Sinds anderhalf jaar ben ik huisarts. Dat is nog niet zo lang, maar wel lang genoeg om al één en ander te weten. Zoals het feit dat het een job is die je niet zomaar afzet 's avonds. Het is iets wat je bent, niet wat je doet. Dat is mooi en boeiend, maar dat kan ook best vervelend zijn af en toe. Bijvoorbeeld als je op zaterdagochtend niet zo goed uitgeslapen naar de Colruyt trekt voor boodschappen, en patiënten enthousiast goeiedag komen zeggen. En uiteraard tegelijkertijd eens piepen wat de dokter allemaal in het winkelkarretje legt. Mijn man vindt het ook vervelend op de markt. Het gebeurt wel eens dat we gezellig kuieren langs de kraampjes, tot een bejaard koppel hallo zwaait, en zo nodig ook een hele uitleg moet doen over de kinesist en de schouder die niet beter gaat. Mijn wederhelft laat zich dan zichtbaar geërgerd naar de achtergrond verdringen. Ik knik, vaak, en hoop dat het niet té lang zal duren, die uitleg.
Ook op familiefeestjes en etentjes is het werk niet gedaan. Ziekten en operaties van nonkels, tantes en grootouders worden uit de doeken gedaan, waarna alle hoofden subtiel mijn richting uitdraaien, wachtend op een reactie. Of er wordt iets minder subtiel gewoon om een tweede opinie gevraagd. Want dan heeft de specialist dit of dat gezegd, maar wat vind ik daarvan? Vrienden blijven soms wat schuifelend rond de pot draaien, om dan toch iets medisch te vragen dat ze duidelijk al langer wilden weten. Sommigen bellen mij op voor vragen over symptomen en diagnoses, en dan ben ik vereerd en een beetje onwennig tegelijk, want dat is toch raar, van je vrienden. Maar ik veronderstel dat zij dan even onwennig zijn.
Laatst besefte ik dat ik tegelijk dader en slachtoffer ben van dezelfde misdaad. Want ik ben niets beter, ik doe het ook. Als op een uitstapje met vrienden en kennissen er iemand tussenzit die in badkamers werkt, hoor ik hem honderduit over kranen en vraag ik terloops of hij geen percentje kan maken moesten we een offerte vragen. Ik kan het niet laten mijn wederhelft aan te porren om de politieman met wie hij volleybalt aan de tand te voelen over voorrangsregels op de autosnelweg. Want er zijn van die vervelende chauffeurs die altijd in het midden blijven rijden, die mag je vast toch wel langs rechts voorbijsteken als je gewoon rechtdoor blijft rijden? Niet dus. Voor mijn broer die tuiniert bewaar ik al mijn groene vragen, en ik ga ervan uit dat hij later wel de tuin komt onderhouden, hoewel ik het hem nog nooit heb gevraagd.
Erg he. Dus ik heb me voorgenomen om in de toekomst wat vriendelijker en uitgebreider op alle mogelijk medische vragen te antwoorden, ja, zelfs buiten het werk. Dan hoef ik mij minder schuldig te voelen als ik precies hetzelfde doe.
05-10-2008
Kleine ik
Gisteren ben ik onverwacht mezelf tegengekomen. De zevenjarige versie dan nog.
Dat gebeurt niet zo vaak, maar grote opruimbeurten durven al eens oude vergeten kleinoden boven te brengen. Zo kreeg ik gisteren een oud A4 werkschrift in handen, waar ik blijkbaar als kleine uk mijn creatieve impulsen in heb laten botvieren. Met achteraf bekeken een heel grappig resultaat. Want hoe lang ook geleden, in het kinderlijke handschrift kon ik toch makkelijk een stuk van mezelf herkennen.
Hoewel er veel bladen leeg zijn gebleven, en er een aantal zijn uitgescheurd voor doeleinden die ik allang vergeten ben, blijft de inhoud toch de moeite waard. Zo zijn er verschillende bladzijden volledig gevuld met bijna op levensecht formaat getekende mensenhoofden in een soort abstracte 2 1/3 D ontwerpen. Getuige hiervan zijn de typische zijwaarts geplaatste neuzen, bijna alsof er een felle wind passeert, en de katachtige ogen waarvan ik iedereen had voorzien. De proporties zijn ook niet altijd in evenwicht: zo zijn de meeste haarbossen nogal klein uitgevallen in vergelijking met de brede wangen en grote hoofden, en heb ik een arme man voorzien van een Hitlerachtige snor om u tegen te zeggen.
Op die leeftijd had ik blijkbaar ook al grootse bouwplannen, want ongeveer in het midden van het schrift heb ik op twee bladzijden overlappend een zeer ruim huis getekend, met optimale oppervlaktebenutting, gezien er slechts langs elke kant maar drie hokjes meer overblijven. Afgewerkt is het nooit geraakt (het heeft zelfs geen ramen), maar de zon schijnt en het huis is groot, heel groot. Op nog andere pagina's heb ik mijn handtekening geoefend (god weet waarom ik dat op die leeftijd zo belangrijk scheen te vinden), en ook een paraf, die nog angstaanjagend veel gelijkenissen heeft met de huidige vorm.
Het stuk waar de hele familie het grootste jolijt mee had, was een zeer gedetaileerde uitleg over hoe ik mijn professionele toekomst zag. Blijkbaar waren er twee mogelijkheden: of ik zou de dieren in de Zoo van Antwerpen (Planckendael mocht ook) voederen en verzorgen, of ik zou parttime (!) lesgeven aan kindjes over de dieren en de andere helft van de tijd dan nog de dieren verzorgen. Voila, als dat geen sterke toekomstvisie is.
Op het laatste blad had ik blijkbaar behoefte om mezelf een hart onder de riem te steken. Daar staat namelijk: "ik ben een groot tekenaar!". Vooral het uitroepteken deed mij spontaan lachen, want als ik één ding nooit geweest ben, dan is het wel een groot tekenaar. Bewijs hiervoor is trouwens het hele schriftje zelf. Maar zo zie je maar hoe herinneringen van je kleine ik je jaren later nog nieuwe inzichten kunnen geven in je eigen persoonlijkheid...
20-08-2008
Top Gear
Ik heb het niet, het autofreak-gen.
Tv programma's die urenlang uitwijden over verschillende automodellen zeggen mij dan ook hoegenaamd niets. Meestal hou ik het amper enkele seconden vol voor ik met rollende ogen wegzap naar iets beters, niet langer. Langer kijken zou mij wel eens ziek kunnen maken van verveling. Ik vind het heel vreemd hoe sommige mensen, vooral mannen, zulk een intense fascinatie kunnen hebben voor iets wat voor mij louter een praktisch vervoermiddel is. Ok, er zijn modellen die ik mooier vind dan anderen, maar daar blijft het bij.
Over mijn hele levensloop heb ik maar drie ervaringen die iets met auto's te maken hebben. De eerste dateert zelfs nog uit mijn vroege jeugd, toen mijn jongere broer als kleine uk zot was van die kleine metalen autootjes. Hij had ze in alle maten en modellen. Af en toe was mijn assistentie vereist om een megacrash te ensceneren, want dat ging nu eenmaal makkelijker met vier handen dan met twee. De tweede is het halen van mijn rijbewijs, niet bepaald een prettige ervaring. Ik heb tot mijn eigen scha en schande drie keer over het praktische examen gedaan. Het op een redelijke manier besturen van een voertuig met toch enige paardekracht heeft mij bijna letterlijk bloed, zweet en tranen gekost. Volgens mijn vader ontbrak het "pedaalgevoel". Hij kan gelijk hebben. Mijn laatste ervaring met auto's is een recente, namelijk de aankoop van een nieuwe wagen. Ik heb eigenlijk maar op twee dingen gelet: de prijs en de ecologie. Het is een kleine wagen geworden met een laag verbruik. Moge alle Porsche liefhebbers mij vergeven.
Niet verwonderlijk dus dat de ontleding van een auto mij weinig zegt, laat staan een tv programma erover. Recent is daar echter verandering in gekomen. Enkele enthousiaste Britten zijn erin geslaagd mijn interesse voor een autoprogramma langer dan enkele seconden vast te houden.
Top Gear is dan ook niet zomaar een programma over auto's. In welk programma heb je anders ooit een auto op skilatten met een raket in de koffer de schans zien afspringen? Of een tiental auto's minivoetbal zien spelen met een bal op aangepast formaat? Ik kon ook mijn ogen niet geloven als ik een hoop oude mobilhomes uiteen zag vallen in de ultieme mobilhomerace. Ik geef toe, ik kijk voor de kick. Ik kijk omdat ik nieuwsgierig ben hoe één of andere knotsgekke opdracht afloopt. Ik kijk om auto's te zien sneuvelen op de meest uiteenlopende manieren. Ik kijk voor de Britse humor en het enthousiasme van de presentator. Ik kijk omdat ik jaloers ben op de racekwaliteiten van The Stig.
Aan alle vrouwen (en mannen) die net zoals ik het auto-gen ontbreken maar wel een verslaafde partner hebben: vrees niet langer, Top Gear is uw redding.
14-08-2008
Herman Brusselmans
Laatst zag ik Herman Brusselmans nog eens op tv, in Zomer 2008. Het was even geleden, maar hij blijft er altijd hetzelfde uitzien. Een rimpel meer misschien, of een kilo bij.
Vroeger had ik een grondige hekel aan Herman. Zo hadden we in het vijfde middelbaar verplichte lectuur: ofwel een boek van Herman Brusselmans, ofwel van Tom Lanoye. Puur uit principe heb ik toen Kartonnen Dozen gelezen, omdat ik per se geen boek van Brusselmans wilde gelezen hebben. Kartonnen Dozen vond ik ook niet bepaald een meevaller. Wat ik er mij van herinner, is dat het ging over een ietwat zielige, vunzige tiener die homo bleek te zijn. En dat ik blij was dat ik nooit op kamp was geweest met de ziekenkas. Achteraf heb ik nog Alles Moet Weg gelezen, en die heeft veel goedgemaakt op Tom Lanoye gebied.
Eerlijk is eerlijk, mijn hekel aan Herman Brusselmans is een vooroordeel, want ik heb nooit een boek van 'm gelezen. Wel columns. En na al het naaien in de poep, kut, pijpen en beffen, is mijn goesting over om aan een boek te beginnen. Van mij mag er bij al die sexuele escapades toch iets meer subtiliteit aan te pas komen. Maar wie ben ik?
Ondanks mijn literaire desinteresse blijf ik gefascineerd door de figuur Brusselmans. Hij doet zo stoer altijd, zo sarcastisch, dat ik er van overtuigd ben dat er achter die ruwe bolster wel een blanke pit moet zitten. Die theorie wordt bevestigd als hij lacht. Nu ja, lachen... laat ons stellen dat hij in zeer uitzonderlijke omstandigheden eens zijn geplamuurde façade optrekt in een vreemde plooi die zijn tanden lichtjes ontbloot. Als je heel snel bent, zie je een verlegen, misschien wel sympathieke kerel. Dat maakt Herman Brusselmans voor mij een klein mysterie, interessant genoeg om te bekijken in interviews.
Zijn boeken zijn voor een andere keer.
04-08-2008
Dranouter
Zeven jaar geleden ging ik voor het eerst met een vriendin naar het folkfestival in Dranouter. We hebben toen twee dagen onze ogen uitgekeken en onze oren laten genieten van alle optredens: Ierse bands, opzwepende klezmir (voor wie het niet kent: www.oi-va-voi.com/music), ruwe Spaanse flamenco en Laïs... het was er allemaal. Meer nog dan de muziek was er sfeer. Een gemoedelijke, vriendelijke sfeer. Een vrolijke sfeer met spontaan applaus en dansen af en toe. En in elke tent een heel andere sfeer, soms beladen emotioneel, soms luchtig. We voelden ons helemaal etnisch en flowerpower na dat weekend, compleet met vlechten in het haar.
Nu zeven jaar later ben ik er eindelijk eens terug geraakt, op Dranouter. Je weet hoe dat gaat: net op reis, aan het werk, geen tijd... het kwam er niet van. En eigenlijk was ik ook een beetje bang dat die speciale sfeer verloren zou zijn gegaan in de populariteit, want jaar na jaar zakt er toch meer volk af.
Niets was minder waar. Dranouter blijft een goed bewaard publiek geheim: je moet er echt naartoe willen, want je komt er niet eens toevallig voorbij. Het is een oase van muziek en sfeer goed geplaatst midden in de West-Vlaamse glooiende weiden. Met die vochtige boerengeur die over het hele terrein en in alle tenten hangt. Een festival waar je zowel frieten met stoofvleessaus als een ovenbroodje met vegetarische én biologische burger kan eten. Waar mensen sorry zeggen als ze tegen je aan lopen in de menigte. Een festival waar je een tent met tweedehands zetels kan vinden, om lekker lui naar Kretenzische muziek te luisteren. Waar je zowel jonge kinderen als bijna-bejaarden ziet passeren. Waar je kan genieten van pure flamenco, gebracht door een (jawel) mannelijke zigeuner. De echte flamenco dus. Waar accordeon helemaal niet saai is, maar gepassioneerd en met een vleugje humor wordt gebracht.
Zeven jaar geleden stond Suzanne Vega op het podium. Ik herinner mij nog heel precies dat we als avondmaal een heksenbroodje (met gebakken champignons) aan het eten waren op de tonen van Marlene on the wall. Heel toevallig was zij er nu ook weer bij. Ik vroeg me spontaan af wat er ondertussen in haar leven zou veranderd zijn (is ze niet getrouwd? En had ze al een dochter?). Mijn tweede keer Dranouter was nu met mijn wederhelft. Ik hoop dat ik er niet nog eens zeven jaar over doe om terug te keren. Suzanne wordt er ook niet jonger op...
29-07-2008
De kusttram
De eerste warme zomerdagen... Wat is er dan leuker dan enkele daagjes doorbrengen aan onze eigen Belgische kust? Zonnen op het strand, zwemmen in zee, een ijsje eten op de dijk, beetje shoppen, kortom, de toerist uithangen in eigen land. You love it or you hate it. Ik ben fan, moet ik toegeven. In elk geval kan niemand ontkennen dat helemaal bovenaan het lijstje van topattracties aan zee nog steeds de kusttram prijkt. Voor relatief weinig geld wordt je vervoerd naar je uitgekozen bestemming, én je beleeft gegarandeerd een wild avontuur. De kusttram, altijd een belevenis: ze zouden er een reclameslogan mee kunnen maken.
Zelfs op een korte rit van Oostende Marie-José plein naar Middelkerke Casino (uit te spreken met een sterk West-Vlaams kusttramaccent) zie je de gekste dingen. Maak u even een visuele voorstelling van het volgende.
Mijn wederhelft en ik stappen op de drukke kusttram in Oostende, en na twee haltes kunnen we beiden een zitplaats veroveren tegenover mekaar aan het gangpad. Welgeteld één halte verder stapt een geanimeerd gezelschap op bestaande uit twee oudere koppels. Eén van de mannen, duidelijk de betweter van de groep, is even tevoren gestruikeld en gevallen, en de drie anderen zoeken druk een zitplaats voor hun slachtoffer. Er wordt plaats gemaakt aan de andere kant van het gangpad. De vrouw van de betweter heeft daar geen plaats meer, en komt naast mijn wederhelft te zitten aan het raam. Het is een opgetutte dame, zo eentje met juwelen op elke vrije plaats, een veel te bruine huid en een veel te roze lippenstift. Haar afstand tot de rest van de groep weerhoudt haar er niet van vrolijk mee te discussiëren over de oorzaak en de vele lichamelijke gevolgen van de val. Nu ja... de man in kwestie heeft hoop en al een schaafwonde of twee. Uiteindelijk worden twee tafeltjes op het voetpad toch aanzien als zijnde gevaarlijk en de oorzaak van zijn gestruikel. De betweter zelf wijt de val ook aan nieuwe medicatie die hij pas is gestart, waar de bijsluiter mogelijke duizeligheid vermeldde. Ik vermoed dat de hele kusttram kon genieten van deze ontleding, gezien de luide stem van de betweter.
Zijn opgetutte vrouw wiebelt ondertussen vrolijk heen en weer op haar stoel, tot groot ongenoegen van mijn wederhelft die regelmatig een duw krijgt van haar welgevormde kont. Zijn veelbetekenende blik zegt alles. Hij draait zich dan maar een beetje naar het gangpad toe. Bij het volgende manoeuver van de opgetutte dame hou ik mijn adem in: in een poging het bord met alle haltes van de kusttram boven haar hoofd te lezen, leunt ze ver achterover. Erg ver. Nog enkele centimeters en ze zit op de schoot van mijn wederhelft. Die heeft gelukkig eerst niks door, gezien zijn gerichte positie naar het gangpad. Even later krijg ik een tweede veelbetekenende blik.
En dan is het tijd om af te stappen. Eigenlijk zijn we wel blij, want de snerpende stem van de betweter begint op de zenuwen te werken. Hij voert ondertussen een hele discussie met de andere man in het gezelschap, over waar ze zullen afstappen, onderwijl pochend met zijn kennis over alle kusttramhaltes.
Voor anderhalve euro per persoon zijn we een klein doch memorabel toneelstuk rijker. Wie heeft er nood aan theater aan zee als je de kusttram hebt?
25-07-2008
De verboden Jezus
Aandachtige chauffeurs die vanuit Brussel de Ring verlaten om de E19 richting Antwerpen op te rijden, weten waarover het gaat. Jezus staat daar in de eenzame bocht geschilderd in een verbodsbord. En sinds enkele weken is dat bord ook nog eens gekanteld. Jezus hangt nu dus scheefgezakt aan een paal. Als een gevallen en vergeten duister figuur.
Telkens ik daar voorbij rijd, vraag ik het me af: wie heeft Jezus daar geschilderd? En waarom? Is er iemand op een goede nacht uit bed gekropen, met een kartonnen afbeelding van Jezus, klaar om de Heer te gaan vereeuwigen in zwarte verf? Of is er een onderliggende boodschap die wordt gemist misschien? Als je daar uit de bocht vliegt en dood tegen de vangrails ligt, mag je dan niet meer binnen in de hemel?
Ik weet het niet. Maar na zo vaak door de bocht te zijn gereden, telkens eens piepend om te kijken of Jezus er nog is (al dan niet gevallen), moet ik het toegeven: het wordt een beetje nostalgie. Je wordt er op een doordeweekse filedag waarlijk wat filosofisch van. Die Jezus, daar in die bocht, al is hij met goedkope verf in dat verbodsbord gespoten, is kunst. Gratis kunst. Misschien moet dat meer gebeuren. Om de grijze sleur langs de snelwegen te doorbreken. Het mag ook met andere dingen dan een verboden Jezus. Met een uitvergrote Monet bijvoorbeeld, of een kleine Magritte die je vanuit je ooghoek verrast. Of gewoon een poster van een exotisch eiland als dat makkelijker is. Of abstracte kunst, om op het vervolg van je weg na te denken over wat dat zou kunnen betekenen. Een beetje zoals de Jezus eigenlijk.
Als iemand weet wie die Jezus daar neergepoot heeft: ik ben alleszins benieuwd naar het echte verhaal. Alhoewel... misschien is de werkelijkheid bijlange niet zo spannend als ik wel denk.
18-07-2008
Koopkracht
Ik moet het eerlijk toegeven: tot voor enkele maanden had ik nog nooit gehoord van het begrip "koopkracht". Ik had er mij een werknemer bij kunnen inbeelden die alle inkopen voor een grootwarenhuis regelt. Of een wedstrijd onder vrouwen: wie het snelst met twintig goed beladen kleerhangers een parcours door de kledingwinkel kan afleggen, wint de prijs van beste koopkracht en mag een jaar gratis shoppen. Soit, blijkt het dus gewoon te gaan om wat je kan kopen met je geld. Of beter gezegd: hoeveel minder luxueuze aankopen je tegenwoordig kan doen met je loon.
Alhoewel... toen ik een paar weken geleden bij het shoppen een bongobon-rek passeerde, moest ik toch even slikken. De bongobon "Once in a lifetime": een exclusieve belevenis voor twee personen, voor de budgetvriendelijke prijs van 3000 euro. Jawel, 3000 euro. Een mens zou van minder nieuwsgierig worden. Wat krijg je in godsnaam cadeau voor 3000 euro? De achterkant van de box leerde mij dat je kan kiezen uit een nacht als VIP in Barcelona, shoppen met een persoonlijke stylist in Milaan, een grote duik in Kopenhagen, een gastronomische reis langs 5 Michelinrestaurants, parapenten of skiën in de Alpen en meer van dat. Leuke dingen voor de mensen ja, maar toch.
Als je dezer dagen niets anders hoort dan klagen over de dalende koopkracht, vraag je je toch af wie er zo'n bongobon cadeau geeft. Een rijke zakenman aan zijn maitresse? Een groot farmaceutisch bedrijf aan zijn beste verkoper?
In elk geval, ik zou het niet hoeven. Nee, ik zou al heel tevreden zijn met een weekendje weg in een gewoon hotel, of met een dagje beautyfarm, of, nog beter, een weekje op een Grieks eiland genieten van het goede leven, want zelfs dat valt goedkoper uit dan zo'n exclusieve ervaring. Dus als iemand mij iets cadeau wil doen in deze tijden van gedaalde koopkracht: de tip is bij deze gegeven!
27-09-2005
Grieks restaurant
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.