Dinsdag 05
augustus
Tijd voor cultuur:
Vandaag gingen we naar Cordoba. De autorit diende zich veel makkelijker aan dan
die van gisteren. Hoe meer we in de buurt van de stad kwamen, hoe minder bergen
we zagen en het landschap ging langzaam over in glooiende heuvels vol akkers
met graan en zonnebloemen.
In de stad wilden we zeker La Mesquita bezoeken, de beroemde
door de Moren gebouwde moskee, dus zochten we en parking in de buurt. Die werd
ook gevonden, maar zoals ik al vreesde was dit een betaalparking die aan de
smalle gangetjes te zien vooral op Seatjes was voorzien. Onze uit de kluiten
gewassen Mercedesbus daar netjes achter laten werd een helse klus. Toen ik al
zon tien minuten ferm aan het sukkelen was werd ik uit mijn lijden verlost
door de parkingbediende die aanbood om het busje voor ons te parkeren. Nadat
hij hem netjes geparkeerd had wilde Danny hem een fooi toestoppen, maar dit
weigerde onze reddende engel. Spaanse trots zeker?
We waren de parking nog maar goed uit toen we op de
paardenkoetsen uitkwamen. Een vlotte koetsier maakte al meteen een prijs op
voor ons zessen. Toen we de man vertelden dat we eerst gingen eten ging er al
meteen 10 van de prijs af en hij meldde met aandrang dat het na de rit veel
beter zou uitkomen om te gaan eten. We gaven toe en ik nam plaats naast de
koetsier (aangezien ik als de lokale tolk werd gebombardeerd) terwijl de
anderen in de koets plaatsnamen. Het was een fijne rondrit door het historische
centrum van Cordoba. Af en toe mummelde onze koetsier wat in het Spaans en ik
probeerde dit zo goed mogelijk door te geven aan mijn achterban. We passeerden
de Joodse en de Arabische wijk met hun vele mooie verborgen patios, kerken en
monumenten en zelfs een uit de kluiten gewassen standbeeld van een zeer
beroemde toreador. Ik probeerde even om wat in gesprek te gaan met de man, maar
algauw bleken we lost in translation en beperkten we ons beiden tot het hoogst
noodzakelijke
Blijkbaar was er ergens een ongeval gebeurd, want onze gids
diende zijn morena langs ook voor hem onbekende wegeltjes te leiden.
Na ons ritje begon de restaurantzoektocht. Zoals we al wel
vermoedden vonden we de gebruikelijke toeristenkost in een straal rond de
Mesquita. Toen we honderd meter verder stapten ontdekten we een zaak die er
interessant uit zag: DUclés, een combinatie van Cordobese en Noord-Afrikaanse
gerechten . De inkom zag er wat gewoontjes uit: een grote toog met een grote tv
erboven, maar er was een mooi ingericht hoekje in patiostijl met Maghrebijnse
toetsen. We hebben hier met zn allen heerlijk gegeten. Danny en Chris maakten
kennis met Humus en waren zo te zien verkocht!.
De temperatuur in Cordoba schoot de hoogte in en we waren
blij dat de majestueuze Mesquita ons verkoeling schonk. Bij het kopen van de
tickets viel het Mathias op dat er serieuze bewapende bewaking op het
binnenplein stond. Ook bij de ticketcontrole waren ze vrij streng. Ik diende
mijn hoed af te doen en overal stond in grote letters dat er niet
gefotografeerd mocht worden. Toen we echter 10 seconden binnenwaren leek het of
we op de rode loper in Cannes stonden: werkelijk ie-de-reen was hier fotos aan
het nemen. Een heel mooi gebouw de Mesquita. Opvallend dat de Katholieken hun
kapellen en gebedsgedeeltes duidelijk in alle zijmuren hebben verwerkt in deze
oorspronkelijke moskee. We keken onze ogen uit op de vele kunstschatten in
goud, zilver en platina.
In de toeristengids van Chris stond dat er een winkel was in
de Joodse wijk met een prachtige patio waar handgemaakte flamencokleedjes
worden gemaakt. We struinden rond door de smalle Cordobese straatjes en vroegen
de weg, maar konden het niet vinden.
De Smartphone bracht
redding en we ontdekten een mooie, rustige wijk van de stad. Op het juiste
adres toegekomen bleek de winkel gesloten. Het bordje open all year diende
blijkbaar met een korrel zout genomen te worden, jammer.
Ondertussen was het heel heet geworden. We sleepten ons terug
richting binnenstad en hielden halt om een welgekomen Fanta Limon te drinken
(en een cerveza voor Danny uiteraard) op een klein terrasje. We waren nu bij de
Alcazar. Chris wilde deze graag ook bezoeken, maar hoe zeer ze haar wimpers
liet knipperen en ondanks haar smekende stemmetje was Danny niet te vermurwen
om de toegangsprijs op te hoesten. Dan maar naar de magnifieke Romaanse brug en
het Moorse waterrad, ideaal om mooie fotos te nemen en nog wat zweet in de
Andalusische lucht te laten verdampen.
Tot slot nog een prima terras gevonden in de schaduw van de
Mesquita met ventilatoren die een waternevel verspreidden. Ook hier smaakte de
Fanta goddelijk, de Sangria van de dames haalde zo te horen niet het keurmerk
van Spaans cultuurergfoed. Terug naar de gevreesde parkeergarage en het leek er
wel om gedaan, maar onze verdieping was helemaal leeg zodat het manouevreren
vlotjes ging en we zonder kleerscheuren en blikschade Cordoba achter ons konden
laten. Op de terugweg wilden we nog een brood kopen, maar in onze supermercado
hadden ze nog maar 1 brood over. Net buiten het dorp nog bijna een aanrijding
met de Guardia Civil (die van rechts kwam).
|