Ik ben Daniel PROOST
Ik ben een man en woon in TERVUREN (België) en mijn beroep is federaal ambtenaar.
Ik ben geboren op 03/01/1952 en ben nu dus 73 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: skiën, fietsen, wandelen.
09-05-2008
Verkenning fietstocht 2008
Zoals afgesproken stopten Frans en Cecile op zondagmorgen 27 april 2008 om 07:30 uur met hun Toyota Picnic om mij op te pikken en te vertrekken voor de verkenning van onze fietstocht 2008. Dit wordt al de 16de editie. Dit jaar trekken wij vanuit de Cantal naar de Aveyron, de Lozere en de Gard naar de Gorges du Tarn en de Gorges dArdeche. De eerste dag zullen we benutten om de verplaatsing vanuit Leuven (via Tervuren) naar ons eerste hotel in Neuvéglise over een afstand van ongeveer 850 km te overbruggen. We rijden richting E19 via de Ring 0 richting Cambrai en Valenciennes. Alvorens de grens met Frankrijk over te steken, vullen we de LPG-tank nog op Belgisch grondgebied, gezien het grote prijsverschil met de GPL en France (0,55 <>0,82 per liter). Regelmatig houden we halt om even de benen te strekken, om een koffietje te drinken en/of een plasje te doen. Zo ook op een parking net voor de luchthaven Charles de Gaulle, want eenmaal de rit rond Parijs aangevat, is pauzeren niet meer evident. Gezien het nog zondagmorgen is, valt de verkeersdrukte al bij al nog mee. We kunnen ons vlot voortbewegen en na ongeveer een kleine driekwart uur zijn we voorbij ons grootste probleem op onze heenreis. Vanaf Parijs volgen we even de richting BORDEAUX NANTES tot we de wegwijzers naar ORLEANS tegenkomen. Van af ORLEANS nemen we dan de richting MONTPELIER tot in SAINT FLOUR. Daar verlaten we, na de nodige péages betaald te hebben, de autosnelweg en gaat het via departementale wegen naar Neuvéglise, naar het hotel Relais de la Poste. Daar komen wij omstreeks 17:00 uur aan. Het is reeds de derde maal dat wij met onze groep in dit hotel zullen verblijven. De patron herkende ons zelfs nog. Wij checken in voor zelf de nacht door te brengen en reserveren voor onze overnachting van 17 juni. Dit levert geen problemen op. We nemen nog een drankje op het terras. Na een opfrisbeurt maken we nog een wandelingetje in de buurt en genieten van de mooie omgeving, golvend landschap met weiden en hagen, weinig bebouwing. We begeven ons dan naar het salon voor de aperitief. Tijdens de verkenning is het de gewoonte om streekproducten te leren kennen en uit te proberen. Zo ook met de aperitief. Men stelt ons een thé daubrac voor, dit is een thee getrokken uit de plant Calamant in witte wijn. Het heeft een bitterzoete smaak en is niet echt iets waarvan we een wauw-gevoel krijgen. Het avondeten is in dit hotel dik in orde. Voor het voorgerecht is er keuze uit assiette de charcuterie, terrine van zalm met linzen of joue de porc (dit is vlees van de wang van het varken). Bij het hoofdgerecht is er keuze tussen faux filet, lamsbout of filet de sandre (=snoekbaars). Het hoofdgerecht wordt geserveerd met de vermaarde truffade, een aardappelpuree met room, look, tomme de cantal (=kaas) en kruiden. Dan volgt nog een dessert en een kopje koffie. Na de maaltijd, overgoten met een rosé des Pastourelles gaan we naar de kamer om deze toch wel drukke dag af te sluiten en te gaan slapen. Het ontbijt wordt geserveerd vanaf 08:00 uur en daar zitten wij niet veel mee in, want we zijn totaal niet gehaast. Aanvankelijk leek het maar een bescheiden Fans ontbijt te zijn, mede omdat er niet veel hotelgasten waren (buiten wij drie nog een ouder koppel), maar eenmaal we aan tafel zaten, werd ons kaas en yoghurt aangeboden. Op een tafeltje stonden nog ontbijtgranen en fruit. Alles was dus wel in orde. We vertrekken voor de verkenning van de eerste rit die ons van Neuvéglise naar le Fel moet brengen. De start begint in mineur. Het weer is niet mee. Een donkergrijze hemel waar continu vocht uitvalt vergezelt ons voor de rest van de dag. Nergens een scheurtje in het wolkendek te bespeuren. Het is wel spijtig dat we de mooie vergezichten over de valleien met hagen en weiden in het golvende landschap moeten missen. Onderweg zijn ze al druk bezig met onze komst voor te bereiden. Zowel in Sainte Marie als in Mur de Barrez zijn er wegenwerken bezig, maar het ziet er naar uit dat die zullen gedaan zijn als we terugkomen in juni. Le Fel is niet zo een groot dorp en het hotel Auberge du Fel werd gemakkelijk gevonden. De kamers zagen er goed en proper uit. We reserveerden de kamers en betaalden een voorschot van 50 euro. Na een kopje koffie en een plasje vertrokken we voor de tweede etappe, die ons naar Pont de Salars moet brengen. We begeven ons op pad richting Vieillevie, Grand Vabre en Nauviale. Vlak naast de weg hadden we wel enigszins zicht, zodat we toch hier en daar een fotootje geschoten hebben. Via Villecomtal, Bozouls en Lauissac bereiken we Pont de Salars. Het hotel dat we hier gepland hadden, was gesloten, hoewel er in de gids van Logis de France niets vermeld is van sluitingsdag. Even binnenkijken door het raam volstond om te besluiten om geen poging te ondernemen om de uitbater te contacteren. Het gaf geen propere indruk en zag er niet recent gebruikt uit. We besloten dan maar terug te rijden tot Laissac, waardoor de rit, die voorzien was voor 114 km toch een stukje wordt ingekort. Het hotel CAZES-ARAZAT is een oud, maar gerenoveerd gebouw en is voldoet volkomen aan onze normen. Dus de reservatie werd bevestigd. Gezien het nog altijd regent en het pas 14:00 uur is, besluiten we ook nog de derde rit te verkennen. Deze zal ons door de Gorges du Tarn leiden. Vermits we uit een ander hotel vertrekken moest onze rit aangepast worden. De rittentekenaar had daar uiteraard weinig problemen mee. Net voor het binnenrijden van het stadje Ségur komen we echter een hindernis tegen. Hier wordt een nieuwe brug over beek gebouwd. Met de wagen kunnen we er niet over en moeten een grote omlegging volgen. Als dit probleem niet zou opgelost zijn in juni, kunnen de fietsers te voet de brug oversteken en moeten de voertuigen de omlegging volgen en op een af te spreken punt terug samenkomen. Via Aguessac rijden we naar Le Rozier en La Malène, steeds de Tarn volgend. Vanaf La Malène moesten we richting Meyrueis nemen, maar deze weg is te steil, te slecht onderhouden en verderop zelfs onverhard. Dus weer een aanpassing aan het parcours. Probleem is dat de enige andere mogelijkheid om in Meyrueis te geraken een verlenging van meer dan 20 km van de rit zou betekenen. Dus weer maar een alternatief hotel gezocht en gevonden. We slaan tussen Saint Enimie en Meyrueis linksaf naar Mas Saint Chély, naar hotel le Mont Servy. Er is een kleine hindernis onderweg, we moeten over de Col de Coperlac (900 m) maar daar hebben onze fietsers uiteraard geen problemen mee ;-). Wij hebben het vermoeden dat de uitbater van het hotel Mont Servy een vrijgezel is, die volledig in zijn hotel opgaat. Er is een gebouw voor het hotel en een voor het restaurant. Bij ons verblijf tijdens de verkenning stellen wij vast dat de kamers goed in orde zijn en het eten voortreffelijk. We zullen hier niets te kort komen. De Patrick serveert als voorgerecht gebakken en gerookte eendenreepjes met salade, als hoofdgercht een keuze uit rundslapje met wilde champignons, een parelhoentje of een tongfilet met tagliatelle. Het ontbijt s morgens is typisch Frans: een croissant, een stuk stokbrood en heerlijke zelfgemaakte mirabellenconfituur. Dinsdagmorgen om 08:40 uur vertrekken wij voor etappe 4. Vanuit dit nieuwe startpunt kunnen we vertrekken onder een stralende hemel. Hier en daar een plukje wolk maar de zon laat zich volop zien. Tussen Mas Saint Chély en Meyrueis rijden we naast een diep uitgesneden kloof, de Causse Méjean. Kilometerslang volgen we daarna de Corniche des Cevennes. Adembenemend mooie natuur. Rond 11:00 komen wij toe in Mialet aan het hotel le Pradinas. Het betreft een oude rustieke nederzetting die prachtig is omgetoverd tot een modern hotel, met alles er op en er aan. Maar er is een probleem. De avond dat wij met de fietsers daar zullen toekomen is er een avondfeest, waarbij een aantal gasten kamers hebben gereserveerd. Er zijn nog twee kamers over, één met 4 bedden en één met 5 bedden. Wij mogen de kamers zien, maar met 5 en zelfs met 4 in één kamer is van het goede teveel met maar één douche en één WC in iedere kamer. Terug aan de receptie kijkt de kasteeldame nog eens goed haar planning na en stelt vast dat er nog een kamer is, die voor het avondfeest was voorbehouden maar nog niet bevestigd. Omdat de mevrouw bezweek voor onze charmes nam ze onmiddellijk haar telefoon en belde naar die persoon om bevestiging. Bleek dat die kamer voor hun niet meer nodig was. Dus hadden wij geluk en konden wij alzo beschikken over 3 kamers met 3 bedden (met drie in een kamer met vier bedden en vijf bedden). Haar enthousiasme uitte zich ook nog in het feit dat wij de koffie, die wij na de reservatie dronken, niet moesten betalen. De vijfde rit die wij verkennen moet ons naar le Bleymard brengen.We vertrekken nog altijd onder een stralende zon en loeten door een grote stad Alès. Hier gaan wij het voertuig nog eens tanken. Er dient zowel gas als benzine bijgetankt te worden. LPG is niet overal in Frankrijk te verkrijgen, enkel langs de autosnelweg en in de grotere steden. We doorkruisen nu het Parc National des Cevennes. Het parcours loopt op en af en gelukkig hebben we geopteerd voor ritten van om en bij de 100 km, zodat het geen al te grote martelgang maar een toeristische uitstap wordt voor de fietsers. Aangekomen in le Bleymard worden we op een nogal arrogante manier ontvangen. Men wil ons bovendien met vier personen in één kamer steken, die amper groot genoeg is om met twee te logeren. We laten het hotel voor wat het is en besluiten door te rijden tot in Bagnols les Bains. Daar komen we aan hotel Les Chemins Francis Modern Hotel. Het betreft hier weer een hotel met twee gebouwen, waar in het restaurantgebouw ook een binnenzwembad is. Het hotel ligt aan de boord van de Lot. We boeken hier vier kamers voor 2 personen en één kamer voor één persoon. Ook nu moeten wij voor de verkenning van de zesde rit de reisweg weer aanpassen. De 9 km die we de rit voordien meer gereden hebben naar le Bleymard moeten we terug en in le Bleymard rijden we dan linksaf richting Chasseradès. We volgen geruime tijd het riviertje Masméjean en komen uiteindelijk aan een wonder der natuur uit: de Col de Croix de Bauzon. In 2004 hadden we deze op ons programma staan. Aan de kant van waar wij komen hoeven wij maar 5 km te klimmen naar de op. De 22 km naar Jaujac zijn afdaling. Deze gaan we zeer rustig doen om ten volle te kunnen genieten van de prachtige uitzichten. Iedere bocht onthult een nieuw panorama. Eenmaal in Jaujac snijden we het voorheen geplande parcours weer een stukje af om het teveel aan kilometers te beperken. We gaan daarom nog een laatste colletje inlassen, de Col de Croix de Millet. Na de afdaling rijden we het dorp Rocher binnen waar het hotel Le Chëne Vert ligt. Dit hotel heeft een grote inspanning geleverd aan de tuin en omgeving van het zwembad. Vernieuwde perkjes, terrassen, grasperken. Het oogt heel mooi. De kamers zijn in orde. De laatste rit die de fietsers te verwerken krijgen is naar goede gewoonte maar een halve rit (65 km) omdat wij ervoor kiezen van in de namiddag een aantal kilometers noordwaarts te rijden naar ons hotel in de Beaujolaisstreek. De reden hiervoor is om te beletten dat we met de fietsers de laatste dag vroeg moeten opstaan om dan meer dan 900 km te zijden naar huis. Reeds bij het opstaan weten we hoe laat het is. De regen stroomt naar beneden. Alleen al van onze valies in de auto te zetten is ons hemd doornat. We moeten toch verder en vatten de tocht aan door straten, die soms wel op beken lijken. De tocht loopt door de Gorges dArdèche, maar veel kunnen we er nu niet van genieten. Hopelijk blijft tegen juni de regen achterwege en krijgen we toch iets te zien van het mooie landschap. Via Ruoms en Vallon Pont dArc sluiten we de ritten af in Saint Martin dArdèche. Daar zullen we de fietsen terug in de voertuigen plaatsen en alles klaar maken om verder te rijden, maar eerst zullen we een middagmaal gebruiken in een plaatselijk restaurantje. Aangezien we tijd genoeg hebben en om te besparen op de péagekosten besluiten we de 240 km naar Villié Morgon te overbruggen via gewone wegen en niet via de autosnelweg. We stoppen onderweg in Albon in een wegrestaurantje om te middagmalen. Een volledig menu met voorgerechtbuffet, hoofdgerecht, dessert en wijn voor 12 euro. Het is 13:30 uur en wanneer wij aanschuiven voor het voorgerechtenbuffet blijkt dat er bijna niets meer is. We beginnen dan maar ineens met het hoofdgerecht. Keuze tussen kalkoenlapje of visfilet met boontjes en gratin. Als dessert is er een crème caramel of crème brûlée. Bij het afrekenen waren ze wel zo eerlijk om maar 7,50 euro aan te rekenen in plaats van de volle pot. Rond 17:00 uur komen wij toe in het voor ons vertrouwde hotel le Villon te Villié Morgon in de Beaujolaisstreek. Er is geen probleem om de kamers voor juni te reserveren en ook voor onze overnachting is alles in kannen en kruiken. Na de douche komen wij samen in het salon voor de aperitief. Het meisje aan het onthaal, stond ook mee in voor de bediening bij het avondmaal. Ze is nieuw in het hotel, want tijdens de 10 voorbije bezoeken hebben we haar nog nooit ontmoet. Wanneer zij na de maaltijd komt vragen wat we als dessert willen, bespreken Frans en Cecile of er voor de profiteroles een tweede bordje moet gevraagd worden omdat Frans geen dessert neemt, maar een koffie in de plaats. Omdat ze er niet dadelijk uit zijn, zegt het dienstertje plots IN HET NEDERLANDS : ik zal een extra lepel meebrengen. Groot is onze verbazing uiteraard. Blijkt dat deze jongedame thans in Frankrijk woont, samen met een Fransman maar afkomstig is uit Enghien in België. Zij is opgevoed in het Frans, maar heeft Nederlandstalig onderwijs genoten. Na onze deugddoende nachtrust schuiven we aan aan het klassieke ontbijt voor dit hotel. Alles op en aan. Met een goed gevulde maag trekken we weer naar huis, in het begin met zon, mar naarmate we België naderen overtrekt de hemel en krijgen we zelfs enkele buien. Door het feit dat het 1 mei is, is er weinig vrachtverkeer op de snelwegen en verloopt de 680 km zonder noemenswaardige problemen. Eens te meer is aangetoond dat een verkenning geen overbodige luxe is. Blindweg een weg uittekenen en hotels reserveren via internet kan problemen geven, die je gemakkelijk kan voorkomen door ter plaatse eens te gaan zien. We hebben ervan genoten en vermoeden dat we voor de fietsers weer eens een mooi parcours en toffe hotels hebben voorbereid. Maar dat horen jullie ongetwijfeld wel na 25 juni.