Inhoud blog
  • Goed om te weten
  • Tsja...
  • Belangrijke mededeling!
  • Conversatie tussen man en vrouw
  • Vrouwen komen van Venus, Mannen komen van Jupiler
  • Doktersbezoek
  • Star-log 3265.4
  • De ezel van mijn opa.
  • Once upon a time in Limburg
    Archief per maand
  • 12-2008
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
  • 12-2005
  • 11-2005
  • 09-2005
    Zoeken in blog

    Gastenboek
  • Ik denk het maar
  • dedju!
  • super grappig!
  • reactionele reactie
  • bedankt vadre

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Dat Dacht Ik Al

    23-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koene ridder
    Er was eens, in vervlogen tijde
    Een ridder moedig als geen twijde
    Hij was zo krachtig als een beul
    En woonde in een groot kasteul
    Met vijftig strijders, hele ruwe
    En zocht een vrouw om mee te truwen
    Hij was verzot op steektoernooien
    Van 's ochtends vroeg bij 't hanekrooien
    Tot 's avonds laat toog ten hij strijde
    Hij had het land aan pais en vreide
    Nu wilde het dat in die dagen
    Veel ridders naar de bergen tagen
    Omdat daar, volgens de berichten
    Een maagd in enen kerker zichtte
    Die daar werd bewaakt door een draak
    De ridder riep: "Dan ga ik aak!
    Wilt goed op mijn kasteel hier passen
    Want ik ga deze maagd verlassen!"
    Dus bij het krieken van de morgen
    Toog onze ridder naar de borgen
    En eensklaps stond hij voor de draak
    Maar dit bracht hem niet van straak
    Hij greep zijn zwaard, wou het ondier doden
    Toen plotseling kreeg hij medeloden
    De draak was hierdoor zeer ontroerd
    Nam met verstikte stem het woerd
    En sprak met tranen in zijn baard:
    "Doe maar een wens, hij wordt verhaard!"
    De ridder sprak daarop verheugd
    "Ik wens de vrijheid van de meugd
    die gij hier opgesloten houdt!"
    De draak zei: "Goed, maar luister goud!
    Maak eerst een vers op jullie samen!"
    Hij kreeg haar nooit....
    Hij kon niet ramen.

    23-12-2005 om 00:00 geschreven door ModestProdukties


    22-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontmoeting
    Klik op de afbeelding om de link te volgen - Hé Bertje, ik heb gehoord dat jij meewerkt aan een tijdschrift?
    - Dat wil zo gebeuren ja.
    - Leg eens uit, hoe is dat zo plots gekomen?
    - Dat is gegroeid eigenlijk, vanuit enkele jonge mensen met een andere kijk op de dingen.
    - Leuk. Jullie denken dus anders?
    - Ja, vooral breed.
    - Jullie zijn breeddenkend?
    - Precies. En we richten ons op algemeen maatschappelijke belangen.
    - Zo. Maar er zijn toch al zoveel van die tijdschriften...
    - Maar niet zoals het onze.
    - Wat is het verschil?
    - Wij denken niet alleen breed maar ook positief én relativerend.
    - Wat toevallig.
    - Hoe bedoel je?
    - Ik werk ook mee aan een tijdschrift.
    - Toch niet in een ploeg jonge mensen met een andere kijk op de dingen?
    - Hoe raad je het?
    - En jullie denken uiteraard anders!
    - Ja, voornamelijk breed, wij denken in de breedte.
    - En jullie richten je...
    - ... op algemeen maatschappelijke belangen.
    - Ik had het kunnen weten.
    - En we zijn positief én relativerend.
    - Nog iets misschien?
    - Met de nadruk op onzin.
    - Dat dacht ik al.
    - Aha, je kent ons dus?

    22-12-2005 om 21:41 geschreven door ModestProdukties


    21-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ambtenaar en de kunst van het werken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dhr. S, die om begrijpelijke redenen anoniem wenst te blijven, stuurde ons de blauwdruk van een kompakt boekje, door hemzelf geschreven. Dit werkje draagt de vermelding: "Nuttige tips voor mensen die werk willen maken van het niets-doen". Wij willen jullie enige van die tips niet onthouden. Je weet maar nooit waar het goed voor is. Ziehier dan.
    "Je moet laten doorschijnen dat je het druk hebt. Druk bezette mensen worden minder lastig gevallen. Ik leerde stilaan de kunst om een dynamische sfeer rond mij te scheppen, terwijl ik in feite geen bal uitstak. Blijf dus nooit te lang op eenzelfde plaats. Een dynamisch iemand wordt gekenmerkt door dynamiek, door verplaatsing. Loop regelmatig met formulier P door verschillende bureaus, gangen en liften. Als je een lift neemt, ga dan als het kan een verdieping te hoog of te laag. Dan kan je nog eens terugkeren. De beste plaats voor je bureau is een hoek, liefst met je rug naar de muur. "Een kamertje alleen", hoor ik de leek zeggen. Mis. Als je alleen bent, ziet niemand dat je bezig bent en 'bezig zijn', dat is juist de clou. Als je dan terugkomt van je loopje met formulier P (dat notabene attest Z had moeten zijn, zodat je eventueel nog eens kunt...), begin je een fiktief verslag te typen. Je bergt dit op in mapje A en haalt uit mapje B een paar papieren die je nakijkt, volstempelt en ofwel verscheurt, ofwel klasseert in mapje C. Mapje B en C bevatten de papieren uit mapje A die je na een dag overhevelt. Vergeet trouwens niet er een paar copies van te maken. Tussendoor draai je nog een paar keer je eigen telefoonnummer, als er niemand thuis is en dus niemand kan opnemen.
    Stapeltjes. Zonder stapeltjes ben je gezien. Een collega van me heb ik het zien proberen, maar toen werd hij bevorderd en moest ie wérken, echt werken. Ik weet wel beter. Je kiest gewoon een aantal trefwoorden zoals: "nog te doen", "in onderzoek", "afwachten", "klasseren", "doorverwijzen" enzovoort. De dossiers die je in handen krijgt klasseer je bij een item. Het spreekt vanzelf dat je regelmatig dossiers van item verandert. De kunst is om voldoende doorstroming te waarborgen. Binnenkomende zaken mogen niet te lang rondslingeren, dat maakt geen nette indruk. Opsplitsen. Klasseren bij een stapeltje en wisselen. Er zullen ook dossiers moeten verdwijnen, anders wordt het uiteindelijk onoverzichtelijk. Het meest aangewezen middel is doorverwijzen. Je verwijst gewoon door. Maar niet meteen uiteraard. Een dossier hoort minstens een week of wat de diverse stapeltjes te passeren alvorens terecht te komen bij het item "doorverwijzing". Zorg altijd dat er voldoende nieuwelingen zijn in je buurt. Zij zijn het best geschikt om het werk dat er toch is, te laten doen. Het spreekt ook voor zich dat je wat tijd vrijmaakt voor het toilet en de lunch. Een zakenlunch doet het trouwens tegenwoordig erg goed. Een kollegiaal praatje mag je niet verwaarlozen. Men acht je ook nog méns! Doe nooit te lang hetzelfde achtereen. Breng beweging in de zaak, variatie... Ga ook eens op zoek naar het formulier F-bis waarvan je weet dat het niet bestaat, maar dat je beslist nodig hebt. Of naar een niet bestaand dossier. Je kunt een fichseysteem aanleggen. Hetzelfde dossier driemaal op de fiche: volgens naam, volgens nummer en volgens adres bijvoorbeeld. Je zult versteld staan hoelang je ermee bezig bent, en je weet: ondertussen doe je in feite geen klap en daar gaat het om. Wat dacht je van tabellen? Die gaan er ook goed in. Grafieken, schema's... het verkoopt als zoete broodjes en je bent bézig. Jamaar, zul je misschien opwerpen, dat is toch ook werken? Je moet inderdaad de inspanning doen om dit allemaal te verwezenlijken, maar wie eenmaal de smaak te pakken heeft, zal met des te meer energie middelen bedenken om zich "te drukken". Het wordt een sport: om ter minst. Of werkt u soms wél graag?

    21-12-2005 om 00:00 geschreven door ModestProdukties


    17-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoenen

    -Wat lees je daar, honnepon van me?
    - Och, een wetenschappelijk tijdschrift, over schysica.
    - Gossie, wat ben je toch slim hé, duifje van me.
    - Ach, niet overdrijven, ik ben maar tot mijn 25 naar school geweest.
    - Over wat gaat het, slimmerd van me?
    - Zoenen.
    - Kussen?
    - Neen, zoenen, het staat hier.
    - En wat zeggen ze, mijn peperkoekje.
    - Een dokter in de artsenij heeft het zoenen bestudeerd, geloof ik.
    - Toch geen gnikoloog zeker, beertje van me?
    - Zou wel eens kunnen. "Over lippen en de kunst van het zoenen" staat er.
    - Lees eens voor, fileetje van me.
    - Nou. Een zoen brengt een hele scheikundige uitwisseling op gang. Die dokter berekende dat een tongzoen het volgende overbrengt: 9 milligram water, 0,7 mg eiwit, 0,18 mg organische stoffen, 0,71 mg vetstoffen, 0,45 mg zout en 250 bacteriën.
    - Gossiemenou, dat is een heel voedselpakket, hé fluimpje van me!
    - Dat mag je wel stellen, als ik het zo lees, is zoenen eten en drinken tegelijk.
    - Ja hé, lief zwijntje van me.
    - Zou er iets op TV zijn vanavond?
    - Ik heb anders wel zin in wat anders hoor, poezeltje schattebout.
    - Toch niet naar Theo en Mariëtte hé, daar zijn we pas geweest en die kunnen zo zàgen...
    - Ik denk aan iets hélemaal anders, engeltje darling...
    - Wat dan?
    - Je mag drie maal raden, oogappeltje van me.
    - Pfoe, ik geef het op, wat is het?
    - Kus me, spiertje van me.
    - Wat????
    - Kus me, kus me, kus me, geile pepermolen van me.
    - Ben je gek zeg, we hebben net gegéten! Ik zit vol!

    17-12-2005 om 00:00 geschreven door ModestProdukties


    16-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Intelligentie-quotiënt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Niet zo lang geleden heb ik in een tweedehands boekenwinkeltje een boekje gekocht. Een boekje dat ik niet ongekocht kon laten. De titel luidde: "Bereken zelf uw IQ".  Iedereen wil wel eens weten hoe slim hij nu eigenlijk is en dan is zo'n boekje een handige manier om daar achter te komen. Het voordeel is dat we dan aan iemand die niet gelooft dat we zo verstandig zijn, kunnen zeggen: ik heb een IQ van 142. Nu, dat van die 142 kan ik nog niet formeel bevestigen, want bij de ene test scoorde ik 87 en bij een andere 129, vooral dan als ik achter in het boekje naar de juiste oplossingen was gaan kijken. Bovendien is het zo dat mijn IQ nogal schommelt in de loop van de dag en vooral na elf uur 's avonds. Heel betrouwbaar is zo'n boekje dus niet en het vaststellen zou dus best onder toezicht gebeuren. Maar om er nu voor naar een psycholoog te gaan heb ik er ook weer niet voor over. Stel dat die kerel mij na afloop zegt: "U bent het best geschikt voor het beroep van huishoudregentes of het vak van loodgieter beantwoordt het best aan uw verborgen talenten. Dan staat ge daar met uw Grieks-Romeinse humaniora. "Ken uzelf", moet een oude filosoof ooit eens gezegd hebben en met die raad in het achterhoofd (of het voorhoofd, ik weet niet precies in welke hersenkwab mijn geheugen zit) lees ik regelmatig wetenschappelijke lektuur. Zo heb ik pas een medisch handboekje gelezen waaruit ik vooral onthouden heb dat de gemiddelde mens voor ongeveer 70 % uit water bestaat. Bij zwaarlijvige mensen bestaat circa 50 % van het lichaamsgewicht uit water, bij slanke mensen zoals ik zelf ligt dat meer in de buurt van de 70 %. Het lichaam van een gemiddelde man bevat iets meer dan 40 liter water en zomaar eventjes 99 % van de moleculen in het lichaam bestaan uit water. Daat sta je toch even van te kijken. Sindsdien bekijk ik mezelf en mijn medemens met totaal andere ogen. Als ik 's avonds in mijn welschapen glorie voor de spiegel sta, bezie ik me van top tot teen en denk dan: mijn beste kerel, ge bestaat voor bijna drievierde uit water. Dan heb ik lust om te janken. Dat is dan toch al wat water minder.
    En dan mijn medemens: watertorens zijn we. Nat van onder tot boven. Wij zouden niet naar dokters moeten gaan maar naar waterbouwkundigen, niet naar psychiaters maar kikvorsmannen. Wanneer we met iemand praten zitten we aan de rand van een zwembad. Wij babbelen niet, wij kabbelen. Wij denken niet, wij klotsen. Ik heb nu meer waardering voor de dronkaards die gedreven worden door het nobele ideaal zoveel mogelijk wijn of bier in hun water te doen. Vroeger dacht ik van de mensen: dat is een fijne gast, dat is een leuke griet, dat is een aardige heer, dat is een mooie meid. Nu kan ik alleen nog maar denken: wat een karaf, wat een mooie vaas, hier een gieter,daar een veldfles, ginder een echte emmer, en daar een heus wijwatervat. Stel u voor dat we allemaal zouden leeglopen. De aarde zou overstromen.
    Wat blijft er nog van de liefde over? Ge houdt de mooiste vrouw van de wereld in uw armen en de ge denkt dat ge gelukkig zijt, maar als ge goed luistert hoort ge haar alleen maar klotsen, in eindeloze deining. Ik geef toe, er zijn mooie deiningen, er zijn er met een aantrekkelijke branding, met een overtuigende golfslag en met opgezweepte stormen. Maar het is niet meer hetzelfde. Ik kan de mensen niet meer horen praten. Rond mij is er alleen nog universeel gegorgel en geklots. Wat zijn we nog met ons intelligentie-quotiënt? Het is meer een intelligentie-klotsiënt.

    16-12-2005 om 15:35 geschreven door ModestProdukties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie wordt euromiljonair?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    "Dan zijn we nu beland in de finale, er schiet nog één kandidaat over die alle antwoorden juist had. Neemt u alvast plaats. Lichten uit, spots aan. Gaat u er maar rustig voor zitten. U heeft vijftien seconden tijd om antwoord te geven vanaf het moment dat ik 'nu' zeg. Alles duidelijk? Geen zenuwen? Goed dan, er staat veel op het spel, we spelen voor het miljoen, mag ik stilte in de zaal? Bent u er klaar voor?"

    Walter: Wat is een klakhoed? Nu.
    Kandidaat: Een klakhoed is een hoge hoed met ressorts om hem samen te kunnen klappen.
    Walter: Gefiliciteerd, dit is juist dames en heren, het antwoord was goed. U wint hiermee alvast een stoomstrijkijzer met een snoer van drie meter en een liter gedistilleerd water. Applaus! Wilt u stoppen of doorgaan?
    Kandidaat: Ik ga door!
    Walter: Goed. De volgende vraag: Wie schreef de fabel van "De vos en de raaf"? Nu.
    Kandidaat: Jean de la Fontaine...
    Walter: Bravo, weer goed. U wint nu twee stoomstrijkijzers met een snoer van vijf meter en twee liter gedistilleerd water. Verder gaan?
    Kandidaat: Ik ga verder.
    Walter: Wat is een onomatopee? Nu!
    Kandidaat: Een onomatopee, een euh... een klanknabootsing!
    Walter: Formidabel, dames en heren, alweer raak. U wint nu vier stoomstrijkijzers met een snoer van tien meter en vier liter gedistilleerd water. Geweldig. Gaan we door?
    Kandidaat: We gaan!
    Walter: Wat zijn alveolen? Nu.
    Kandidaat: Dat zijn, euh, verdomme, neen dat is het niet, ik weet het, ...
    Walter: De tijd loopt...
    Kandidaat: ...alveolen zijn... de blaasjes in de longen die zorgen voor de uitwisseling van gassen tussen de atmosfeer en de bloedstroom.
    Walter: Geweldig! Dit is niet te geloven. Mijnheer, u wordt de gelukkige bezitter van acht stoomstrijkijzers met een snoer van twintig meter en acht liter gedistilleerd water. Moet ik het nog vragen?
    Kandidaat: Verder!!!
    Walter: Van wie is de volgende uitspraak: "Er is slechts één categorische imperatief. Deze luidt: handel alleen volgens die stelregel waarvan je kunt willen dat het een algemene wet wordt". Nu!
    Kandidaat: Dat weet ik: Immanuel Kant.
    Walter: Hoe is het mogelijk? Dit hebben we nog nooit gezien. Dat worden dan twaalf stoomstrijkijzers met een snoer van vijftig meter en twintig liter gedistilleerd water. Geeft u op?
    Kandidaat: Neen, ik ga door.
    Walter: Wat is een pluviometer? Nu.
    Kandidaat: Een toestel om de regenval te meten.
    Walter: Proficiat! U krijgt nu twintig stoomstrijkijzers met een snoer van honderd meter en vijftig liter gedistilleerd water! Wat wil u?
    Kandidaat: Even nadenken, ik ga door!
    Walter: Wat is een mitose? Nu!
    Kandidaat: Een celdeling waarbij de nieuwe cellen identiek zijn aan de oude...
    Walter: Is dat uw definitieve antwoord...
    Kandidaat: Ja.
    Walter: Dan bent u nu de eigenaar van dertig stoomstrijkijzers met een snoer van tweehonderd meter en honderd liter gedistilleerd water! Applaus dames en heren. Ik durf het haast niet vragen, maar... wat doet u?
    Kandidaat: Doorgaan!
    Walter: Wat is een Papiniaanse pot? Nu.
    Kandidaat: Een wat?
    Walter: Een Papiniaanse pot. De tijd tikt.... een Papiniaanse pot is...
    Kandidaat: Ik weet het niet...
    Walter: Nog vijf sekonden...
    Kandidaat: Verdomme.
    Walter: Nog vier...
    Kandidaat: Miljaarde...
    Walter: Nog drie... het kan nog...
    Kandidaat: Ik weet het...
    Walter: Nog twee...
    Kandidaat: ...niet!
    Walter: Eén sekonde.
    Kandidaat: Noppes!
    Walter: De tijd is om. Helaas! Driewerf helaas! Hoe spijtig maar jammer. Daar gaan al de prijzen. Geen miljoen. We hadden het graag weggegeven. Maar u kent het spelletje, zo zijn de regels en zo moet het gespeeld worden. Maar we laten u niet met lege handen naar huis gaan, mijnheer. U krijgt van ons als troostprijs toch nog een stoomstrijkijzer met een snoer van vijfhonderd meter en twee liter gedistilleerd water.
    Kandidaat: 't Was maar een spelletje.
    Walter: Fijn dat u het zo sportief opvat! Dit was het dan voor vanavond dames en heren, graag tot een volgende keer voor een nieuwe aflevering van "Wie wordt euromiljonair?"

    16-12-2005 om 00:00 geschreven door ModestProdukties


    15-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Schat, mag ik deze wals...?

    15-12-2005 om 00:32 geschreven door ModestProdukties


    11-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Denksport
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Voor de all-round denksporter hebben wij een nieuwe uitdaging uitgeknobbeld. Wij kozen deze maand voor de Arabesque Passionata van Johann Sebastiaan Schüldorff om uw brein aan het malen te krijgen. De opgave is simpel: in dit muziekstuk voor trompet en viool, gespeeld door één solist, hebben we ergens een foutje verstopt. Zoek die fout. Een kleine hulp willen we u niet onthouden: de kleine terts in deze sonate is vervangen door Si B-mol waardoor er een ongewone spanning gecreëerd werd tussen een allegrto di molto et con brio en een alledaags adagio sostenuto. We zijn benieuwd wie onze opgave tot een goed einde zal brengen. Sukses!

    11-12-2005 om 00:00 geschreven door ModestProdukties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rijmen en dichten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Piet Punt, schrijvelaar en gelegenheidsdichter, leest voor
    uit eigen werk.

    De koning van Timboektoe
    die had een grote gulp
    maar als hij wou zijn broek toe
    riep hij luid om hulp.

    Het zaad was krachtig
    weldra was ze drachtig.

    Margootje lag in haar blootje
    op een pelsje naast Elsje.

    Wat u begrijpt is misschien niet zo bedoeld,
    als u begrijpt wat ik bedoel...

    Gevroren dat het had, gevroren!!!
    Alles wat in mijn diepvries zat was bevroren.

    Hij werd roodgloeiend nadat hij een blauwtje had gelopen.

    Sonnet voor Jeannet.

    Dit is een sonnet
    voor teerbeminde Jeannet
    Zij is mooi van lijf en leden
    zonder in details te treden

    Zij is speciaal
    voor na het avondmaal
    dan verkrijgt men de beste resultaten
    zonder mijn mond voorbij te praten

    O mijn bleke roos
    die ik als geen ander liefkoos
    'k zou u gaarne schaken

    Maar ik vrees uw moeders kaken
    Toch zal ik het doen, maan dan in alle stilte
    morgen, bij de ochtendkilte.

    Ik heb een suikertante met diabetes.
    Ik heb een oom die zit er warmpjes bij,
    hij woont in Afrika.

    Ik kwam onlangs een restaurant binnen en ik zeg tegen de ober: "Ik heb nog 3 euro op zak, wat kunt u mij aanbevelen?" Hij zegt: "Een ander restaurant..."

    Als ik zou zeggen wat ik dacht, dan was ik sprakeloos.

    Pjotr van Stravoika
    reed met zijn ouwe troika
    door de steppe van Stanaslaika
    Hij bleef plakken in Baloeshka
    en kreeg toen slaag van zijn Petroeshka

    U kunt het zo gek niet bedenken of ik verzin het wel.

    Men vroeg mij onlangs: "Drink u uit verveling?"
    Ik zei: "Neen, uit een glas..."

    11-12-2005 om 00:00 geschreven door ModestProdukties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    11-12-2005 om 00:00 geschreven door ModestProdukties


    09-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De armoede bij de Khopjafs was werkelijk schrijnend. De honger was er van de gezichten af te lezen. Maar de meesten van hen waren analfabeet dus konden ze niet lezen en wisten ze van niks. Om de schrijnende situatie te verhelpen heb ik de mannen een opleiding gegeven tot schrijnwekers. Het waren toch al goede zagemannen. Want het waren vooral de vrouwen die het werk deden. Die vertrokken 's morgens vroeg naar het veld om te planten en te oogsten. De kinderen kregen les in de voormiddag. Daarna mochten ze gaan vissen of rupsen zoeken voor zichzelf. Maar de mannen voerden meestal geen klap uit. De hele dag zaten ze te lachen en te praten met andere mannen. Of wat op hun tamtammetjes te roffelen. Gelukkig had ik een hele koffer met hemden bij me. Die heb ik toen uitgedeeld zodat ze eindelijk eens de handen uit de mouwen konden steken.
    Waar ze wel fanatiek mee kunnen bezig zijn is voetbal. Alleen qua organisatie trekt het op niks. Iedereen wil de bal hebben en ze dribbelen tot ze hem kwijt zijn. Ge ziet daar ook geen twee ploegen van 11 man, dat zijn daar twee dorpen tegen elkaar. Ik heb nog nooit zoveel volk tegelijk op een voetbalveld gezien. De nederzetting van de Khopjafs lag volledig in het oerwoud. Niets dan oerwoud zover je kon zien en dat was niet ver want het was een ondoordringbaar oerwoud. Slechts één pad liep erdoor waar de zebra's passeerden, dat was het zebrapad.

    09-12-2005 om 22:43 geschreven door ModestProdukties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Van Abumombasi tot Munghodjalabesi had ik de beschikking over een fiets om de savanne over te steken tot aan het oerwoud waar de nederzetting van de Khopjafs lag. Het ging redelijk goed vooruit want het was bergaf. De zon brandde ongenadig op me neer, ik begon er waarempel hallucinaties van te krijgen, mijn hersenen leken wel een pruttelend potje bouillie. Ik zag een neushoorn voor me opdoemen maar voor ik kon stoppen was ik er al doorheen gereden: het was een fata morgana. Even verderop reed ik door een olifant. Vervolgens door een giraf en een troep hyena's. Het moet een grappig gezicht geweest zijn, een pater in lang kleed op een fiets, met wapperende baard door de savanne, want ik hoorde hen lachen. Op een bepaald moment passeer ik een groepje bomen en struikgewas waaruit plots een klein mannetje tevoorschijn sprong: een bosjesmannetje. Ik schrok mij een hoedje! Iets verderop stond zijn vrouw te gluren: zijn takkenwijf. Ik dacht: weer een fata morgana dus ik hou mijn vaart erin. Ik knalde er vlak tegenop want deze was echt en bleef staan: hij dacht dat ik zelf een witte geest was en durfde zich niet bewegen. Nadat ik hem terug op zijn beentjes had gezet en hem en zijn vrouw te hebben gezegend vervolgde ik mijn weg. Dankzij  het hoedje dat ik mij geschrokken had ik geen last meer van fatale morgana's en bereikte voorspoeding de nederzetting waar ik de volgende jaren zou doorbrengen: de Khopjafs. Ik ging als eerste naar het dorpshoofd. Dat was wel zo beleefd want die moet je meehebben, de rest volgt dan vanzelf. Ik stapte op hem toe en gaf hem een hand. Geen slap handje maar ook geen knijpende vuist waaruit een te grote voortvarendheid zou kunnen blijken die als te expansief zou kunnen worden geïnterpreteerd. Ik gaf dus geen slap handje dat meteen de vorm aanneemt waarin de ander hem kneedt. Maar ook geen ijzeren handdruk die al te dominant overkwam. Het was een evenwichtige, op deze situatie afgestemde hand, met de juiste portie zelfbewustheid en onafhankelijkheid. Het soort hand dat de status quo van de intermenselijke verhoudingen en de positie van de ander niet in het gedrang brengt. Het soort hand als symbool van de nodige reserve en afstand met daarin toch een zekere inschikkelijkheidssuggestie. Een echt oecumenisch handje. Enfin, we beginnen te praten en te praten, hoewel ik de enige was die iets te zeggen had en na een tijd raken we in gesprek. Heel de tijd had hij geluisterd tot hij plots zelf begon te spreken. En wat meer is: ik kon hem verstaan! Nochtans zag ik geen lekkende tongen boven zijn hoofd. Hij sprak en ik begreep wat hij zei. Want hij sprak Nederlands. Dat bleek hij geleerd te hebben van een pater-scheutist Vincentius uit Retie, bijgenaamd de Kwak-zalver, omdat hij altijd zalfde met een kwam palmwijn. Ik besloot ons gesprek met de volgende woorden: Ik zal uw leidsman zijn, uw herder, jullie zijn mijn schapen, ik heb jullie op het droge. Ik zal een stichtend voorbeeld zijn, want voorbeelden wekken maar God beschikt en al vloeken we niet, we zijn toch gezien. En zelfs als we vloeken zal hij ons toch niet scheef bezien want alle woorden zijn kinderen uit één bed, het alfabet, zodat uw vloek een broeder is van mijn Amen.

    09-12-2005 om 22:30 geschreven door ModestProdukties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meer verhalen van Nonkel Pater
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Niets waar we zo halsreikend naar uitkijken dan de familiebijeenkomsten waarbij onze Nonkel Pater aanwezig is, onze nonkel Desiderius. Wanneer wij ons pover pillicht richten op de tengere gestalte van deze innemende persoonlijkheid, zien we een figuur wiens leven en werk in de missies niet alleen een zuivere intrinsieke waarde vertegenwoordigt, maar waarin wij als in een hoorn het zachte ruisen van de oceaan van het eenvoudige kunnen beluisteren. Welk een verademing. En wat een lol ook. Want na een lang leven in de missies in verschillende delen van de wereld kan hij honderduit vertellen. En het ene verhaal is al straffer dan het andere. Dat hij om een kwinkslag op tijd en stond niet verlegen zit blijkt ook weer uit de volgende verhalen die we uit zijn mond mochten noteren.
    "Toen ik indertijd naar de Kongo ging als missiepater was het geen gezellige reisbestemming. Geen luxe of toerisme, onontgonnen oerwoud, korruptie, ziekte en armoede. En je moest er je mannetje staan want anders werd je geplunderd waar je bij stond. Het begon al op de vlieghaven van Mbuji-Maji. Als je daar aankomt moet je vooral goed op je koffers letten. Ze vliegen er met twintig man op af om ze te mogen dragen. De ene draagt je koffer twee meter ver waarop een ander ze uit zijn handen rukt en er vijf meter mee zeult tot de volgende ze afpakt. Enzovoort. En voor je het weet verwachten ze dat je twintig man betaalt voor hun diensten want ze hebben allemaal je koffer gedragen! Zo'n kerels zijn het. Maar ik had mij voorbereid. Ik sprak wel wat Lingala en zei dat de sterkste van den hoop mijn koffers mocht dragen. De vechtpartij die daarna ontstond heeft zowat drie kwartier geduurd maar ten slotte bleef er nog één over en die heb ik dan ook vorstelijk beloond met 5 frank. Dat is daar veel geld. Vandaar nam ik de bananenboot tot Bongandanga. Die reis duurde drie dagen want de boot zat zo volgestouwd met bananen dat ze om de haverklap vastliep op een zandbank en dan was het wachten op hoog water. Als we dan met zijn allen in de rivier plasten kwam de boot weer vlot. Eén keer zijn we zelfs vastgelopen op een mistbank, maar die hadden we niet gezien door de mist.
    Om het probleem op te lossen en gewicht te besparen werden er dan maar wat passagiers overboord gezet, want die bananen waren te kostbaar. Ze moesten maar gaan zwemmen. Zo zijn we er een paar kwijtgeraakt aan de krokodillen. Passagiers bedoel ik. Gelukkig kan ik zelf nogal goed zwemmen. Dat had ik van mijn vader geleerd toen ik nog klein was. Hij had daar een heel efficiënte methode voor bedacht. "Vandaag ga ik jullie leren zwemmen", zei hij op een gegeven moment en hij nam ons met zijn allen mee in een roeibootje, tot buiten de kust. Daarop wierp hij ons gewoon het water in en moesten we maar zien dat we terug aan wal geraakten. Mijn broertjes geraakten aan lager wal. Ikzelf geraakte gelukkig wat hogerop. Ik had een hekel aan water en bovendien was het nog vreselijk koud in die tijd van het jaar. Maar het moeilijkste was toch wel om uit de zak te geraken. Porbeer maar eens een knoop los te krijgen met verkleumde vingers. Maar op die rivier kwam die ervaring natuurlijk goed van pas.
    In Bongandanga waar we aankwamen wonen een paar duizend mensen. Ze wonen allemaal in zelfgemaakte woningen, meestal niet beter dan een paar planken, wat platen en karton en veel te krap als je weet dat ze er met drie of vier gezinnen moeten leven op enkele vierkante meter. Maar er kwam verbetering in die toestand want de regering had net beslist dat 8 kubieke meter de minimumruimte was waar iedereen over moest kunnen beschikken. En die 8 mochten ze dan overkoepelen met zoveel oude platen en karton als ze wilden. Daarbij, ze leefden toch meestal op straat. Overal massa's volk. De autowegen lagen er niet al te best bij, overal gaten en totaal versleten, baanbrekend was het. Ze reden er met karkassen van auto's, rijdende schroothopen. Met 25 man zaten ze in oude minibusjes gepropt. Op de bodem hadden ze gaten geboord zodat de onderste laag nog lucht kon krijgen.

    09-12-2005 om 00:00 geschreven door ModestProdukties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De toespraak
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Naar aanleiding van de nakende topconferentie van de Europese landbouwministers kwamen enkele Belgische prominenten samen, teneinde een klaar en duidelijk standpunt ter zake te kunnen bepalen. Dhr. Vandenbroeckzanduine (voorzitter van de gewestelijke aalputreinigingsbedrijven) nam het woord en gaf het niet meer af.
    "Meneer de voorzitter, meneer de ondervoorzitter, meneer de vice-voorzitter, meneer de vice-ondervoorzitter, meneer de secretaris, geachte bestuursleden. Sta me toe het woord te nemen. We staan heden voor een zaak van gewicht. We moeten het probleem opengooien. Het is duidelijk dat we maatregelen moeten nemen, we moeten klare melk schenken, anders lopen we het risiko dat we de koe met het badwater weggooien. We hebben te lang en te veel gemolken. We moeten de stier bij de horens en de koe bij de uier vatten.
    Ik hoef niet meer te wijzen op de urgentie van de situatie, maar ik doe het toch omdat men één belangrijk ding vergeet. En het is iets dat altijd vergeten wordt. Het beste bewijs daarvan is dat ik het nu ook weer vergeten ben. De tijd van praten is ten einde. We moeten ons bezinnen over onszelf en een aktieplan opstellen. We moeten de koe het hoofd bieden of we blijven zitten met de zure melk. Zo staan de zaken en niet anders. Mijn Engelse collega Whipperhead had gelijk toen hij stelde: "Shit happens." We zitten met de shit, een heleboel shit en we moeten ervanaf. Men stelt eisen, mijne heren, en wij moeten spijkers met koppen slaan of er zullen koppen vallen, dat staat vast. We mogen heden niet meer talmen maar moeten daadkrachtig tot aktie overgaan. U zult zich afvragen wat we moeten doen. Inderdaad, dat is een goede vraag. Het antwoord is dat we antwoorden moeten zoeken. Het is nu eenmaal zo. Zeer zelden tweemaal. Wij moeten nu een eensgezinde maar pluriforme oriëntatie geven aan ons handelen. Sommigen zullen daartegen aanvoeren, naar ik mag veronderstellen, althans zoals doorgaans klaarblijkelijk is en naar wordt beweerd, in zoverre als zulks, tenminste in bepaalde kringen, mogelijk is, en zeker niet in laatste instantie, hoewel ook weer niet, grotendeels zoals te verwachten valt op het huidige ogenblik. En het ogenblik is momenteel bijzonder huidig, laat daar geen misverstand over bestaan. Wij moeten ertoe komen een urgentieplan op te stellen waarin we onze prioriteiten vastleggen. Ik stel daarom voor dat we eens samenkomen om de diverse voorstellen en standpunten te bespreken, te notuleren, te amenderen en te implementeren in de te volgen strategie. Aan de hand daarvan kunnen we onze agenda op elkaar afstemmen. Want de tijd dringt. We moeten het mes in de boter hakken. Ik heb harde woorden gesproken, het is waar. Maar u kunt het niet anders dan met me eens zijn. De boeren roeren, de koeien loeien. We moeten opgewassen zijn tegen onze taak. Laten we daarom zonder uitstel, noch gedraal, getreuzel of getalm een vergadering beleggen. Ik stel voor binnen de twee maanden, voor het schieten van de patatten. Dàn, mijne heren, zullen wij snel en adekwaat handelen. Ik heb gezegd.

    09-12-2005 om 00:00 geschreven door ModestProdukties


    07-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik was vroeger een knap waardeloos individu: ik kon niks, ik wist niks, ik had niks, ik deed niks, ik mocht niks, ik was een wandelend fiasco, een druiloor, een oelewapper, een schlemiel, kortom: ik wàs niks!
    Toen ben ik maar naar een therapeut gegaan en heb zo'n praatgroep gevolgd en een workshop "Weifelaars en twijfelaars". Sindsdien ben ik een herboren mens. Ik ben daar buitengestapt met een zelfvertrouwen om u tegen te zeggen. Nu kan ik terug in de spiegel kijken, mezelf zien staan en met recht en overtuiging tegen mijn spiegelbeeld zeggen: "Kerel, je komt van ver, je was niéts, maar nu ben je niét meer niets, weet je wat je nu bent? Jij bent een NUL !!! Een fantastische, geweldige, gigantische NUL". Heeft me wel 300 € gekost om daar achter te komen.

    07-12-2005 om 21:31 geschreven door ModestProdukties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Duel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is nog vroeg in de ochtend. De mist hangt nog laag en vochtig over een door bomen omzoomd grasveld. Als we naderbij komen horen we gepraat en ontwaren enkele in mantels gestoken individuen, ouderwets gekleed. Mijn kop eraf als het geen waar is maar dit lijkt me verdacht sterk op een nakend duel... Hoe meer we naderen hoe dichter we komen. En zie, reeds ontwaren we de edele trekken van Jonkheer Sebastiaan Inkhelbeen Jr, heethoofd, en Freiherr Maximilaan Von Kühlenschrank, waterhoofd. Vergezeld van enkele secondanten.

    Secondant 1: Heren, u beseft beiden het doel van deze bijeenkomst?
    Sebastiaan: Dank u, Herr Schwallenbaum, het doel is ons geredelijk bekend.
    Maximiliaan: Precies. Gerechtigheid zal geschiedenis schrijven. Laten we maar meteen ter zake komen.
    Secondant 1: Goed dan. Freiherr Maximiliaan, ik heb begrepen dat u de wapens mag kiezen, wat zal het zijn: zwaard of pistool?
    Maximiliaan: Zwaard graag.
    Secondant 1: Zoals u wil. Alstublieft.
    Maximiliaan: Aha, het juiste wapen in de juiste handen. Het blanke staal in dienst van eer en gerechtigheid..
    Secondant 1: U heeft volkomen gelijk. Dat betekent Jonkheer Sebastiaan, dat u het pistool krijgt. Collega, wil u even?
    Secondant 2 (overhandigt het pistool aan Jonkheer Sebastiaan): Met uw permissie Mijnheer...
    Sebastiaan: Dank u zeer.
    Secondant 1: Goed. Iedereen klaar? Met de ruggen tegen elkaar en wanneer ik tot ...
    Maximiliaan: Wacht eens even...
    Secondant 2: Is er nog iets, Freiherr Max?
    Maximiliaan: Wel euh...
    Sebastiaan: Vooruit man, ik heb niet de hele dag.
    Maximiliaan: Toen u zei, Herr Schwallenbaum, zwaard of pistool, ging ik ervan uit dat we beiden hetzelfde wapen zouden hebben...
    Secondant 2: Ah zo..
    Secondant 1: Ik volg niet helemaal.
    Maximiliaan: Ik koos voor het zwaard, ervan uitgaande dat we beiden een zwaard zouden hebben.
    Secondant 2. Tsja. Het vervelende is dat ik van elk wapen maar één exemplaar heb meegebracht.
    Sebastiaan: Schiet eens een beetje op wil je?
    Maximiliaan: Sorry dat ik hier even op doordram maar dit lijkt me niet helemaal fair, in het kader van gerechtigheid en zo ...
    Secondant 1: Uw opmerking wordt genoteerd Freiherr Max.
    Sebastiaan: Kunnen we misschien ergens nog aan een tweede zwaard geraken?
    Secondant 2: Zes uur in de morgen is nogal vroeg om een zwaard te vinden.
    Maximiliaan: Heremijntijd nogaantoe. Ik wil wel mijn gerechtigheid!
    Secondant 1: Heren, ik vrees dat we zullen moeten improviseren.
    Sebastiaan: Zolang je maar voortmaakt.
    Secondant 1: Goed, we geven het pistool aan Freiherr Max maar hij mag er niet mee vuren, hoe lijkt dat?
    Maximiliaan: Je bedoelt dat ik het pistool gebruik alsof het een zwaard is?
    Secondant 1: Precies.
    Maximiliaan: Lijkt me OK.
    Sebastiaan: Wacht eens even, dat heeft geen zin, daar kun je niet mee hakken.
    Secondant 2: Ja, daar heb je wel gelijk in.
    Secondant 1: Het was ook maar een idee.
    Maximiliaan: Misschien kun jij dan schieten met je zw..., neen, laat maar zitten.
    Sebastiaan: Wat zou je zeggen van een vuistgevecht, de blote handjes?
    Maximiliaan: Daar gaan je knokkels van zeer doen en daar ben ik ook niet zo goed in eerlijk gezegd. Kwestie van gerechtigheid...
    Sebastiaan: Heeft er iemand soms een paar vorken bij de hand? Niemand?
    Maximiliaan: Tandenstokers misschien...
    Sebastiaan: Een paar lucifers dan...
    Secondant 1: Ik heb misschien nog wel een idee, en ik heb toevallig twee dezelfde...
    Sebastiaan: Voor de dag ermee.
    Maximiliaan: Laat zien.
    Secondant 1: Alstublieft. Voor elk een. (overhandigt elk een zakdoek).
    Sebastiaan: Een zakdoek?
    Secondant 1: Neen, twéé zakdoeken. Gelijke wapens!
    Maximiliaan: Moeten we duelleren op leven en dood met twee zàkdoeken?
    Sebastiaan: Ik geef toe, het is niet ideaal, maar het zou wel fair zijn...
    Maximiliaan: Dan zijn we vanavond nog bezig. Ik heb een afspraak om acht uur.
    Sebastiaan: Het is dat of niks.
    Maximiliaan: Goed dan. Voor de gerechtigheid!
    Secondant 1: Heren, zullen we eraan beginnen? Met de rug tegen elkaar graag, tien passen....

    07-12-2005 om 21:28 geschreven door ModestProdukties


    06-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het misverstand
    "Jij bent mijn muze!", zei ik tegen haar,
    maar ze dacht dat ik het over ongedierte had
    en ze liep smalend van me weg.
    Ik heb haar nooit meer teruggezien.

    06-12-2005 om 22:37 geschreven door ModestProdukties


    04-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oom
    Mijn oom is plots gestopt met roken, drinken, vrouwen en teveel eten. Het was een mooie begrafenis. Hij had alleen wel iets nalatiger kunnen zijn.

    04-12-2005 om 23:11 geschreven door ModestProdukties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sprekend gezegd
    Het gaat me behoorlijk voor de wind...
    als het waait.

    04-12-2005 om 21:18 geschreven door ModestProdukties


    02-12-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het zomerverhaal
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ontleend aan de 'Exodus', maar aangepast aan de moderne spelling en tijd.
    Het begon allemaal op een wonderschone zomerdag, ergens in mei. De vogeltjes zongen hun mooiste lied in de bomen en de hemel straalde blauw. Er was geen wolkje aan de lucht. Wat er daar echter te gebeuren stond was helemaal niet zo schoon. Berend, met de berenmuts, had zich namelijk in het kreupelhout verscholen om jacht te maken op kastanjestropers. Hij sloop van struik tot struik. Dat ging niet zo goed want van het vele toeven in dat kreupelhout was hij het zelf ook geworden. Nog een geluk dat hier geen treurwilgen of pijnbomen stonden bedacht hij zich. Het had erger kunnen zijn. Iedereen die hij betrapte beloonde hij met dezelfde straf: dertig keer pompen zonder met de buik de grond te raken. Ze zouden het dan wel afleren. Daar hoorde hij plots geritsel in de propere struiken, vandaar: struikgewassen. Hij hield zijn adem in en bleef wachten: een halve minuut, een minuut, twee minuten, drie minuten. Zijn hoofd stond op ontploffen. Hij stond op het punt iemand te betrappen en hij had geen adem meer, het was godgeklaagd. Met een luide proest blies hij zijn opgespaarde laatste adem uit. Bij wijze van spreken. Daarop zag hij een verschrikte scharrelmuis wegspurten tussen het gras. Vals alarm. Dan maar terug ingeademd. Hij lag zo een tijd te luistervinken. Niets bewoog. Niets te horen, behalve het gekweel van het gevogelte in de bomen. Dan gebeurde het echter. Nog voor hij goed en wel de tafels van vermenigvuldiging van 1 tot en met 10 kon opzeggen zag hij in zijn gezichtsveld Wannes verschijnen, langzaam voortkruipend over de grond. Aha, recht naar hem toe. Wannes, de stroper, de landloper, de vlegel, de vlerk, de dorpsschlemiel. Deze keer was hij er gloeiend bij. Met een onverwachte sprong stond Berend recht vanuit zijn schuilplaats en vatte Wannes bij diens kraag. Onmiddellijk viel hem op dat Wannes wel erg veel likeurbonbons moest hebben verorberd want hij stonk een uur in de wind naar alkohol. "Alkovol zeker!" bedacht hij zich geluidloos. De dronkaard had een stuk in zijn kraag dus pakte Berend mis en stond verbouwereerd met het stuk in zijn handen. Wat zullen we nou krijgen, vloekte hij. Hij kieperde het stuk van Wannes' kraag tussen de varens en sprak op vermanende toon, daarbij het wijsvingertje in de lucht priemend: "Ha, daar heb ik je even mooi te grazen, Wannes!"
    Maar Wannes was ook niet van gisteren, of eergisteren, dat weet ik niet precies, en was niet snel uit zijn lood geslagen. Daar moest je je tijd voor nemen om hem uit het lood te slaan en die tijd had Berend nu echter niet. "Maar Berend", begon Wannes, "eerst en vooral was ik niet aan het grazen, en ten slotte, als ik al aan het grazen was, zou jij je dan het recht toeëigenen om een schepsel Gods het eten uit te mond te roven?" Pfoe, daar wist Berend niet direkt een antwoord op te geven, maar indirekt wel. Hij moest het over een andere boeg gooien. "Kastanjedief!" riep hij uit, maar nog voor het geluid van zijn stem uitgestorven was besefte hij dat hij een fout had gemaakt. Hier stonden geen kastanjebomen, en er konden bijgevolg ook geen kastanjes liggen. Dit was een dennenbos. Berend werd kwaad. "Wel, als gij dan persé wilt grazen, doe dat dan maar, maar terwijl ge graast zult ge bij iedere hap die ge neemt drie keer pompen en dan omhoog springen met de benen tegen de borst, ge zult het dan wel afleren!". Wannes keek eens een keer naar de lucht en zuchtte diep: "Gods wil is ondoorgrondelijk maar zo geschiede.Laat de kelk niet aan mij voorbijgaan want ik heb dorst." En aldus eindigde deze wonderbaarlijke geschiedenis volkomen abrupt en eindigde de mooi begonnen zomerdag met een avond, die je in de verte reeds kon horen vallen.

    02-12-2005 om 22:23 geschreven door ModestProdukties




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs