Op één van die zomerse dagen zat ik te zitten aan een open ruit om mij al luierend af te vragen: "schijnt de zon niet te fel op mijn huid?"
Toen plots zonder pardon een muisje binnenklom. Ik schrok en begon te hijgen: ik moest ze buiten zien te krijgen.
Gewapend met een dikke want zette ik de achtervolging in. De muis liep van hoek naar kant: ze had me bij m'n pietje, van in't begin.
Ik rende de benen vanonder mijn lijf, pufte en zweette als een oud wijf, ja, bijna was ik er geweest; die muis, dat was een slim beest.
Ik moet zeggen, ik ben geen genie, maar toen bedacht ik een plan. Ik had een waterdichte strategie; ik werd er zelfs al wat rustiger van.
Met veel gesleur en lawaai joeg ik de muis van onder het bed en toen in één graai had ik ze onder mijn want geplet.
Nu hoor ik u denken: die muis is in nood! Wel neen, ik doe geen dieren dood. Want een ongedeerde muis had ik verrukt in mijn gekromde hand van de grond geplukt.
Ik liet ze lopen in het veld, een beetje verschrikt en wat aangedaan. En zo werd ik zonder geweld voor de rest van haar bestaan een absolute held.
11-03-2009
dader en slachtoffer
Sinds anderhalf jaar ben ik huisarts. Dat is nog niet zo lang, maar wel lang genoeg om al één en ander te weten. Zoals het feit dat het een job is die je niet zomaar afzet 's avonds. Het is iets wat je bent, niet wat je doet. Dat is mooi en boeiend, maar dat kan ook best vervelend zijn af en toe. Bijvoorbeeld als je op zaterdagochtend niet zo goed uitgeslapen naar de Colruyt trekt voor boodschappen, en patiënten enthousiast goeiedag komen zeggen. En uiteraard tegelijkertijd eens piepen wat de dokter allemaal in het winkelkarretje legt. Mijn man vindt het ook vervelend op de markt. Het gebeurt wel eens dat we gezellig kuieren langs de kraampjes, tot een bejaard koppel hallo zwaait, en zo nodig ook een hele uitleg moet doen over de kinesist en de schouder die niet beter gaat. Mijn wederhelft laat zich dan zichtbaar geërgerd naar de achtergrond verdringen. Ik knik, vaak, en hoop dat het niet té lang zal duren, die uitleg.
Ook op familiefeestjes en etentjes is het werk niet gedaan. Ziekten en operaties van nonkels, tantes en grootouders worden uit de doeken gedaan, waarna alle hoofden subtiel mijn richting uitdraaien, wachtend op een reactie. Of er wordt iets minder subtiel gewoon om een tweede opinie gevraagd. Want dan heeft de specialist dit of dat gezegd, maar wat vind ik daarvan? Vrienden blijven soms wat schuifelend rond de pot draaien, om dan toch iets medisch te vragen dat ze duidelijk al langer wilden weten. Sommigen bellen mij op voor vragen over symptomen en diagnoses, en dan ben ik vereerd en een beetje onwennig tegelijk, want dat is toch raar, van je vrienden. Maar ik veronderstel dat zij dan even onwennig zijn.
Laatst besefte ik dat ik tegelijk dader en slachtoffer ben van dezelfde misdaad. Want ik ben niets beter, ik doe het ook. Als op een uitstapje met vrienden en kennissen er iemand tussenzit die in badkamers werkt, hoor ik hem honderduit over kranen en vraag ik terloops of hij geen percentje kan maken moesten we een offerte vragen. Ik kan het niet laten mijn wederhelft aan te porren om de politieman met wie hij volleybalt aan de tand te voelen over voorrangsregels op de autosnelweg. Want er zijn van die vervelende chauffeurs die altijd in het midden blijven rijden, die mag je vast toch wel langs rechts voorbijsteken als je gewoon rechtdoor blijft rijden? Niet dus. Voor mijn broer die tuiniert bewaar ik al mijn groene vragen, en ik ga ervan uit dat hij later wel de tuin komt onderhouden, hoewel ik het hem nog nooit heb gevraagd.
Erg he. Dus ik heb me voorgenomen om in de toekomst wat vriendelijker en uitgebreider op alle mogelijk medische vragen te antwoorden, ja, zelfs buiten het werk. Dan hoef ik mij minder schuldig te voelen als ik precies hetzelfde doe.