Ik ben Daniel PROOST
Ik ben een man en woon in TERVUREN (België) en mijn beroep is federaal ambtenaar.
Ik ben geboren op 03/01/1952 en ben nu dus 73 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: skiën, fietsen, wandelen.
19-08-2008
Jura augustus 2008
Verlengd weekend van 15 augustus. Dat kan toch niet dat ik dan thuisblijf, temeer daar het het laatste weekend is zonder voetbal. Dus trek ik er maar weer eens op uit. Ik kies deze keer voorde oostkant van Frankrijk. Het wordt de Jura, een gebied van middengebergte, gelegen aan de grens met Zwitserland, ten noorden van het meer van Genève.
Op vrijdagmorgen vertrek ik bijtijds om de 650 kilometer te overbruggen aan een gezapig tempo, genieten van hetgeen het landschap aan mij voorbij laat schuiven. Omstreeks 15 uur kom ik aan in Les Rousses, een dorpje gelegen op 1200 meter boven de zeespiegel en vooral in de winter drukker bezocht omwille van de skigebieden in de buurt. Er is nog een kamer vrij in het hotel La Redoute. Na een verkwikkende douche en een beetje relaxatie doe ik een wandelingetje in het dorp. Tegen de avond begint het stilaan te regenen en begeef ik mij maar terug naar het hotel voor het avondmaal. Als aperitief neem ik een plaatselijk drankje, Macvin genoemd. Dit bestaat in rood en wit. Ik kies voor het witte. Als voorgerecht neem ik een slaatje met croûtons, eendenreepjes, frambozenazijn. Als hoofdgerechtkoos ik traditioneel voor de magret de canard (mijn lievelingsgerecht)en als dessert een flan caramel. Dit alles overgoten met een half litertje rode wijn en afgesloten meteen koffie. En dan naar bed, want het was een lange dag.
Zaterdagmorgen blijgezind, het zonnetje verdrijft de enkele wolken die nog tussen de hellingen hangen. Tijd voor het ontbijt en daarna op weg, richting ILAY,deelgemeente van CHAUX DU DOMBIEF. Dit is één van de startplaatsen om de Cascades du Hérisson te bezoeken. Het betreft een 4 kilometer lange wandeling langs de Hérisson, een riviertje dat zich vanaf 770 meter hoogte in verschillende stappen naar 524 meter slingert over mooie watervallen van diverse hoogte.
Van bovenaf begint de afdaling met de Saut Girard, een waterval van een 30-tal meter, waar je kan achterom gaan. Dit levert wel mooie effecten. Je wordt niet kletsnat, maar het opstuivende water zorgt toch voor wat vochtigheid.
Via Moulin Jeunet ga ik verder naar Saut de la Forge,waar er zowaar een visser in het water stond.
Langs steile en glibberige wegjes vervolg ik mijn weg en kom zo terecht bij Le Grand Saut. Hier stort het beekje zich 60 meter naar beneden.
Als ik even een ommetje maak via de achterkant van de waterval kan ik bij de grot van Lacuzon. Dit is een grote uitgeholde zaal in de wand van de rotsmassa. Onderaan tussen de stenen op de grond merk ik een vleugje water, dat zomaar uit de wand stroomt en zich ergens beneden bij het beekje voegt. Vanuit de grot heb je een heerlijk zicht naar buitenuit.
Verder stroomafwaarts komt dan de grote apotheose. Ik bereik de waterval lEventail. Deze waterval heeft zijn naam niet gestolen. In een brede waaier valt hij trapsgewijs 65 meter naar beneden in fijne naast elkaar lopende slierten.
Hier onderaan bereik ik het Maison des Cascades du Hérisson. Aangezien de afdaling over moeilijk begaanbare paadjes ging, was de trip wel enigszins vermoeiend en vond ik de tijd rijp om een pauze in te bouwen en een koffietje te drinken in het zonnetje op een terrasje.
Aangezien ik hier aan de voet van de tocht sta en het hier ook een vertrekpunt betreft met meteen de mooiste waterval als eerste, is hier rond het middaguur (dat was het ondertussen geworden) wel drukker bewandeld dan bij mijn start. Ik moest evenwel nog volledig de weg terug naar boven, want mijn auto stond daar nog op de parking.
Met volle moed begin ik aan de terugweg. Uiteraard was de weg nu overwegend klimmen, maar al bij al viel dat nog goed mee. Hier en daar waren er wel wat steilere stukken, maar die deed ik dan wat rustiger aan en dat lukte goed.
Terug op de parking stelde ik mijn reisweg in om me te begeven naar BAUME LES MESSIEURS, een piepklein dorpje met een oude abdij, te bezoeken grotten, le Cirque (een doodlopend dal met kalkrotsen).
Hier was er wel al heel wat volk en ik vond nog vrij gemakkelijk een parkeerplaatsje, te meer daar ik een beetje buiten de kern van het toeristisch middelpunt was gebleven en een stuk te voet heb gelopen, kwestie van de conditie op peil te houden.
Ik heb me aangeboden aan de kassa voor een bezoek aan de grot, het entreekaartje kost 5 . Verzameling aan de ingang van de grot en wachten tot de vorige groep terug naar buiten kwam. Al bij al duurde dat een twintigtal minuten maar de omgeving
was mooi genoeg en er was voldoende natuurschoon om de tijd te doden.
Het bezoek aan de grot zelf duurde een klein uurtje en gebeurde in een groep van ongeveer 50 mensen. We bezochten vier grote zalen, met tal van stalagmieten en stalactieten. De hoogte van de kloven in de grot liep tot 70 meter en het is onbeschrijflijk hoe het water in de loop van die miljoenen jaren zo een kunstwerk heeft kunnen maken.
Na het bezoek aan de grot begeef ik me terug naar mijn auto en is het ongeveer tijd om terug naar het hotel te rijden. Maar ik rij niet zomaar terug, ik neem rustige, maar vooral adembenemend mooie wegjes en geniet van het mooie weer en de prachtige natuur. Ik leg een en ander nog digitaal vast.
Als laatste avondmaal koos ik voor een viergangenmenu. Vermits ik gisteren een witte Macvin had gedronken, nam ik nu als aperitief een rode. Ook deze viel goed mee. Het voorgerecht was foie gras met sla en fruitgarnituur. Heel lekker hierbij was de vijgenconfituur. Het hoofdgerecht was een pavé dautruche (struisvogelsteak, maar geef toe, in het Frans klinkt het iets chiquer). Dan volgde een kaasschotel met kazen uit de streek, waaronder een Morbier, een Gruyère en een Bleu de Bourg. Als afsluiter was er nog een ijsje met vanille en café glacé. Uiteraard ontbrak het karafje wijn niet en sloot ik af met een espresso. En dan maar weer naar bed, want ik had toch redelijk wat fysieke inspanningen geleverd en vooral, ik was de ganse dag in de gezonde buitenlucht en dat doet wel veel deugd, maar dat vermoeit toch wel.
Zondagmorgen stond om 08 uur weer de ontbijttafel klaar en na de traditionele croissant en het Frans brood en de uitgebreide keuze van het ontbijtbuffet, was ik klaar om de terugreis aan te vatten, want ook aan een verlengd weekend komt er een einde. Maandagmorgen is het weer werkdag.
Ik heb de Jura ontdekt (althans een stukje ervan) en heb gevonden dat het een prachtige streek is en zeker een aanrader voor wie van mooie vergezichten, avontuurlijke wandelingen, kabbelende riviertjes houdt. Ik heb alleszins genoten.