We hadden altijd een routine, ik stond op terwijl Hassan zich al gewassen had en bezig was met mijn ontbijt. Zwarte thee met 3 klontjes en geroosterde naan (brood) met zure kersenjam, het was om je vingers van af te likken. Mijn vader bracht me naar school met de Mustang en ging gaan werken. Hassan en zijn vader (Ali) waren bezig met de klusjes. Wanneer ik thuis kwam, ging ik samen met Hassan naar de heuvel met de boom. Daar zat ik Hassan voor te lezen, raadsels voor te leggen en vaak hield ik hem voor de gek. Uiteindelijk ontdekte ik dat hij sneller was in het oplossen van raadsels en ik stopte daar al snel mee. Op een dag veranderde ik een verhaal en tot mijn verbazing zei Hassan dat dat één van de mooiste verhalen was dat hij gehoord had. Verbaasd dat ik was, begon ik met verhalen schrijven en op mijn dertiende verjaardag kreeg ik een notitieboekje voor mijn verhalen. Mijn carrière als schrijver was begonnen.
In Kabul keken we altijd uit naar de winter, want dan waren de scholen gesloten. Dat was het begin van de talloze vliegertoernooien. Hassan was de beste vliegeraar, hij wist altijd waar de laatste doorgesneden vlieger zou belanden. Op een dag zei Baba tegen me dat hij voelde dat de overwinning wel eens voor mij zou kunnen zijn. Er waren die dag honderd vliegers in de lucht en ik bleef bij de laatste tien. Ik had een rode vlieger met gele randen en een handtekening van Saifo. Het was tussen mij en een blauwe vlieger, uiteindelijk won ik. Hassan was al weg om de laatste vlieger te bemachtigen en Baba was een keer ontzettend trots op me.
Toen we klein waren, zijn Hassan en ik veel naar de bioscoop geweest. We waren dol op westerse cowboyfilms en deelden zelfs onze gezamenlijke cowboyoutfit. We hebben "Rio Bravo" drie keer gezien en "The Magnificent Seven" hebben we zelfs dertien keer gezien. Een andere film die we ook goed vonden was "The good, the Bad and the Ugly". We wilden zelfs de acteurs ontmoeten tot Baba ons met beide voeten op de grond zette. Het waren geen acteurs die Hindi spraken het was allemaal gedubd. Op dat moment beseften we dat het Amerikaanse acteurs waren en geen soortgenoten die het gemaakt hadden in de showbizz.
Wanneer ik het vliegertoernooi gewonnen had in 1975, zou dit de laatste keer zijn dat Hassan achter de erevlieger holde. Het begon al donker te worden en Hassan was nog steeds niet terug. Ik keek elke straat van de wijk in, de mensen waren aanstalten aan het maken om te gaan bidden. Aan een oude man vroeg ik of hij Hassan gezien had, na wat geduld te hebben, vertelde hij mij dat hij achtervolgd werd door 3 jongens. Ik ging naar de stegen en opeens hoorde ik iets, daar stond Hassan in een doodlopende steeg, de vlieger op een vuilinshoop en de 3 jongens. Assef, Wali en Kamal stonden voor hem en vroegen naar de vlieger, als tegenprestatie. Hassan had de katapult op Assef gericht en zijn bijnaam "Oreneter" gezegd, Assef had zich teruggetrokken maar ging zich nog wreken. Dit was de dag die hij uitgekozen had, Hassan wou de vlieger niet geven en daarna gebeurde iets verschrikkelijk. Ik kon mijn mond niet openen, ik durfde de steeg niet in te gaan omdat er anders ook iets met mij zou gebeuren. Ik rende weg en een tijdje later kwam Hassan met de vlieger. Hij was bebloed en we gingen naar huis zonder een woord te zeggen.
Samen met de familie en Rahim Khan gingen we naar het huis van mijn oom. Mijn vader was nog steeds bezig over dat vliegertoernooi, in de auto vroeg iedereen ernaar. Rahim Khan was de enige die niet enthousiast was en ik denk dat hij wist wat er gebeurd was. Ik wou al die jaren zo'n trotse vader gehad hebben. Toch voelde ik een leegte vanbinnen, hij herhaalde het talloze malen, waardoor ik bijna een mes in zijn oog kon steken. Toen besefte ik het ergste, ik zou er ongestraft mee wegkomen. Hassan was al die tijd verslechterd, hij was vermagerd en had grijze kringen. Op een dag vroeg hij me om mee naar de heuvel te gaan, ik was overtuigd maar toen we daar waren wou ik meteen weg. Het was stom van mij om te geloven dat een stuk speelgoed ons weer bijeen zou brengen. Hij probeerde onze vriendschap terug te winnen, maar ik werkte niet mee. Ik keek uit naar de lente.
Op mijn dertiende verjaardag had Baba een groot feest georganiseerd, omdat hij nog steeds trots was op die ene wedstrijd. Assef was daar ook met zijn ouders, het leek net of hij zijn ouders had meegenomen en niet omgekeerd. Hij gaf me een cadeau, Baba was zéér vriendelijk tegenover hem, maar ik was stil. Baba moest me dwingen om iets te zeggen. Ik kon het niet aanzien hoe hij met Assef bezig was en op zijn beurt was Assef vriendelijker tegen mij. Hij gaf me een cadeau, het was een boek van Hitler, ik gooide het meteen weg. Baba zou nooit zo'n feest gegeven hebben als ik niet gewonnen hadden. Ik wou dat feest niet, het was bloedgeld. Ik kreeg een hoop speelgoed, maar ik wou niets. Het enige wat ik echt wilde houden, was een lederen boekje van Rahim Khan, dit was een echt cadeau en geen bloedgeld.