Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Dat Dacht Ik Al
04-02-2006
Nog niet zo lang geleden heb ik mijn vriend Arthur voor de autorodeo's wakker geschud. Dat er een rodeokampioen van het zuiverste water in hem school had ik meteen gezien. Hij zelf natuurlijk niet. Maar de originele manier waarop hij met zijn eigen auto door de koffer van een andere auto reed en langs de achterdeur weer wegglipte, een driedubbele sliding maakte, gevolgd door een koprol een een schuiver van 80 meter om precies tegen de enigste paal die daar in de wijde omtrek stond, tot stilstand te komen, deden iedere twijfel vergaan als sneeuw voor de zon. Arthur is een van mijn beste ontdekkingen geweest. Zijn eerste race was fantastisch, ik zie nog voor me hoe hij met een gebroken stuur in de handen voorthobbelde op drie wielen en een spuitende radiator en toch nog als eerste over de finish vloog. Hij vloog alleen iets te schuin. De mensen staan zich ook altijd veel te dicht aan de kant te vergapen tot er iets gebeurt. Heerlijk hoe hij met zijn opgedreven karretje door en onder het slijk voortbaggerde. Vlak voor de aankomst reed hij los een huis binnen en langs de achterdeur buiten, zoals het een goede gast betaamt. De spontane hulde die hem toen werd gebracht door de inwoners, die hem wilden overstelpen met alles wat ze maar te pakken konden krijgen, snoert me nog de mond van emotie. Ik mag zeker Theo niet vergeten. Het zal u niet verwonderen dat ik in hem een gamma van skikwaliteiten ontdekte die niemand in hem had gezien. Ik klopte hem ferm op de schouders en op een vertrouwelijke toon zei ik tegen Theo: "Gij moet skiën!" Ik moet zeggen dat Theo veel meegaander was dan vele van mijn andere ontdekkingen. "Theo, in mijn ogen stuift ge reeds aan tachtig in het uur door de dwarrelende stuifsneeuw, los van deze wereld, groots en onvergetelijk, ... als een koninklijke adelaar!" Soms moet één enkel woord het doen, iemand over de streep trekken. Het woord adelaar deed het. Theo veerde recht, stak zijn kin nog verder dan zijn borst vooruit en zei: "Wanneer?" Zoiets moogt ge niet laten koud worden dus ik zeg: "Waarom niet nu? Wat staat ge daar nog te suffen? Uw koffers moesten al gepakt zijn!" We logeerden in 'Zum Gretlchen' in Söll, een sprookje van sneeuw en eikenhout, met een knapperende haard en lieftallige dienstertjes die de koude na zonsondergang direkt doen vergeten. Reeds twee uren na onze aankomst had hij zijn volledige ski-outfit aangekocht en liet hij trots de foto zien die hij had laten maken. Hij zag er indrukwekkend uit. Op foto. In zijn ogen strraalde een gloed en een kunkering naar de ongerepte verten. Dezelfde namiddag vertrok Theo met de voorbereidende klas naar de skihellingen om er zijn eerste lijntjes in de sneeuw te trekken. Wat mij betrof, ik troostte me bij de haard en de poezelige dienstertjes met de gedachte dat skiën mijn ding niet is. Ik kon vroeger uren en uren op de latten staan, geen meter vooruit komen maar me toch gelukkig voelen. Soms gebeurde het dat ik toch vooruitging. Of achteruit. Afhankelijk op welke helling ik stond. Dan stelde zich altijd de vraag: hoe kom ik tot stilstand? Meestal liet ik mij dan vallen. Geef mij dan maar zo'n dienstertje. Toen Theo van zijn eerste les terugkwam stond zijn haar weliswaar in pieken op zijn hoofd en trok hij een verwonderd gezicht alsof er sneeuw uit zijn oren kwam, maar zijn onwrikbare houding sprak boekdelen. Wordt vervolgd.
Zelf ben ik nooit zo'n sporter geweest die er genoegen in schept het lichaam af te beulen met fietsen, zwemmen, hardlopen, verspringen, voetballen, kogelslingeren, boksen, tennissen, bodybuilding, paaldansen of gewichtheffen. Hoe meer ik vanaf de zijlijn naar deze aktiviteiten kan kijken zonder er zelf aan deel te nemen hoe leuker ik ze vind. Mijn talent situeert zich op een heel ander terrein, namelijk al deze vormen van zelfexpressie te stimuleren en te ontbolsteren bij mijn medemens. Het is verbazingwekkend over hoe weinig zelfinzicht mijn medeburgers beschikken en het is mijn gave en vooral mijn plicht om deze onvermoede talenten die ik bij hen aanwezig weet, niet verloren te laten gaan. Ziedaar mijn levensdoel. Zo heb ik een vriend die zonder mijn voortdurende prikkel de schrijnwerker zou gebleven zijn die hij was. Het was de manier waarop hij zijn hamer zwaaide die mij deed beseffen dat ik hier een geboren bokser voor mij had. Toegegeven, hij heeft niet het figuur van een Hercules en verder dan de kategorie pluimgewicht zal hij niet komen maar daar gaat het niet om. Zelfs een opdondertje als Willy kan het ver schoppen als hij door de juiste handen wordt gekneed. Hij zelf had geen flauw vermoeden van zijn kapaciteiten maar zulks was ook niet nodig. Ik moest het zien. En ik zàg het! Ik zag dat er een kampioen van het zuiverste water in hem schuil ging. De sukkelaar wist het alleen zelf nog niet. Ik klopte hem overgelukkig op de tengere schouders en zei, met dezelfde goedgevooisde stem die al zovele koene knapen in de armen van de roem had gedreven: "Willy, gij moet boksen!" "Ik moet wat?" vroeg hij met een verschrikking in zijn blik die men aantreft bij elke man wanneer hij op het keerpunt van zijn leven staat. "Boksen, Willy, boksen, geloof me als ik het zeg, uw longen ademen het uit, uw hart kent geen ander verlangen meer, ge hebt er aanleg voor. Vooruit, wat zegt ge, laat horen wat ge te vertellen hebt, voor de dag ermee, gooit het eruit." "Jamaar, ik ben timmerman", protesteerde hij. "Maar precies, beste kerel, ge zegt het zelf, wie kan er beter op los timmeren dan een timmerman, ziet ge het niet, dat alles was slechts de voorbereiding voor het hogere doel, de kiem voor het echte werk." Zijn neusvleugels begonnen reeds te trillen. Uit ervaring weet ik dat dat een goed teken is, ondanks zijn doorgezakte schouders, magere ribbenkas en dunne spillebenen. Ik zag hem nog een schichtige blik werpen naar de deur om, zo snel als zijn beentjes hem konden dragen, naar een vergeten plekje in het oerwoud van de vergetelheid te rennen. "Ik doe nog geen vlieg kwaad", riposteerde hij, "hoe kan ik dan een medemens pijn doen?" Ik moest hier korte metten mee maken en doorslaande argumenten gebruiken. "Beste Willy, ge hebt een groot voorbeeld. Wie was er een zoon van een timmerman, hij die zijn tegenstander een andere wang zou toekeren, die de kelk aan hem wou doen voorbijgaan maar ze toch uitdronk, die vergevingsgezindheid predikte? Wie, Willy, wie?" "Bedoelt ge misschien Jezus?" "Precies Willy, niemand minder, en was het niet Hij die de Farizeeën met een zweep uit de kerk ranselde, de witgekalkte graven, de huichelaars? Neem een voorbeeld aan Hem! Gij zijt een instrument Gods, Willy. Erken het, vecht er niet tegen, integendeel, vecht tegen uw tegenstanders. Bezie hen als de tollenaars, de huichelaars en ransel ze door de ring, het is uw plicht, uw gave, en gij zult het koninkrijk gods als een kind betreden. Zijn wil geschiede en niet die van Willy! Wat zegt ge?" Zijn borstomvang was ondertussen bijna verdubbeld, zijn ogen schitterden, zijn mond kreeg een vastberaden trek. "Ik doe het", zei hij. Kijk, op zo'n moment haal ik voldoening uit mijn werk. Mijn taak zit erop. De rest is aan hen. Niet dat ik hen vergeet, want als het zo uitkomt kom ik hen nog wel eens tegen en informeer ik nieuwsgierig naar het verdere verloop van hun carrière, maar dat is niet belangrijk meer. Ik heb de aanzet gegeven, de aftrap zo je wil. De match moeten ze zelf spelen, daar heb ik geen affaire meer mee. Onlangs heb ik hem trouwens nog terugzien. Ik heb hem een trapje op geholpen, want met die rolstoel was dat nogal ongemakkelijk. Hij was terecht verontwaardigd dat er geen loopplank voor gehandicapten was. Hij zag er al bij al behoorlijk uit. Die blauwe plekken trekken wel weg binnen een week. "Toch nog altijd beter in een rolstoel dan op krukken, vooral met twee gebroken benen", zei ik tegen hem. Maar hij kon er niet mee lachen omdat zijn gezicht strak in het verband zat.
een paar regeltjes om te laten weten dat we nog leven. Ik schrijf deze brief langzaam omdat ik weet dat je niet snel kan lezen. Je zult het huis niet herkennen als je terugkomt, want we zijn verhuisd. Je vader heeft ergens gelezen dat de meeste ongevallen gebeuren binnen de 10 km van de woonplaats en dus zijn we wat verderop gaan wonen. Je zus heeft ondertussen een baby gekregen. Ik weet nog niet of het een jongetje of een meisje is, dus kan ik je nog niet vertellen of je oom of tante geworden bent. Je oom George is vorige week verdronken in een vat whiskey in de brouwerij waar hij werkt. Een paar collega's doken hem nog na, maar hij vocht dapper terug. Ze hebben hem eergisteren gecremeerd. Het vuur smeult nu nog altijd na. Het heeft hier deze week twee maal geregend, eerst vier dagen en toen drie. Ge ziet, het is hier al niet veel beter. Volgens nonkel Tuur is een pedaalfiel een wielertoerist, iemand die graag fietst. Je vroeg ons om je dikke jas op te sturen, maar tante Tinne zei dat de knopen te zwaar waren om op te sturen met de post, dan zou het teveel kosten, dus die hebben we er eerst afgeknipt en in de binnenzak gestopt. Ik hoop dat je het goed stelt en dat je behouden weerkeert. We zien je over een paar dagen. Behalve oma, want die is stekeblind, die ziet nog geen koe in een wijwatervat. Ik was van plan nog wat geld bij te sluiten maar ik had de envelop al dichtgeplakt. Mocht je deze brief niet toekrijgen, laat het dan weten, dan stuur ik een andere. Dikke knuffel van ma en pa.
Oh en weet je wat? We hebben ook een kursus EHBO gehad. Toen Danny in het water dook en niet meer bovenkwam hebben we hem moeten loswrikken en kwetste hij zich aan zijn arm. We hebben zelfs geleerd hoe je een tourniquette legt. Dat is een knoop om grote wonden mee af te binden. Ik heb toen wel moeten overgeven en sommige andere kinderen ook, maar volgens de jeugdleider is dat omdat we die vieze kip hebben gegeten. Hij zegt dat die hetzelfde smaakte als het eten in de gevangenis. Ik ben echt blij dat de jeugdleider vrij is gekomen en dat hij nu met ons op kamp gaat om zijn leven te beteren. Hij zegt dat hij voortaan alles veel beter gaat doen. Wat is eigenlijk een pedaalfiel? Zo ik ga stoppen met schrijven. Straks gaan we naar de stad om onze brieven te posten en om vaseline te kopen. Dat dient om spelletjes te spelen zegt de jeugdleider. Maak u maar niet ongerust. We stellen het goed.
We mogen dan om de beurt op de bergwegen rijden, daar zijn veel bochten, dat is dus wel spannend. Alleen spijtig dat de politie ons juist tegenhield toen ik aan het rijden was. Hij ging eens met jullie komen praten, zei hij. Maak jullie niet ongerust, we zijn in goede handen. De jeugdleider is echt een toffe knul. Deze morgen ging iedereen zwemmen in het meer. Ik mocht niet mee omdat ik niet kan zwemmen, en Bartje kon ook niet zwemmen, met zijn gebroken armen. Maar we mochten wel met de kano's varen, wij met ons twee. Helemaal tot aan de overkant. Als je in het water kijkt, kun je de bomen zien die door de overstroming onder water staan. Onze jeugdleider is niet zo lastig als die andere van vorig jaar. Hij werd zelfs niet kwaad toen we de zwemvesten vergeten waren. Hij heeft het te druk met het repareren van zijn auto. We laten hem dus zoveeel mogelijk gerust.
We moeten u van onze jeugdleider een brief schrijven, om jullie gerust te stellen, in geval jullie de overstroming hebben gezien in het nieuws. We stellen het goed. Er is maar één tent weggespoeld en ook twee slaapzakken. Gelukkig is er niemand verdronken. Toen de overstroming gebeurde, waren we juist op de berg naar Bartje aan het zoeken. Oh, ja, bel je even naar de mama van Bartje om te zeggen dat hij het goed stelt? Hij kan namelijk zelf geen brief schrijven met zijn twee gebroken armen. Ik heb mogen meerijden in de jeep van de reddingswerkers. Dat was keitof! Als het niet zo fel gebliksemd had zouden we Bartje nooit gevonden hebben. De jeugdleider was een beetje kwaad op Bartje, omdat hij alleen de bergen in trok zonder het te zeggen. Dat is niet helemaal waar, hij had het wel gezegd, maar de jeugdleider was toen bezig met het blussen van de brand, misschien heeft hij daardoor Bartje niet gehoord? Wist je dat, als je een gasfles in het vuur gooit, dat die dan ontploft? Het hout van de bomen was te nat om te branden, maar wel één van de tenten en sommige van onze kleren. David zal er wel een tijdje raar uitzien, tot zijn haar weer is bijgegroeid. Als de jeugdleider de minibus gemaakt krijgt, zijn we zaterdag weer thuis. Het was niet zijn fout dat we gebotst zijn. Toen we vertrokken, waren de remmen nog heel goed. De jeugdleider zegt dat het normaal is dat zo'n oude auto soms kapot gaat. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom hij geen verzekering kan krijgen. Wij vinden het wel een toffe kamionette. De jeugdleider vindt het niet erg als we hem vuil maken. Er staan tien zetels in, maar we kunnen wel met twintig in de auto.
Alweer een nieuwe rubriek in Dat dacht ik al: HIJ - ZIJ. Alledaagse situaties gezien door de ogen van een vrouw én haar man, of omgekeerd. Deze maand: "De grote schoonmaak".
ZIJ: Ik was net begonnen met mijn jaarlijkse schoonmaak, die zoals altijd weer een paar maanden vertraging had opgelopen. Die voorjaarsschoonmaak was één van die leuke dingen die ik van mijn moeder had geërfd en waar ik lustig mijn hartje kon aan ophalen. Urenlang rondslofferen tussen die oude afgedankte spulletjes op zolder en lekker spinrag buitenvegen. Julien, de goeierd, vond dat natuurlijk flauwe kul, maar als het van hem afhing zouden we volgend jaar met kakkerlakken zitten. Nou, ik trok dus dat oude gordijn weg, dat Julien, de lieve schat, vorig jaar dwars door de zolder gehangen had, toen ik dat lijk vond. "Schàààt, er hangt een lijk op zoldèèèèr!" Ik hing mijn kop door het zoldergat en riep met al mijn vrouwelijke intonaties zo hard mogelijk om Julien boven te krijgen. Hij zat natuurlijk weer verdiept in Sport 2006, de schavuit. "Schàààt, kom nou eens naar boooven, ik krijg dat lijk nooit alleen wééég!" Geen beweging, geen geluid. Dus trippelde ik maar het zoldertrapje af, liep even de badkamer in om mijn haar wat te fatsoeneren en mijn décolleté een stuk naar beneden te trekken. Ik wist onderhand wel hoe ik Julien moest aanpakken, de kneuterige dreumes. Met mijn meest zwoele blik zweefde ik heupwiegend de huiskamer in, en vond Julien daar, morsdood op de grond. "Hé, flauwerd!".
HIJ Ik zat net in die smerige, godvergeten rotanzetel mijn draai te vinden om met enig gemak de Playboy door te lezen, toen Juliette, de teef, weer door het trapgat hing te gillen. Juliette was begonnen met die afschuwelijke gewoonte van haar moeder en zat in die klote zolder te rotzooien. Wat moest dat wijf weer van me? Kon ze me dan niet met rust laten? "Schàààt, er hangt een lijk op zolder!" Aai. Ze had Jules gevonden. Daar had ik niet meer aan gedacht. Wat moest ik doen? Met een ruk vloog ik uit de rotanzetel die natuurlijk weer aan mijn broek bleef hangen, het kolereding. Ik gooide de Playboy onder de stapel Sports Illustrated en liep naar de keuken achter een vleesmes, om eindelijk, eindelijk Juliette voor eeuwig het zwijgen op te leggen. Waar lag dat verdomde mes? Teneinde raad, want die vervloekte trien kwam al de trap afstommelen, greep ik het keukenmes en struikelde in mijn haast. Ik viel met mijn borst pal op het mes. Doorheen mijn laatste doodsreutel hoorde ik de imbeciel nog wauwelen: "Hé, flauwerd!".
Hallo, welkom bij de Pathologische Hulplijn! - Indien u een dwangneurose hebt, druk dan voortdurend op cijfer 1. - Bent u sterk afhankelijk of hebt u een symbiotische relatie, vraag dan iemand om het cijfer 2 in te drukken. - Lijdt u aan een meervoudig persoonlijkheidssyndroom, druk dan de cijfers 3, 4, 5 en 6. - Bent u paranoide-depressief, blijf dan even aan de lijn zodat we u kunnen traceren. - Bent u schizofreen, luister dan aandachtig naar het stemmetje dat u zal zeggen welk cijfer in te drukken. - Hebt u waanvoorstellingen, druk dan cijfer 7 en uw oproep wordt doorgeschakeld naar het moederschip. - Bent u dyslectisch, druk dan 69696969696969. - Hebt u geheugenverlies, druk dan 8 en vervolgens uw naam, adres, geboortedatum en telefoonnummer. - Lijdt u aan kortetermijn-geheugenverlies druk dan 9, lijdt u aan kortetermijn-geheugenverlies druk dan 9, lijdt u aan kortetermijn-geheugenverlies druk dan 9. - Bent u depressief, maakt het niet uit welk cijfer u drukt, er antwoordt toch niemand.
In de Rijn zwommen vijf vissen Ze waren al jaren gesyndikeerd en niemand die ze kon klissen
In de monding van de Spree zat de top van het ABVV Het waren rooie garnalen en trokken altijd volle zalen
Een lichtblauwe amoebee liep op de bodem van de Ijzer Sinds vorig jaar bij het ACOD was hij nu eenmaal niet wijzer
In de Schelde zwom een paling afgevaardigde van het ACV Hem nam niemand in de maling zeker niet die van de PVV
Een sprotje in de Demer verlangde bij dageraad en schemer naar zijn mammie in de Mediterranée Maar het zat hem allemaal niet mee want zijn délégé zat in de zee.
Omdat wij van vele markten thuis zijn en onze wijsheid niet onder stoelen of banken willen steken, openen wij vanaf heden onze "Vriendendienst". Hebt u problemen op medisch, psychisch, sociaal, juridisch of schoonheidsgebied: onze experts staan met raad en daad voor u klaar. Zendt ons duidelijk omschreven een konkrete vraag (één vraag per probleem) en wij doen de rest. Wij garanderen volledige animositeit en geven geen persoonlijke informatie door aan derden. Vermeld even "Vriendendienst" zodat het voor ons ook duidelijk is dat het voor "Vriendendienst" is, want dynamisch als we zijn, openen wij in de toekomst nog andere diensten en je zal maar je probleem in de verkeerde rubriek zien terechtkomen! Dat willen we niet. Het juiste probleem voor de juiste persoon in de juiste rubriek met de juiste oplossing. Daar gaan we voor! Om de boel op gang te trekken geven we alvast enkele voorbeelden.
"Het is nu al een jaar, dat ik 's morgens al mijn tijd verlies omdat ik niet kan kiezen tussen mijn roze en mijn blauwe haarlint. Mijn moeder zegt dat ik pathologisch ben. Wat wil dat zeggen? En wat kan ik doen?" Elsje uit St.N.
Antwoord: Pathologisch wil gewoon zeggen 'ziek'. Zeg maar tegen je moeder dat je helemaal niet ziek bent, maar een heel normaal, modern meisje. Zeg maar dat ik het gezegd heb. En als ik jou was zou ik eens een groen haarlint proberen! Oja, in het vervolg één vraag per keer hoor.
"Sinds we een hondje gekocht hebben, kijkt mijn vrouw niet meer naar mij om. Hoe verzorg ik best die hond?" Hans uit M.
Antwoord: Trek het je niet aan. Sla onze speciale editie 'Hoe-Verzorg-Ik-Mijn-Troeteldier'-Ddia-uitgave erop na en je vindt alle info. Een exemplaar is nog te krijgen mits overschrijving van een behoorlijk bedrag op onze bankrekening met vermelding 'Troeteldier'.
"Ik ben secretaresse. Steeds wanneer ik naar het werk ga, beginnen mijn panty's af te zakken. Daardoor struikel ik altijd op het ogenblik dat ik het bureau binnenkom. Ik ben teneinde raad." Emma uit P.
Antwoord: Heb je al eens zelfklevende collants geprobeerd (auto-collants), verkrijgbaar in de speciaalzaak?
"Ik zou willen scheiden omdat ik verliefd ben op de neef van de man van wie ik hou. Het is verder ook zo dat mijn man houdt van de dochter van de vrouw waarop hij verliefd is. In feite zijn wij niet getrouwd, omdat ik al eerder getrouwd ben met de vader van de vriend van mijn man, maar dat weet mijn man niet. Ik zou hem ook niet willen kwetsen, door hem te vertellen dat ik al getrouwd was voordat ik met hem trouwde, omdat ik erg veel van hem hou. Wat moet ik doen?" Lutgarde uit O.
Antwoord: Kijk elke dag naar een aflevering van 'Days of our lives' en je zult blij zijn met de eenvoud van je leventje. Als dat niet helpt, probeer dan eens het bitumen-dieet van dr. Le Compte.
"Mijn vriendje vindt dat ik wat veel haartjes heb rond mijn tepels. Mag ik die uittrekken?" Viv uit S.
Omdat wij deze ruimte niet volledig willen laten verloren gaan aan gebeuzel en prietpraat heeft de voltallige redaktieraad besloten om ook schrijfsels van echte auteurs in deze kolommen op te nemen. Omdat wij beseffen dat jonge getalenteerde schrijvers moeilijk aan de bak komen willen wij hen een forum bieden dat hen in staat stelt enige landelijke bekendheid te verwerven. Daartoe lezen wij zelf een of meerdere penneprodukten en geven dan een korte inhoud of kommentaar. Een boekenrubriek als het ware. Wij hebben de eer om het startsein te geven met de heer Gert Oosterhuys. Deze jonge kerel is woonachtig in het schilderachtigeWeelde, maar het is niet omdat hij er woont dat hij er ook zo leeft. Integendeel. Zopas voltooide hij zijn eerste streekroman in drie delen, wat we gerust een trilogie kunnen noemen. Het gaat om volgende delen: 1. Wanneer de blaren vallen. 2. Als de kokosnoten vallen. 3. En weer wuiven de palmen. Vandaag bespreken wij het eerste deel. Om u enig idee te geven over de rijkelijke verhaallijn schetsen we kort de belangrijkste personages en hun wedervaren. De boeken zijn uitgegeven in eigen beheer en kunnen bekomen worden bij Gert thuis, hij heeft een hele voorraad in de kelder liggen, p.o.t.k.
WANNEER DE BLAREN VALLEN Kronieken van een familie.
Frans Van Gems trouwt met Alberta Roosewater op dezelfde dag dat Carlo Overwater huwt met Françoise Limmertingen.Vijf maanden later trouwen Gust Boons en Leontine Terp. Het koppel Van Gems krijgt vlug na elkaar drie kinderen: Raoul, Herman en Gilberta. Van deze kinderen wordt Raoul missionaris en gaat Gilberta na een onverkwikkelijke liefde in het klooster. Zij brengt echter eerst een buitenechtelijk kind ter wereld: Joske. We mogen de familie Boons niet vergeten: vlot brengt Leontine zeven kinderen ter wereld. Jeanne, Georges, Henrietta, Hendrik, Isidoor, Johan en Dirk. Herman wijkt uit naar Mombassa. Josefien trouwt met Alfons. Op zeer jonge leeftijd huwt Hugo (omwille van het geld) met de veel oudere Jeanne. Hij wordt door haar stiefmoederlijk behandeld en nadat Jeanne het enig kind heeft gebaard, Markske, vraagt hij de echtscheiding aan en wordt lid van een sekte. De overblijvende kinderen van Gustaaf en Leontine vernoemen we niet: zij vergooien hun leven en gaan werken. Ondertussen krijgen Josefien en Ludo een kind: Andrea. Andrea huwt met Mark en krijgt drie kinderen: Albert, Jos en Robert. Deze laatste trouwt een vondelingetje van de derde generatie: Clementine. Zij krijgen op hun beurt één kind dat Roger heet. Albert en Jos plegen zelfmoord als zij in aanraking komen met twee onweerstaanbare vrouwen. Isidoor slaat Mark het ziekenhuis in omwille van een erfeniskwestie terwijl Johan, die inmiddels een scheve schaats rijdt met Françoise, zijn twee gehandicapte kinderen verwaarloost. Hendrik veroorzaakt een familievete doordat hij met een stamboomonderzoek begint. Tot zover een beknopte schets van deze boeiende roman. Het lijkt ingewikkeld maar eens je aan het lezen bent laat het verhaal je niet meer los. Vlotte schrijfstijl, doorspekt met het sappige plaatselijke dialekt. Handig is de in bijlage meegeleverde stamboom waardoor je een en ander goed kunt volgen. Een aanrader.
De Janssens hadden geen kinderen en besloten een donor te zoeken om hun gezin te starten. Op de dag dat de donor langs zou komen, moest mijnheer Janssens op zijn werk zijn. Dus hij kuste zijn vrouw en zei "Ik ga ervandoor, die meneer zal hier snel zijn".
Een half uur later kwam heel toevallig een deur-aan-deur babyfotograaf langs en belde aan bij de Janssens. "Goedemorgen mevrouw, u kent me niet, maar ik ben hier om..."
"Oh, je hoeft niets uit te leggen hoor, ik verwachtte je al", onderbrak mevrouw Janssens hem.
"Werkelijk?" vroeg de fotograaf. "Nou, prima! Mijn specialiteit zijn baby's"
"Dat hoopten mijn man en ik al. Kom alsjeblieft binnen en ga zitten. Euh, waar gaan we precies beginnen?" vroeg mevrouw Janssens blozend.
"Laat alles maar aan mij over, mevrouw. Meestal doe ik er eerst twee in de badkuip, één op de bank, en soms nog een paar op het bed. Vaak is de vloer in de huiskamer ook leuk. Dan heb je een groter oppervlak".
"Badkuip, huiskamervloer? Geen wonder dat het niet werkte voor mij en Harry".
"Nou, mevrouw, niemand kan het in één keer goed doen. Maar als we verschillende posities proberen, en ik schiet van zes of zeven verschillende hoeken, dan weet ik zeker dat u tevreden zal zijn over de resultaten".
"Ik hoop dat we dit snel achter de rug hebben", piepte mevrouw Janssens.
"Mevrouw, in mijn soort werk, met een man zijn tijd nemen. Het kan makkelijk binnen vijf minuten, maar dan weet ik zeker dat u daar niet tevreden over zult zijn".
"Ik weet het wel zeker!", riep mevrouw Janssens uit.
De fotograaf opende zijn koffer en pakte zijn album met babyfoto's. "Deze is gemaakt op de bovenkant van een dubbeldekkerbus midden in Antwerpen".
"Mijn God!", riep mevrouw Janssens uit, aan haar zakdoek plukkend.
"En deze tweelingen zijn bijzonder goed gelukt, er rekening mee houdend dat de moeder nogal moeilijk deed.
"Moeilijk?", vroeg mevrouw Janssens.
"Ja, helaas wel. We moesten uiteindelijk naar het stadspark om het voor elkaar te krijgen. Overal om ons heen stonden mensen te dringen om het maar goed te kunnen zien".
"Te dringen?", vroeg mevrouw Janssens, hoor ogen open van verbijstering.
"Ja, en voor langer dan drie uur. Met mens bleef maar schreeuwen en kommentaar geven. Ik kon me amper koncentreren. Toen begon het donker te worden en moest ik het snel afwerken. Toen er uiteindelijk eekhoorntjes aan mijn gereedschap begonnen te knabbelen, moest ik alles wel snel terugstoppen".
Mevrouw Janssens leunde naar voren. "U bedoelt dat ze werkelijk aan uw .. euh, gereedschap knabbelden?"
"Jazeker. Nou mevrouw, als u er klaar voor bent, zal ik de standaard opzetten, zodat we aan de slag kunnen".
"Standaard?" Mevrouw Janssens keek nu ontzettend bezorgd.
"Ja natuurlijk, ik heb de standaard nodig om mijn Canon op te laten rusten. Hij is veel te groot om vast te houden wil ik goed kunnen schieten" Mevrouw, mevrouw...? Lieve deugd, ze is flauwgevallen, zou ik iets verkeerds gezegd hebben?"
Gaarne zou ik deze mogelijkheid willen aangrijpen om te solliciteren naar een functie bij Uw bedrijf.
Ik ben axs... (sorry, de letter "x" doet het niet meer, daarom gebruik ik dan maar de "x", in pxaats van de x). Goed.
Ik ben dus axs 17-jarige jongeman van de XTS afgekomen, toen ik een prachtige aanbieding kreec (nou doet de xetter "c" het ook ax niet meer. Ik cebruik dan wex de xetter "c"). Coed. Ik kreec dus axs 17-jarige jonceman een prachtice aanbiedinc bij een instaxxatie bedrijf axhier. Daar heb ik cedurende drie en een haxf jaar met veex cemoecen cewerkt. (U ziet, de xetter "m" bxijft ook stekem. Im pxaats daarvam tik ik de xetter "m" wex).
Ik hoop miet dat U dit vervexemd vimdt. Dat komt mamexijk zo. Ik heb dit toetsembord cekocht op de markt. Tweede-hamds matuurxijk. Mu bxijkt dus weer dat ik eem crote miskoop heb cedeem. Mou is de xetter "e" efcebrokem. Mou je, dem meer de xetter "e". Coed.
Ik ce verder met mijn cecevems. Me die drie em eem hexf jeer moest ik im diemvt. (De xetter "v" heeft het mu ook becevem. Duv tiep ik im pxeetv deervem de "v"). Toem ik uit diemvt kwem, bem ik weew meew dat imvtexxetie-bedrijf ceceem meew omdet det me miet meew beviex bem ik deew meew weew wecceceem (U zuxt wex xemewkt hebbem det de "w" het ook miet meew wewkt. Vemdeew det ik de xettew "w" deewvoow cebwuik.
Ik pem (de "p" iv mu ook kepot, im pxeetv deewvem de "p") toem moc omceveew twee meemdem wewkexuuc ceweevt. (Im pxeetv vem de "u" tik ik de "u"). Cexxutic (he peh de "t" wewtt uut miet meew). Cexxuttic mem de zeet eem wemdimc. It tweec weew wewt, em wex pij eem eenmemewvpe,wijf (wex vew, umme, ,e"," uet het uut ex miet meew), uv pij eem eemmemewv-pe,w%q. (wex exxemechtic, h%vxeet mu hexemeex up hux). Memeew, it vchei ew meew mee uit. ,it iv miet meew te ,uem. P%,eze twet it mijm vuxxicitetie im. Het heeqt m%mv imziemv ceem zim zu te vuxxicitewem.
Enkel door inspanning zal Jan er komen. Als Jan flink aanpakt zal hij er door komen. Als Jan flink zijn best doet komt hij er wel. Flink doorbijten en Jan zal een goede uitslag behalen. Als Jan niet zijn best doet zal hij er niet komen. Als Jan niet doorbijt komt hij er niet. Als Jan zich niet gedraagt loopt hij een flinke straf op. Door zijn vrijpostig optreden wordt Jan goed onder handen genomen. Om zijn onbetamelijke optreden wordt Jan flink aangepakt. Jan moet in de strafstudie blijven wegens zijn onhebbelijkheden. Jan zal er niet komen. Tenzij hij flink aanpakt. Als hij doorbijt kan hij er nog net komen. En een flinke uitslag behalen.
Sedert geruime tijd werd u door onze medewerkers gevolgd. Deze zijn tot het oordeel gekomen dat, gezien uw leeftijd, uw moeilijk karakter en uw wankele gezondheid, er van u niet veel meer te verwachten valt. Daar u met uw schamele voorkomen de schrik van de mensen bent en uw afgetakelde lichaam een doorn in het oog van de bevolking is, hebben wij besloten dat het tijd is om hier een einde aan te stellen. Hierbij verzoeken wij u zich aanstaande vrijdag aan te bieden om 15.00 uur stipt, in ons crematorium op bovengenoemd adres. Gelieve u aan te melden met voorlegging van deze brief, aan het onthaal. Daar zal men u inschrijven en verder verwijzen naar de chef-stoker op de eerste verdieping, oven 4. Een busticket kan u gratis bekomen bij de bevolkingsdienst van uw gemeente die door onze diensten reeds op de hoogte werden gesteld van uw erbarmelijke omstandigheden. De streekbus, lijn 64, stopt voor onze deur, makkelijker kan niet. U wordt verzocht te verschijnen met een fris geschoren gelaat, reine oren en vooral goed gewassen voeten, daar de geur van het verbranden op zich al voor genoeg overlast zorgt. Gelieve ook met ingang van woensdag geen alkohol meer te nuttigen om explosiegevaar binnen onze gebouwen te voorkomen. U dient mede te brengen: een zakje om de achtergebleven as in te deponeren. Dit mag een herbruikbare tas zijn, dit levert u extra spaarpunten op. In onze winkel kunt u desgevallend ook kiezen uit ons assortiment tupperware dozen met afsluitbaar deksel, in diverse kleuren en maten. Mocht u nog bepaalde lichaamsdelen ter beschikking willen stellen van de wetenschap dient u vooraf een afspraak te maken met Dr. Jankhorst van het Limburgs Universitair Centrum, afdeling Veeartsenijkunde, te Diepenbeek, die de nodige stappen zal ondernemen. Wij vertrouwen erop dat u in het belang van de mensheid volledige medewerking zult verlenen en wachten deemoedig op uw komst. Indien u nog vragen mocht hebben, aarzel dan niet kontakt met ons op te nemen. We ruimen ze graag voor u op. Daarna bent u aan de beurt. In afwachting, warme groeten.
Gisteren gebeurde het dat een man voor me bleef stilstaan, me even aankeek en toen zei: "Ik moet naar de Statiestraat". Hij zag eruit alsof hij zich vier dagen met een zeer bot scheermesje had geschoren. Ik zeg: "Dan gà je toch naar de Statiestraat!". Hij weer: "Ik weet niet waar de Statiestraat is..." Ik zeg: "Rechtdoor tot je niet meer kunt en dan links". "Jamaar, ik kan nu al niet meer", zegt hij. Ik zeg: "Het is maar een steenworp ver". "Hoever kun jij gooien misschien?" vraagt hij. Ik zeg: "De halve afstand van een boogscheut". "Met wat voor een boog dan, een wedstrijdboog of een kermisboogje?" wil hij weten. Ik zeg: "Dat maakt niet uit, ik schiet toch altijd maar even ver". "En dat is?" vraagt ie. "Wel, het dubbele van mijn steenworp". "Ja, daar heb ik wat aan" mompelt hij, "ik mot naar de Statiestraat". Ik zeg: "Dan gà je toch naar de Statiestraat!". "Maar ik ben met de wagen, ik kan moeilijk mijjn wagen hier laten staan en dat hele eind te voet gaan, en dan nog eens terugkomen ook", zegt ie. Ik zeg: "Dan rij je toch naar de Statiestraat, rechtdoor tot je niet meer kunt en dan links".Hij zegt: "Maar ik wil helemaal niet naar de Statiestraat". Ik zeg: "Dan gà je toch niet!". Hij zegt: "Neen, want ik ben met de wagen, ik ga sowieso niet... Weet u toevallig ook hoe laat het is?" Ik zeg: "Ja". "Oh, fijn. Nou, bedankt voor de inlichting. Nog een prettige dag", zegt hij. Hij stapt in zijn auto, schakelt in zijn achteruit en rijdt met een rotvaart achterwaarts de straat uit. Mafkees.
Jef Van Gansenwinckel is een verwoed vinkenkweker. Uit fierheid en ook omdat iedereen van de vinkenclub het hem al jaren vroeg, hield Jef heden voor alle geïnteresseerden een open deur dag van zijn volière ten einde zijn kweeksels en broedsels ten toon te spreiden en van een woordje uitleg te voorzien. Helaas zijn daarbij al zijn vogels gaan vliegen.