Mijn vader liep in de zomer van 1983 de muren van zijn Brusselse kamer op. Hij wou dus op avontuur naar het zuiden van Frankrijk. Met een oud oranje tentje wel te verstaan. Maar eerst zou hij Parijs nog eens bezoeken.
Hij begaf zich op de snelweg en begon te liften. Nog geen 10 minuten later pikte een Belgisch parlementslid hem op. Die moest toevallig naar het Parijse stadhuis.Tijdens de autorit vond de chauffeur dat mijn vader erg veel op de burgemeester van Parijs leek. Mijn vader glimlachtte en zweeg.
Maar toen de zwarte Mercedes bij het stadhuis stopte, gingen de wachters plots in de houding staan en salueerden mijn vader: ' Bonjour monsieur le maire ! '
Mijn vader liep vol binnenpretjes door. Zijn avontuur was goed begonnen.
Lang bleef hij niet in Parijs. Een trucker zette hem twee dagen later op 10 km van Marseille af, hij moest dus nog een eindje wandelen door het berglandschap.
Maar plots botste hij op een twintigtal oranje tentjes: een groep naakte amazones verbleven hier ! Ze leefden van de visvangst. Na een verlegen kennismaking stelden ze mijn vader voor om zijn tent naast de hunne op te zetten. Mijn vader aarzelde niet. De naakte schoonheden beloofden immers dat ze hem zouden vertroetelen.
En toen de zomer voorbij was zat mijn vader weer op de eerste beste trein richting Brussel. Hij was bruingebrand en vooral: gerevitaliseerd.
Want toen de kaartjesknipper naar zijn ticket vroeg, zette hij zijn streng Chirac-masker op en fluisterde: Zwijg ! Ik ben op geheime missie !