Aan het einde van het boek van Genesis heeft God een klein, onbeduidend volk uitgekozen om een voorbeeld-natie te zijn. Hij wou een volk doen laten opstaan die een levend voorbeeld zou zijn van Zijn goedheid naar de heidense wereld. En om een dergelijk getuigenis naar voren te laten komen nam God Zijn volk naar plaatsen waar ze zelf geen controle meer hadden. Hij isoleerde Israel in de wildernis, waar Hij alleen de bron van leven zou zijn, en zou zorgdragen voor al hun noden.
Israel had geen controle over hun overleving in die verlaten plek. Ze konden niet zelf aan voedsel of water komen. Ze hadden geen controle over hun bestemming, want ze hadden geen kompas of kaart bij zich. Hoe zouden zij moeten eten of drinken? Welke kant zouden ze op moeten gaan? En waar zouden ze uiteindelijk uitkomen?
God zou dit allemaal voor hen doen, Hij zou hen elke dag leiden door een wolk. Een die s nachts licht gaf en de duisternis voor hen verjoeg. Hij zou hen voeden met het engelenvoedsel uit de hemel en voorzag hen van water uit een rots. Ja, elke nood zou in worden voorzien door de Heer, en er was geen vijand die hen kon verslaan.
Uit de hemel heeft Hij u zijn stem doen horen om u te vermanen, op de aarde heeft Hij u zijn groot vuur doen zien, en zijn woorden hebt gij gehoord uit het midden van het vuur (Deuteronomium 4:36). Gods volk zou Zijn woorden horen die hen leiden, en in ruil daarvoor zouden zij getuigen Heeft ooit een volk een goddelijke stem gehoord, sprekende uit het midden van het vuur, zoals gij die gehoord hebt, en het leven behouden? (zie Deuteronomium 4:32-34).
De naties rondom Israel waren vervuld met andere goden, idolen gemaakt uit hout, zilver en goud. Deze goden waren doofstom, niet in staat om te horen, niet in staat om lief te hebben, te leiden of het volk te beschermen die hen aanbaden. Iedere natie kon naar Israel kijken en een speciaal volk zien die door God dwars door de wildernis gedragen werd. Ze zouden een God zien die tot Zijn volk sprak, die liefhad en meevoelde, die gebeden beantwoorde en wonderen verrichte. Hier was een levende God, een die Zijn volk leidde in elk detail van hun leven.
God liet een volk opstaan die getraind werd door Hem. Er moest een volk zijn die leefde onder Zijn authoriteit, die Hem volledig zou vertrouwen, die Hem de volledige controle zou geven over elk aspect van hun leven. Dat volk zou een getuigenis worden voor de wereld.
Waarom zou God de volledige controle willen over een volk en er op staan dat zij Hem ten alle tijde volledig vertrouwen? Dat is omdat alleen God de weg kent en Hij zou het onmogelijke verrichten wat nodig was om hen daar te krijgen.
Lezing uit het boek Daniël 13,1-9.15-17.19-30.33-62. Psalmen 23(22),1-6. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 8,12-20.
Lezing uit het boek Daniël 13,1-9.15-17.19-30.33-62.
Er woonde toen in Babel een man, die Joakim heette. Hij had zich een vrouw genomen, Susanna genaamd, de dochter van Chelkia. Zij was buitengewoon schoon en godvrezend; want daar ook haar ouders godvruchtige mensen waren, hadden ze hun dochter naar de wet van Moses opgevoed. Joakim was zeer rijk. Zo bezat hij ook een tuin, die aan zijn huis grensde; en omdat hij de aanzienlijkste van allen was, kwamen de Joden bij hem samen. Nu waren er dat jaar uit het volk twee ouderlingen tot rechters aangesteld; maar van het soort, waarvan de Heer had gezegd: "De ongerechtigheid is van Babel uitgegaan door de oudsten, door rechters, die het volk slechts besturen in schijn". Ze vertoefden regelmatig in het huis van Joakim, waar iedereen naar hen toekwam, die rechtszaken had. Wanneer dan het volk tegen de middag vertrokken was, ging Susanna wandelen in de tuin van haar man. De beide ouderlingen zagen haar dus dagelijks daar wandelen, en kregen hevige hartstocht voor haar. Ze verstompten hun geweten, en wendden hun ogen af, om niet naar de hemel te kijken, en niet te denken aan de rechtvaardige straffen. Terwijl beiden dan op een geschikte dag wachtten, ging zij weer eens naar de tuin, zoals zij dat allang gewoon was, enkel van twee dienstmeisjes vergezeld; en omdat het warm was, wilde zij baden in de tuin. Er was dan ook niemand daar aanwezig, behalve de beide ouderlingen, die zich hadden verscholen, en haar begluurden. Zij zei dus tot haar meisjes: Haalt mij olie en zalven, en sluit de poorten van de tuin; dan kan ik gaan baden. Zodra de meisjes waren vertrokken, stonden de ouderlingen allebei op, liepen op haar af, en zeiden: Kijk, de poorten van de tuin zijn gesloten, en er is niemand, die ziet. We branden van hartstocht voor u; geef dus maar toe, en wees ons ter wille. Als ge weigert, zullen we tegen u getuigen, dat er een jongeman bij u is geweest, en dat ge daarom de meisjes hebt weggestuurd. Susanna zuchtte en sprak: Het is mij van alle kanten benauwd; want doe ik het, dan wacht mij de dood; doe ik het niet, dan zal ik niet aan uw handen ontsnappen. Maar toch is het veel beter, het niet te doen, en in uw handen te vallen, dan te zondigen voor het aanschijn des Heren. Nu begon Susánna heel hard te roepen; maar de ouderlingen schreeuwden tegen haar in, en één liep gauw naar de tuinpoorten toe, om ze open te doen. Zodra de huisbedienden in de tuin hoorden schreeuwen, stormden ze door de achterdeur er op af, om te zien, wat er gebeurde. Nu legden de ouderlingen hun verklaringen af. De bedienden waren er zeer verlegen over; want nog nooit was zoiets van Susanna verteld. Susanna aangeklaagd en veroordeeld. Toen nu de volgende dag het volk weer bij haar man Joakim samenkwam, gingen ook de twee ouderlingen er heen met het goddeloze plan, om Susanna ter dood te doen brengen. Ze spraken voor het verzamelde volk: Laat Susanna halen, de dochter van Chelkia en de vrouw van Joakim. Terstond liet men haar halen. Vergezeld van haar ouders en kinderen en van al haar verwanten, kwam zij voor. Terwijl al haar verwanten en kennissen huilden, stonden de twee ouderlingen op in de kring van het volk, en legden! hun handen op haar hoofd. Zij zelf zag schreiend op naar de hemel; want haar hart bleef op Heer vertrouwen. Toen zeiden de ouderlingen: Terwijl we met ons beiden in de tuin aan het wandelen waren, kwam deze met twee dienstmeisjes daar binnen, sloot de poorten van de tuin, en stuurde de meisjes heen. Toen kwam er een jongeman naar haar toe, die zich schuil had gehouden, en hij legde zich bij haar neer. Wij zelf bevonden ons toen in een hoek van de tuin; maar toen we het misdrijf bemerkten, liepen we op hen af, en we zagen, dat ze elkaar ter wille waren. Hem zelf konden we echter niet grijpen, omdat hij sterker was dan wij; hij opende de poorten, en wist te ontsnappen, Maar deze hier grepen we vast; we vroegen haar, wie de jongeman was geweest, maar zij wilde het ons niet bekennen, Dit getuigen wij. De vergadering geloofde hen, omdat ze ouderlingen waren en de rechters van het volk; en men sprak het doodvonnis over haar uit. Toen brak Susanna in luide weeklachten uit, en sprak: Eeuwige God, die het verborgene ziet, en alles weet, zelfs eer het geschiedt: Gij weet, dat ze valse getuigenis tegen mij hebben afgelegd; zie ik sterf, ofschoon ik onschuldig ben aan alles, wat deze mannen met boos opzet tegen mij hebben verzonnen. En de Heer verhoorde haar smeken. Door Daniëls wijsheid redding en straf. Want toen zij ter dood werd geleid, wekte de Heer de heilige geest in een jongeman, Daniël genaamd. En deze riep met luider stem: Ik ben onschuldig aan haar bloed! Al het volk keerde zich naar hem toe, en zeide: Wat bedoelt ge met het woord, dat ge daar spreekt? Hij ging in hun kring staan, en sprak: Zijt gij niet goed wijs, kinderen van Israël? Veroordeelt gij een dochter van Israël zonder verder onderzoek, en zonder de ware toedracht te kennen? Keert terug naar de rehtszaal; want dezen hier hebben een valse geuigenis tegen haar afgelegd. Heel de menigte keerde dus haastig terug. En de andere ouderlingen zeiden tot hem: Kom, neem plaats in ons midden, en licht ons in; want God heeft u de eerbiedwaardigheid van hoge leeftijd verleend. En Daniël zeide tot hen: Zondert hen van ander af; dan zal ik hen aan een verhoor onderwerpen. Toen ze dus van elkander waren gescheiden, riep hij één van hen voor, en zeide tot hem: Gij daar, vergrijsd in de boosheid: nu komt de straf voor uw zonden, die ge vroeger bedreven hebt, toen ge onrechtvaardige vonnissen hebt geveld, onschuldigen hebt veroordeeld en schuldigen hebt vrijgesproken, ofschoon de Heer heeft gezegd: "Een onschuldige en rechtvaardige zult ge niet doden". Nu dan, wanneer ge haar inderdaad hebt gezien, zeg dan eens: onder wat voor een boom hebt ge hen bij elkander gezien? Hij antwoordde: Onder een mastiekboom. Nu sprak Daniël: Prachtig hebt ge tegen uw eigen hoofd gelogen; want Gods engel heeft al van God bevel ontvangen, u doormidden te houwen. En toen hij hem had laten verdwijnen, liet hij den ander komen, en sprak tot hem: Gij daar, ras van Kanaän, en geen zaad van Juda; de schoonheid heeft u verleid, en de wellust heeft uw hart bedorven! Zó hebt ge met de dochters van Israël gedaan, en uit vrees lieten ze zich met u in: maar een dochter van Juda heeft uw boosheid niet geduld. Zeg op: Onder wat voor een boom hebt ge hen met elkander betrapt? Hij antwoordde: Onder een eik. Daniël zei hem: Prachtig hebt ook gij tegen uw eigen hoofd gelogen; want Gods engel wacht al met het zwaard in de hand, om u doormidden te houwen, en alle twee te doden. Nu begon heel de vergadering luid te juichen, en God te loven, die redt, wie op Hem vertrouwen. Maar toen trad men ook tegen de beide ouderlingen op; want Daniël had hen met eigen mond doen bekennen, dat ze valse getuigenis hadden afgelegd. Men ver gold hun het kwaad, dat ze tegen hun naaste hadden beraamd, en overeenkomstig de wet van Moses werden ze ter dood gebracht. Zo werd die dag onschuldig bloed van de ondergang gered.
Psalmen 23(22),1-6.
Een psalm van David. Mijn Herder is Jahweh! het ontbreekt mij aan niets: Hij laat mij rusten in groene beemden; Hij voert mij naar vredige wateren, verkwikt mijn ziel, En leidt mij in het rechte spoor, om wille van zijn Naam. Al moet ik door donkere krochten heen, Ik ben voor geen onheil bevreesd: Want Gij staat me bij, Uw staf en stok zijn mijn stut! Gij bereidt mij een dis Voor het oog van mijn vijand; Met olie zalft Gij mijn hoofd, En mijn beker vloeit over. Voorspoed en zegen zullen mij volgen Mijn leven lang; In het huis van Jahweh mag ik wonen In lengte van dagen!
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 8,12-20.
Een ander maal richtte Jesus het woord tot hen, en sprak: Ik ben het licht der wereld. Wie Mij volgt, zal niet in de duisternis wandelen, maar het licht des levens bezitten. Maar de farizeën zeiden tot Hem: Gij getuigt over Uzelf; uw getuigenis is dus niet geldig. Jesus antwoordde hun, en sprak: Ook als Ik over Mijzelf getuig, is mijn getuigenis geldig; want Ik weet, vanwaar Ik gekomen ben en waarheen Ik ga; maar gij weet niet, vanwaar Ik kom, en waarheen Ik ga. Gij oordeelt naar het vlees: Ik oordeel niemand. Maar al zou Ik ook oordelen, dan zou mijn oordeel geldig zijn; want Ik ben niet alleen, maar met Mij is de Vader, die Mij heeft gezonden. Welnu, in uw Wet staat geschreven: het getuigenis van twee mensen is geldig. Ik ben het, die over Mijzelf getuig; maar ook de Vader, die Mij gezonden heeft, getuigt over Mij. Ze zeiden Hem dan: Waar is uw Vader? Jesus antwoordde: Gij kent noch Mij, noch mijn Vader; zo gij Mij zoudt kennen, dan zoudt gij ook mijn Vader kennen. Deze woorden sprak Jesus bij de schatkamer, tijdens zijn onderricht in de tempel. En niemand nam Hem gevangen, omdat zijn uur nog niet was gekomen.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Uit het evangelie volgens Matteüs 7, 24-27 .
Luisteren alleen volstaat niet, het komt aan op het doen. In deze tekst geeft de evangelist ons een waarschuwing mee. Wij moeten positiekiezen in onze houding naar sameleven met onze medemens. Willen wij los zand of een rots zijn voor mekaar. Durven wij onze twee oren bij elkaar leggen om alzo een derde oor te zijn voor elkaar. Het derde oor is ons hart. ( Visueel uitbeelden ) Al wat u vandaag en morgen doet vanuit het geloof is en zal door uw hart gaan. Geloofsbeleving met onze oren door ons hart is echt luisteren naar mekaar.
Aartsbisschop Romero .
De voornaamste kracht van Aartsbisschop Romero was dat hij naar zijn volk luisterde. Hij kon onthouden wat de mensen hem vertelden. En hij zei het hen na in een zeer eenvoudige taal. Wat niet eenvoudig gezegd kon worden, was, meende hij, de waarheid niet. Want wat het volk niet kon begrijpen, loonde hem de moeite niet om te zeggen. Zo zei hij bijvoorbeeld ooit : « De wet is als een slang, ze bijt alleen de mensen die op blote voeten lopen . » Zoiets had hij van het volk geleerd. En hij kon het eerlijk na zeggen, omdat hij zo sterk aanleunde tegen wat hij las in de bijbel : die geloofservaring van eeuwen. Ook dat inspireerde hem geweldig. En het volk hing aan zijn lippen. Merkwaardig dat deze woorden, zo sterk verbonden aan de geschiedenis van Israël, in El Salvador zo'n weerklank vonden.
Bezinning.
Vragen horen Als je met ogen van liefde kijkt naar mensen, hoor je heel wat vragen. Het is de vraag naar een handdruk, een glimlach, een klein moment van luisteren . Het is de vraag om begrip, om vrijheid, om een beetje aandacht. Het is de vraag : mag ik mij helemaal uitspreken ? Mag ik een eind met je mee ? Heb je moed, want ik heb steun nodig ? Ben je sterk vandaag, want ik moet je even pijn doen ? Om die vragen te horen, moet je stil zijn en luisteren ; luisteren met een lied vol en tot vrede gekomen hart.
Luisteren Wij verlangen dat anderen naar ons luisteren. Kunnen wijzelf heel lang als het moet, naar hen luisteren ? Wij zijn zo vol met onszelf, met onze gedachten, onze zorgen, onze plannen. Niets is zo aktief en zo scheppend als het luisteren. Luisteren is reeds antwoorden. Want alleen de stilte van een liefdevol wachten wordt de ander zichzelf. Het is ledigen van zichzelf om zich boordevol te laten vullen door de ander.. Luisteren is aandachtig zijn voor het woord dat tot ons komt, voor de stilte die méér zegt dan woorden, voor de muziek die in de ondertoon van de woorden, warmte of verdriet, stille hoop of ontgoocheling laat doorklinken.
Uit jezelf treden Als je echt kunt luisteren, betekent dat tevens een uitnodiging om uit jezelf te treden en je in te zetten voor de anderen. Wie de vragen hoort in het hart van de medemens, hem kwelt de nood, het onrecht, de onvrede. Hij gaat niet voorbij . Hij blijft staan en zoekt een oplossing. Dit alles kun je niet, als je niet echt een mens van vrede bent, een deemoedig mens.
Wie echt wil luisteren Wie echt wil luisteren, behoort nederig te luisteren, bewust als hij ervan is dat hij nog veel te leren heeft . Wij dienen ook geduldig te luisteren, want er is veel tijd nodig om te begrijpen. Wij moeten met volle overgave luisteren, want het is nodig dat wij ons vereenzelvigen met hen die ons toespreken, zodat wij hun gedachtengang en al wat daarmee gemoeid is, werkelijk op de voet kunnen volgen. Zoniet, wordt er niet geluisterd, wel geïnterpreteerd en vervormd.
HEER.
Heer, Gij kent de vragen van ons hart, de zorgen waarmee wij rondlopen : « Wat zullen wij eten ? » « Hoe zullen wij ons kleden ? » Maar wij geven zo weinig om wat toch eerst zou moeten komen : het zoeken naar uw rijk, het betrachten van uw gerechtigheid, wat meer bekommernis voor andere mensen. In deze vastentijd, Heer willen wij slechts dit vragen : raak ons hart, zodat het zich bekeert, en niet langer om zichzelf cirkelt maar meer aandacht besteedt aan de zorgen van diegenen die echt hongeren en kou lijden, die dolen langs de wegen en geen huizen vonden om in te wonen. Help ons uw rijk wat naderbij te brengen door gerechtigheid en liefde. Amen.
20-03-2010
Opwekking 488 Heer ik kom tot U.
B E D E V A A R T E N .
B E D E V A A R T E N BUSREIZEN:
MEDJUGORJE : 19 April 2002. Vlug zijn voor de laatste plaatsen 10 dagen (5 Nachten in Medjugorje) Op doorreis bezoek aan de heiligdommen Altötting en Brezje. Op de terugreis bezoek het heiligdom Sticna en de Dom St Kilian in Würzburg. Prijs 580 Euro Deze bedevaart-reis is het neusje van de zalm ... dus toehappen!
PRAAG: Autocarreis 16 April 4 overnachtingen 249 Euro Half pension 21 Mei Idem 11 Juni Idem 2 Juli Idem 1 September en 17 September idem 8 Oktober Idem
VLIEGREIZEN: MEDJUGORJE : 21Mei 8 dagen 585 Euro Vol pension 31 Augustus 8 dagen 595 Euro Vol pension 8 Oktober 8 dagen 585 Euro Vol pension FATIMA: 10 Juni 6 dagen 659 Euro Vol pension LOURDES: 24 September 4 dagen 479 Euro Vol pension
Jules Jacomen.
EENS KOMT DE GROTE ZOMER.
M.
LUCAS 22; 19 .
M.
OPENBARING 5 ; 5 .
M
Ik wil geen leugens, noch laster"
Ik wil geen leugens, noch laster"
Datum:
Zat, 2010-03-13
Profeet:
Holy Love
Ik wil geen leugens, noch laster Holy Love, VSA, 13 maart 2010
1. HOL10031305 - Jezus: « Ik ben Jezus, de mensgeworden Zoon van God. Ik zeg u plechtig en met nadruk: Mijn wil is één met de wil van Mijn Vader, die de eeuwige waarheid is, en het eeuwige nu. Ik ben NIET te vinden in leugens, NOCH in laster of kwaadsprekerij. Ik maak GEEN deel uit van opgeklopte en gemanipuleerde onderzoeksrapporten, NOCH van samenvattende besprekingen van 25 jaar hemelse boodschappen hier en elders, en al EVENMIN van de bezorgdheid van hoge kerkelijke prelaten betreffende de kwaliteit van de gebedsoefeningen hier ter plaatse. »
2. « Wanneer Ik terugkom, zal Mijn overwinning een triomf van de waarheid zijn. Ik wens, dat alle mensen en alle naties zich hier zouden verzamelen en deel zouden hebben aan de waarheid, die berust in de Heilige Liefde. BUITEN EN ZONDER DE HEILIGE LIEFDE BESTAAT ER GEEN WAARHEID. »
3. NOOT van de redactie: Om het volgende goed te begrijpen, moet men weten, dat het plaatselijke bisdom zeer stevig van leer is getrokken tegen de verschijningsplaats en de aldaar gegeven hemelse boodschappen. De clerus probeert uit alle macht de verschijningen en de boodschappen van Holy Love (Heilige Liefde) tegen te werken en in een kwaad daglicht te stelllen. Deze politiek van de hogere en de lagere clerus komt op VEEL plaatsen in de wereld voor. Vandaar het belang van deze profetie. Overigens is het bijzondere van de Missie van Holy Love, dat de hemel deze als een ECUMENISCHE Missie heeft opgezet en bedoeld. Dat houdt in, dat alle mensen, van welke godsdienstige strekking dan ook, er worden opgeroepen God en elkander lief te hebben volgens de eerste Twee Geboden van God.
4. Jezus: « Ik ben Jezus, de mensgeworden Zoon van God. Ik kom u en ook allen, die willen luisteren, vandaag vertellen, hoe het ONGUNSTIGE, ja, VALSE OORDEEL over deze Missie hier, en betreffende vele andere, is ontstaan. Ten eerste, en het allerbelangrijkste, het zogenaamde onderzoek werd gevoerd met het opzicht de plaats te sluiten, de activiteiten stil te leggen, ja, alles, te vernietigen. Een echt, objectief, onderscheid zal NOOIT ontstaan in een hart vol vooroordelen. Een zuiver onderscheid zal NOOIT mogelijk zijn met een hart, dat vasthoudt aan een vooropgezette mening, of een bepaald plan koestert. Zulk een onderscheid kan NOOIT ANDERS zijn dan een zuiver menselijk oordeel en een opportunistische visie - en is beslist NIET geinspireerd door de Heilige Geest. »
5. « Indien men dit belangrijkste punt goed begrijpt, zal men eveneens inzien, dat GEEN ENKEL [katholiek] bisdom zich kan opwerpen als de rechthebbende om een oordeel uit te spreken over deze ECUMENISCHE MISSIE, NOCH daar gezag over kan uit oefenen. Geen enkel [katholiek] bisdom heeft het recht een Missie als katholiek te definiëren, als die Missie wordt gekenmerkt als ecumenisch. Zulk handelen gaat het gezag van welke prelaat dan ook te boven. Deze waarheid alleen al laat zien, dat de wens om een ecumenische Missie te controleren en te beheersen eenvoudigweg een ONBEHOORLIJK MACHTSSPEL inhoudt. »
6. « Zouden de leden van de hiërarchie de waarheid wederom in hun hart toelaten en bevestigen, dan zou men beter inzien wat een ecumenische Missie eigenlijk is. Ik wens, dat in DIT diocees de bisschop zou medewerken aan de pogingen de mensen te doen bidden - want, wij zijn verenigd in het gemeenschappelijk pogen om de wereld vrede te schenken, en in het gezamenlijke streven de zielen het heil te bezorgen. De Heilige Liefde na te streven is het Gebod, wat is samengevat in de Eerste Twee Grote Geboden, die Ik, ja, Ikzelf, u en de wereld heb gegeven toen Ik onder u rondging en op de aarde wandelde. »
7. « Gij moogt de liefde voor het geld, de hang naar macht, of de zucht te willen heersen, niet boven Mijn Wetten plaatsen. Ik roep iedereen en allen op de juistheid van Mijn vandaag gesproken woorden in te willen zien. Denkt overigens maar NIET, dat Ik de Mijnen NIET zal corrigeren [als dit nodig is]. Ik wens voor iedereen het heil en de eeuwige zaligheid, ONGEACHT diens positie of status in dit aardse leven. Vermijdt om de geest van het farizeïsme aan te nemen. Weest nederig. De nederigheid is deel van de waarheid zelve. »
8. NAWOORD van de redactie: Ook de boodschappen gegeven in ecumenische verschijningsplaatsen moeten natuurlijk voldoen aan de regels, die bestaan voor de BETROUWBAARHEID van profetieën. Het moeten wel hemelse boodschappen zijn, en GEEN duivelse.
Recente Profetica.
Profeet , Holy Love
U kunt uw eigen kruis niet dragen. ( Profeet David Wilkerson ).
De Heere Jezus zei tegen Zijn discipelen Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij (Matteüs 16:24). Maar de Heere Jezus kon zijn eigen kruis niet dragen, en dat kunt u ook niet!
Zoals Jezus Zijn eigen kruis droeg naar Golgotha, geleid door de beulen, was hij te zwak om dit lange tijd vol te houden. Toen Hij aan het einde van Zijn uithoudingsvermogen kwam, werd het kruis op de schouders van iemand anders gelegd. De bijbel vertelt ons niet hoe ver Jezus Zijn eigen kruis gedragen heeft, maar we weten dat Simon, uit Cyrene, werd gedwongen om het op te pakken en het naar de plaats van de kruisiging te dragen (zie Matteüs 27:32).
Wat zegt dit ons? Zou de Heer ons iets laten doen wat Hij ook niet kon? Zei Hij niet Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn (Lucas 14:27)? Een kruis is een kruis, of hij nu van hout is of geestelijk. Het dekt de lading niet als u stelt Zijn kruis was anders dat van ons is geestelijk.
Persoonlijk geeft het mij veel hoop om te weten dat de Heere Jezus Zijn eigen kruis niet kon dragen. Het bemoedigd mij om te weten dat ik niet de enige ben die soms zo belast is dat het mij ten gronde richt, en ik niet in staat ben om op eigen kracht door te gaan.
De Heere Jezus wist precies wat Hij zei toen Hij ons opriep om ons kruis op te nemen en Hem te volgen. Hij herinnerde zich Zijn eigen kruis die door een ander gedragen werd. Waarom zou Hij aan ons vragen een kruis op onze schouders te nemen waarvan Hij weet dat deze ons vroeg of laat zal verpletteren? Hij weet alles over de lijdensweg, de hulpeloosheid, en de last die een kruis met zich mee brengt. Hij weet dat we dat kruis niet de hele weg zelf kunnen dragen.
Maar er ligt een waarheid verborgen die we dienen te ontdekken, een waarheid die zo krachtig is dat het de manier waarop we naar onze problemen en pijnen kijken kan veranderen. Het klinkt bijna als heiligschennis om te suggereren dat de Heere Jezus Zijn eigen kruis niet gedragen heeft, maar het is de waarheid.
God weet dat niemand van Zijn kinderen het kruis kunnen dragen dat ze op zich nemen wanneer ze Christus navolgen. We willen goede discipelen zijn door onszelf te verloochenen en het kruis op te nemen, maar we lijken te vergeten dat dat kruis ons op een dag op het punt brengt dat we geen uithoudingsvermogen meer hebben. Zou de Heere Jezus opzettelijk aan ons vragen om een kruis op te nemen waarvan Hij weet dat het alle energie uit ons wegtrekt en ons hulpeloos achterlaat en we zelfs tot het punt gebracht worden dat we gewoon willen opgeven? Ja, absoluut!!!
De Heere Jezus heeft ons gezegd zonder Mij kunt gij niets doen (Johannes 15:5). Dus vraagt Hij ons om ons kruis op te nemen, en door te gaan met dat kruis, totdat we onze les geleerd hebben. Pas als dit kruis ons met onze neus in het stof drukt leren we de les dat het niet door onze macht of onze kracht is, maar door Gods Geest. Dat is wat de bijbel bedoeld wanneer deze er over spreekt dat Zijn kracht vervolmaakt wordt in onze zwakte.
Lezing uit het boek Jeremia 11,18-20. Psalmen 7,2-3.9-10.11-12. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 7,40-53.
Lezing uit het boek Jeremia 11,18-20.
Jahweh, Gij hebt het mij bekend gemaakt, zodat ik het weet, Gij hebt mij hun toeleg doen zien; Ik zelf was als een argeloos lam, Dat naar de slachtbank wordt geleid. Ik wist niet eens, dat zij aanslagen tegen mij smeedden: Komt, laten we de boom in zijn volle kracht vellen, Hem uit het land der levenden rukken, Zodat zijn naam niet meer wordt genoemd. Jahweh der heirscharen, rechtvaardige Rechter, Die harten en nieren doorgrondt: Laat mij zien, hoe Gij wraak op hen neemt, Want U vertrouw ik mijn recht toe.
Psalmen 7,2-3.9-10.11-12.
Jahweh, mijn God, tot U neem ik mijn toevlucht; Help mij, en verlos mij van al mijn vervolgers, Opdat ze mij niet als leeuwen verscheuren, En wegslepen, reddeloos verloren. Als rechter der volken, o Jahweh; Doe mij recht, Jahweh, naar mijn gerechtigheid En naar de onschuld mijns harten. Maak een einde aan de boosheid der zondaars, Maar laat de rechtvaardige blijven bestaan! Gij zijt het, die harten en nieren doorgrondt, Rechtvaardige God! Het is God, die mijn schild draagt, Die redt de oprechten van hart; Maar ook een rechtvaardig rechter is God, Een God, wiens gramschap voortdurend blijft dreigen.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 7,40-53.
Bij het horen dezer woorden zeiden sommigen van het volk: Deze is zeker de profeet. Anderen zeiden: Hij is de Christus. Weer anderen zeiden: Komt dan de Christus uit Galilea? Heeft dan de Schrift niet gezegd, dat de Christus uit het geslacht van David komt, en uit Bétlehem, het dorp, waar David woonde? Zo ontstond er verdeeldheid over Hem onder het volk. Sommigen van hen wilden Hem grijpen; maar niemand sloeg de hand aan Hem. Nu kwamen ook de dienaars bij de opperpriesters en farizeën terug. Deze laatsten zeiden tot hen: Waarom hebt gij Hem niet meegebracht? De dienaars antwoordden: Nooit heeft iemand zó gesproken als deze man. De farizeën antwoordden hun: Hebt ook gij u laten misleiden? Heeft soms iemand van de overheden of van de farizeën in Hem geloofd? Ja, dat volk, dat de Wet niet kent: vervloekt zijn ze. Maar één van hen, Nikodemus, die vroeger Hem eens had bezocht, sprak tot hen: Onze Wet veroordeelt niemand, zonder hem vooraf te hebben gehoord, en zonder te weten, wat hij doet. Ze gaven hem ten antwoord: Zijt gij soms uit Galilea? Onderzoek het maar; dan zult ge erkennen, dat er geen profeet uit Galilea opstaat. Daarop gingen ze allen naar huis.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
GOD.
God, Gij leidt ons door alle moeilijkheden heen. Gij hebt ons de ogen geopend voor goed en voor kwaad. Wees ons nabij wanneer het leven een woestijn voor ons wordt. Help ons wanneer wij weerstand moeten bieden aan het kwade. Dit vragen we door Jezus Christus, Uw zoon en onze Heer, Amen.
HEER JEZUS.
Goed en kwaad: het is een wereld van verschil. Beiden zijn echter aanwezig in onze wereld. En in die wereld leven ook wij. Laten wij daarom bidden:
Heer Jezus, Gij hebt de strijd tussen goed en kwaad gekend en Gij hebt vrede gevonden. Wees met ons, en schenk ons Uw vrede. Maak ons tot mensen die uw vrede delen, Gij die leeft in eeuwigheid, Amen. Die vrede, de vrede van de Heer Jezus zij altijd met ons En met U Geest Geven wij ook mekaar een teken van vrede
HEER.
Heer, Gij hebt ons gemaakt uit het stof van de aarde. Herschep in ons een zuiver hart, en geef ons toegang tot Uw Woord. Leer ons in deze veertigdagentijd Uw evangelie te beleven, en beter te begrijpen dat wij niet leven van brood alleen, maar van elk woord dat Gij spreekt, ook in deze tijd. Dit vragen wij door Jezus Christus, Uw Zoon en onze Heer, Amen.
19-03-2010
De Geheimen van de Rozenkrans.
De 15 traditionele geheimen van de rozenkrans en enkele andere plaatjes van de heilige Maagd Maria, de Moeder van Jezus.
