Maandag 04
augustus
De ochtend startte met de expeditie van Danny en ik om brood
te halen in de supermercado in La Rabita. We hadden deze winkel nog niet
gespot, dus dat werd zoeken en waarschijnlijk de locals ondervragen. In het
dorp vonden we een oude man bereid om ons in megasnel, onverstaanbaar Spaans
even onwetend achter te laten. Uit zijn armbewegingen kon ik wel uitmaken dat
we in de buurt moesten zijn. Na een blokje om gedaan te hebben in het dorpje
vonden we algauw het winkeltje dat gewoon op de hoofdbaan bleek te liggen.
Mission accomplished!
Vandaag op het programma: de witte bergdorpen Pampaneira,
Bubion en Cappilaira ten zuiden van Granada. Het beloofde een pittige autorit
te worden door een ruig berglandschap. Wat een mooie landschappen en uitzichten
onderweg! Danny kon er niet ten volle van genieten door een pijnlijke nek. We
passeerden ook Granada, maar het Alhambra werd door niemand van ons gespot.
De wegen op de bergflanken waren zeer stijl en voorzien van
veel haarspeldbochten, maar veel verkeer was er niet en doorgaans was de weg
toch vrij breed. We klommen toch met een behoorlijk tempo. Mathias zag de
bergen aanvankelijk niet zitten. Gelukkig was omi er om hem moed in te spreken
onderweg. Linde keek haar ogen uit.
Pampaneira was het eerste dorpje dat we bereikten. Helemaal
opgebouwd op een hoge bergrug. Via trapjes kwamen we van onze parking in het
gezellige stadje. Eerste bekommernis: een deftig restaurantje vinden in dit
toeristische dorp op 1400 meter hoogte. We vonden een tof terrasje en de
beschrijving van het eten zag er veelbelovend uit, maar wat we kregen was zeer
basic, maar wel smakelijk. Eerlijk gezegd waren we allemaal super jaloers op
Linde die een overheerlijke kippensoep had besteld. Deze zaak krijgt wel extra
punten voor de heel lekkere mojito (met bruine rum) die we er kregen en de
zelfgemaakte limonade voor de kinderen. In de hoofdwinkelstraat van Pampaneira
was een Nederlander klanten aan het ronselen voor een stoelmassage. Spek naar
de bek van Sara natuurlijk. De eerste 5 minuten waren gratis, maar Sara was
niet zo overtuigd van s mans massagekunsten (hij had het niet in zich) en
Kees bleef zonder centen achter. Er was een leuk centraal pleintje aan de
kerk met, uiteraard, souvenirwinkeltjes. Heel chamant was een steil naar
beneden lopend steegje waar een klein kanaaltje in een kleine stenenbedding
doorheen liep. Kindjes liepen hier in hun blote voeten door tot aan een bodega
van gedroogde hammen. Linde had ook veel zin om haar sandaaltjes af te
schudden, maar het kwam er niet van.
Aan de kindjes was nog een ijsje beloofd en dat kwam er in
Cappilaira, want in het stadje Bubion, dat tussenin lag, was niet veel te zien.
We vonden wat verfrissing aan een dorpsbronnetje en er was een interessante
winkel met artikelen in leer (aan de deur hingen echte chappes).
Tussen het slingeren door in het afdalen kreeg Sara erg veel
hoofdpijn en werd ze doodmisselijk. We stopten nog in een stad bij een apotheek
waar met handen en voeten naar pijnstillers werd gevraagd. Toch werd het niet
beter en vlak voor de oprit van de autostrade moesten we even halt houden op de
pechstrook zodat ze even kon uitstappen om te bekomen. Toen we daar zo zaten
naast de auto, stopte er nog een behulpzame man van een sleepdienst. Na een
tijdje konden we op weg richting onze casa, met nog een kleine tussenstop in
een tankstation. Toen sloeg de pillencocktail van Sara helemaal aan, ze kreeg
een klop van de Spaanse hamer en we bereikten Alcala La Réal om nog eens in de
do you have sacks-winkel boodschappen te halen. Wat niemand verwachtte was
gebeurd: Sara was helemaal beter na haar dutje. Gelukkig, zo werd het nog een
fijne avond met zelfgemaakte tapas en een mooi uitzicht op de belichte
bergdorpjes in de nacht.
Rond 21u30 kregen we opeens bezoek van Herman die zijn
mini-farm aan het uitlaten was. Zijn ezel, schaap en geit volgden hem gedwee
zonder leiband overal naartoe. Logisch, want hij had zowel het schaap als de
geit met de fles grootgebracht en de ezel had hij toch ook al gauw 8 jaar.
|