Vakantie Andalusië
Zon, rust en olijfbomen, véél olijfbomen!
Inhoud blog
  • Ach was ik maar in De Molen in Spanje gebleven...
  • Het laatste avondmaal
  • Zon, zee en strand (al viel dat laatste niet mee)
  • De Indijking
  • Castello del Motta en Tinto Verano
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    16-08-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Indijking

    Zondag 10 augustus

    Oorspronkelijk waren we van plan om vandaag te gaan kajakken in de buurt, maar Herman had dit jaar geen vergunning. Het alternatief was een beekje met stenen waar de kinderen gerust in konden.

    De beek was fijn gelegen: aan de oever stonden vele picknickbankjes, wat deed vermoeden dat ook de locals deze plaats frequenteerden. Danny kon dus de stoel die we voor hem hadden meegenomen gerust in de auto laten zitten. In het frisse water lagen veel keien waar we meteen mee aan de slag gingen. Vandaag hebben we echt bewezen dat ze in de Lage Landen weten hoe ze dammen en dijken moeten bouwen. Terwijl Danny rustig zijn boek las probeerden wij een stuk van de rivier om te leiden. Na enige tijd hadden we een spectaculair waterbekken geschapen met een heuse waterval en stroomversnelling.

    ’s Middags wilden we toch nog eens een andere zaak bezoeken om ons middagmaal te nuttigen. Het werd El Barrio, maar na ongeveer 15 seconden waren we al weer vertrokken door het aanzicht van de barruimte: overal lagen vuile, verfrommelde papiertjes op de grond. Toen besloten we maar om ons weer vol te laten stoppen door Pépé in zijn ‘rincon’.

    ’s Middags hebben we gezwommen en ’s avonds hebben we een andere typische Spaanse gewoonte leren kennen: ’s avonds een ijsje gaan eten in de goedgevulde ‘Heladeria’. Chris en Sara waren fan van de ijskoffie en Linde had tot Sara’s grote gruwel een ijsje gekozen met een blauwe kleur met snoepjes in verwerkt. Bij navraag bleek Linde dit uiteraard het lekkerste smaakje te vinden. De ijscoupe die ik had gekozen was inderdaad heel lekker. Nadien nog wat mooie foto's genomen in het stadspark van Alcala dat nu helemaal tot leven was gekomen. Nu was de temperatuur ook zeer aangenaam in de stad.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2014, 13:57 geschreven door benjamin.revyn  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Castello del Motta en Tinto Verano

    Zaterdag 09 augustus

    Tot nu toe hadden we van Alcala La Réal een beetje de indruk van achterlijk, weggedoken gat in het Spaanse binnenland. Vandaag gingen we het kasteel bezoeken dat al van kilometers ver een mooie eyecatcher van de stad is. De kaartjesverkoper bleek prima Frans en Engels te spreken en vroeg waar we vandaan kwamen en waar we verbleven. Toen ik zei dat we een huisje huurden in Las Grajeras zei de man: “Ah, from Herman”. Soms lijkt het wel alsof je in Sicilië bent op het landgoed van de ene of andere Don…

    Bij het beklimmen van de berg waarop het fort gebouwd was vielen de monumentale muren en toegangspoorten op. Het kasteel is heel mooi gerestaureerd en in de grote kerk kregen we een film over de geschiedenis van het kasteel en Alcala. Het kasteel bleek een verdedigingsfort van Granada te zijn dat ook door de Moren gebouwd was. De ruïnes van de oude huizen waren nog goed te zien. De bouw van het fort begon al in de 8e eeuw, maar voor die tijd was er al een stadje op deze plaats. Uit de geschiedenisles kon je toch wel opmaken dat de mensen in deze stad toch een interessantere achtergrond hadden dan we vooraf hadden gedacht.

    ’s Middags dan toch een culinaire ontdekking gedaan: op Google Maps had ik een restaurantje gevonden in het centrum van Alcala dat goede beoordelingen kreeg en inderdaad: El Rincon de Pépé was een heel kleine zaak, met zijn terras aan de overkant van de straat in de schaduw van appartementen en op de hoek van de op één na drukste weg van de stad, maar het eten was lekker en de bediening vriendelijk. Vooral de sla met kip was overheerlijk. Bij elke bestelling van drinken kreeg je hier ook een kleine tapa, dus op het einde ontploften we zowat en we maakten ons op om ook de volgende dag terug te keren.

    ’s Namiddags genoten we van de koelte van ons zwembad en ’s avonds kaartten we nog wat in het huisje. ’s Nachts stond ik op om te gaan plassen, maar toen ik terug wilde keren naar bed voelde ik me opeens doodziek. Gelukkig was Sara ook opgestaan en kreeg ze me met veel moeite op de grond, want ik was bijna flauw gevallen. Met mijn rug op de koude tegels en mijn benen omhoog kwam ik weer op mijn positieven. Op een tweetal minuten zweette ik alle alcohol uit mijn lijf. Chris en Danny waren ondertussen ook opgestaan. De cocktail van een halve fles rode wijn, een mojito aan het zwembad en 3 glazen Tinto Verano (rode wijn met limonade) leek me nu toch een slecht idee. Danny bekeek zeker 4 keer het etiket van de Tinto Verano om er zich van te vergewissen of er geen giftige stoffen inzaten. Gelukkig verliep de rest van de nacht rustig en voelde ik me ’s morgens opgekikkerd. Al weet ik dat ik nog jaren flauwe verwijzingen zal mogen verwachten naar het Tinto Veranoverhaal…


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2014, 13:56 geschreven door benjamin.revyn  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cowboys en indianen in de Spaanse woestijn

    Vrijdag 08 augustus

    Deze morgen vroeg vertrokken voor de langste autorit van de vakantie: naar de woestijn van Tabernas, bij Almeria. De autorit van een dikke 2 uur was al een belevenis op zich. Ik reed een beetje op automatische piloot richting Granada en merkte niet dat de GPS ons toch een andere richting wilde uitsturen. Op een gegeven moment werden we dan ook een wegje opgestuurd dat ons langs het Spaanse platteland voerde om dan uiteindelijk op de juiste autobaan terecht te komen. Vooral rond Guadix was de natuur prachtig. Je waant je hier net in Colorado in de VS. De snelweg voert hier langs grote canyons en ruige bruinrode rotsen. In één van de dorre weilanden zagen we zelfs een kleine zandtornado, die er grappig genoeg op de terugweg ook nog was. Tijdens de rit werd ons busje door Danny omgedoopt tot “Turkenbus”. Elke keer als we op een helling door een putje reden sprong het handschoenkistje bij hem open. Mathias hield de stand bij, maar bij de 25e keer zijn we gestopt met tellen.

    Ons doel was ‘Mini-Hollywood”, een wildwest stadje temidden van de woestijn met een dierenpark. We kwamen net op tijd aan voor de show die op het authentieke far-westdorpsplein werd gehouden. De kinderen keken hun ogen uit op het schouwspel van Spaanssprekende cowboys en indianen die op elkaar schoten en mepten. Ons was de verhaallijn regelmatig ontgaan, maar dat mocht de pret niet drukken. De show duurde slechts 15 minuten, toen was werkelijk iedereen doodgeschoten. Sara deed een sprintje naar de saloon waar even later een French cancanshow zou plaatsvinden. We hadden een goede plaats om de show te bekijken. Het grootste deel van de vertoning bestond uit een Spaanse dandy die het publiek opwarmde. We begrepen werkelijk geen woord van zijn onophoudelijke gewauwel, maar het grotendeels Spaanse publiek lachte gul met zijn grappen en bracht alle gewenste ‘jiehaa’s’ en ‘fwiet, fwiet’s’ ten gehore op zijn commando. Mathias liet duidelijk verstaan dat hij geen fan was van deze dansvoorstelling. Zijn lip stond dan ook de hele show dik gezwollen. Linde vond het wel leuk, de sfeer was prima en we kregen hier een lekkere mojito en gin-tonic, met liefde bereid. Ons middagmaal bestond uit het buffet dat inbegrepen was in onze tickets. Na alle culinaire ontberingen was dit een uitgelezen kans voor Danny om terug wat reserves op te doen.

    De voorbije dagen hadden we Chris regelmatig op stang gejaagd omdat ze in een boekje over Tabernas had gelezen dat de temperatuur er tot 50 °C kon stijgen. Het kwik klokte vandaag inderdaad heel hoog af. Na de stallen en het wagenmuseum te hebben bezocht vonden we gelukkig regelmatig verkoeling in de lommerrijke dierentuin van het park. Niemand had verwacht hier zo’n mooi dierenpark aan te treffen. Er waren tijgers, beren, giraffen, krokodillen,… en allemaal zaten ze in mooie verblijven die gerust de vergelijking met Planckendael of Pairi Daiza konden aangaan. Bovendien was dit park aangelegd rond een grote waterval.

    ’s Avonds moesten de magen weer gevuld worden (een heikele opdracht hadden we de voorbije dagen al gemerkt) en omstreeks 19u30 gingen we alle mogelijke eetgelegenheden in Alcala af. Als obers ons naar de menukaart zagen kijken kregen we overal de boodschap mee dat er pas ten vrogste vanaf 20u15 of 20u30 gegeten kon worden, werkelijk in elke zaak in de stad. We wilden de kinderen toch eens op een deftig uur in bed hebben en besloten toen het enige alternatief dat we nog over hadden te gebruiken: het tankstation in La Rabita! Linde en Mathias vonden dat prima: voor hen was er een speeltuig met een glijbaan en een ballenbad. Wij hadden ons voorgnomen om nu enkele schotels als tapa’s in het midden van de tafel voor iedereen te leggen en wonder boven wonder, het smaakte nu veel beter dan de eerste keer. Stilaan kregen we de eetgewoontes van de Andaloesiërs door. Grappig detail: deze keer kregen we een veel mooiere kaart in handen gestopt als de eerste keer. De zaak bleek Avalon te heten, de schrijffouten in het Nederlands waren wel nog steeds aanwezig.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2014, 13:55 geschreven door benjamin.revyn  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Alhambra

    Donderdag 07 augustus

    Toen we deze ochtend opstonden hadden we een nare verrassing: Blijkbaar hadden we bezoek gehad tijdens de nacht van een kat of hond, die zich tegoed had gedaan aan de restjes van onze barbecue die in de vuilnisbak zaten. De vuilniszak was opengescheurd en botjes, graten en plastic lagen verspreid over onze patio. De wespen en mieren waren er ook snel bijgeweest, want ze genoten al in grote getale van hun feestdis.

    Granada en het Alhambra stonden vandaag op onze planning. De GPS, die ons al vlot doorheen Spanje had gevoerd, werd ingesteld. Toch zou ons dit zuur opbreken. Chris had al gelezen dat er een speciale weg aangegeven stond rond Granada om het autoverkeer vlot naar de parkings van het Alhambra te loodsen met gekleurde bordjes. Op een cruciaal punt leidde de GPS ons naar de stad, maar op een druk rond punt was ik me op de GPS aan het concentreren en mistte ik de roze plaatjes die naar het Alhambra wezen. We waren nu op een heel drukke avenida en we moesten snel beslissen: proberen terug te keren of op de GPS vertrouwen, die voor de scenic tour door de smalle steegjes van Granada koos. Tot Chris haar wanhoop besloten we op de GPS te vertrouwen. Hoewel de buitentemperatuur buiten nog goed meeviel op het ochtenduur, werd Chris witheter van woede naarmate we meer en meer de binnenstad binnendrongen. De sfeer raakte al helemaal in een dieptepunt toen we niet verder konden rijden op een plein en we helemaal terug moesten naar de autosnelweg, op zoek naar de befaamde bordjes. Vooral Danny kreeg de volle laag, omdat hij mij niet genoeg had bijgestaan. Gelukkig vonden we met wat vertraging de autostrade en de roze bordjes en bereikten we de hooggelegen parkings, waar we met onze minibus tussen de mobilhomes mochten parkeren.

     

    Er was ons op het hart gerukt om goed op tijd te komen om onze tickets te valideren. Een halfuur op voorhand werd aangeraden. Vanaf 14u mochten we binnen en we kwamen aan rond 12u. Ruim de tijd dus (dachten we!). We wandelden van de parkings naar de ingang van het complex en werden nog even onder de voet gelopen door een bende zigeunervrouwen die ons nogal hardhandig en met aandrang een of ander takkenbosje in de handen duwden roepend “Amor! Amor! Muy amor!” en Sara’s handpalm al begonnen te lezen. Ik was niet zo te vinden voor dit soort entertainment en nog voor de vrouwen over geld konden beginnen waren we er toch voorbij. Toen zagen we de rij…

    In de brandende zon stonden twee lange rijen mensen aan te schuiven voor de kassa. Danny en ik namen plaats achteraan, terwijl de anderen poolshoogte gingen nemen om te kijken of we wel juist stonden. 10 minuten lang gingen we geen stap vooruit. Het verdict viel: we stonden spijtig genoeg in de juiste rij en we moesten toch nog ongeveer een halfuur aanschuiven vooraleer we een doorgedreven identiteitscontrole konden ondergaan en we eindelijk onze tickets kregen. Het was nu ongeveer 13u10 en we konden pas ten vroegste om 13u45 binnen. Chris en Sara stelden voor om in een restaurant een kleinigheid te gaan eten, maar Danny was bang dat we om 14 u ten allerlaatste onze tickets moesten gebruiken en we nooit op tijd gegeten zouden hebben. Sara maakte de ober duidelijk dat we onze meloen met ham tijdig moesten hebben, wat ook lukte.

    Het Alhambra was erg mooi, toen ik ongeveer 13 of 14 jaar was ben ik er al eens geweest, maar veel herinnerde ik er me niet van. Het meest onder de indruk waren we van het Nesridenpaleis, met zijn ongelooflijk mooi versierde muren en ornamenten. Eén van de opzichters gebood me om mijn rugzak op mijn buik te dragen, om geen schade te veroorzaken wellicht. Gelukkig dat Jani Katzaldsis niet aanwezig was, want erg ‘stylish’ liepen de mannen er niet bij op deze manier. Op weg naar het zomerpaleis (Generalife) besloot Danny om zijn gepijnigde voeten te laten rusten op een schaduwrijk bankje te laten bijkomen. Spijtig genoeg waren we de toegangstickets vergeten bij hem en mochten we dit deel niet bezoeken.

    In de binnenstad wilde Chris de oude wijk, de Aybacin, bezoeken. Ze had in haar gids de naam van een pleintje gevonden met gezellige cafeetjes en een prachtig uitzicht op het Alhambra. Met behulp van de smartphone vonden we dit. Tot Danny’s ontzetting hadden we een flinke klim voor de boeg: De weg slingerde zich naar boven via honderden trappen. Als beloning kregen we inderdaad een prachtig uitzicht en een tof terrasje waar de plaatselijke playboys gevoelige Spaanse ballades brachten op hun gitaar.

    Terug in Alcala wilden we nog op zoek gaan naar een restaurantje om het niveau van de tapa’s van de allereerste dag te evenaren. Puur op goed geluk vonden we weinig en de plaatselijke bevolking bracht ons alleen bij bedenkelijke etablissementen. Via de gps vonden we een restaurant bij een hotel, maar eigenlijk serveerden ze hier alleen typische toeristenkost. Mathias kon bijna geen voet meer voor de andere zetten toen Danny toch maar besloot om terug te keren naar het restaurantje Los Sentidos aan het stadspark waar we eerst waren gaan kijken. We probeerden de kelner duidelijk te maken dat hij in onze plaats mocht kiezen en we kregen een assortiment van een 8-tal tapa’s . Deze waren al gauw op en Sara en Chris waren er heilig van overtuigd dat dit slechts de eerste gang was en de rest spoedig zou volgen. Ik vreesde echter dat het ook hier weer van de Spaanse slag zou zijn en dat het enige dat we nog zouden krijgen ‘la cuenta’ zou zijn. Na ongeveer een halfuur durfden we het aan om de kelner te vragen “is this all?” en jammer genoeg bleek dit zo te zijn.  We besloten om toch maar naar het kleine barretje te gaan waar enkele dames in het park ons naar verwezen hadden. Op het uithangbord stond tapa’s, maar die konden we niet krijgen, er was wel nog ‘jamon y quesa’. Toen we de schotel met bijeengegooide hamrolletjes en kaasdriehoekjes kregen moesten we toch even groen lachen van onze voedingsqueeste in Spanje. De eetcultuur hier is in niks te vergelijken met de Belgische…

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2014, 13:54 geschreven door benjamin.revyn  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Senores Y Senoritas, let op uw vijgen!

    Woensdag 06 augustus

    Danny’s favoriete dag: de rustdag!

    ’s Ochtends moest er brood gehaald worden in La Rabita . Het stof, zand en grindbergwegje naar ons huisje kan ik ondertussen blindelings afleggen, maar vandaag bijna een hond platgereden die opeens aangesneld kwam (eigenlijk heb ik hem alleen gehoord, Danny zag hem, maar aangezien ik nog geblaf hoorde ging ik er van uit dat het beest het wel overleefd had).

    In ons huisje lagen 2 uitgestippelde wandelingen die tot doel hadden de omgeving te verkennen. Wij kozen voor de minst langste: El Pelao, die ons rond de berg leidde waar ons huisje op gevestigd is. De lengte en duurtijd waren prima om met Mathias en Linde te doen. We liepen doorheen de olijfboomgaard en passeerden wat fauna (mooie vlinders! En een haas) en vooral veel flora (“oh, dat is mooi voor op de foto”-quote Chris). Voor de kinderen was het ook leuk omdat ze steeds op zoek konden naar de blauwe pijlen, om zeker te zijn dat we niet van het juiste pad afweken. Op het einde waren we in de hoofdstraat van Las Grajeras en konden we ons opfrissen aan een kraantje bij het kleine kerkje. Ook hier was een vijgenboom met rijpe exemplaren en onze rugzak werd bijgevolg meteen zo goed mogelijk gevuld door de dames.

    ’s Middags was het tijd voor een heuse Spaanse barbecue. In Alcala sloegen we vlees en vis in en we konden bakken in een schitterend kader met zicht op bergruggen vol olijfbomen en witte dorpjes. Hoeft het nog gezegd dat het iedereen smaakte? Al wilden de wespen ook graag meegenieten van ons feestmaal.

    ’s Avonds waren we uitgenodigd aan de Saloon van Herman, samen met alle andere huisjesbewoners uit de omtrek. Het werd een gezellige kennismaking met Belgen en Nederlanders en de dochters van Herman, die vooral Spaanssprekend waren, maar zich al alle mogelijke bestellingen in het Nederlands eigen hadden gemaakt. Voor Linde was het hoogtepunt het ritje op ezeltje Rita en voor Mathias,  Linde en de andere kinderen stond er nog broodbakken boven de barbecue en een lampionnentocht op het programma. Sara’s moederkloekgevoel speelde wel wat op toen de kinderen de heuvels introkken, maar het kwam toch goed.

    De terugtocht naar het huisje was een heel avontuur. De Spaanse zon was aan haar siësta begonnen en we konden met de zaklampen terug naar ons huisje.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2014, 13:53 geschreven door benjamin.revyn  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bakken in Cordoba

    Dinsdag 05 augustus

     Tijd voor cultuur: Vandaag gingen we naar Cordoba. De autorit diende zich veel makkelijker aan dan die van gisteren. Hoe meer we in de buurt van de stad kwamen, hoe minder bergen we zagen en het landschap ging langzaam over in glooiende heuvels vol akkers met graan en zonnebloemen.

    In de stad wilden we zeker La Mesquita bezoeken, de beroemde door de Moren gebouwde moskee, dus zochten we en parking in de buurt. Die werd ook gevonden, maar zoals ik al vreesde was dit een betaalparking die aan de smalle gangetjes te zien vooral op Seat’jes was voorzien. Onze uit de kluiten gewassen Mercedesbus daar netjes achter laten werd een helse klus. Toen ik al zo’n tien minuten ferm aan het sukkelen was werd ik uit mijn lijden verlost door de parkingbediende die aanbood om het busje voor ons te parkeren. Nadat hij hem netjes geparkeerd had wilde Danny hem een fooi toestoppen, maar dit weigerde onze reddende engel. Spaanse trots zeker?

    We waren de parking nog maar goed uit toen we op de paardenkoetsen uitkwamen. Een vlotte koetsier maakte al meteen een prijs op voor ons zessen. Toen we de man vertelden dat we eerst gingen eten ging er al meteen €10 van de prijs af en hij meldde met aandrang dat het na de rit veel beter zou uitkomen om te gaan eten. We gaven toe en ik nam plaats naast de koetsier (aangezien ik als de lokale tolk werd gebombardeerd) terwijl de anderen in de koets plaatsnamen. Het was een fijne rondrit door het historische centrum van Cordoba. Af en toe mummelde onze koetsier wat in het Spaans en ik probeerde dit zo goed mogelijk door te geven aan mijn achterban. We passeerden de Joodse en de Arabische wijk met hun vele mooie verborgen patio’s, kerken en monumenten en zelfs een uit de kluiten gewassen standbeeld van een zeer beroemde toreador. Ik probeerde even om wat in gesprek te gaan met de man, maar algauw bleken we lost in translation en beperkten we ons beiden tot het hoogst noodzakelijke… Blijkbaar was er ergens een ongeval gebeurd, want onze gids diende zijn ‘morena’ langs ook voor hem onbekende wegeltjes te leiden.

    Na ons ritje begon de restaurantzoektocht. Zoals we al wel vermoedden vonden we de gebruikelijke toeristenkost in een straal rond de Mesquita. Toen we honderd meter verder stapten ontdekten we een zaak die er interessant uit zag: D’Uclés, een combinatie van Cordobese en Noord-Afrikaanse gerechten . De inkom zag er wat gewoontjes uit: een grote toog met een grote tv erboven, maar er was een mooi ingericht hoekje in patiostijl met Maghrebijnse toetsen. We hebben hier met z’n allen heerlijk gegeten. Danny en Chris maakten kennis met Humus en waren zo te zien verkocht!.

    De temperatuur in Cordoba schoot de hoogte in en we waren blij dat de majestueuze Mesquita ons verkoeling schonk. Bij het kopen van de tickets viel het Mathias op dat er serieuze bewapende bewaking op het binnenplein stond. Ook bij de ticketcontrole waren ze vrij streng. Ik diende mijn hoed af te doen en overal stond in grote letters dat er niet gefotografeerd mocht worden. Toen we echter 10 seconden binnenwaren leek het of we op de rode loper in Cannes stonden: werkelijk ie-de-reen was hier foto’s aan het nemen. Een heel mooi gebouw de Mesquita. Opvallend dat de Katholieken hun kapellen en gebedsgedeeltes duidelijk in alle zijmuren hebben verwerkt in deze oorspronkelijke moskee. We keken onze ogen uit op de vele kunstschatten in goud, zilver en platina.

    In de toeristengids van Chris stond dat er een winkel was in de Joodse wijk met een prachtige patio waar handgemaakte flamencokleedjes worden gemaakt. We struinden rond door de smalle Cordobese straatjes en vroegen de weg, maar konden het niet vinden.

     De Smartphone bracht redding en we ontdekten een mooie, rustige wijk van de stad. Op het juiste adres toegekomen bleek de winkel gesloten. Het bordje ‘open all year’ diende blijkbaar met een korrel zout genomen te worden, jammer.

    Ondertussen was het heel heet geworden. We sleepten ons terug richting binnenstad en hielden halt om een welgekomen Fanta Limon te drinken (en een cerveza voor Danny uiteraard) op een klein terrasje. We waren nu bij de Alcazar. Chris wilde deze graag ook bezoeken, maar hoe zeer ze haar wimpers liet knipperen en ondanks haar smekende stemmetje was Danny niet te vermurwen om de toegangsprijs op te hoesten. Dan maar naar de magnifieke Romaanse brug en het Moorse waterrad, ideaal om mooie foto’s te nemen en nog wat zweet in de Andalusische lucht te laten verdampen.

    Tot slot nog een prima terras gevonden in de schaduw van de Mesquita met ventilatoren die een waternevel verspreidden. Ook hier smaakte de Fanta goddelijk, de Sangria van de dames haalde zo te horen niet het keurmerk van Spaans cultuurergfoed. Terug naar de gevreesde parkeergarage en het leek er wel om gedaan, maar onze verdieping was helemaal leeg zodat het manouevreren vlotjes ging en we zonder kleerscheuren en blikschade Cordoba achter ons konden laten. Op de terugweg wilden we nog een brood kopen, maar in onze supermercado hadden ze nog maar 1 brood over. Net buiten het dorp nog bijna een aanrijding met de Guardia Civil (die van rechts kwam).


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2014, 13:52 geschreven door benjamin.revyn  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zigge zagge, zigge zagge, hoi, hoi, hoi!

    Maandag 04 augustus

    De ochtend startte met de expeditie van Danny en ik om brood te halen in de supermercado in La Rabita. We hadden deze winkel nog niet gespot, dus dat werd zoeken en waarschijnlijk de locals ondervragen. In het dorp vonden we een oude man bereid om ons in megasnel, onverstaanbaar Spaans even onwetend achter te laten. Uit zijn armbewegingen kon ik wel uitmaken dat we in de buurt moesten zijn. Na een blokje om gedaan te hebben in het dorpje vonden we algauw het winkeltje dat gewoon op de hoofdbaan bleek te liggen. Mission accomplished!

    Vandaag op het programma: de witte bergdorpen Pampaneira, Bubion en Cappilaira ten zuiden van Granada. Het beloofde een pittige autorit te worden door een ruig berglandschap. Wat een mooie landschappen en uitzichten onderweg! Danny kon er niet ten volle van genieten door een pijnlijke nek. We passeerden ook Granada, maar het Alhambra werd door niemand van ons gespot.

    De wegen op de bergflanken waren zeer stijl en voorzien van veel haarspeldbochten, maar veel verkeer was er niet en doorgaans was de weg toch vrij breed. We klommen toch met een behoorlijk tempo. Mathias zag de bergen aanvankelijk niet zitten. Gelukkig was omi er om hem moed in te spreken onderweg. Linde keek haar ogen uit.

    Pampaneira was het eerste dorpje dat we bereikten. Helemaal opgebouwd op een hoge bergrug. Via trapjes kwamen we van onze parking in het gezellige stadje. Eerste bekommernis: een deftig restaurantje vinden in dit toeristische dorp op 1400 meter hoogte. We vonden een tof terrasje en de beschrijving van het eten zag er veelbelovend uit, maar wat we kregen was zeer basic, maar wel smakelijk. Eerlijk gezegd waren we allemaal super jaloers op Linde die een overheerlijke kippensoep had besteld. Deze zaak krijgt wel extra punten voor de heel lekkere mojito (met bruine rum) die we er kregen en de zelfgemaakte limonade voor de kinderen. In de hoofdwinkelstraat van Pampaneira was een Nederlander klanten aan het ronselen voor een stoelmassage. Spek naar de bek van Sara natuurlijk. De eerste 5 minuten waren gratis, maar Sara was niet zo overtuigd van ’s mans massagekunsten (‘hij had het niet in zich’) en “Kees” bleef zonder centen achter. Er was een leuk centraal pleintje aan de kerk met, uiteraard, souvenirwinkeltjes. Heel chamant was een steil naar beneden lopend steegje waar een klein kanaaltje in een kleine stenenbedding doorheen liep. Kindjes liepen hier in hun blote voeten door tot aan een bodega van gedroogde hammen. Linde had ook veel zin om haar sandaaltjes af te schudden, maar het kwam er niet van.

    Aan de kindjes was nog een ijsje beloofd en dat kwam er in Cappilaira, want in het stadje Bubion, dat tussenin lag, was niet veel te zien. We vonden wat verfrissing aan een dorpsbronnetje en er was een interessante winkel met artikelen in leer (aan de deur hingen echte chappes).

    Tussen het slingeren door in het afdalen kreeg Sara erg veel hoofdpijn en werd ze doodmisselijk. We stopten nog in een stad bij een apotheek waar met handen en voeten naar pijnstillers werd gevraagd. Toch werd het niet beter en vlak voor de oprit van de autostrade moesten we even halt houden op de pechstrook zodat ze even kon uitstappen om te bekomen. Toen we daar zo zaten naast de auto, stopte er nog een behulpzame man van een sleepdienst. Na een tijdje konden we op weg richting onze casa, met nog een kleine tussenstop in een tankstation. Toen sloeg de pillencocktail van Sara helemaal aan, ze kreeg een klop van de Spaanse hamer en we bereikten Alcala La Réal om nog eens in de “do you have sacks-winkel” boodschappen te halen. Wat niemand verwachtte was gebeurd: Sara was helemaal beter na haar dutje. Gelukkig, zo werd het nog een fijne avond met zelfgemaakte tapa’s en een mooi uitzicht op de belichte bergdorpjes in de nacht.

    Rond 21u30 kregen we opeens bezoek van Herman die zijn mini-farm aan het uitlaten was. Zijn ezel, schaap en geit volgden hem gedwee zonder leiband overal naartoe. Logisch, want hij had zowel het schaap als de geit met de fles grootgebracht en de ezel had hij toch ook al gauw 8 jaar.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2014, 13:46 geschreven door benjamin.revyn  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op onderzoek

    Zondag 03 augustus

    Linde en Mathias moesten hun portie ochtendtelevisie niet prijs geven, want de avonturen van Mega Mindy konden zelfs hier uit de ether worden geplukt. Ontbijt op onze patio onder de druiventrossen: heerlijk! Onder een staalblauwe hemel verkenden we de omgeving, met name de heuvel waarop ons huis gebouwd was. Tijdens de wandeling ontdekten we vruchtjes die aan een plant op de grond groeiden die verdacht veel op reuzenkappertjes leken. Een mysterie dat ons een hele dag bezighield.

    Over groenten en fruit gesproken: op de korte wandeling die ons ook langs het huis van Herman de Hollander bracht kwamen we ook plukbare vijgen, druiven en granaatappels tegen. Chris en Sara konden de verleiding niet weerstaan om onze rugzak rijkelijk te vullen met gratis fruit. De door Herman fel bewierookte ‘mini farm’ bleek wat tegen te vallen: een schaap, een uit de kluiten gewassen geit en een (dixit Sara) lelijke, vuile beplekte ezel en wat kippen.

    De plukverse vijgen vonden geen aftrek bij Mathias, maar toen Sara als middagmaal zelfgemaakte tapa’s van kaas en ‘tapenade’ voorstelde liet hij zich de vijgen wel goed smaken.

    De dag werd nog vervolmaakt met een duik en een luchtmatraszwemwedstrijd.

    Voor het avondmaal trokken we naar het baanrestaurant in La Rabita dat ons door Herman was aangeraden. Ook hier enkel Spaans te spreken, maar wel en door Herman vertaalde taal voor de ‘Hollandès’. Danny was niet bepaald een fan van dit etablissement. Tot Mathias’ opluchting waren er hier in Spanje toch pizza’s en frietjes te krijgen. De schotels werden op wisselend succes onthaald. De kans dat we hier terugkeren is zeer klein vrees ik.

    Oh ja, bijna vergeten: een tussenstand: Ben – lage balken 0 – 5.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2014, 13:41 geschreven door benjamin.revyn  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Vertrek

    Zaterdag  02 augustus

    Na een erg korte nacht, Mathias had duidelijk last van zijn zenuwen. Toen hij voor de zesenzestigste keer moest gaan plassen hebben we hem maar bij ons in bed genomen. SLECHT IDEE!

    Netjes op tijd de taxi buiten gaan opwachten. De buren zullen het geweten hebben dat we gingen vertrekken vanaf 03u05. Stilletjes praten is nu eenmaal niet de specialiteit van Linde en Mathias. Gelukkig was het niet te koud die zaterdagochtend, want we stonden algauw toch zo’n 40 minuten buiten voor het busje ons kwam halen door wat miscommunicatie tussen de centrale en de chauffeur van de taximaatschappij.

    Het land uitgeraken was niet zo vanzelfsprekend: Bij de bagagecontrole werd alarm geslagen bij mijn rugzak. Twee extra veiligheidsagenten kwamen erbij om mijn rugzak te controleren. Toen viel mijn nikkel: in één van de zakjes zat nog een prutszakmesje dat ik op school gebruik. Toen ik dit even meldde en zei dat ze het gerust mochten bijhouden werd het terreuralarm afgeblazen.

    Het opstijgen was voor de kinderen heel spannend. Vooral Mathias had de dagen voordien al laten merken dat vliegen niet zijn ding is. Gelukkig hadden we de puzzelboekjes, die pakten zijn stress weg. Eens in de lucht ebde de vliegangst snel weg en het laatste halfuur waren ze allebei niet meer van het raam weg te slaan.

    In Malaga hadden we vrij snel onze koffers te pakken (gelukkig, want Danny kreeg al na 5 minuten visioenen van een vakantie van 12 dagen zonder propere onderbroeken en scheermesje). Met een shuttlebus werden we naar het autoverhuurbedrijf gebracht. De Marokkaanse chauffeur bleek een notoir kenner te zijn van alle Belgische grootsteden en West-Vlaamse gemeentes en gehuchten. Ons Mercedesbusje bleek niet helemaal deukvrij, maar wel voldoende plaats te hebben voor ons zessen. De baliemedewerkster was zo te zien not so amused toen Danny er op stond om het formulier dat hij zonet getekend had ter controle nog eens terug op te zoeken. De eerste kennismaking met onze huurauto verliep niet bepaald van een leien dakje: een onvindbare handrem, een onbegrijpelijke achteruitstand en uiteraard stond de wagen geparkeerd in een ultrakleine ruimte. Met de hulp van Sara en Danny raakte ik eruit gemanouvreerd en konden we op weg. De GPS had wat kuren en bij gebrek aan een parkeerplaats reden we wat rond op goed geluk rond de luchthaven. Met meer geluk dan kunde vonden we de juiste snelweg richting Malaga en Cordoba. Toen we even later even konden stoppen bij een afritje had ook de GPS door dat hij niet meer in Haacht was en konden we op weg naar Las Grajeras.

    Wat een heerlijk mooie autoweg! Door bergen en dalen tussen miljoenen olijfbomen. Gaandeweg leerde ik onze Mercedes ook beter kennen. Gelukkig, want de laatste kilometers slingerde de weg zich vrolijk via La Rabita naar Las Grajeras. Rond 1 uur kregen we toch wel honger en dorst en stopten we bij hotel Mitra. Er was een heel groot terras en speeltuin waar wij veruit de enige klanten waren. Al snel werd duidelijk dat Spaans de enige taal is waar de mensen zich hier van bedienen. Terwijl Linde duchtig gebruik maakte van de trampoline om haar beentjes te strekken, kozen we op de Engelstalige menukaart een heerlijke selectie tapa’s bij elkaar. Even was er paniek toen we halverwege een soort salad niçoise kregen, aangezien we dit niet besteld hadden. Bleek dat ze in de boekjes over de streek niet hadden gelogen, want het was gewoon een gratis aangeboden tapa, zoals hier de gewoonte blijkt te zijn. Er werd ook even gevreesd voor een clash tussen Chris en Sara: Toen Linde wat zeurde om hulp bij het schommelen durfde Chris het aan om Sara’s moederlijk gezag te trotseren door te blijven aandringen om haar te gaan helpen. De schaterlach die volgde op het dreigement van Sara om meteen het eerste vliegtuig terug naar België te nemen deed ons toch even vermoeden dat de ‘leche’ in Chris’ koffie waarschijnlijk een zwaar alcoholische likeur moest zijn. De vredespijp werd gelukkig algauw gerookt. Toen we het Centro Social in Las Grajeras vonden telefoneerde Danny met de eigenaar van het huisje (afin, Sara deed dit aangezien Danny wat moeilijkheden had met zijn telefoon. 5 minuten later arriveerde de jeep van Herman en konden we het laatste stukje aanvatten. We stonden op een steile helling geparkeerd en in één keer draaien daar was de motor van de auto het niet mee eens. Met het zweet onder de armen tussen de afgronden toch gedraaid geraakt en ook op de onverharde bergwegjes naar ons huis sloeg de motor enkele keren uit. Eindelijk, moe maar voldaan, kregen we een rondleiding in ons verblijf, De Molen. Het huis bleek algauw een echt labyrint te zijn van kamers, helemaal in de oude stijl gerestaureerd door Herman inclusief de hobbelige vloeren op de slaapkamers, de enorm hoge trappen en de (veel te) lage balken.

     Een welverdiende duik in ons mooie zwembad kon er nog wel vanaf voor we naar de winkel in Alcala La Réal moesten om nog gauw de nodige boodschappen te doen voor de komende dagen. De Winkel werd algauw gevonden en daar kregen de kinderen en ik een spreekwoordelijke slag van de hamer. Toen we met onze goedgevulde kar aankwamen aan de kassa zag Danny meteen dat we best een paar zakken konden gebruiken om alles in te steken. De kassabediende keek nogal raar op toen hij haar vroeg: “Do you have sacks?” Terend op de slappe lach terug naar ons huis waar we daarna konden genieten van een smakelijke paëlla en sangria. Gelukkig hadden we onze elektrische racket mee om de wespen om het hoekje te helpen. Ook al helde ons bed behoorlijk af, sliepen we heerlijk die nacht. Wat een stilte hier! Enkel verstoord door de dodentocht die je moest afleggen naar het wc als ’s nachts de natuur riep.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2014, 13:40 geschreven door benjamin.revyn  
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs