En leeg is het juiste woord Ons ontbijt blijkt de rest van
de yoghurt pot,wat camembert en een pot Nutella die we op wat boterkoekjes
kunnen wegsmeren. Ons Namibisch geld is op en gelukkig hebben ze onze euros
willen aanvaarden om de nacht te mogen doorbrengen op de veilige campingsite. s
Morgens vertrekken we met een halve benzinetank naar Uis. We hebben
gisterenavond berekend dat we, indien we in Uis aan geen benzine raken, we tot Hentiesbaai
kunnen rijden. Benzine is hier namelijk geen evidentie en we kruisen onze
vingersen zetten onze joker op het
dorpje Uis, zon 160 km verder
In de voormidag bezoeken we nog Twyfelfontein alwaar er
rotsinkervingen uit de oertijd zijn te bezichtigen. Daarna rijden we naar de
Organ Pipesen Burning Mountain om onze
weg te vervolgen richting kust.
Onderweg nemen we een shortcut via de D2612 en de D2319 naar
Sorris Sorris en als eindbestemming Uis.
Gezien we op een aardeweg uitkomen en 4 x 4 verder een weg
moeten zoeken, komen we ergens onderweg een schaapherder tegen.
Hij zegt ons dat Uis 50 ks (km) verder ligt en vraagt ons
of we geen eten over hebben voor hem. Bon we besluiten ons reserverantsoen op
te offeren en geven hem de rest van onze keuken : De cacao, rijst, lekstokken,
boterkoekjes en de condooms gaan de deur
uit, dus geen eten meer in voorraad. Met een meer dan lege halve tank, geen
geld en geen voedsel rijden we verder richting Uis.
Eenmaal in uis gearriveerd zien we dolgelukkig het bordje
van de plaatseliujke supermarket, alwaar er op de parking enkele dronken
Namibiers komen vragen of ze op onze Jeep moeten waken om wat geld bij te
verdienen. In de supermarket zoeken we
de manager op en zij zegt dat ze, indien we betalen met onze MasterCard en we
wat kopen in haar winkel, ze bereid is om cash geld surplus te tokken op haar
kassa. Afrika op zijn best, problemen lost men op als ze zich stellen
Dit geeft ons de mogelijkheid om onze benzinetank te vullen
en voedsel in te slaan voor de komende dagen.
Gelukkig als wat met een volle tank, vers brood en toespijs
voor de komende 2 dagen rijden we verder naar Hantiesbaai. Twee uur lang een rechte zandweg en niets, maar dan ook
niets aan beide zijden van de weg op te merken. Namibie is een land van contrasten, er is
gewoon geen leven te bespeuren op deze weg naar de kust. Enkel houten palen met
een telefoondraad zijn de enige tekens van leven langs deze weg.
We rijden verder naar Cape Cross om onze tenten op te slaan
langs de kust. We vriezen in elkaar. De temperatuur zakt hier van 35 graden in Twyfelfontein
naar 17 graden in Cape Cross! Afrika
voelt ver weg en een lange broek, en een bijkomende pull zijn ons lot.
Lanmgs de kust zien we al de aangespoelde bootwrakken, waar
Skeleton Bay voor gekend is.We rijden
langs de kust en er is geen levende ziel te bespeuren. De naam Skeleton Coast
is de perfekte weergave van deze regio
Morgen gaan we richting Swakopmund, met andere woorden, we
willen hopelijk terug de warmte opzoeken. De 17 graden die we hier krijgen
voorgeschoteld kunnen ons niet bekoren!
Morgenochtend gaan we wel eerst de zeehonden gaan spotten
die aan Cape Cross hun zomer komen doorbrengen.
We hebben vanavond voor de eerste keer kunnen Skypen met de
kids thuis en eerlijk het doet zon deugd om te horen dat ze thuis hun plan
trekken. Het zijn echt zelfstandige kids
die met zin voor verantwoordelijkheid kunnen omgaan met hun vrijheid.
Maar we wisten al dat ze van veel markten thuis zijn.
Plantrekkers pur sang.
Na ons ontbijt kopen we ietsje verder in een gedeponeerde container
waarop reception staat vermeld een Permit om de Cape Cross-Gate te mogen
voorbijrijden. Daar liggen er namelijk zon kleine duizend pelsrobben te overwinteren/zomeren
op hun luie krent. November en december worden de robben geboren en vertoeven
ze nog enkele weken onder mamas hoede. De mannetjes vertonen duidelijk
haantjesgedrag en proberen ieder wijfje
te intimideren en vechten met andere mannelijke robben om de wijfjes te
imponeren. De stank die hier heerst is inderdaad haast ondraaglijk. Gelukkig is
het niet al te warm of we waren al na dikke vijf minuten terug weg. Maar de
lichte wind staat goed voor ons reukorgaan en we genieten van het spektakel dat
zich aan de waterlijn bevindt.
De terugweg van Cape Cross naar Swakopmund is een lange
rechte kustweg met niets om te zien. Echt niets. Hier en daar zien we een
aangespoeld wrak van een schip maar door de zoutwinning mogen we het
strandgebied niet oprijden. Het eerste en tweede bord met opschrift Do not
Enter durven we nog voorbijrijden maar aan het derde bord verschijnt er
optioneelHigh Risk Area en gezien we het
exacte gevaar niet juist kunnen inschatten is het voor ons duidelijk genoeg :
rechtsomkeer en een verre foto van het wrak.We hebben (nog) geen zin om echte domme toeren uit te halen.
Het enige wat we niet kunnen laten is een 4 x 4 zandritje in
de duinen en op het strand. Mannen worden kinderen wanneer ze wielen onder hun
gat krijgen voorgeschoteld en zeker wanneer ze in vakantiestemming zijn en zo
geschiedde. Onze dames vinden het maar niets en veel te gevaarlijk dus wordt de tocht snel kortgewiekt. Mannen
komen van Mars, vrouwen van Venus, remember
Eenmaal in Swakopmund herleven onze 2 dames Een typische
kopie van een Westduits volks stadje met allerhande winkeltjes en supermarkten.
Met diezelfde 17 graden van gisteren kan het me maar weinig bekoren en krijg ik
al heimwee naar het Namibisch hinterland. Maar we plooien voor de druk door
onze dames en gaan mee het centrum bezoeken.We eten wel op een schitterende locatie aan de vuurtoren ( The
Lighthouse) met zicht op de Atlantische Oceaan en zoeken onze laatste
campingsite van deze reis op.
Wanneer we onze ladys loslaten in het cengtrum en wij nog
eens de outskirts van Swakopmund afrijden zien we tot onze verrassing dat een
groot gedeelte van de buitenrand van de stad eveens een groot deel armtierige
wijken bevat. Dat wisten we niet. De townships zijn niet zo erbarmelijk als in
Kaapstad maar de armoede is hier eveneens grotendeels aanwezig.
Maar aan de kleine stenen huisjes in opbouw zien we wel dat
de nationale regering iets doet voor hun bevolking. Deels gecontroleerde
armoede, maar de mensen worden betrokken in het leven binnen Swakopmund. Ze
worden ingezet als security guard, Car watchers, en verdienen zo ook mee aan
het toerisme die hier zo belangrijk is.
Morgen veranderen we van vervoermiddel en ruilen we onze
heel gezellige Toyota in voor een offroad BMWke. Mannen mogen morgen weer
kinderen worden op 2 wielen benieuwd hoe onze vrouwen zullen reageren stof zal
een deel van de reis worden en een klein beetje hoongelach kan er vanaf
Vandaag wakkergekomen op onze mooie camping in Swakopmund , ons laatste ontbijt met de
jeep want vandaag wisseling met moto.
Om 13 u staan de motos klaar aan de luchthaven in
Walvisbay,met spijt geven we de jeep af waar we toch 11 dagenin geleefd hebben .
Na het papierwerken
afscheid van de hele vriendelijke mensenvan de moto ,die ons een hele goede reis wensen (de vrouw gaat zelfs
bidden voor ons) vertrekken we richting Solitaire.
We komen terecht in de woestijn dus zand,zand en nog eens zand en ook verharde
zandwegen met hier en daar ZAND , amaai dat is wennen , tot Jan en ik een
slalom maken en er bijna liggen.Ik begin toch wat te panikeren,maar ik moet
mijne wederhelft betrouwen en verstand op nulzettenengenieten. Gelukkig begint datte komen en ik kan kijken naar het toch we l
prachtige maar eigenaardig e landschap ,tis gelijk nu en dan dat we op de maan
zitten.
Ik heb weeral 11 formidabele dagenmee gemaakt, wat hebben we weer genoten van
de blije kindergezichtjes bij het krijgen vaneen simpel stuutje, flesje water of een stylo met boekje , kleurpotloden
, voetbaltruitjes, zelfs de condooms bij de de mannen en vrouwen (for save
seks) deed hun lachen.wat hebben wij het goed in ons landje ,ik ga dit toch proberen
te onthouden .
Hopelijk kunnen we de volgende dagen ook terug al ons
zintuigen gebruiken in dit ongelooflijk schoon lNamibia!!!
Gisteren kunnen skypen met de thuisblijvers ,ze stellen het
zeer goed en kunnen nog een tijdje weg zonder ons ,dus dat is goed.
Voila , aan iedereen vele dikke knuffels en tot XXX mieke
A Day in the Life of Mieke... ( The Beatles and Annemieke Callewaert)
Hallo blogvrienden,
Vandaag wakkergekomen op onze mooie camping in Swakopmund , ons laatste ontbijt met de
jeep want vandaag wisseling met moto.
Om 13 u staan de motos klaar aan de luchthaven in
Walvisbay,met spijt geven we de jeep af waar we toch 11 dagenin geleefd hebben .
Na het papierwerken
afscheid van de hele vriendelijke mensenvan de moto ,die ons een hele goede reis wensen (de vrouw gaat zelfs
bidden voor ons) vertrekken we richting Solitaire.
We komen terecht in de woestijn dus zand,zand en nog eens zand en ook verharde
zandwegen met hier en daar ZAND , amaai dat is wennen , tot Jan en ik een
slalom maken en er bijna liggen.Ik begin toch wat te panikeren,maar ik moet
mijne wederhelft betrouwen en verstand op nulzettenengenieten. Gelukkig begint datte komen en ik kan kijken naar het toch we l
prachtige maar eigenaardig e landschap ,tis gelijk nu en dan dat we op de maan
zitten.
Ik heb weeral 11 formidabele dagenmee gemaakt, wat hebben we weer genoten van
de blije kindergezichtjes bij het krijgen vaneen simpel stuutje, flesje water of een stylo met boekje , kleurpotloden
, voetbaltruitjes, zelfs de condooms bij de de mannen en vrouwen (for save
seks) deed hun lachen.wat hebben wij het goed in ons landje ,ik ga dit toch proberen
te onthouden .
Hopelijk kunnen we de volgende dagen ook terug al ons
zintuigen gebruiken in dit ongelooflijk schoon lNamibia!!!
Gisteren kunnen skypen met de thuisblijvers ,ze stellen het
zeer goed en kunnen nog een tijdje weg zonder ons ,dus dat is goed.
Voila , aan iedereen vele dikke knuffels en tot XXX mieke
Na onze Jeep letterlijkte hebben uitgemest, dikke pakken stof is namelijk al meegereisd vanuit
Windhoek, verzamelen we de overschot van onze etenswaar. We geven, onderweg
naar de luchthaven van Walvisbay, de zak aan een toevallige voetganger aan de
rand van de sloppenwijk. Hopelijk kan hij van de pot Nutella en skellekes
saucisson genieten
Na een korte tussenstop in The Village Cafe van
Swakopmund, alwaar de beste Peanut Cacao Milk ter wereld wordt geserveerd en
waar het interieur formidabel leuk is ingericht gaan we op zoek naar andere (lees warmere) oorden.
Aan de luchthaven staan er 2 motoren klaar die Alec vanuit
Pretoria heeft meegebracht. Wij staan perplex dat hij al 1800 km achter de
kiezen heeft. I drove all night you know, across Botswana...
Afrikaanse afstanden zijn duidelijk geen Europese normen In
Namibie zijn er namelijk geen tweewielers te huur, zodoende komen ze van bij de
buren.
De Jeep blijft ter plaatse en na de nodige paperassen te
hebben ingevuld zijn we weg richting Solitaire.
We zijn nog niet goed weg of na een tweetal kilometer is de
asfaltbaan al achter de rug en moeten we het verder stellen met 230 kilometer
steengruis
De gravel roads op de C14 naar Solitaire, kan je vergelijken
met een cyclocross rit op glad ijs. We zijn in die laatste 18 jaar al veel
gewoon geweest, maar deze wegen slaan echt alle records van de kaart. Geen
wonder dat er hier geen motos te huur zijn
We hebben zelfs al een paar keer geluk dat ons voorwiel het
kontakt met het steengruis houdt en stof eten we, 230 kilometer lang! Als dit
de volgende vijf dagen aanhoudt krijgen we van onze dames de wind van voor
vrees ik
Na honderd kilometer moeten we de Kuiseb- en de Gaupas over,
en dit gaat aan een snelheid van 20 a 30 per uur. Dikke vier uur verder, na
niets te hebben gezien buiten enkele kudus, springbokken en struisvogels na,
zien we eindelijk een tweetal huisjes staan.
Ondertussen is het kwik weeral gestegen van 16 koude luttele
Celsiuskes naar een dikke 34 in een paar uur tijd!
Gepaard met de
moeilijkheidsgraad van de af te leggen route zorgt dit onvermijdelijk voor
dikke zweetdruppels, op rug en voorhoofd
Gelukkig kruisten we vandaag maar een viertal autos en
hoefden we slechts een tankwagen in te halen, of we zaten onder het stof van
kop tot teen onderbroek incluis
Geheel in stofpak vermomd begeven we ons naar de receptie van
de Solitaire Country Lodge. 2 personen zijn er nog aanwezig, al de rest van de
kamers zijn zo leeg als wat.
Na de douche onder het stof te hebben bedolven krijgen we
eindelijk onze maaltijd van de dag voorgeschoteld. Deze middag door tijdsgebrek
de lunch geskipt om toch voordat de avond valt aan te kunnen komen in Solitaire.
Je wil hier namelijk echt niet in het donker rondrijden, dat
garandeer ik je als de nacht hier valt zie je hoegenaamd niets. Enkel en alleen
als je het hoofd naar boven houdt zie je flikkeringen, maar dat zijn de sterren
aan de hemel. En je wil s nachts geen kudu of struisvogel aan je voorwiel zien
plakken
Het feit dat de Spoedgevallen afdeling zon 340 km verder in
Windhoek ligt, maakt dat je intuitief gevoel eventjes op safe reist
Maar het avondmaal hier is verukkelijk! Pompoensoep en een
groentenbuffet als voorgerecht slaan spijkers met koppen. Maar als we tegen de
kok vragen welk vlees op zijn schotel ligt, antwoordt hij: Zebra and Kudu tja
wij eten stukken van koeien en paarden, aan de massa kudus die hier rondgrazen
te zien zal dit ook wel normale kost zijn zeker? Het blijkt wat taai vlees maar
het gaat vlot naar binnen.
Als dessert heeft hij dan nog een appeltaart gemaakt en na
en avondwandeling spoelen we de dag door in de Van Der Lee campbar met een
biertje. Een aangespoelde Nederlander heeft het hier enkele jaartjes naar zijn zin
gehad en heeft hij hier het een en ander uit de grond gestampt.
Carla heeft het boek van hem ( Solitaire van Ton Van Der
Lee) verslonden en beloofde ons enige tekst en uitleg na het avondmaal .maar de
stofrit en de doodsangsten achteraan op onze tweewieler heeft haar gedwongen in
een diepe slaap op de kamer
Soit, we zijn een dagje voor op ons denkbeeldig reisschema
en dit geeft ons wat marge om eventueel onze reisroute wat avontuurlijker te
maken in het Zuidelijk gedeelte van Namibie.
Enige voorwaarde voor het vervolg van de reis van onze dames
zijn veiligere en minder zanderige wegen. Jan en ik knikken gedwee en
verzekeren dat de rest van de route gemakkelijker en veiliger is maar diep in
onszelf weten we allebei
Dag 12 Thank You For Bringing Me Here ( Luka
Bloom )
Deze morgen is Carla rond kwart voor zes al op pad voor een
schitterende dawntrip langs het Solitaire Walking Trail. De rest blijft lekker
lang genieten van ons eerste echte bed tijdens deze reis. Bij haar terugkomst
schuiven we aan bij een rijkelijk ontbijt van onze kok en maken we ons op voor
de kortste trip van de reis. We knabbelen maar een 72 kilometer af van de
reisroute om tegen de middag onze uitvalsbasis te nemen enkele kilometers voor
Sesriem. De prijzen voor de lodges swingen hier de pan uit doordat er 1 enkele
eigenaar het hele gebied commercieel uitbaat en dus naar eigen goeddunken zijn
prijzen hanteert. Dus zoeken we iets wat ver van de Sossusvlei gelegen is en
verblijven in Sossusvlei Desert Camp, een woestijnachtig verbluffend mooi oord
dat zo in een BBC-documentaire kan worden gepromoot. We nemen de goedkoopste
optie en voor 120 euro mogen we anderhalve dag genieten van het zwembad, de
stilte en het uitzichtop enkele afgelegen lodges en het is zijn geld echt meer
dan waard. We sussen ons geweten met het feit dat we ons in dit prachtig land
toch 1 folieke mogen veroorloven Het feit dat we hier moederziel alleen
verblijven doet ons echt niet twijfelen.
We reserveren tevens onze Permit om morgenochtend zes uur
toegang te krijgen tot het beschermd natuurgebied alwaar de Sossusvlei gelegen
is. De hoogste duin ter wereld moet je bij zonsopgang zien.
Enige nadeel echter is dat we dan in de namiddag maar terug
zijn en 245 kilometer moeten afknabbelen om een volgende logeerplaats te vinden
en dat wordt een zware dobber voor onze co-piloten.
Maar we zijn er eigenlijk nog niet uit. Misschien opteren we
toch om onze inhaaldag hier op te souperen
Hier een dagje op Desert Camp blijven stilstaan is als in
een droom eventjes blijven hangen .de stilte doet bijna pijn aan mijn
oorvliezen. Het is gewoon zonde om de zonnebril op onze neus te laten. De mooie
woestijnkleuren en de laatste zonnestralen op het gebergte moet je zien in hun
echte kleuren! Dit moment zal bij ons nog lang blijven nazinderen hoop ik.
Maar vandaag is vandaag en morgen zien we wel.
De Afrikaanse gedachte houden we hoog in het vaandel : The
Problem has to be solved when it occures
Ik probeer op onze blog als laatste foto het zicht weer te
geven vanuit ons woestijnstekje, maar eigenlijk weet ik goed dat geen enkel
fototoestel dit beeld kan evenaren
Na ons vroeg douchke hoppen we om kwart voor zes op onze
tweewieler. We willen de zon zien opgaan in een van de mooiste en grootste
natuurparken op deze planeet. Wij rijden Namib Naukluft Park binnen via het
plaatsje Sesriem, wat niets meer is dan een toegangspoort en een benzinepomp.
We moeten hier onze motos achterlaten en rijden met Marius,
onze Namibische gids, verder het park in. Van hieruit zie je reeds de rode,
hoge duinenvlakte waarvoor het gebied bekend is. Alle duinen zijn genummerd
wanneer ze een bepaalde hoogte hebben, omdat de basis van de duin dan blijvend
is door de grassen die erop groeien. Enkel de glooiing van de zandlijn
verandert door de wind die soms door de vallei raast. De zwarte vlekken op de
flanken is ijzer die in het zand aanwezig is.
Een prachtig schouwspel van aan elkaar gewaaide
duinenhellingen die mij doen denken aan de Science Fiction reeks Space 1999
uit mijn vroege BRT-jeugdjaren. Enkel de extra-terrestrials ontbreken tussen
het zand..
In het regenseizoen (februari maart) kan er water in de
Tsauchab staan, de enige rivier die hier aanwezig is, en vanuit het
Naukluftgebergte in de Sossusvlei eindigt.
Maar nu staat alles kurkdroog.
Op dit ochtendlijk uur is de canyon een oogverblindend
schouwspel van zandduinen en droge savannevlaktes. De opeenvolging van
lichtinvallen is een lust voor ons oog.
We rijden voorbij Dune 45, blijkbaar de bekendste duin hier
in het park, maar onze gids wil verder tot aan de hoogste duin Big Mama en Big
Daddy die hij ons wil laten opwandelen. Met zijn 345 meter is Big Daddy de op
een na hoogste duin ter wereld.
Na 63 koude kilometers komen we aan in de Sossusvlei, een
opgedroogd meer, soort komvormige pan, alwaar de Tsauchab soms zijn laatste druppels
loodst.
Met ons Annemieke op kop en stevige tred aanhoudend wandelen
we de duin omhoog maar op dit vroeg uur blijkt de opgaande zon al een loodzware
tegenstander. In geen tijd wordt de pan hier opgewarmd. Geen ontsnappen
mogelijk en een weinig wind kan maar tussen de duinen verkoeling brengen.
Op de helft van de helling daalt de zandlijn eventjes en
zien we waarachtig enkele dode boomstronken staan.
Volgens onze gids zijn deze bomen al 800 jaar oud! De dead
roots (dode wortels van de Kameeldoornboom) zitten hier tot maximaal 30 meter
in de grond, maar door de harde, droge kleigrond kan de wortel niet meer dieper
zoeken om water en sterft hij uiteindelijk in de harde grondlaag.
De kameeldoornbomen zijn gelukkig beschermd natuurgoed en
mogen niet worden beschadigd.
De naam van deze opgedroogde kleivlakte heet men Deadvlei
en je kan je inderdaad geen leven meer voorstellen tussen deze duinen. Het is
nog maar pas negen uur in de morgen en we staan bijna bloed te zweten.
Onze gids heeft nog de hele morgen niets gedronken en
okselvijvers op zijn zwaar linnen hemd is niet aan hem besteed. Marius zegt dat
hij gewend is aan deze temperaturen en dan wel zal drinken aan het ontbijt dat
we straks onder een schaduwrijke boom krijgen Pfff, apart volkske die Namibiers
Ik moet onmiddellijk denken aan onze professionele
voetballers die een paar jaar geleden tijdens de World Cup in Zuid-Afrika om de
haverklap naar de zijlijn liepen achter een slokje energy-drinks. Zouden dat
geen mietjes zijn ?
De rode brandkleurige
duinen op die felblauwe hemel leveren schitterende fotos op.
Halverwege de klim houden we het alle vier voor bekeken en
dalen in baksteenval van de duinhelling naar beneden. Hadden we nu een
sandboard gehad...
Bij onze terugkomst krijgen we ons dik verdiend ontbijt en
lopen daarna nog eens door naar het middelpunt van de Sossusvlei. Ondertussen
is het al tien uur en kun je net zo goed in een pizzaoven gaan staan.
Na een kwartier saunagevoel houden we het voor bekeken en
horen we zelfs niet meer de vraag van Marius of we nog de Big Mama willen
opwandelen I hope youre joking Marius ?
Zijn mondhoeken gaan lichtjes omhoog en hij wandelt rustig
terug de Sossusvlei uit zoals ik al zei, apart volkje.
Onder enkele bomen zie ik wat springbokken en een Oryx staan
en vraag hem of deze beesten hier kunnen overleven. Off course they can, they live here en they can
survive three weeks without water.
Ze drinken namelijk wanneer ze de struiken grazen waarop de nachtelijke
dauw neerstrijkt. Hier vind je ook springbokken die helemaal alleen rondtrekken
omdat er totaal geen gevaar is van vijandige dieren. De jakhals en de hyena
vertoeven hier ook wel, maar voor de jakhals zijn de jonge, dartele springbokken
te snel, groot en te sterk en de hyena vult zich blijkbaar met de dode dieren
in de canyon.
Tegen half een zijn we terug aan ons Desert Camp. We hebben
gisterenavond unaniem beslist morgenochtend pas naar Helmeringhausen te rijden
en dan zullen we moeten kiezen of we langs de kust of via het binnenland de
grens met Zuid-Afrika oversteken. Via Jos, onze gebuur in koud Belgenland en
tevens onze tweejaarlijkseintercontintentale prospector zouden er nog vrij authentieke San,het
oudste volk ter wereld, ter hoogte van Karasburg kunnen te vinden zijn.
We geraken nog in dikke tijdsnood als we vooropgestelde
planning blijven wijzigen maar we zien wel als het zover is.
Nu eventjes niets meer eigenaardig dat niets doen zoveel
energie kan opwekken. Moet dringend tegen onze personeelsdirecteur gaan praten
Vandaag wordt het een Though One. We moeten 350 KM soldaat
maken.
Ik vond het al vreemd dat al het barpersoneel van Desert
Camp bij ons vertrek We wish you all good, good luck with the motorbikes toewensten.
Ze keken gisterenavond ook al raar op wanneer we hen
duidelijk maakten dat we via Betta naar Aus gingen rijden om de Fish River
Canyon via Rosh Pinah aan te snijden. Dit blijkt namelijk de mooiste kant te
zijn om de tweede grootste canyon ter wereld binnen te komen.
Was dit een voorteken van onheil?
Volgens mij wordt hetNamibische Verkeersreglement ook lichtjes anders geinterpretteerd dan in
onze contreien. De verkeersborden waarop 60, 100 en 120 staat vermeld is
volgens mij de recordsnelheid die iemand op die bepaalde zandweg heeft kunnen behalen
Wanneer we vanuit Sesriem de C27 oprijden richting Betta
kunnen we ons met moeite honderd meter recht houden zonder dat ons voorwiel in
het zand wegzakt. De maximale snelheid ligt onder de 35 km/uur op wegen waar
men 100 mag doorrazen
Ik probeer telkenmale een oud wielspoor te vinden waar ik
zeker ben dat er geen zandlaag onder ligt verscholen, onvoorstelbaar hoe dit
stuk weg erbij ligt.
Nochtans is dit de route dewelke het Namib Rand Nature
Reserve middendoor snijdt. Door de stofwolk die mijn achterwiel veroorzaakt zie ik Jan niet meer volgen, maar ben ik van
mening dat hij zijn eigen tempo aanhoudt in die helse omstandigheden Volgens
mij heeft Chris Rea hier zijn inspiratie gevonden voor Road to Hell
Na3,5 uur zwoegen en
ploeteren in tweede versnelling komen we aan in Betta bij 36 graden alwaar enkel
een benzinestation aanwezig is met een
klein winkeltje. Nog nooit heeft een blikje Cola zo goed gesmaakt als die
middag.
Wanneer ik na een dik half uur aan mijn tweede Cola begin is
er nog altijd geen spoor te zien van Jan en Mieke en beginnen we ons wat zorgen
te maken en denken we dat ze in panne zijn gevallen.
Gsm-masten zijn in dit godvergeten gat natuurlijk in geen
dagen te vinden dus kan ik ookgeen SMS
sturen om te vragen of ze hulp nodig hebben en vice versa.
Na enige tijd zien we een bakkie (pick-up) oprijden aan het
benzinestation.
Het is niet zo abnormaal in deze contreien dat je een zwarte
achteraanin de laadruimte ziet
zitten maar nog nooit hebben we een blanke erin gezien.
Tot onze verbazing zit onze blanke Mieke in de rechterhoek
van de laadbak
Ik wilde eerst een mooiefoto nemen voor het Veys-nageslacht, maar aan haar lichaamstaal te zien
zou dit een slechte beslissing zijn geweest
De bestuurster blijkt de boervrouw en haar vriendin die
achter het winkeltje woont en toevallig Mieke zagen verder wandelen richting
Betta Ze hebben ons Mieke opgepikt en haar hier gedropt.
Vijf kilometer voor Betta is het voorwiel van Jan 30 cm
lager in een zandhoop op de rivierbedding weggezakt en is de motor over zijn
zwaartepunt gekanteld en zijn Jan en Mieke in de zandbedding terecht gekomen.
Gelukkig geen erg maar Mieke heeft het op deze wegen gehad met
die tweewieler.
Geen Gravel Roads meer! OK
Na een uurtje komt er een auto aangereden voor een kleine
tussenstop. Het blijkt een koppeltje uit Parijs die richting Aus rijdt .Oeps!
De dames vragen vriendelijk of zij tot in Aus mogen
meerijden, want dat motorgedoe hebben ze nu wel gehad. Voor onze Fransman geen
probleem doch hij gaat wel via de shortcut D707.
Pas de probleme monsieur, avec la voiture ca ne me derange
pas, en hop, onze 2 dames weg na ons veel geluk en plezier te hebben toegewenst
Na een tankbeurt en een plaspauze in de struiken van Betta vervolgen
we onze weg richting Helmeringhausen en nemen we de C13 naar Aus. De eerste
vijf kilometer blijft het ploeteren en dan . 235 km schitterende glooiende
wegen. Het blijft oppassen voor de rivierbeddingen,maar we halen met gemak 80 km/uur en genieten
van de prachtige uitzichten in dit gebied!
50 km voor Aus houden we nog even halt in Campsite Tirool,
een Zuidafrikaanse die naar hier is geemigreerd en ons vriendelijk een Cola
serveert op een lege camping. November blijkt echt geen druk seizoen..
Ondertussen hebben onze dames al twee kamertjes gevonden in
Klein Aus Vista en spoelen we het stof door bij een lekker avondmaal. Vanavond
nog wat bekomen en na een goede nachtrust morgen op naar Luderitz? Rosh Pinah? Keetmanshoop?
We zien wel wat de dames beslissen J
Er wordt unaniem door onze ladys beslist dat vandaag
asfaltdag wordt! Wij mogen zelf beslissen welke wegen we uitrijden, maar
asfalt is het woord van de dag.
Aangezien erslechts
1 enkele weg, de B4, het brouwsel van meneer Tarmac bevat rijden we in de
morgen richting Luderitz, Een lange mooie weg van 125 bornes die parallel loopt
met de spoorweg.
Deze spoorweg is niet meer in gebruik en werd vroeger door
de Duitsers aangelegd om de diamanten van Kolmanskop naar Aus te transporteren.
Een 5tal kilometer voor Luderitz ligt namelijk de spookstad Kolmanskuppe.
Dit is de eerste nederzetting van de Duitsers wanneer ze
zijn gestart met hun diamantenroof vanuit Namibie. In de vorige eeuw lagen de
diamanten hier gewoon voor het rapen in de rivierbedding en hebben enkele
Duitsers zich al rapend rijk gemaakt en hier gronden gekocht, zo groot als
Vlaanderen.
Dezer dagen is de kostenbatenanalyse iets minder
rooskleurig. In de lodge waar we vanavond slapen is er namelijk een man die
voor de mine-business werkzaam is en hij zegt me dat ze er nog vinden ter hoogte
van Oranjmund maar dat de bergingskosten heel hoog oplopen.
Kolmanskop is echt wel de moeite waard. Een verlaten
spookstad waarbij de architectuur van de statige vervallen huizen een mooi
beeld weergeeft van de diamantkoorts van de vorige eeuw.
Tussen Kolmanskop en Luderitz staan overal borden dat je in
geen geval de rotsige kustlijn mag betreden. Er zijn daar nog altijd
diamantopgravingen en dus niet voor toeristen toegankelijk.
Wij blijven dus, tegen mijn natuur in, braafjes op de
asfaltbaan.
Tegen de middag rijden we verder naar Luderitz, een rustig
kuststadje. Aangezien we de kust naderden zakt de temperatuur wel wat maar is
het hier nog mooi 27 graden. In vergelijk met Swakopmund is dit stadje wat
kleiner maar veel gezelliger om binnen te rijden.
Er heerst een gezellig, rustig sfeertje. Er is wat
visindustrie en aan de kustlijn ligt er een prachtige camping met een subliem
uitzicht op de oceaan.
De kerk staat statig op het hoogste punt van de stad, maar
blijkt achter slot en grendel.
Na een lichte lunch in de plaatselijke coffee-shop, waar de
mensen eerlijk en oprecht overvriendelijk zijn (in gans het land trouwens) keren we terug de B4 op. Normaal gezien
is de streek, 20 km voor Aus gekend voor zijn wilde paarden maar we treffen er
maar een paar aan die links en rechts van de zijweg staan te grazen. Ze hebben
langere poten dan de Europese paarden, maar voor mij als leek is een paard een
paard. Vier poten en een paardekop.
In Aus vullen we nogmaals ons bakje en beslissen we verder
te rijden naar Rosh Pinah. Dit zijn de laatste geasfalteerde 165 kilometers die
we zullen tegenkomen vandaag.
Ik ben nog nooit in de VS geweest maar volgens mij kan de
C13 naar Rosh Pinah de Route 66 gemakkelijk evenaren. Een zalig glooiende weg
tussen rotsformaties en een uitzicht zover ons menselijk oog kan reiken.
Wonderbaarlijk mooi.
Op de weg zelf kom je helemaal niets tegen, buiten een
verloren gelopen struisvogel die zijn nek omhoog steekt en wegrent wanneer hij
onze brullende tweecylinders hoort aankomen.
In Rosh
Pinah nemen we onze intrek in The Four Seasons Lodge. Dit is naast twee
andere plaatsen de enige lodgen waar je kan overnachten.
Iedereen gelukkig van deze rustige zonnige motordag en klaar
voor morgen.
Morgen moeten we de C13 en C37 verder op richting Ai-Ais en
willen we de Fish River Canyon in on gravel roads
Ik heb links en rechts enkele locals aangesproken en we
hebben Mieke kunnen overtuigen dat deze weg met een enduro-motor echt wel te
doen is en dat het haar lange leven niet zal spijten dit te hebben mogen
meemaken.
Ze glimlacht en vertrouwt op haar rots in de branding.
Jan rijdt op kop, bepaalt het tempo en brengt Mieke veilig
richting de Zuidafrikaanse grens
Dag 16 â¦Into The Great Wide Open,,, ( Tom Petty )
Dag 16 Into The Great Wide Open,,, ( Tom Petty
)
Als je al 1 ultieme droom hebt als motorrijder, dan kan deze
wel tellen..
Een route via de C 13 van 154 KM door een van de mooiste
canyons ter wereld!
De weg door de regio van de Fish River Canyon snijdt deze
rotsformatie van Zuid naar Noord middendoor en is van een weergaloze
schoonheid.
De Oranjerivier , waaruit ze indertijd de diamanten uit de
bedding plukten, stroomt erdoor en levert prachtige beelden.
De Fish River staat kurkdroogen we rijden zowat stapvoets doorheen dit
natuurgebied.
Soms schieten erbaboons uit de struiken en dartelen ze op hun vier poten verder voor
onze motor uit.
Tegen de middag komen we aan in Aussenkehr en we weten niet
wat we zien
Een dorp van een paar duizend inwoners die nog in echte hutten van stro
leven.
Wanneer we de weg afgaan en het erop wagen het dorp in te
rijden stoppen we aan een houten barak. Dit blijkt het plaatselijk cafe t
Molentje te zijn. De loodzware zon bonkt op de metalen plaat die als dak
fungeert en de zwaarlijvige Namibische cafebazin komt naar ons toe en vraagt
van welk land we afkomstig zijn.
Er komen vrachtwagens op- en afgereden en de mensen worden
in de gesloten laadruimte naar de druivenplantages gebracht. Het doet me
onmiddellijk denken aan een verkapte vorm van beestenvervoer.
Iedereen zit op het centraal plein in de schaduw op de
grond, alle ogen op ons gericht alsof dit de eerste motos zijn die hier komen
binnenrijden.
Gezien we wel een frisdrankje kunnen gebruiken, besluiten we
de plaatselijke barte bezoeken en
bestellen we twee Colas.
Zij vraagt onmiddellijk of ze ook een biertje van ons mag
hebben en twee andere mannen vragen ook een traktatie. Deze vorm van
assertiviteitzie ik op Kuurne Platse
nog niet direkt gebeuren
We geven de heren hun drankje en iedereen die ons komt gedag
zeggen vraagt sigaretten, bier, colas, We zijn hier inderdaad op vreemd
terrein dus efkes bij de pinken zijn denk ik zo..
Opeens zie ik Carla en Mieke het dorp intrekken op zoek naar
die lieve kindjes die hier rondwandelen.Gezien de menigte zich stilaan naar ons toe trekt en we een echte
toeristische attraktie blijken te zijn stel ik voor onze drank te ledigen en
stilaan aanstalten te maken om onze weg te vervolgen.
Nochtans zijn ze allemaal heel vriendelijk en gewoon
nieuwsgierig naar die vier rare snuiters die hier kwamen binnenrijden maar ik
neem liever geen risicos, gezien ons Carla met haar sjakosse en kodak aan
haar riem alleen het dorp intrekt.
We delen nog al onze lekstokken uit en geven de rest van
onze kledij weg en hop weer weg.
Maar ietsje verder stoppen we aan enkele houten hutjes waar
ze wat koopwaar ten toon spreiden. We kopen bij de lokale dealer wat chips en
koekjes die we iets later aan enkele kinderen geven om een glimlach te kunnen
kopen. Het lukt.
In de namiddag vertrekken we richting Ai-Ais en bezoeken we
de Hot Springs. Na een dik uur rijden komen we aan maar de naam Hot Springs is
ietsje overdreven vind ik. Als je in Ijsland de warmwaterbronnen van
Landmannalaugar hebt bezocht, dan is dit klein bronnetje maar klein grut..
Maar het plaatselijk aangelegd buitenzwembad wordt wel
verwarmd met het water uit de bronnen en dat is wel een goede verfrissing na de
lange stofweg die we naar hier hebben afgelegd. Door ons dorpbezoek komen we
tijd tekort om de C37 helemaal uit te rijden en houden we dit voor morgen.
We vinden een mooie slaapplaats in The White House met een
prachtig vergezicht rondom ons en krijgen van de boervrouw alle voedselwaar om
een braai te maken en ons ontbijt voor morgenochtend.
Bij aankomst voel ik dat ik vandaag een smeermoment heb
overgeslagen en de rode gloed die ik op mijn billen en smoelke voel is de zon
die ons onmiddellijk heeft afgestraft: rode
billen en een verbrande kop. Jan heeft het ook zweten en zijn armen delen
hetzelfde lot.
Dit zal morgen een rit in gesloten kledij worden vrees ik
Gezien we nog een dagje in de White House nabij Grunau zijn gebleven maken we vandaag wat kilometers en moeten we de grens over. Vandaag steken we de border over vanuit Noordoewer naar Zuid-Afrika en zoals altijd in Afrika vraagt dit veel anti-logica en enorm veel geduld. Van de ene Immigration in naar de andere Border Control out, Car registration Office, Immigration Out,..en ga zo maar door. Ze sturen je graag van de ene naar het andere stempellokaal en bijna waren we weg zonder binnenkomststempel, Stel je voor, 4 illegale Belgen in Zuid-Afrika, geraak dan maar uit dit continent! Maar door een alerte politieman aan de laatste controlepost is alles na dik anderhalf uur in orde geraakt. Via onze laatste Farmer waar we sliepen kregen we een schitterend adresje aan de kust in Port Nolloth, dus wij daarnaartoe. Ondertussen stijgt de thermometer naar de 41 graden en bakken we bruin en lichtrood, maar eenmaal naar de kust rijdend daalt hij zienderogend. En dan....36,5 KM van Steinkopf in de richting van Port Nolloth krijgen Jan en Mieke motorpech...De motor valt compleet stil en...niets meer..Alternator blijkt niets meer te geven,geen Gsm bereik in de verre omgeving....Afrika...
Carla en ik beslissen om naar Port Nolloth te rijden en van daaruit alles te regelen. Eenmaal gearriveerd bellen we een "depanneur" om de moto en Jan en Mieke al in Port Nolloth te krijgen. Dan wordt BMW Cape Town gebeld en wachten we nu op een verlossend antwoord van onze firma waar de moto hebben gehuurd....
Wordt vervolgd...als we ergens weer internet vinden...
Gisterenavond zijn we dus gestrand in de grensstreekvanNamibie en Zuid-Afrika, meer bepaald in de kustplaats Mc Dougall s Bay.
Dit is een plekje die enkel wordt bezocht door
Zuid-Afrikanen, gezien deze weg in geen dagen op een toeristische route ligt.
Jan en Mieke en de BMW 1200 GS werden gisterenavond door Abi
en zijn helper Takkie, een plaatselijke garagist, op zijn bakkie geladen en
overgebracht naar deze rustige kustplaats.
Wat wel kan gezegd worden is dat we hier geweldig snel en
vriendelijk worden geholpen!
Ze zijn hier onvoorstelbaar vriendelijk voor ons en proberen
al het mogelijke om ons morgenochtend terug rijklaar te krijgen.
Na een telefoontje naar de verhuurfirma in Cape Town zetten
ze alles onmiddellijk in gang om de BMW terug aan de praat te krijgen.
Het blijkt dat de riem van de alternator het heeft begeven
en ze proberen deze hier in Port Nolloth terug te herstellen.
Ze zeggen dat ze echt blij zijn met de komst van Europeanen
naar hier, omdat dit echt zelden voorkomt.
Ondertussen zijn we hier geinstalleerd in ons kusthuisje,
Port Petite, een zalige plek om te vertoeven!
Het water van de Atlantische Oceaan komt tot op 10 meter van
ons venster enflamingos komen
aanzweven om de vis in het ondiepe water te plukken. Zelden gezien
s Morgens gaan Jan en ik naar de garage van Abi in Port
Nolloth. Het blijkt een exacte kopie van de schuur van Dimitri Detremmerie van
DDT OK Cars uit FC De Kampioenen alleen met zwarte garagisten die meer oog
hebben voor onze motos dan voor de bakkie die op de autobrug staat.
De GS staat met open alternator in de garage en de kapotte
aandrijfriem ligt op de toonbank.
Abi heeft gans Zuidwest Afrika rond gebeld maar de enige
riem die beschikibaar is ligt in Kaapstad
Well, I
can deliver the belt for next week on Tuesday guys, all right? Deelt Abi ons
mee.
Well, Abi,
that suits quite well, but our plane leaves on Monday you know .
Yups, Afrikaanse toestanden
Oeps, over naar plan B.
De riem heeft vier groeven en we stellen hem voor, de
restanten van de riem af te knijpen en het resterende deel van de riem terug te
monteren op de tandwielen.
Hij bekijkt ons enkele seconden vragend aan en legt dan het
resterende stukje rubber op de resterende groef. Hopelijk brengt het stukje rubber
ons tot Cape Town anders moeten we de nylonkousen van onze dames aanspreken
vrees ik
Bij de afrekening wordt er hier enkel handje contantje
betaald en voor luttele 200 Rand (20 euro) gaan we met dichtgeknepen billen er
vandoor.
We besluiten vandaag te proberen zo dicht mogelijk tegen
Kaapstad aan te rijden zodat we wat reservekilometersinbouwen in geval van
We knijpen er zonder problemen zon 420 KM vanaf en landen
in Vanrhynsdorp, zon 330 KM van Kaapstad verwijderd. Voldoende voor onze
berekening.
De weg ernaartoe is puur genieten. Gewoon op ons gemak bij
dikke 34 graden cruisen over glooiende wegen.
Enkel 1 verloren gelopen baboon op leeftijd loopt voor onze
voorwielen maar die ontsnapt aan een verschrikkelijke dood.
Onderweg stoppen we in Springbok om wat inkopen te doen voor
de kids. Rasta is the word en er worden wat leuke kledingstukken op de kop
getikt.
We krijgen in Springbok ook van alles aangeboden en als we
wat meegaand waren met enkele toffe rastas aan de stoeprand,zaten we stoned op onze brommer verder te
razen
De dorpsnamen zijn onderweg altijd een leuke verademing :
Grootwater, Beeswater, Kameelboom, Pofadder, Groen, Springfontein, Bitterfontein,
Komaan, dorpskwinkslagen ten top!
Buiten ellenlange rechte wegen zijn we altijd verheugd een
bochtje te mogen meepikken.
Hier in Vanrhynsdorp krijgen we van een dame een uitstekend
adresje van een steakhouse , het enige restaurant trouwens in de streek. Rumpsteak
met mossels en escargots met een kaassausje, glas rode wijn en wat water voor
een luttele 9 euro moet er nog zand zijn
Na enkele flessen wijn soldaat te hebben gemaakt besluiten
we nog met een Irisch Coffee en gaan we met een gerust gemoed de nacht in.
Dag 20 â¦I Heard it Through the Grapevine ⦠( Marvin Gaye )
Dag 20 I Heard it Through the Grapevine (
Marvin Gaye )
Nadat we gisteren het hart van Namakwaland hebben
doorcruised, vertrekken we vandaag vanuitVanrhynsdorp, de start van de Kaapnamibische Wine Route. Vanaf hier rij
je kilometers lang langs de wijngaarden met hun aangelegde irrigatiekanalen.
Van hier komen dus al die lekkere Zuidafrikaanse wijnen die we iedere avond
tegen wil en dank moeten proeven.
Vanaf nu voelen we ook de koude zeebries die op onze
rechterzijde inbeukt en ons om de paar minuten een maneuver met de moto doen
maken. De temperaturen dalen nu onder de 25 dus een truitje erbij voor
onderweg.
We staan op het einde van de dag al op 100 KM van Kaapstad.
Het einde is stilaan in zicht en we zullen genoodzaakt zijn de opkomende zomer
hier te moeten inruilen voor de Europese winter dat wordt zeker en vast een
snotvalling erbij. De temperatuur is hier gewoonweg heerlijk, en deze zo snel
terug te moeten inleveren zal efkes wennen worden, maar bon we hebben ze toch
gehad. En of ze deugd heeft gedaan..
We vinden een onderkomen in Saldanha Bay, een pittoresk
kuststadje aan de Zuid-Afrikaanse Westkust. Nog efkes Skypen naar het
thuisfront maar ze zijn er in Kuurne blijkbaar heel gerust in. Ja,ja, tot
dinsdag
Na een lekkere avondwandeling genieten we nog eenmaal van
die mooie sterrenhemel waarvoor Afrika garant voor staat. Morgen, na bijna 6550
KM op onze teller, eindpunt : Cape Town, South Afrika Als Jan zijn motor niet
tegenpruttelt
We malen onze laatste 100 KM af via de Westcoast National
Park-route dewelke parallel loopt met de R27. Een kronkelende weg tussen het
groen en de duinen en waar er normaal gezien nog wat wild zou moeten te zien
zijn. Maar uitgezonderd drie verloren gelopen struisvogeltjes wordt er niets
meer gespot.
Wanneer we terug de R27 oprijden zien we al, ongeveer 50 KM
voor Kaapstad, de Tafelberg aan de mistige horizon.
Kaapstad is in die twee jaar nog maar bitter weinig
veranderd. We rijden langs veel herkenningspunten, het dorpsbord PAARL, waar we
vorig jaar een gezellig onderkomen vonden, de kapotte brug over de autosnelweg,
maar vooral het binnenrijden tot aan het Waterfront. Het is hier lekker 27
graden en volgens mij is het hier vooral windstil omdat de Tafelberg de stad
half omringd.
De haven straalt alles uit wat westers is: leuke terrasjes,
Shopping Mall, straatanimatie en eten en drinken overal verkrijgbaar. Een
groter kontrast kan je met het binnenland van Afrika niet verwezenlijken.
Via onze huisbazin van onze laatste B & B De
Strandloper krijgen we een onderkomen bij haar nicht, hier in Blouberg, een
tiental KM van het centrum van Kaapstad vandaan.
Hildegard Kuun heeft hier een groot huis op het afgesloten
domein Benguala Beach, omringd met zware stenen muren, prikkeldraad en ijzeren
dranghekkens.
Ze heeft een fabuleus zicht op de Atlantische Oceaan en kan
iedere avond genieten hoe de zon in de zee verdrinkt maar die stenen en ijzeren
bouwsels rond het huis maait veel weg van het romantische spektakel aan de horizon
Dit zie je overal in en rond Kaapstad: ommuurde woningen. De
schrik moet er hier dik inzitten. Wij kunnen ons geen leven voorstellen in deze
woonbare strafkampen en toch maken zij er geen probleem van. Zij zijn ermee
geboren denk ik.
Wanneer we s avonds een avondwandeling maken aan zee heb je
nochtans nimmer het gevoel van onveiligheid ofwel moet dit ergens om de hoek schuilen,
maar ik vind er geen.
Ons laatste avondmaal op Afrikaanse bodem wordt in
Afrikaanse stijl afgesloten in een jawel, Afrikaans restaurant. Bij Moyos
worden we op onze wenken bediend.
Dit was het dus, Dikke drie weken Afrikaans temperament,
oefenen in geduld en iedere dag worden verrast van het landschap, de mensen en
hun cultuur.
We zullen het weer missen wanneer we de Europese winter in
Kuurne zullen moeten trotseren, maartroosten ons met het feit dat een koude winteravond aan het haardvuur
OOK gezellig kan zijn..als verkiezen we stiekem toch het vuur van de Afrikaanse
braai
Na ons ontbijt aan het Bloubergstrand rijden we voor de
laatste keer met ons motorke naar Kaapstad, maar wel om onze tweewieler binnen
te brengen. Einde van ons avontuur.
Een taxi brengt ons naar onze laatste stop op Afrikaanse
bodem : Cape Town Airport.
Om 16 uur zou een viermotorig ijzeren gestel ons tijdens de
komende avond, nacht en morgen veilig en wel moeten terug brengen naar onze
schatten in Kuurne. De tussenstop in Johannesburg en Istanbul nemen we erbij,
maar nu kan het niet vlug genoeg gaan