We willen de drukte vermijden van de Camino Francès, en daarom steken we in twee dagen via Friol opnieuw door naar de Camino del Norte. Het zijn niet langer de gele pijlen die we volgen, maar de groene. In het begin lukt dit goed. We zitten nog in de buurt van Lugo dat zijn pelgrims goed verzorgt. Maar snel worden we geconfronteerd met een serieus probleem. Herashekken over de weg met een waarschuwingsbord voor een gevaarlijke hond. Overklimmen is dus geen optie. Nochthans wijzen de groene pijlen duidelijk over het hek, dat is de weg die we zouden moeten volgen. Niet dus. Er zit niets anders op dan de asfaltweg terug op te zoeken en zo snel als mogelijk naar het Westen af te buigen.
We vinden terug gele pijlen, wat een beetje raar is, maar we besluiten ze toch te volgen. Er is geen alternatief. Ongeveer twee uren stappen we zo in onzekerheid. Leuk voor Daan, zo op zijn eerste pelgrimsdag. Eindelijk botsen we dan weer aan de rand van een dorpje op groene pijlen.Grote vreugde. Eventjes toch. Twee honden komen op ons af, ook een Duitse scheper. Tof, er is geen doorkomen aan. Ruzie zoeken is geen goed idee. Er is immers geen mens te zien op straat, achter een helpende hand kunnen we vrolijk fluiten. We keren terug naar de asfaltweg en trachten het dorp te omcirkelen en zo terug de juiste weg te bereiken. En we vinden een baantje dat ons plan mogelijk maakt. Maar twee andere honden denken daar anders over. Waaronder opnieuw een scheper. Eens heel hard roepen doet de beesten wel wat terugdeinzen, maar neen, de confrontatie durven we toch niet aan. Dan maar verder over de asfaltweg, we zien wel waar die ons heen leidt.
Als bij wonder komen we weer groene pijlen tegen. Zitten we toch op de goede weg. Maar verder vinden we dan weer groene pijlen die alle richtingen uitwijzen. Welke moeten we dan nemen? We kiezen voor de weg die juiste windrichting uitgaat, het Westen. En die leidt ons langsheen een mooi pad met overhangende bomen en doorheen heidevelden. Mooi, dat wel, maar de regen gooit roet in het eten. Het is ook fris, wat in het Belgenland waarschijnlijk raar in de oren klinkt. De weinige mensen die we tegenkomen zijn eerder achterdochtig, een 'hola' kan er niet af. Hier houden ze niet van pelgrims, dat is duidelijk.
We zijn blij als we ons pension bereiken. Daan heeft geen gemakkelijke doop gehad. Maar weer hebben we een bed en een dak boven ons hoofd gevonden. Reden genoeg om gelukkig te zijn.
|