s Ochtends moest er brood gehaald worden in La Rabita . Het
stof, zand en grindbergwegje naar ons huisje kan ik ondertussen blindelings
afleggen, maar vandaag bijna een hond platgereden die opeens aangesneld kwam
(eigenlijk heb ik hem alleen gehoord, Danny zag hem, maar aangezien ik nog
geblaf hoorde ging ik er van uit dat het beest het wel overleefd had).
In ons huisje lagen 2 uitgestippelde wandelingen die tot doel
hadden de omgeving te verkennen. Wij kozen voor de minst langste: El Pelao, die
ons rond de berg leidde waar ons huisje op gevestigd is. De lengte en duurtijd
waren prima om met Mathias en Linde te doen. We liepen doorheen de
olijfboomgaard en passeerden wat fauna (mooie vlinders! En een haas) en vooral
veel flora (oh, dat is mooi voor op de foto-quote Chris). Voor de kinderen
was het ook leuk omdat ze steeds op zoek konden naar de blauwe pijlen, om zeker
te zijn dat we niet van het juiste pad afweken. Op het einde waren we in de
hoofdstraat van Las Grajeras en konden we ons opfrissen aan een kraantje bij
het kleine kerkje. Ook hier was een vijgenboom met rijpe exemplaren en onze
rugzak werd bijgevolg meteen zo goed mogelijk gevuld door de dames.
s Middags was het tijd voor een heuse Spaanse barbecue. In
Alcala sloegen we vlees en vis in en we konden bakken in een schitterend kader
met zicht op bergruggen vol olijfbomen en witte dorpjes. Hoeft het nog gezegd
dat het iedereen smaakte? Al wilden de wespen ook graag meegenieten van ons
feestmaal.
s Avonds waren we uitgenodigd aan de Saloon van Herman,
samen met alle andere huisjesbewoners uit de omtrek. Het werd een gezellige
kennismaking met Belgen en Nederlanders en de dochters van Herman, die vooral
Spaanssprekend waren, maar zich al alle mogelijke bestellingen in het
Nederlands eigen hadden gemaakt. Voor Linde was het hoogtepunt het ritje op
ezeltje Rita en voor Mathias,Linde en
de andere kinderen stond er nog broodbakken boven de barbecue en een
lampionnentocht op het programma. Saras moederkloekgevoel speelde wel wat op
toen de kinderen de heuvels introkken, maar het kwam toch goed.
De terugtocht naar het huisje was een heel avontuur. De
Spaanse zon was aan haar siësta begonnen en we konden met de zaklampen terug
naar ons huisje.
Tijd voor cultuur:
Vandaag gingen we naar Cordoba. De autorit diende zich veel makkelijker aan dan
die van gisteren. Hoe meer we in de buurt van de stad kwamen, hoe minder bergen
we zagen en het landschap ging langzaam over in glooiende heuvels vol akkers
met graan en zonnebloemen.
In de stad wilden we zeker La Mesquita bezoeken, de beroemde
door de Moren gebouwde moskee, dus zochten we en parking in de buurt. Die werd
ook gevonden, maar zoals ik al vreesde was dit een betaalparking die aan de
smalle gangetjes te zien vooral op Seatjes was voorzien. Onze uit de kluiten
gewassen Mercedesbus daar netjes achter laten werd een helse klus. Toen ik al
zon tien minuten ferm aan het sukkelen was werd ik uit mijn lijden verlost
door de parkingbediende die aanbood om het busje voor ons te parkeren. Nadat
hij hem netjes geparkeerd had wilde Danny hem een fooi toestoppen, maar dit
weigerde onze reddende engel. Spaanse trots zeker?
We waren de parking nog maar goed uit toen we op de
paardenkoetsen uitkwamen. Een vlotte koetsier maakte al meteen een prijs op
voor ons zessen. Toen we de man vertelden dat we eerst gingen eten ging er al
meteen 10 van de prijs af en hij meldde met aandrang dat het na de rit veel
beter zou uitkomen om te gaan eten. We gaven toe en ik nam plaats naast de
koetsier (aangezien ik als de lokale tolk werd gebombardeerd) terwijl de
anderen in de koets plaatsnamen. Het was een fijne rondrit door het historische
centrum van Cordoba. Af en toe mummelde onze koetsier wat in het Spaans en ik
probeerde dit zo goed mogelijk door te geven aan mijn achterban. We passeerden
de Joodse en de Arabische wijk met hun vele mooie verborgen patios, kerken en
monumenten en zelfs een uit de kluiten gewassen standbeeld van een zeer
beroemde toreador. Ik probeerde even om wat in gesprek te gaan met de man, maar
algauw bleken we lost in translation en beperkten we ons beiden tot het hoogst
noodzakelijke Blijkbaar was er ergens een ongeval gebeurd, want onze gids
diende zijn morena langs ook voor hem onbekende wegeltjes te leiden.
Na ons ritje begon de restaurantzoektocht. Zoals we al wel
vermoedden vonden we de gebruikelijke toeristenkost in een straal rond de
Mesquita. Toen we honderd meter verder stapten ontdekten we een zaak die er
interessant uit zag: DUclés, een combinatie van Cordobese en Noord-Afrikaanse
gerechten . De inkom zag er wat gewoontjes uit: een grote toog met een grote tv
erboven, maar er was een mooi ingericht hoekje in patiostijl met Maghrebijnse
toetsen. We hebben hier met zn allen heerlijk gegeten. Danny en Chris maakten
kennis met Humus en waren zo te zien verkocht!.
De temperatuur in Cordoba schoot de hoogte in en we waren
blij dat de majestueuze Mesquita ons verkoeling schonk. Bij het kopen van de
tickets viel het Mathias op dat er serieuze bewapende bewaking op het
binnenplein stond. Ook bij de ticketcontrole waren ze vrij streng. Ik diende
mijn hoed af te doen en overal stond in grote letters dat er niet
gefotografeerd mocht worden. Toen we echter 10 seconden binnenwaren leek het of
we op de rode loper in Cannes stonden: werkelijk ie-de-reen was hier fotos aan
het nemen. Een heel mooi gebouw de Mesquita. Opvallend dat de Katholieken hun
kapellen en gebedsgedeeltes duidelijk in alle zijmuren hebben verwerkt in deze
oorspronkelijke moskee. We keken onze ogen uit op de vele kunstschatten in
goud, zilver en platina.
In de toeristengids van Chris stond dat er een winkel was in
de Joodse wijk met een prachtige patio waar handgemaakte flamencokleedjes
worden gemaakt. We struinden rond door de smalle Cordobese straatjes en vroegen
de weg, maar konden het niet vinden.
De Smartphone bracht
redding en we ontdekten een mooie, rustige wijk van de stad. Op het juiste
adres toegekomen bleek de winkel gesloten. Het bordje open all year diende
blijkbaar met een korrel zout genomen te worden, jammer.
Ondertussen was het heel heet geworden. We sleepten ons terug
richting binnenstad en hielden halt om een welgekomen Fanta Limon te drinken
(en een cerveza voor Danny uiteraard) op een klein terrasje. We waren nu bij de
Alcazar. Chris wilde deze graag ook bezoeken, maar hoe zeer ze haar wimpers
liet knipperen en ondanks haar smekende stemmetje was Danny niet te vermurwen
om de toegangsprijs op te hoesten. Dan maar naar de magnifieke Romaanse brug en
het Moorse waterrad, ideaal om mooie fotos te nemen en nog wat zweet in de
Andalusische lucht te laten verdampen.
Tot slot nog een prima terras gevonden in de schaduw van de
Mesquita met ventilatoren die een waternevel verspreidden. Ook hier smaakte de
Fanta goddelijk, de Sangria van de dames haalde zo te horen niet het keurmerk
van Spaans cultuurergfoed. Terug naar de gevreesde parkeergarage en het leek er
wel om gedaan, maar onze verdieping was helemaal leeg zodat het manouevreren
vlotjes ging en we zonder kleerscheuren en blikschade Cordoba achter ons konden
laten. Op de terugweg wilden we nog een brood kopen, maar in onze supermercado
hadden ze nog maar 1 brood over. Net buiten het dorp nog bijna een aanrijding
met de Guardia Civil (die van rechts kwam).
De ochtend startte met de expeditie van Danny en ik om brood
te halen in de supermercado in La Rabita. We hadden deze winkel nog niet
gespot, dus dat werd zoeken en waarschijnlijk de locals ondervragen. In het
dorp vonden we een oude man bereid om ons in megasnel, onverstaanbaar Spaans
even onwetend achter te laten. Uit zijn armbewegingen kon ik wel uitmaken dat
we in de buurt moesten zijn. Na een blokje om gedaan te hebben in het dorpje
vonden we algauw het winkeltje dat gewoon op de hoofdbaan bleek te liggen.
Mission accomplished!
Vandaag op het programma: de witte bergdorpen Pampaneira,
Bubion en Cappilaira ten zuiden van Granada. Het beloofde een pittige autorit
te worden door een ruig berglandschap. Wat een mooie landschappen en uitzichten
onderweg! Danny kon er niet ten volle van genieten door een pijnlijke nek. We
passeerden ook Granada, maar het Alhambra werd door niemand van ons gespot.
De wegen op de bergflanken waren zeer stijl en voorzien van
veel haarspeldbochten, maar veel verkeer was er niet en doorgaans was de weg
toch vrij breed. We klommen toch met een behoorlijk tempo. Mathias zag de
bergen aanvankelijk niet zitten. Gelukkig was omi er om hem moed in te spreken
onderweg. Linde keek haar ogen uit.
Pampaneira was het eerste dorpje dat we bereikten. Helemaal
opgebouwd op een hoge bergrug. Via trapjes kwamen we van onze parking in het
gezellige stadje. Eerste bekommernis: een deftig restaurantje vinden in dit
toeristische dorp op 1400 meter hoogte. We vonden een tof terrasje en de
beschrijving van het eten zag er veelbelovend uit, maar wat we kregen was zeer
basic, maar wel smakelijk. Eerlijk gezegd waren we allemaal super jaloers op
Linde die een overheerlijke kippensoep had besteld. Deze zaak krijgt wel extra
punten voor de heel lekkere mojito (met bruine rum) die we er kregen en de
zelfgemaakte limonade voor de kinderen. In de hoofdwinkelstraat van Pampaneira
was een Nederlander klanten aan het ronselen voor een stoelmassage. Spek naar
de bek van Sara natuurlijk. De eerste 5 minuten waren gratis, maar Sara was
niet zo overtuigd van s mans massagekunsten (hij had het niet in zich) en
Kees bleef zonder centen achter. Er was een leuk centraal pleintje aan de
kerk met, uiteraard, souvenirwinkeltjes. Heel chamant was een steil naar
beneden lopend steegje waar een klein kanaaltje in een kleine stenenbedding
doorheen liep. Kindjes liepen hier in hun blote voeten door tot aan een bodega
van gedroogde hammen. Linde had ook veel zin om haar sandaaltjes af te
schudden, maar het kwam er niet van.
Aan de kindjes was nog een ijsje beloofd en dat kwam er in
Cappilaira, want in het stadje Bubion, dat tussenin lag, was niet veel te zien.
We vonden wat verfrissing aan een dorpsbronnetje en er was een interessante
winkel met artikelen in leer (aan de deur hingen echte chappes).
Tussen het slingeren door in het afdalen kreeg Sara erg veel
hoofdpijn en werd ze doodmisselijk. We stopten nog in een stad bij een apotheek
waar met handen en voeten naar pijnstillers werd gevraagd. Toch werd het niet
beter en vlak voor de oprit van de autostrade moesten we even halt houden op de
pechstrook zodat ze even kon uitstappen om te bekomen. Toen we daar zo zaten
naast de auto, stopte er nog een behulpzame man van een sleepdienst. Na een
tijdje konden we op weg richting onze casa, met nog een kleine tussenstop in
een tankstation. Toen sloeg de pillencocktail van Sara helemaal aan, ze kreeg
een klop van de Spaanse hamer en we bereikten Alcala La Réal om nog eens in de
do you have sacks-winkel boodschappen te halen. Wat niemand verwachtte was
gebeurd: Sara was helemaal beter na haar dutje. Gelukkig, zo werd het nog een
fijne avond met zelfgemaakte tapas en een mooi uitzicht op de belichte
bergdorpjes in de nacht.
Rond 21u30 kregen we opeens bezoek van Herman die zijn
mini-farm aan het uitlaten was. Zijn ezel, schaap en geit volgden hem gedwee
zonder leiband overal naartoe. Logisch, want hij had zowel het schaap als de
geit met de fles grootgebracht en de ezel had hij toch ook al gauw 8 jaar.
Linde en Mathias moesten hun portie ochtendtelevisie niet
prijs geven, want de avonturen van Mega Mindy konden zelfs hier uit de ether
worden geplukt. Ontbijt op onze patio onder de druiventrossen: heerlijk! Onder
een staalblauwe hemel verkenden we de omgeving, met name de heuvel waarop ons
huis gebouwd was. Tijdens de wandeling ontdekten we vruchtjes die aan een plant
op de grond groeiden die verdacht veel op reuzenkappertjes leken. Een mysterie
dat ons een hele dag bezighield.
Over groenten en fruit gesproken: op de korte wandeling die
ons ook langs het huis van Herman de Hollander bracht kwamen we ook plukbare
vijgen, druiven en granaatappels tegen. Chris en Sara konden de verleiding niet
weerstaan om onze rugzak rijkelijk te vullen met gratis fruit. De door Herman
fel bewierookte mini farm bleek wat tegen te vallen: een schaap, een uit de
kluiten gewassen geit en een (dixit Sara) lelijke, vuile beplekte ezel en wat
kippen.
De plukverse vijgen vonden geen aftrek bij Mathias, maar toen
Sara als middagmaal zelfgemaakte tapas van kaas en tapenade voorstelde liet
hij zich de vijgen wel goed smaken.
De dag werd nog vervolmaakt met een duik en een luchtmatraszwemwedstrijd.
Voor het avondmaal trokken we naar het baanrestaurant in La
Rabita dat ons door Herman was aangeraden. Ook hier enkel Spaans te spreken,
maar wel en door Herman vertaalde taal voor de Hollandès. Danny was niet
bepaald een fan van dit etablissement. Tot Mathias opluchting waren er hier in
Spanje toch pizzas en frietjes te krijgen. De schotels werden op wisselend
succes onthaald. De kans dat we hier terugkeren is zeer klein vrees ik.
Oh ja, bijna vergeten: een tussenstand: Ben lage balken 0
5.
Na een erg korte nacht, Mathias had duidelijk last van zijn
zenuwen. Toen hij voor de zesenzestigste keer moest gaan plassen hebben we hem
maar bij ons in bed genomen. SLECHT IDEE!
Netjes op tijd de taxi buiten gaan opwachten. De buren zullen
het geweten hebben dat we gingen vertrekken vanaf 03u05. Stilletjes praten is
nu eenmaal niet de specialiteit van Linde en Mathias. Gelukkig was het niet te
koud die zaterdagochtend, want we stonden algauw toch zon 40 minuten buiten
voor het busje ons kwam halen door wat miscommunicatie tussen de centrale en de
chauffeur van de taximaatschappij.
Het land uitgeraken was niet zo vanzelfsprekend: Bij de
bagagecontrole werd alarm geslagen bij mijn rugzak. Twee extra veiligheidsagenten
kwamen erbij om mijn rugzak te controleren. Toen viel mijn nikkel: in één van
de zakjes zat nog een prutszakmesje dat ik op school gebruik. Toen ik dit even
meldde en zei dat ze het gerust mochten bijhouden werd het terreuralarm
afgeblazen.
Het opstijgen was voor de kinderen heel spannend. Vooral
Mathias had de dagen voordien al laten merken dat vliegen niet zijn ding is.
Gelukkig hadden we de puzzelboekjes, die pakten zijn stress weg. Eens in de
lucht ebde de vliegangst snel weg en het laatste halfuur waren ze allebei niet
meer van het raam weg te slaan.
In Malaga hadden we vrij snel onze koffers te pakken
(gelukkig, want Danny kreeg al na 5 minuten visioenen van een vakantie van 12
dagen zonder propere onderbroeken en scheermesje). Met een shuttlebus werden we
naar het autoverhuurbedrijf gebracht. De Marokkaanse chauffeur bleek een notoir
kenner te zijn van alle Belgische grootsteden en West-Vlaamse gemeentes en
gehuchten. Ons Mercedesbusje bleek niet helemaal deukvrij, maar wel voldoende
plaats te hebben voor ons zessen. De baliemedewerkster was zo te zien not so
amused toen Danny er op stond om het formulier dat hij zonet getekend had ter
controle nog eens terug op te zoeken. De eerste kennismaking met onze huurauto
verliep niet bepaald van een leien dakje: een onvindbare handrem, een
onbegrijpelijke achteruitstand en uiteraard stond de wagen geparkeerd in een
ultrakleine ruimte. Met de hulp van Sara en Danny raakte ik eruit gemanouvreerd
en konden we op weg. De GPS had wat kuren en bij gebrek aan een parkeerplaats
reden we wat rond op goed geluk rond de luchthaven. Met meer geluk dan kunde
vonden we de juiste snelweg richting Malaga en Cordoba. Toen we even later even
konden stoppen bij een afritje had ook de GPS door dat hij niet meer in Haacht
was en konden we op weg naar Las Grajeras.
Wat een heerlijk mooie autoweg! Door bergen en dalen tussen
miljoenen olijfbomen. Gaandeweg leerde ik onze Mercedes ook beter kennen.
Gelukkig, want de laatste kilometers slingerde de weg zich vrolijk via La Rabita
naar Las Grajeras. Rond 1 uur kregen we toch wel honger en dorst en stopten we
bij hotel Mitra. Er was een heel groot terras en speeltuin waar wij veruit de
enige klanten waren. Al snel werd duidelijk dat Spaans de enige taal is waar de
mensen zich hier van bedienen. Terwijl Linde duchtig gebruik maakte van de
trampoline om haar beentjes te strekken, kozen we op de Engelstalige menukaart
een heerlijke selectie tapas bij elkaar. Even was er paniek toen we halverwege
een soort salad niçoise kregen, aangezien we dit niet besteld hadden. Bleek dat
ze in de boekjes over de streek niet hadden gelogen, want het was gewoon een
gratis aangeboden tapa, zoals hier de gewoonte blijkt te zijn. Er werd ook even
gevreesd voor een clash tussen Chris en Sara: Toen Linde wat zeurde om hulp bij
het schommelen durfde Chris het aan om Saras moederlijk gezag te trotseren
door te blijven aandringen om haar te gaan helpen. De schaterlach die volgde op
het dreigement van Sara om meteen het eerste vliegtuig terug naar België te
nemen deed ons toch even vermoeden dat de leche in Chris koffie
waarschijnlijk een zwaar alcoholische likeur moest zijn. De vredespijp werd
gelukkig algauw gerookt. Toen we het Centro Social in Las Grajeras vonden
telefoneerde Danny met de eigenaar van het huisje (afin, Sara deed dit
aangezien Danny wat moeilijkheden had met zijn telefoon. 5 minuten later arriveerde
de jeep van Herman en konden we het laatste stukje aanvatten. We stonden op een
steile helling geparkeerd en in één keer draaien daar was de motor van de auto
het niet mee eens. Met het zweet onder de armen tussen de afgronden toch
gedraaid geraakt en ook op de onverharde bergwegjes naar ons huis sloeg de
motor enkele keren uit. Eindelijk, moe maar voldaan, kregen we een rondleiding
in ons verblijf, De Molen. Het huis bleek algauw een echt labyrint te zijn van
kamers, helemaal in de oude stijl gerestaureerd door Herman inclusief de
hobbelige vloeren op de slaapkamers, de enorm hoge trappen en de (veel te) lage balken.
Een welverdiende duik
in ons mooie zwembad kon er nog wel vanaf voor we naar de winkel in Alcala La
Réal moesten om nog gauw de nodige boodschappen te doen voor de komende dagen.
De Winkel werd algauw gevonden en daar kregen de kinderen en ik een
spreekwoordelijke slag van de hamer. Toen we met onze goedgevulde kar aankwamen
aan de kassa zag Danny meteen dat we best een paar zakken konden gebruiken om
alles in te steken. De kassabediende keek nogal raar op toen hij haar vroeg:
Do you have sacks? Terend op de slappe lach terug naar ons huis waar we daarna
konden genieten van een smakelijke paëlla en sangria. Gelukkig hadden we onze
elektrische racket mee om de wespen om het hoekje te helpen. Ook al helde ons
bed behoorlijk af, sliepen we heerlijk die nacht. Wat een stilte hier! Enkel
verstoord door de dodentocht die je moest afleggen naar het wc als s nachts de
natuur riep.