ik ben blij dat hij me ook niet heeft uitgescholden heeft

    zoals Elody of dat hij zou aanraden om gewoon naar huis gegaan. Hij begrijpt me en net zoals vroeger is hij

    er ook nu voor mij. We verschillen vier jaar in leeftijd,  hebben een zeer sterke band en hij beschermt

    me ook als mijn grote broer als het nodig is. Opeens staat hij voor mij en schudt me wakker uit mijn

    gedachten. Hij glimlacht breed naar me en ik ben zo blij dat ik hem zie dat ik hem nog een grotere glimlacht

    teruggeef. Wanneer we samen op de trein stappen, zoeken we een coupé waar er niet te veel mensen

    zitten. We stappen er één in, waar er niemand zit, behalve een oud getrouwd koppel en twee vriendinnen.

    We nestelen ons helemaal vanachter op een bank. Thomas laat me mijn verhaal tot in de detail vertellen. Hij

    weet ik ook niet hoe het komt dat ik niet meer weet wat er is gebeurt. Het meest logische is natuurlijk een

    kater en zou ook verklaren waarom mijn hoofd zo tolde toen ik wakker werd. Maar het probleem is dat ik

    zelfs niet meer weet dat ik Elody gisteren nog gezien of gesproken heb. Maar aangezien dat Elody beweert

    dat ze mij gisteren duidelijk heeft uitgelegd waarom ze boos is, moet ik ze toch gesproken hebben. De rest

    van de treinreis zwijgen we, allebei denkend  aan wat er zou kunnen gebeurd zijn. Wanneer we aankomen in

    Gent is het al donker en gaan we naar mijn broers kot, waar ik vanavond mag blijven slapen. Normaal blijft

    hij in het weekend niet op zijn kot. Maar gaat hij naar huis, vanavond is er een namelijk een feestje en

    daarom blijft hij dit weekend hier in Gent. Hij vraagt of dat het goed is dat hij naar dat feestje gaat en ik

    vind het geen probleem. Rond tien uur vertrekt hij en dus ben ik alleen. Ik neem een douche zodat ik mijn

    haar kan wassen en mijn make-up kan verwijderen. Wanneer ik mijn schoenen uitdoe, verschiet ik mij een

    bult. Op de zijkant van mijn tenen zitten er verschillende gaatjes van naalden. Ik heb geen idee hoe ik

    daaraan kom. Ik weet wel dat drugsgebruikers daar prikken, maar ik neem geen drugs. Dus dat is

    uitgesloten. Toch maak ik me zorgen, ik besluit maar om het aan mijn broer te vragen morgen. Ik douche en

    kruip in bed. Als ik 's morgens wakker word, zie ik mijn broer in zijn bed liggen. Ik heb hem zelfs niet

    horen thuiskomen. Tijdens het ontbijt vertel ik hem wat ik heb ontdekt op mijn voet. Hij kijkt bezorgd en

    vraagt of ik drugs gebruik. Ik antwoord van niet, maar hij gelooft het niet direct en wordt

    boos.                                                             

    "Dat is natuurlijk de reden dat je niets meer weet, wanneer je drugs gebruikt vergeet je alles om je

    heen," roept hij,  "dat weet jij net zo goed als ik."                                                                         

     "Maar ik gebruik geen drugs", antwoord ik.                                                                                                   

    "Esther, hoe verklaar je anders die prikken, je weet dat je mij kan vertrouwen", zegt hij." Ik zal niets

    vertellen aan pa en ma, maar je moet wel eerlijk zijn dan. Misschien kunnen we samen ervoor zorgen dat je

    van dat spul afgeraakt."      

    "Ik gebruik geen drugs!" roep ik.     

    "Ik wist dat je koppig was, maar zo koppig", zucht hij.                                                                                        

    "Ik spreek de waarheid", zeg ik zacht. "Ik gebruik geen drugs, ik weet niet hoe ik aan die prikken kom en ik

    weet niet wat er is gebeurd met me, niemand gelooft me en ik vind het allemaal vreselijk."           

    "Meen je dat?" vraagt mijn broer   

    "Ja, natuurlijk meen ik dat", antwoord ik voorzichtig.                                                                                         

    "Dan moeten we erachter komen wat er juist gebeurd is vrijdagavond", zegt Thomas.                          

    "Elody weet wat er is gebeurd", zeg ik.    

    "Je moet met haar gaan praten", antwoordt hij.                                                                            

    "Ze is woest op me,"zeg ik," ze wil me niet meer zien of spreken."                                          

    "Je gaat het toch moeten proberen," zegt hij op een dringende toon, "zij is de enige die meer weet."           

    "Ik weet het", zeg ik met een diepe zucht. Ik loop naar de badkamer om me om te kleden. Wanneer ik klaar

    ben, zeg ik tegen Thomas dat ik even de stad in gaan om kleren te kopen. Maar ik mag niet, hij zegt dat het

    beter is als we even naar huis gaan om te kijken hoe dat onze ouders gaan reageren. Ik heb maar

    ingestemd. Dus nu zitten we op de trein richting huis of beter gezegd naar de dood. Het is de reinste

    zelfmoord om uit eigen wil naar mijn ouders te gaan als ze boos zijn.  Als we voor ons huis staan, krijg ik een

    krop in mijn keel en begin ik opeens heel hard te zweten, mijn handen worden nat en ik voel me duizelig. Zie

    je wel hoe erg ik het vind? Mijn moeder doet de deur open, omhelst mijn broer en trekt een boos gezicht

    naar mij. Toch laat ze ons allebei binnen.                                                                                        

    "Vader is er nog niet", zegt ze. 

    "Dat is niet erg", antwoordt mijn broer," misschien is het zelfs beter als we heeft even alleen praten." Mijn

    moeder kijkt hem verbaasd aan. Sinds die kwade blik van daarnet heeft mijn moeder me nog geen blik

    waardig gekeurd. Ik voel me vreemd ... vreemd in dit huis ... vreemd in dit huis waar ik aan jaren woon. We

    gaan aan de keukentafel zitten en mijn moeder kijkt mijn broer strak aan. Ik krijg het er benauwd

    van.

    "Vertel op", zegt ze," waarom kom je naar hier?" Ze kijkt me aan ... heel even maar.                          

    "Euhm, wij wonen hier", antwoordt Thomas. 

    "Ja, jij wel", zegt mijn moeder met een eentonige stem," ik heb het over zij." Dat deed pijn ...veel pijn.

    Waarom doet ze zo, denk ik bij mezelf.                                                                                   

    "Wij zijn hier gekomen, omdat je niet naar Esther wil luisteren. Ze heeft vannacht bij mij geslapen omdat

    ze nergens naartoe kon", antwoordt mijn broer.                                                                              

    "Waarom zouden wij moeten luisteren naar haar", zegt mijn moeder, " Zij luistert ook niet naar ons als we

    zeggen dat ze om 1 uur moet thuis zijn. Mevrouw hier denkt dat als ze belt de volgende dag rond de

    middag, dat dat ook goed is. Wel ze heeft het mis!"                                                                           

    "Dat is niet wat er is gebeurd", roep ik opeens uit.                                                                                              

    "Wat is er dan wel gebeurd?", vraagt ze kattig.                                                                                    

    "Dat weet ik niet", zeg ik hulpeloos.

    "Waarom ben je dan gekomen?" reageert mijn moeder.                                                                                    

    "Luister nu eens even naar haar, dan kan ze vertellen wat er is gebeurd gisteren", komt mijn broer

    tussenbeide. Mijn moeder zwijgt en ik begin te vertellen over wat er is gebeurd sinds ik wakker werd

    tussen die autowrakken. Als ik klaar ben, kijkt mijn moeder schuldig.                                                    

    "We hadden je nooit alleen mogen laten," stottert ze," we hadden niet mogen schreeuwen aan de telefoon

    en je moeten komen halen! Zolang dat we niet weten wat er precies is gebeurd, mogen we je niet

    beschuldigen."  

    "Mag ik dan hier blijven slapen?" vraag ik.    

    "Van mij wel", zegt mijn moeder," maar misschien niet van je vader."                                                     

    "Dan blijven we hier wachten tot hij thuis is", zegt Thomas.                                                                 

    "Dat is geen goed idee, vrees ik", antwoordt mijn moeder," het is beter als ik hem alles vertel."

    "Oké dan", zegt mijn broer, " kom Esther." Samen gaan we de stad in, gewoon om wat te wandelen en te

    bespreken wat ik ga doen met Elody. Ik heb gezegd dat ik haar straks zou bellen als ik wist hoe het met

    mijn vader was gegaan. Na een uur rondgedoold te hebben in de stad, belde mijn moeder met slecht nieuws.

    Mijn vader was woest en wilde niet dat ik nog naar huis kwam, tenzij ik toegaf dat ik loog en ik zou vier

    maanden huisarrest krijgen. Dus stelde mijn broer voor om eerst naar Elody te bellen en als alles goed

    ging, kon ik misschien daar slapen. Dat vond ik een goed idee. Dus belde ik naar Elody.


    09-03-2009 om 00:00 geschreven door ellenelke  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    13-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoofdsuk 2

    Hoofdstuk 2



    Ze nam gelukkig op.   

    "Wat is er nu weer?" antwoordt Elody snibbig.                                                                                                  

    "We moeten echt praten", probeer ik voorzichtig.                                                                                             

    "Oké, ik heb je misschien lang genoeg laten zweten en je hebt gezegd dat je niets meer weet van die avond,

    dus wil ik het wel vertellen", zegt Elody op een bevelende toon.                                                             

    "Bedankt", stamel ik. 

    "Geen dank", zegt ze," Kom je nu af, dan kun je direct blijven slapen."                                                 

    "Wil dat ik bij je kom slapen?" vraag ik.                                                                                            

    "Ja natuurlijk wil ik dat",zegt ze lachend," En als er een probleem zou zijn, gooi ik je gewoon buiten.      

    "Je bent de beste", antwoord ik.                                                                                                            

    "Ja, dat weet ik toch", zegt Elody nog voor ze afhaakt. Ik kan wel op wolken lopen. Elody is  niet meer boos

    en wil zelfs naar me luisteren! Anders dan mijn vader, die wil niet luisteren en is boos op me. Samen met

    mijn broer ga ik terug naar huis om mijn spullen op te halen. Mijn moeder laat ons binnen en zegt dat we wel

    stil moeten zijn als we niet willen dat we vader tegen komen. We gaan heel stilletjes de trap op en beginnen

    mijn spullen in verschillende tassen te stoppen. Ik haal uit mijn grote houten kleerkast al mijn kleren en

    prop ze in twee rode tassen. Ondertussen haalt mijn broer mijn schoenen uit de lade en stopt ze in een

    leren bruine tas. Terwijl ik mijn persoonlijke spullen bij elkaar zoek om ze ook in tassen te stoppen,

    verzamelt mijn broer al mijn boeken en schoolspullen. We zijn na twintig minuten al klaar en zwijgend lopen

    we naar buiten. Wanneer alle tassen in de auto zitten vraagt mijn moeder:"Waar ga je slapen?"             

    "Vanavond bij Elody en morgen zien we wel weer", antwoord ik.                                                          

    "Ga je geregeld naar me bellen, zodat ik weet of alles goed gaat?" smeekt ze.                                    

    "Tuurlijk ga ik bellen", zeg ik.     

    "Als je geen slaapplaats meer vind, help ik je wel een hotelkamer zoeken ofzo", antwoordt ze. Ze neem

    haar portefeuille uit haar tas en haalt er twee briefjes van 100 euro uit.                                                    

    "Hier," fluistert ze,"en als je niks meer hebt, kom je gewoon naar me toe." Ze omhelst me en doet me

    beloven dat ik geregeld langskom wanneer mijn vader niet thuis is. Ik beloof het haar en stap in de auto. Bij

    het huis van Elody zet mijn broer me af om daarna de auto terug naar huis te rijden en dan de trein naar

    Gent te nemen. Bibberend druk ik op de deurbel van Elody's huis, ik ben nog nooit zo zenuwachtig geweest.

    Toch slaap ik in de vakantie soms meer bij haar dan bij mij. Gelukkig doet ze al vlug open en glimlacht naar

    me. Ze laat me binnen en ik vraag waar ik al mijn tassen mag plaatsen.                                                    

    "Waarom heb je al die tassen mee?" vraagt ze. "Ik heb toch nog niet gezegd dat je hier mag komen wonen.

    Dat moet ik eerst aan mijn ouders vragen." Gelukkig glimlacht ze naar me, eigenlijk had ik gehoopt dat ik

    hier een tijdje mocht komen wonen. Maar als ik erover nadenk, mag ik al blij zijn dat Elody niet meer boos

    is. Ik vertel haar wat er is gebeurd tussen mij en mijn vader en Elody stelt voor om mijn tassen op zolder

    even te zetten. Samen zeulen we alle tassen twee verdiepingen omhoog. Als we klaar zijn, lopen we naar

    haar kamer zodat ik me daar kan installeren voor vannacht. Ik vind persoonlijk dat Elody een pracht van een

    kamer heeft. In het midden staat een hemelbed met rode gordijntjes aan en rode fluwelen kussentjes, in

    de hoek staat een grote spiegel en een witte make-up-tafel boordevol doosjes oogschaduw, parfum en

    lipgloss. Haar kleerkast is zeker twee keer zo groot als de mijne en ze heeft haar eigen balkon met een

    ligstoel. Nu begrijp je waarom ik hier zoveel ben in de vakantie, zodat ik kan bruinen natuurlijk. In een

    andere hoek staat een zitbank met rondom drie zitzakken, allemaal in verschillende roodtinten. We gaan

    allebei op de zitbank zitten en Elody kijkt me aan met haar grote kastanje bruine ogen. Haar bruin krullend

    haar zit vast in een staart. Ik kijk haar terug aan, omdat ik niet weet wat ze bedoelt.                           

    "Ga jij eerst vertellen wat je nog weet?" verduidelijkt ze. "Dan vertel ik wat jij niet meer weet, goed?"    

    "Ja, oké dat is goed", antwoord ik. Ik begin met zaterdagochtend en eindig bij nu. Tijdens heel mijn verhaal

    had Elody mij de hele tijd aangestaard met haar ogen vol ongeloof. Na mijn verhaal reageerde ze:"Ik vind

    het wel erg van je vader dat hij je niet meer wil zien. Dat je gewoon zelf moet uitzoeken waar je gaat

    slapen en hoe je aan eten geraakt. Stel nu dat ik niet meer met je zou willen praten?"                       

    "Hij weet niet dat we ruzie hebben gehad", antwoord ik. "Hij denkt dat we allebei zo laat waren."              

    "Dat is dus helemaal niet waar", zegt Elody." Ik was al thuis om elf uur, vlak nadat we ruzie hadden gehad,

    ben ik naar huis vertrokken."                                                                                                                     

     "Over welke ruzie heb je het eigenlijk?"vraag ik nieuwsgierig.                                                             

    "Weet je dat echt niet meer?" vraagt ze.                                                                                               

    "Nee echt niet", antwoord ik.                                                                                                                   

    "Wel, zoals altijd gingen we op vrijdagavond uit", begint Elody te vertellen. "We gingen naar een party van

    een vriend van mij. Opeens moets jij naar het toilet, maar je bleef nogal lang weg. Dus na tien minuten ging

    ik je zoeken, maar ik vond je niet. Ik ben beginnen rondvragen of ze je niet gezien hadden, maar niemand

    wist iets. Toen ben ik naar buiten gegaan om je daar te zoeken en ik heb je gevonden, je was samen met een

    ander meisje en ik liep naar je toe om te vragen wat er aan de hand was. Je deed heel raar en en zei dat je

    weg wilde samen met Kathy ergens anders naar toe."                          

    "Wie is die Kathy?" vroeg ik plotseling.  

    "Dat was blijkbaar dat meisje waar je bij liep", antwoordde Elody. "Toen ik vroeg of ik mee mocht, zei je

    dat je me niet nodig had en dat het leuker zou zijn met Kathy alleen. Je liep weg en ik schreeuwde naar je

    dat je de slechtste vriendin was en dat ik nooit gedacht had dat je me zo rap zou laten vallen voor iemand

    dat je niet ontmoet had enzo. Toen kwam je terug en ik dacht dat je je bedacht had. Maar dat was geen

    waar en toen zei je dat ik nooit echt een vriendin was geweest, je zei echt vreselijke dingen en toen begon

    ik tehuilen terwijl jij lachend wegliep met Kathy. Dus nu snap je waarom ik zo boos was op je. Kun je je dat

    niet meer herinneren?"                                                                          

    "Nee, ik heb er geen idee van dat ik dat zou gezegd hebben", antwoordde ik zachtjes. "Jij bent mijn beste

    vriendin, ik zou je nooit zomaar laten vallen."                                                                                            

    "Dat dacht ik dus ook tot vrijdagavond", zegt Elody.                                                                                    

    "Ik heb je echt nooit willen kwetsen, ik herinner me echt niet dat ik zoiets zou gezegd hebben", zeg ik

    verontschuldigend.

    "Ik hoop het maar", antwoordt ze.   

    "Maar hoe komt het eigenlijk dat als ik zo'n vreselijke dingen heb gezegd, dat je toch nog met me wil

    praten?" vraag ik.  "Je klonk zo wanhopig aan de telefoon en vrijdag was je precies jezelf niet en ik miste

    je", bekent Elody. We omhelzen elkaar ik voel dat ze het meent.                                                              

    "Je zegt dat ik raar deed vrijdag, wat was dat dan?" vraag ik.                                                            

    "Soms brabbelde je iets of  het leek erop dat je even ergens anders was en ik dacht gezien te hebben dat

    je ogen ook niet normaal stonden, maar het was redelijk donker dus ik weet het niet zeker", zegt ze. Ik

    zwijg even, nadenkend over wat ik heb gedaan en hoe ik mij gedragen heb. Opeens weet ik het antwoord en

    het is niet iets om trots op te zijn.          

    "Ik heb drugs gebruikt", fluister ik.                                                                                                         

    "Wat?"tiert Elody.                                                                                                                                             

    "Rustig, rustig, niet uit eigen wil", verzeker ik haar. Ik begin te vertellen over de prikken in mijn tenen en

    mijn gedrag die bewuste avond ... die ene avond die heel mijn leven veranderde. Als ik klaar ben blijft het

    een poosje stil. Buiten hoor ik de kinderen spelen op het speelplein terwijl de zon langzaam ondergaat en de

    hond van de buren die aan het blaffen is. Opeens verschieten we ons allebei een bult, gelukkig is het gewoon

    de poort die open gaat. De ouders van Elody zijn thuisgekomen. We lopen allebei naar beneden om ze te

    begroeten.

    13-03-2009 om 00:00 geschreven door ellenelke  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoofdstuk 3

    Hoofdstuk 3:

    Wanneer je haar ouders goed bekijkt, dan zie je nauwelijks overeenkomsten tussen hen en Elody. Zij heeft

    namelijk bruin krullend haar en kastanje bruine ogen. Terwijl haar vader pikzwart haar heeft en felgroene

    ogen en haar moeder blond is met diepblauwe ogen. Ook qua karakter zul je lang moeten zoeken om een

    gelijkenis te vinden, toch is het niet zo dat er altijd ruzie is. Integendeel zelfs, ze komen juist heel erg

    goed overeen, soms ben ik daar toch jaloers op. Bij mij thuis is er namelijk nogal veel ruzie. Dus laat ik het

    maar achterwege. Ze begroeten me en het lijkt erop dat Elody niets heeft gezegd over onze ruzie, want ze

    schenken me ook een grote glimlach. Opeens trekt Elody me mee buiten gehoorafstand van haar ouders.

    "Ik heb niet gezegd dat we ruzie hadden",fluistert ze. "En dat zou ik ook graag zo houden."

    "Geen probleem", antwoord ik.

    We eten allemaal samen in de keuken. Het is een eenvoudige keuken, maar ze straalt pure klasse uit. Hij

    heeft houten kastjes en in het midden staat er een grote ronde eikenhouten tafel. Er stonden vijf stoelen,

    want Elody heeft ook nog een oudere zus, maar die zit momenteel op een feestje. De vijfde stoel in speciaal

    voor mij. Hier voel ik me goed en welkom. Er is ook nooit ruzie zoals bij mij. Thuis moet ik vechten voor ieder

    beetje vrijheid. Elody hoeft dat niet, ze mag bijna alles als ze het maar zegt en niet te lang wegblijft, doet

    ze dat wel moet ze gewoon regelmatig bellen. Ik zou een moord doen voor haar ouders, maar ja  Elody is

    mijn beste vriendin, dus dan zou ik een nieuwe beste vriendin moeten zoeke.Iedereen in dit huis geeft me

    ook dat prachtige gevoel en zien me als hun derde dochter of als een zus. De sfeer die hier ook hangt is

    fantastisch. Thuis zou ik die nooit kunnen vinden, mijn ouders lopen altijd gestrest rond en mijn broer zit op

    de computer stomme spelletjes te spelen. Dan zit ik daar en voel me alleen en overbodig. Meestal loop ik

    dan naar kamer en luister naar muziek of ik ga naar Elody. Hier heb ik dat gevoel nooit. Het eten is

    overheerlijk, het is spaghetti. Nu zul je denken dat dat toch niet speciaal is ofzo, maar de spaghetti van

    Elody's moeder heeft toch net dat tikkeltje meer. Na het eten ruimen we af een nestelen ons boven op het

    bed.

    "Vroegen je ouders zich niet af, hoe het kwam dat je zo vroeg thuis was?" vraag ik.

    "Ik heb gewoon gezegd dat ik moe was en dat jij ook naar huis bent gegaan", antwoordde ze.

    "Oké, ergens ben ik wel blij dat je niets gezegd hebben", zeg ik." Want dan mocht ik hier misschien ook niet

    meer binnen."

    "Daar mag je niet over piekeren", zegt Elody streng.

    Samen blijven we maar herhalen over wat er gebeurd en langzaam vallen we naast elkaar in slaap.

    's Morgens worden wakker door het rinkelende geluid van de wakker. Slaapdronken gooit Elody er een

    kussen tegen aan, zodat hij op de grond valt. Toch blijft hij rinkelen, nu zijn we wel verplichten om op te

    staan en de wekker uit te zetten. We slepen ons allebei naar de badkamer en kleden ons aan. Daarna

    slenteren we naar beneden om te ontbijten.

    "Goed geslapen?" vraagt Elody's moeder wanneer we binnenkomen. We kijken elkaar aan en schieten in de

    lach.

    "Euhm, we konden niet slapen en zijn beginnen babbelen", bekent Elody. Ze kijkt ons een beetje boos aan,

    maar zegt dan dat we maar vanavond vroeger in ons bed moeten kruipen. Elody vraagt fluisterend of dat

    het goed is als ze vanavond vraagt of ik hier een tijdje kan blijven. Ik kan moeilijk nee zeggen dus knik ik

    maar. We fietsen naar school en zoeken daar ons vast plekje op. Zonder het echt met woorden te zeggen,

    hebben we allebei besloten om niets over vrijdagavond te zeggen in school. Stel je voor dat er iemand ons

    per ongeluk hoort, dan kan ik mijn goed imago wel vergeten. Niet dat ik super populair ben, maar ik kan met

    iedereen goed overweg, heb een stuk of zes goeie vrienden en één beste vriendin Elody. Langzaam sijpelen

    de rest van onze vriendinnen de schoolpoort binnen en komen onze richting uit. Wanneer Elody en ik niet

    meer alleen zijn, is het precies alsof we helemaal niet moe waren en alsof er vrijdagavond niets is gebeurd.

    Lachend en babbelend vertrekken we naar boven wanneer de eerste bel gaat. We zitten nog maar net

    neer, wanneer de directeur binnen we komt. Hij roept onze leerkracht, die vooraan in de klas staat en een

    Engelse zin opschrijft, bij zich. Hij fluistert iets, doet daarna een stap naar voren en schraapt zijn keel.

    "Beste leerlingen," begint hij," we hebben er vandaag een nieuwe leerling bij. Kom maar binnen Nick."

    Verlegen stapt er Nick naar binnen. Mijn ogen vallen bijna uit hun kassen wanneer ze deze verschijning zien.

    Hij is gewoon prachtig, ik merk van mezelf dat ik hem aanstaar, maar ik doe zelfs geen moeite om me tegen

    te houden. Hij is zo perfect, zijn amberkleurige ogen, zijn lichtbruine lokken met een blonde schijn erin, zijn

    gespierde armen. Toch voor zover ik kan zien en zijn kledingstijl is lang niet mis.

    "Dit is Nick Caloix", zegt de directeur," hij is dus nieuw en ik hoop dat jullie hem goed zullen opvangen.

    Misschien zou het handig zijn al Nick een soort van begeleider krijgt uit de klas die hem verteld waar hij

    moet zijn. Wie is er vrijwilliger?" Ik schrik, want niemand steekt hun hand op. Terwijl ik dat dus wel doen,

    voor ik hem vliegensvlug weer naar beneden kan doen, roept de directeur mijn naam en dus is het al te laat.

    Ik had juist gedacht dat iedereen hem knap vond en dus zijn begeleider wilde worden, maar dat was dus

    niet het geval. Resultaat: ik was het. Nick glimlacht naar me en ik glimlach flauwtjes terug. Hij wandelt snel,

    maar beheerst naar het lege tafeltje achterin de klas. Alle ogen zijn op hem gericht en ik kijk naar Elody

    die me boos aankijkt. Ik kijk vragend terug, maar ze wil niets uitleggen. Wanneer het speeltijd is, trek ik

    Elody mee.

    "Waarom keek je zo raar in klas?" vraag ik.

    "Ken je hem niet meer?" antwoordt ze verbaasd.

    "Nee, duidelijk nog nooit gezien", zeg ik vol overtuiging.

    "Dat is waar, jij was er niet", zegt ze lachend.

    "Wat is er om te lachen?" vraag ik boos wordend.

    "Wel, toen we ruzie hadden", begint ze nog half lachend," liep ik terug naar binnen en ging ik boos naar huis.

    Zaterdagvoormiddag belde Anouk om te vertellen dat er in een andere school een jongen was geschorst

    wegens drugs, geweld en sterke drank tijdens schooluren. Je mag drie keer raden hoe die jongen heet en

    goed geraden hij noemt Nick Caloix. Anouk heeft ongeveer heel de klas en school op de hoogte gebracht. Ze

    vroeg aan mij of dat ik het jou wilde vertellen, maar aangezien wij ruzie hadden, heb ik dat niet gedaan".

    "Hoe haal je het eigenlijk in  je hoofd om je voor te stellen als begeleider?"vraagt ze.

    "Ik vond het knap en ik werd door hem aangetrokken" beken ik.

    "Ik dacht dat je wel andere dingen aan je hoofd had", zegt ze." Zoals wat er gebeurd is die vrijdag."

    "Ik weet het, maar nu is het te laat", antwoord ik. Op het einde van de speeltijd komt Nick op me af

    gelopen en vraagt of dat ik hem het volgende lokaal wil tonen. Ik loop met hem mee en leid hem naar het

    lokaal. Wanneer op het einde van de dag de laatste bel gaat. Komt hij opnieuw naar me toe en vraagt naar

    het secretariaat. Aangezien ik zijn begeleider ben, heb ik weinig keus. Bij het secretariaat geeft Nick een

    klein briefje af en de vrouw achter de balie vraagt of dat hij morgen nog een terug wil komen. We lopen

    naar buiten en nemen onze fiets?

    "Waar woon je eigenlijk?" vraag ik hem. Hij noemt een straat niet zover van Elody's huis, dus fietsen we het

    eerste stuk samen. Na nog geen vijf minuten, komen we al aan. Nick stapt van zijn groene fiets en kijkt me aan.

    "Bedankt", stamelt hij.

    "Geen dank", antwoord ik. "Ik ben toch je begeleider."

    "Ik ben blij dat er nog iemand mijn begeleider wilde zijn", zegt hij. "Iedereen weet al wat er is gebeurd

    is."

    "Wat is er eigenlijk precies gebeurd?" vraag ik nieuwsgierig.

    "Wat weet je al?" vraagt Nick op zijn beurt.

    "Dat je van school bent gestuurd wegens drugs, geweld en sterke drank", antwoord ik. Nick begint te

    lachen en vertelt het hele verhaal. Hij is niet van school gestuurd wegen geweld of sterke drank en die

    drugs is niet wat het lijkt. Zijn vriend is namelijk verslaafd aan drugs, maar verkoopt het ook. Nick was

    daar niet mee akkoord, nam de drugs af en stopte ze in zijn boekentas. Natuurlijk was er juist die dag

    controle van de politie en hij werd betrapt. Hij moest naar de directeur en werd daar onmiddellijk van

    school gestuurd. Nick werd kwaad en twee agenten reden hem naar huis. Zo kwamen de roddels er van het

    geweld en de drugs.

    "Hoe komen ze dan aan die sterke drank?" vraag ik. Een andere jongen die ook van school gestuurd is, was

    betrapt met een fles whisky. Maar de roddelaars hebben zich vergist en gooiden alles door elkaar, zegt hij.

    "Je hoeft me niet te geloven hoor", zegt hij wanneer hij klaar is. "Niemand doet dat." Ik staar hem aan

    terwijl hij door de voordeur verdwijnt. Vlug fiets ik naar Elody en vertel het hele verhaal, maar ze gelooft

    het niet. Gelukkig kennen we iemand die op Nick's vroegere school zit en we bellen hem op.

    "Hey, Max," roepen we door de telefoon, "wij zijn het, ken je ons nog Esther en Elody."

    "Natuurlijk ken ik jullie nog", antwoordt Max lachend.

    "We hebben eigenlijk een vraagje", zeggen we. "Wat weet jij over een zekere Nick Caloix."

    "Hij is van school gestuurd wegens drugs en geweld, maar die drugs was niet van hem en dat geweld is

    behoorlijk opgeblazen" antwoordt hij.

    "Bedankt", roepen we allebei in koor.

    "Het is niets, maar we moeten nog ne keer iets afspreken", zegt Max. We spreken met hem zatermiddag

    af en leggen neer.

    15-03-2009 om 00:00 geschreven door ellenelke  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)


    Archief per week
  • 20/07-26/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Hallo
  • knufffffffffffffffffff
  • Hallo

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs