Nadat we ontdekt hebben welke kruispunten we in onze omgeving hebben, leren we ze nu veilig over te steken. Dit deden we steeds in groepjes van 4. De wandeling tussen de oversteekplaatsen, deden we samen. Hierbij herhaalden we 'wandelen in groep'.
Kijken is van levensbelang!
De leerlingen moeten rondkijken naar alle richtingen niet
alleen links en rechts maar ook voor en achter zich om het aankomende verkeer
en alle mogelijke gevaren op te merken. Benadruk de leerlingen dat ze enkel op
hun voorrang mogen rekenen als ze zeker zijn dat de weggebruikers van beide
kanten tijdig kunnen en zullen stoppen. Maak duidelijk dat ze oogcontact maken
of teken geven met de hand als ze willen oversteken. VERWOORDEN HOE JE VEILIG
KUNT OVERSTEKEN Laat de leerlingen zelf verwoorden hoe ze veilig oversteken.
Dit zijn de opeenvolgende stappen: 1. stoppen aan de stoeprand 2. links en
rechts kijken 3. voor en achter zich kijken (dichtstbijzijnde verkeer komt van
links en achter) 4. links kijken en recht oversteken Informatie voor onze ouders:
Je kind leert
stilaan zelfstandig drukkere en gevaarlijkere kruispunten over te steken. Op
deze leeftijd is oversteektraining nog broodnodig! Wijs je kind op de juiste
regels en op de gevaren op deze kruispunten. Geef hen de kans om reeds
zelfstandig te voet een gekende route af te leggen.
Benadruk dat
voorrang voor voetgangers niet betekent dat je blindelings mag oversteken. Als
je niet zeker bent dat de naderende bestuurder je gezien heeft of tijdig kan
stoppen, sta dan je voorrang af en wacht met oversteken.
Leer je kind dat oogcontact
met de andere weggebruikers belangrijk is. Als je oogcontact hebt met de
bestuurder, ben je zeker dat hij/zij je gezien heeft en je veilig kan
oversteken. Aarzel niet om de bestuurder te bedanken met een knikje of een
vriendelijk handgebaar.
Vooraleer we jullie vertellen wat we moeten doen aan een T - kruispunt, is het belangrijk dat je weet wat zulk een kruispunt is.
Een T - kruispunt is een kruispunt waarbij 2 armen in elkaars verlengde liggen en de derde er 'loodrecht' op uitkomt. Zo ontstaat de vorm T.
Waar letten we op...? Het is niet voldoende om enkel naar links en rechts te kijken. Er kan verkeer afdraaien en/of vanuit een zijstraat komen. Dit hangt af vanwaar je staat. Alsook moet je rekening houden met de zebrapaden of de verkeerslichten als deze er zijn.
Info aan onze ouders: Wanneer je samen met je kind een T - kruispunt moet oversteken doe je dit best door: * maar 1 keer een straat over te steken. * de straat altijd recht oversteken. * niet enkel naar links en rechts, maar ook naar het afdraaiende verkeer van voor en/of achter je te kijken. * oogcontact te zoeken met de andere bestuurders. * hoffelijk te zijn wanneer ze stoppen en je hand als bedanking op te steken.
We herhaalden ook nog een keer hoe we moeten oversteken en wandelen in groep. Dit blijft voor onze jongens en meisjes van het derde leerjaar zéér belangrijk om te herhalen.
Vandaag daagden we onze leerlingen uit met enkele nieuwe moeilijkheden.
Dit oefenden we vorige keer. - Vertragen, remmen, stoppen en vertrekken. - Korte bocht naar rechts nemen. - Je snelheid aanpassen aan de groep. - De fluitsignalen.
Vandaag legden we de nadruk op: - rechts omkijken. - rechterarm uitsteken. - over een bruggetje en een balk rijden. - opgelet voor hindernissen.
Informatie aan de ouders. Volgens het verkeersreglement moeten fietsers altijd hun arm uitsteken als ze van richting willen veranderen. In sommige omstandigheden is het echter veiliger om je beide handen aan het stuur te houden. Bijvoorbeeld als het wegdek in slechte staat is, bij slechte weersomstandigheden of wanneer je bijvoorbeeld onhandige bagage vervoert.
TIP! Met een armsignaal geef je een duidelijke waarschuwing aan andere weggebruikers dat je van richting wilt veranderen. Het is aangeraden om verschillende keren links achterom te kijken en oogcontact te maken met de bestuurder van het achterliggende voertuig. Zo ben je zeker dat de bestuurder je opgemerkt heeft als je gaat uitwijken.