Meer dan 25 jaar geleden ontstond er een droom
in mijn hoofd. Ik wou in de voetsporen van onze voorouders uit de middeleeuwen te
voet naar Compostela. De realisatie van deze droom leek ver weg. Praktische
redenen, weet je wel? Ik had immers andere keuzes gemaakt in mijn leven: vrouw,
kinderen, vast werk, een eigen huis Maar de droom bleef en werd steeds
intenser. Eén maal in mijn leven de alledaagsheid loslaten en vertrekken met
een vaag plan en een concreet doel voor ogen. De pelgrimstocht als metafoor voor
het leven zelf.
Ik begon dus te plannen. Op mijn zestigste op
pensioen gaan en dan vertrekken. Maar Di Rupo en Van Quickenborne dachten daar
(niet helemaal onterecht) anders over. Natuurlijk hoop ik op mijn
vierenzestigste nog steeds kwiek en gezond door het leven te dartelen met een
even kwieke en gezonde Diane aan mijn zijde, maar wie durft dat te voorspellen?
Daarom dat ik twee jaar geleden met het adagio Wiemij lief heeft, volge mij besliste om zomer
2013 op stap te gaan. Niet van thuis uit weliswaar, die concessie moest ik
noodgedwongen maken, maar vertrekkend vanaf de Spaans-Franse grens.
Wie mij lief heeft, is ondertussen heel
duidelijk geworden. Samen met (juf) Diane vertrek ik op 30 juni in Irún om via
de Camino Del Norte en de Camino Primitivo rond 1 augustus en meer dan 800
stapkilometers verder Compostela te bereiken. Daan, onze jongste, zal vanaf Lugo
meestappen terwijl Nele en Sarah het thuisfront verzorgen. Als de
spreekwoordelijke wind meezit en als het even spreekwoordelijk niet regent
stappen we dan nog door tot de Atlantische oceaan, meer bepaald tot Cabo
Finisterre. Maar dat is vooralsnog geen hoofddoel.
Waarom doen we dit eigenlijk? Geen simpele vraag
omdat er zoveel antwoorden zijn: religieuze en historische redenen, natuur- en
cultuurbeleving, onthaasting en inspanning. Mensen ontmoeten en een land leren
kennen. Dit allemaal verduidelijken leidt ons te ver. Maar er is één reden die
wel aandacht verdient. We willen de bouw van de refter van de vrije
kleuterschool Sint-Jozef in Opdorp ondersteunen. Omdat de Vlaamse overheid er
maar niet in slaagt één van zijn kernopdrachten te realiseren, zijnde zorgen
voor een goede huisvesting van zijn schoolkinderen, moet de school zelf voor
een belangrijk deel van de financiering van dit noodzakelijk project zorgen.
Geen eenvoudige opdracht, een school heeft immers veel behoeften. Daarom onze
vraag: wie ons een buen camino toewenst, kan dat doen door een bedragje over
te schrijven op rekening 001-6965197-91 van de kleuterschool met als mededeling
Compostela. Alle kleine beetjes zijn welkom, en ook wie niets geeft nemen wij
mee in ons hart op onze tocht naar het Noord-Westen van Spanje. Men zegge het
voort.
Wij zijn een tijdje weg, maar hopelijk spreken
we elkaar op de grote bouwfeesten van de kleuterschool die doorgaan op de Dries
van Opdorp op 13, 14 en 15 september 2013!
Regelmatig zullen wij trachten nieuws te brengen
op dit forum, als het lukt met een foto erbij. Wie ons een berichtje wil
achterlaten kan dat op onze blog zelf of op bart.biesemans01@gmail.com.
Minder dan vijf kilometer te gaan. Dat is een wandeling op zondagnamiddag. Niet dat we 's zondags veel rondwandelen met een rugzak van meer dan tien kilogram.
Wat ging er door ons heen? Wat voelden we? Momenteel kan ik dat nog niet beschrijven, er waren zoveel botsende emoties. Trots en blijdschap omdat we ons doel bereikten maar ook al een gevoel van gemis. En zo veel meer.
Het eerste zicht op de torens van de kathedraal bracht tranen in de ogen. Onnozel? Misschien. Maar hiervoor stapten we al die kilometers. Met mooie maar toch ook met moeilijke momenten. We kenden alle drie ogenblikken waarop we door een muur van pijn gegaan zijn. Ik heb die doorstaan door te denken aan hen die er alles voor over zouden hebben om in mijn plaats die pijn te lijden, maar die door hun lot in de onmogelijkheid verkeren om dat effectief te doen.
Hen hebben we meegenomen in de rugzak en afgegeven aan de apostel. We hebben zijn graf bezocht, zijn standbeeld geknuffeld en de pelgrimsmis bijgewoond. We hebben vele bekenden ontmoet en samen met hen gegeten.
En nu is het voorbij. We hebben ons diploma aan de universiteit van het leven gehaald (woorden van een hospitaliero). Het extra gaatje dat ik in mijn broeksband gemaakt heb, zal waarschijnlijk snel overbodig zijn. Maar ik ben zeker dat we in ons hart pelgrims zullen blijven. Op zoek naar de gele pijl.
De laatste klus, een etappe van 35 kilometer. Voor 6 uur zijn we reeds op pad om de hitte te vermijden. Wat betekent dat we in het donker buiten staan. Voor 7 uur is er immers nog geen licht te besteden. Het roept een speciaal sfeertje op, zo met onze ledlichtjes moederziel alleen in de mist. De meeste pelgrims maken er een lichte dag van en voelen dus niet de nood om zo vroeg op te staan. Het eerste deel lopen we moederziel alleen en we hebben al onze aandacht nodig om de richtingsaanwijzingen te vinden. We slagen er in om omwegen te vermijden, opdracht geslaagd.
We hangen voor het grote pak en hebben dus weinig last van de drukte van de Camino Frances. Voor de rest is kilometers vreten de boodschap. Dat lukt beter dan verwacht alhoewel Daan onprettig kennis maakt met het asfalt. Na de val van zijn vader en de knieval van zijn moeder op de plaveien van Lugo, is het zijn beurt. De camino vraagt zijn offers, hij is nu een gelouterde pelgrim. Maar er is niets ernstigs aan de hand, verderstappen is geen probleem. Zijn glaasje witte wijn bij aankomst is welverdiend.
We slapen in een reuze-auberge met meer dan 800 plaatsen. Hooguit 70 zijn daarvan opgevuld. Ook hier is er sprake van crisis.
We zitten op minder dan 5 kilometer van de kathedraal en iedereen voelt zich raar. Morgen wordt een grote dag, maar nu voelen we al een zekere spijt. Wandelen wordt zo snel een levenshouding.
De laatste klus, een etappe van 35 kilometer. Voor 6 uur zijn we reeds op pad om de hitte te vermijden. Wat betekent dat we in het donker buiten staan. Voor 7 uur is er immers nog geen licht te besteden. Het roept een speciaal sfeertje op, zo met onze ledlichtjes moederziel alleen in de mist. De meeste pelgrims maken er een lichte dag van en voelen dus niet de nood om zo vroeg op te staan. Het eerste deel lopen we moederziel alleen en we hebben al onze aandacht nodig om de richtingsaanwijzingen te vinden. We slagen er in om omwegen te vermijden, opdracht geslaagd.
We hangen voor het grote pak en hebben dus weinig last van de drukte van de Camino Frances. Voor de rest is kilometers vreten de boodschap. Dat lukt beter dan verwacht alhoewel Daan onprettig kennis maakt met het asfalt. Na de val van zijn vader en de knieval van zijn moeder op de plaveien van Lugo, is het zijn beurt. De camino vraagt zijn offers, hij is nu een gelouterde pelgrim. Maar er is niets ernstigs aan de hand, verderstappen is geen probleem. Zijn glaasje witte wijn bij aankomst is welverdiend.
We slapen in een reuze-auberge met meer dan 800 plaatsen. Hooguit 70 zijn daarvan opgevuld. Ook hier is er sprake van crisis.
We zitten op minder dan 5 kilometer van de kathedraal en iedereen voelt zich raar. Morgen wordt een grote dag, maar nu voelen we al een zekere spijt. Wandelen wordt zo snel een levenshouding.
We willen de drukte vermijden van de Camino Francès, en daarom steken we in twee dagen via Friol opnieuw door naar de Camino del Norte. Het zijn niet langer de gele pijlen die we volgen, maar de groene. In het begin lukt dit goed. We zitten nog in de buurt van Lugo dat zijn pelgrims goed verzorgt. Maar snel worden we geconfronteerd met een serieus probleem. Herashekken over de weg met een waarschuwingsbord voor een gevaarlijke hond. Overklimmen is dus geen optie. Nochthans wijzen de groene pijlen duidelijk over het hek, dat is de weg die we zouden moeten volgen. Niet dus. Er zit niets anders op dan de asfaltweg terug op te zoeken en zo snel als mogelijk naar het Westen af te buigen.
We vinden terug gele pijlen, wat een beetje raar is, maar we besluiten ze toch te volgen. Er is geen alternatief. Ongeveer twee uren stappen we zo in onzekerheid. Leuk voor Daan, zo op zijn eerste pelgrimsdag. Eindelijk botsen we dan weer aan de rand van een dorpje op groene pijlen.Grote vreugde. Eventjes toch. Twee honden komen op ons af, ook een Duitse scheper. Tof, er is geen doorkomen aan. Ruzie zoeken is geen goed idee. Er is immers geen mens te zien op straat, achter een helpende hand kunnen we vrolijk fluiten. We keren terug naar de asfaltweg en trachten het dorp te omcirkelen en zo terug de juiste weg te bereiken. En we vinden een baantje dat ons plan mogelijk maakt. Maar twee andere honden denken daar anders over. Waaronder opnieuw een scheper. Eens heel hard roepen doet de beesten wel wat terugdeinzen, maar neen, de confrontatie durven we toch niet aan. Dan maar verder over de asfaltweg, we zien wel waar die ons heen leidt.
Als bij wonder komen we weer groene pijlen tegen. Zitten we toch op de goede weg. Maar verder vinden we dan weer groene pijlen die alle richtingen uitwijzen. Welke moeten we dan nemen? We kiezen voor de weg die juiste windrichting uitgaat, het Westen. En die leidt ons langsheen een mooi pad met overhangende bomen en doorheen heidevelden. Mooi, dat wel, maar de regen gooit roet in het eten. Het is ook fris, wat in het Belgenland waarschijnlijk raar in de oren klinkt. De weinige mensen die we tegenkomen zijn eerder achterdochtig, een 'hola' kan er niet af. Hier houden ze niet van pelgrims, dat is duidelijk.
We zijn blij als we ons pension bereiken. Daan heeft geen gemakkelijke doop gehad. Maar weer hebben we een bed en een dak boven ons hoofd gevonden. Reden genoeg om gelukkig te zijn.
Ja, en dat is vandaag bewezen. Het was de tweede dag van de doorsteek naar de Camino del Norte. Mooi was het wel. Zacht glooiend met veel groen. Deels over asfalt, maar dat was nuttig om kilometers te vreten. Deels over kleine paadjes die vettig lagen door de regen van de voorbije dag.
We ontbeten op een grasveld op mijn poncho. Om vervolgens ons een weg te banen door bijna helemaal overgroeide paadjes, met nat gras en braam dat het ons moeilijk maakte. Avontuurlijk. Er was veel modder, soms diepe plassen en zelfs een beekje dat we moesten doorwaden. Maar, voor de tweede dag op rij waren er weer loslopende honden en stugge mensen, die geen enkele interesse betoonden om eenzame pelgrims in de rats een hand toe te steken.
We vonden wat beschutting bij een groep Spanjaarden die dezelfde route volgden. In de dorpen zorgden we dat we in hun buurt bleven, die dag helemaal als laatste lopen vonden we geen goed idee. En die strategie hielp, ook om bij twijfel de juiste weg te vinden. Achteraf bleek dat de streek die we passeerden inderdaad niet opgezet was met vreemden. De honden werden bewust losgelaten, soms werd er verwarring geschapen door groene pijlen te schilderen naar de verkeerde richting. Rare jongens, sommige van die Spanjaarden.
Maar nu bevinden we ons weer op de echte camino. De vreugde kan niet op, het is alsof we thuiskomen. En niet alleen wij hebben dat gevoel, Jenny en David, een Canadees koppel, zeggen net hetzelfde. Mensen zijn weer vriendelijk, de loslopende honden negeren ons, hooguit krijgen we een sceptische blik van een beest dat begrijpt waarom mensen zich absoluut moe willen maken.We ontmoeten mensen die we niet meer gezien hebben sinds onze afslag naar de Camino Primotivo. Het weerzien is hartelijk.
We zijn gelukkig, en nog gelukkiger als we aankomen op onze slaapplaats. Een abdij waarvan de kerk dateert uit de tiende eeuw. 's Avonds volgen we er een vooral gezongen gebedsviering met de paters, een wonderbaarlijk moment, ook al begrijpen we er niets van. Maar sommige talen hoef je niet te verstaan om ze te begrijpen...
Een kleine etappe, slechts 22 kilometer. Maar op het einde zullen we slechts 40 kilometer verwijderd zijn van Compostela.
De wegen zijn gemakkelijk, geen gewroet meer door de modder of hoog gras en bramen. We vorderen dus snel. Het Gallisische landschap is liefelijk. Licht heuvelachtig met veel groen dat voor verkoeling zorgt. In het begin is dat niet echt nodig, ik denk dat we hier nauwelijks 10 graden halen. Koude handen in Spanje, en dat in het midden van de zomer, wie gelooft dat? Maar de zon zet snel orde op zaken, een stralend blauwe hemel maakt foto's schieten iets dankbaarder.
We zien nu meer pelgrims, het is duidelijk dat we in de buurt van ons einddoel zitten. Geen probleem, we hebben eenzaamheid en stilte genoeg gekend. Nu telt nog een zaak: Compostela halen. Morgen moeten we daarvoor een zware inspanning leveren: 35 kilometer stappen, iets wat Daan niet echt vrolijk maakt, maar ik vertrouw hem, hij komt er wel. We zullen er zo vroeg mogelijk aan beginnen, kwestie van zo veel mogelijk van de koelte te profiteren.
Twee uitspraken willen wij ondertussen meegeven. Vandaag gelezen langsheen de weg: 'sin dolores, no hay camino'. Correct. Een andere komt van de Canadees David: 'de camino is het echte leven niet, maar is wat het leven eigenlijk zou moeten zijn'. Ook correct.
Met het zicht op de voltooiing van onze weg, willen we iedereen bedanken die ons gevolgd heeft, zeker voor de vele leuke reacties die we kregen, ze hebben zeker geholpen. Ook bedankt voor de steun aan de kleuterschool, elke euro zal goed gespendeerd worden. Misschien zien we elkaar op de bouwfeesten van miden september in Opdorp?
De twee volgende dagen zullen we maximaal genieten van wat er rest van dit avontuur. Het verslag volgt.
Vandaag landt Daan in A Coruna. Hem afhalen wordt een hele odysee, maar we hebben eerst nog wat tijd om Lugo te bezoeken. We starten in de kathedraal waar we een eucharistieviering bijwonen. Na de mis vraagt een vrouw ons of we pelgrims zijn. Als we dat bevestigen krijgen we een prive-rondleiding met heel wat achtergrondinformatie. In het Frans. Uiteindelijk brengt ze ons naar de sacristie waar we een stempel krijgen in onze credential. Raar eigenlijk hoeveel belang we hechten aan die stempels. Net als kleine kinderen. Maar hier gelden nu eenmaal andere waarden en normen.
We wandelen op de muur die heel de binnenstad omringt. Hij is gebouwd door de Romeinen wat tot de verbeelding spreekt. Asterix en Obelix zijn de laatste dagen nooit ver weg. We zijn al overblijfselen van een Keltisch dorp gepasseerd (niet gezien door de mist), hebben voorbij dolmen gewandeld, en nu dit.
Voor de andere pelgrims vertrokken, hebben we trouwens nog een opwindend nieuwsje gehoord. Het Mexicaans koppel waarmee we kennis gemaakt hebben, heeft besloten om na een relatie van 20 jaar te trouwen. En ze doen dat volgende week in de kathedraal van Compostela. Zaterdag om 5 uur om precies te zijn. Dat willen we niet missen, ook al moeten we daarvoor onze plannen om naar Finisterre te gaan wijzigen. Sprookjes op de camino, ze bestaan!
Daan is nu bij ons, en hij ziet het helemaal zitten. Morgen start zijn pegrimsbestaan.