For this blog to translate into language of your choice? Select your language below.
2 prachtige pps-jes hierboven van Godelieve en ook Mama rechts heeft ze gemaakt Klik op de banner en bekijk nog veel meer moois op haar blog
Klik op de banner hier beneden en ga eens langs bij Lenie voor nog meer moois Alle Ave Maria pps-jes hierboven zijn van haar
Gastenboek
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Wonder
18-08-2009
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
nooven van genade
VIJF EN DERTIGSTE VERSCHIJNING
Vrijdag, 5 december 1975 om 18.45 uur
Het is bijna tijd voor het Lof, de kleine kapel is vol mensen. Haar vreugde is zo groot als zij het Licht ontwaart, dat Madeleine onwillekeurig uitroept :
"Daar is het Licht !"
Zij staat op en begeeft zich naar het uitgestalde Sacrament.
Jezus verschijnt met zijn handen naar haar uitgestrekt. Zij ziet alleen nog maar Hem.
"Het is zo mooi, wat een onuitsprekelijke zoetheid. Ik zie niets anders dan de Jezus van Liefde, ik vertoef niet meer in de kapel, verder bestaat niets meer, ik denk nergens meer aan, mijn lichaam voel ik niet meer en lijkt wel verstorven. Als men dood is, denk ik dat men dit zo ondergaat. Slechts mijn geest bestaat nog in vereniging met die van Jezus."
Dan brengt Jezus zijn hand naar zijn borst en zegt :
"Zegt hardop wat u nu zien gaat :"
"Met zijn linkerhand schuift Jezus zijn kleed opzij. Uit zijn borst "
Jezus glimlacht, gaat verder en verduidelijkt hetgeen Madeleine nazegt :
"Uit zijn Hart stromen rode en witte stralen en zijn rechterhand is naar ons uitgestrekt : De vlammen uit mijn Hart verteren Mij, zegt Jezus. Meer dan ooit wil Ik ze over ieder van u uitstorten. Ziehier, wat Ik aan de gehele mensheid beloof, als zij mijn Boodschap kennen en in praktijk brengen :
- Ik zal de bitterheid verzachten waarin de ziel der zondaars is gedompeld.
- Ik zal genade vermenigvuldigen in de ziel van priesters en nonnen, want zij zijn het die mijn Boodschap bekend moeten maken.
- Ik zal de vrome en trouwe zielen dichtbij mijn Hart bewaren; zij hebben mij op de weg van Kalvarië getroost.
Zodra zij mijn Boodschap kennen, zal Ik de stralen van mijn genade over de heidenen uitstorten, en over allen die Mij nog niet kennen.
- Ik zal de ziel van ketters en afvalligen tot de eenheid van de Kerk aantrekken.
- Ik zal de kinderen en nederige zielen opnemen in de woning van mijn Hart, opdat zij jegens onze hemelse Vader een bijzondere genegenheid koesteren.
- Ik zal velerlei genade verlenen aan degenen die mijn Boodschap kennen en tot het einde toe volharden.
- Ik zal de zielen in het vagevuur verlichting schenken; mijn Bloed zal hun brandwonden blussen.
- Ik zal de meest verstokte harten verwarmen, de ijskoude zielen, die mijn Hart het diepste kwetsen.
Ik beloof allen die vol berouw aan de voet van het Glorierijke Kruis komen en elke dag het gebed bidden wat Ik hun geleerd heb, dat in dit leven Satan geen macht meer over hen zal hebben en dat zij, na een lange periode van onreinheid, in één ogenblik rein zullen worden en Gods kinderen zullen zijn voor eeuwig.
Mijn Vader, wiens Goedheid oneindig is, wil de mensheid redden die zich aan de rand van de afgrond bevindt. Door deze allerlaatste Boodschap dient u zich voor te bereiden. Weet, dat juist dan wanneer u er niet meer in gelooft de Boodschap in vervulling zal gaan, want u kent dag noch uur waarop Ik zal terugkomen in heerlijkheid.
Vervolgens herneemt Jezus zijn normale houding en zegt tegen Madeleine :
Over twintig dagen zult u een noveen beginnen die op de eerste vrijdag van de maand zal eindigen. Ik zal iedere dag het gebed voorbidden dat Ik u zoëven geleerd heb. Deze noveen zal het Heilig Jaar verlengen."
"Over twintig dagen, ... ja, óh wat ben ik gelukkig !"
Terwijl Hij zijn beloften opnoemde, bleven de rode en witte stralen uit Jezus Hart stromen.
Madeleine brengt die twintig dagen in afwachting door, in gebed en stille overpeinzing. Zij telt de dagen "zoals een jong meisje die op haar verloofde wacht". Zij voelde zich nauw verbonden met die liefdevolle Jezus vol van Barmhartigheid. Groot was haar Vreugde gelijk een geestelijk geluk dat tot de hemel reikt, en zij verzoekt Jezus om in dat geluk ook alle arme op zichzelf standen, de ongelovigen te laten meedelen.
Die zalige nacht vóór Kerstmis 1975 heeft zij de slaap niet kunnen vatten...
Lezing uit het boek Rechters 6,11-24. Psalmen 85,9.11-12.13-14. Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 19,23-30.
Lezing uit het boek Rechters 6,11-24.
Eens kwam de engel van Jahweh, en zette zich neer onder de terebint in Ofra, dat aan Joasj van Abiézer toebehoorde. Zijn zoon Gedeon was juist bezig, tarwe te dorsen in de perskuip, om ze voor de Midjanieten te verbergen. De engel van Jahweh vertoonde zich aan hem, en sprak hem toe: Jahweh is met u, dappere held! Gedeon gaf ten antwoord: Och heer, als Jahweh met ons is, waarom overkomt ons dit alles? Waar zijn dan al zijn wonderdaden, waarvan onze vaderen ons verhaalden, als ze zeiden: "Jahweh heeft ons uit Egypte gevoerd!" Want nu heeft Jahweh ons verworpen en in de hand der Midjanieten geleverd. Toen keerde de engel van Jahweh zich naar hem toe, en sprak: Ga, want nu zijt ge sterk! Ge zult Israël uit de hand van Midjan bevrijden; zie, Ik zend u. Maar hij antwoordde: Och heer, hoe zal ik Israël kunnen verlossen? Mijn geslacht is immers het geringste in Manasse, en ik ben de minste in het huis van mijn vader. Maar de engel van Jahweh hernam: Waarachtig, Ik zal met u zijn; ge zult de Midjanieten als één man verslaan. Nu vroeg hij hem: Als ik genade heb gevonden in uw ogen, geef me dan een teken, dat Gij het zijt, die met me spreekt. Ga niet weg van hier, vóór ik bij U terug ben met de gave, die ik U wil aanbieden. Hij antwoordde: Ik blijf hier, tot ge terug zijt. Gedeon ging heen, maakte een geitebokje klaar, en bakte van een maat meel ongedesemd brood. Het vlees legde hij op een schotel, en het nat deed hij in een aarden pot; dit bracht hij naar hem toe onder de terebint, en bood het hem aan. Maar Gods engel zeide tot hem: Neem het vlees en het ongedesemde brood, leg het neer op die steen, en giet er het nat over uit. Toen hij dat gedaan had, strekte de engel van Jahweh de punt van de staf uit, die hij in zijn hand hield, en raakte er het vlees en het ongedesemd brood mee aan. En er schoot een vuur uit de steen, dat het vlees en het ongedesemd brood verteerde. Toen verdween de engel van Jahweh. Nu wist Gedeon, dat het de engel van Jahweh geweest was. En Gedeon zeide: Ach Jahweh, mijn Heer; daar heb ik, zo waar, den engel van Jahweh van aanschijn tot aanschijn gezien! Maar Jahweh sprak: Vrede zij u! Wees niet bang; ge zult niet sterven. Toen bouwde Gedeon een altaar voor Jahweh, en noemde het Jahweh-Sjalom. Tot op heden staat het er nog in Ofra van Abiézer.
Psalmen 85,9.11-12.13-14.
Ik wil horen wat Jahweh mij zegt; Want Hij spreekt woorden van vrede Voor zijn volk en zijn vromen, Voor die op Hem blijven hopen! Genade en trouw ontmoeten elkander, Gerechtigheid en vrede omhelzen elkaar: De trouw ontspruit aan de aarde, De gerechtigheid blikt uit de hemel. Jahweh zelf schenkt zijn zegen, En ons Land geeft zijn oogst; Gerechtigheid gaat voor Hem uit, En geluk volgt zijn schreden!
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 19,23-30.
Nu sprak Jesus tot zijn leerlingen: Voorwaar, Ik zeg u: het is voor een rijke moeilijk, het rijk der hemelen binnen te gaan. En nog eens zeg Ik u: Een kameel gaat makkelijker door het oog van een naald, dan een rijke in het koninkrijk der hemelen. Toen de leerlingen dit hoorden, waren ze zeer verwonderd, en zeiden: Wie kan dan zalig worden? Jesus zag hen aan, en sprak: Bij de mensen is dit onmogelijk; maar bij God is alles mogelijk. Nu nam Petrus het woord, en zeide Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd; wat zullen wij dan ontvangen? En Jesus sprak tot hen: Voorwaar, Ik zeg u: bij de wedergeboorte, wanneer de Mensenzoon zal zetelen op de troon zijner majesteit, dan zult ook gij, die Mij zijt gevolgd, op twaalf tronen gezeten zijn, en de twaalf stammen van Israël oordelen. En al wie zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw of kinderen of akkers verlaat om mijn Naam, hij zal het honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven verwerven. Veel eersten zullen laatsten, en laatsten zullen eersten zijn.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Goede Vader.
Goede Vader, heel lang geleden noemden christenen in Kolosse Jezus "het beeld van de onzichtbare God omdat Jezus als mens levend onder de mensen in de meest letterlijke zin liet zien hoe groot Uw liefde is. Voor ons is Hij Koning, omdat Hij ons U leerde kennen als een liefdevolle en minzame God. Door de mensen lief te hebben tot de dood bracht Hij op de aarde redding wie verloren was. Leer ons om ook op te komen voor anderen zonder enkel aan onszelf te denken: maak van ons mensen die dit brood van Jezus en Zijn wijn blijven delen. Zegen elk werk dat wij in Zijn en in Uw naam doen, zolang als wij leven. Amen
N.
Waakzaam blijven.
Waakzaam blijven.... Niet indommelen in onze welvaart.... Onderscheiden waar het in ons leven écht op aankomt.... Dat is de Boodschap, die wij vandaag ontvangen, om er de volgende 7 dagen werk van te maken.
N.
Lc. 12,32-40. ( Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas. ).
"Weest niet bevreesd, kleine kudde; het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te schenken. Verkoopt uw bezittingen en geeft aalmoezen; verschaft u beurzen die niet verslijten, en verwerft een onuitputtelijke schat in de hemel, waar geen dief komt en geen mot hem bederft. Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn." "Houdt uw lendenen omgord en de lampen brandend! Gedraag u als mensen die wachten op de terugkomst van hun heer die naar de bruiloft is om, als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen." "Gelukkig de dienaars die de heer bij zijn komst wakende zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal zich omgorden en hij zal hen aan tafel nodigen en langs hen gaan om te bedienen." "Al komt hij ook in de tweede of de derde nachtwake, gelukkig die dienaars die hij zo aantreft. Begrijpt dit wel: als de eigenaar van het huis wist op welk uur de dief zou komen zou hij niet laten inbreken in zijn huis." "Weest ook gij bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht."
N.
HEER.
Heer onze God, aan het begin van deze viering bidden wij U: moge uw Woord ons uitzicht geven op een nieuwe toekomst, op betere tijden. Doordring ons ervan dat Gij onze redding zijt, als de moed ons ontbreekt en de nood ons bedreigt. Dan zullen wij kracht putten, herademen en herleven. Amen.
N.
God onze Vader.
God onze Vader, U hebt ons veel gegeven. Een wereld om in te leven, mensen om van te houden. Maar soms gaat alles mis. Bloemen gaan dood. Mensen hebben ruzie. Het is moeilijk voor ons om de aarde goed te verzorgen, om van elkaar te houden. Kom met uw adem en blaas nieuw leven in ons, zodat al het oude nieuw wordt, én wij nieuwe mensen worden die bouwen aan een mooie wereld, met groen en bloemen, met vriendschap en liefde. Kom Heilige Geest, en help ons er samen aan te werken. Amen.
N.
God, onze Schepper.
God, onze Schepper, alles wat we zijn en hebben, hebt Gij ons gegeven. Dat maakt ons dankbaar. Laat ons ophouden steeds te streven naar meer. Doe ons vreugde vinden in het genoeg. Help ons te delen met elkaar en met de wereld die Gij liefhebt; in de naam van Christus, die ons tot delen in staat stelt. Amen.
N.
God, onze Vader.
God, onze Vader, verbonden met U en met elkaar, mochten wij Uw woord beluisteren. Laat Jezus' woorden doordringen tot ons hart, en onze kracht zijn om mee te werken aan de Kerk van morgen. Help ons zorgzaam te zijn voor elkaar en voor hen, die vanuit de verte of van heel dichtbij zwakke medemensen zijn. Blijf ons daartoe nabij vandaag en alle dagen. Amen.
N.
Heer Jezus.
Heer Jezus, Gij hebt aan uw apostelen en aan ons alles gezegd: Vrede laat ik U, mijn vrede geef ik U. Zie niet naar onze kleinmenselijkheid. Help ons om in de tijd die komen gaat, bewerkers van uw vrede te zijn, thuis en overal waar wij mensen ontmoeten. Laat ons één worden met U en met elkaar, Gij die leeft in eeuwigheid. Amen.
N.
Vader in de hemel.
Vader in de hemel, Wij danken U voor alles wat mensen voor elkaar doen. Wij danken U voor zoveel goedheid en aandacht. Wij danken U voor het geluk dat sluimert in relaties tussen mensen, voor kinderen en hun aanhankelijkheid, voor volwassenen en hun zorgzaamheid, voor ouderen en hun levenswijsheid. Wij danken U voor de bloemen, vogels, aarde en lucht. Wij danken U voor alles wat ons omgeeft en met ons leeft of door mensenhanden is gemaakt. Heel in het bijzonder, God, willen wij U danken, voor Jezus en voor zijn zingeving aan het leven. Om uiting te geven aan onze dankbaarheid zingen wij U een loflied toe.
Heilig,heilig, heilig.......
Zang: Samen zingen wij voor God de Heer, want Hij is heilig, want Hij is heilig. Samen zingen wij voor God de Heer geven wij Hem alle eer.
N.
Het woord van de Heer.
Jouw woord, Heer, is een vloed van heil,Jij sterkt de mensen groot en klein. Jouw woord, Heer, is een vloed van heil, het troost de mensen in hun pijn.
Jouw woord, Heer, is een vuur van kracht. Jij waakt over ons in de nacht. Jouw woord, Heer, is een vuur van kracht, het spreekt met ongekende macht.
Jouw woord, Heer, is een huis van trouw.Jij spreekt een taal van mij en Jou. Jouw woord, Heer, is een huis van trouw,het is een schat waarvan ik hou.
N.
GOD.
Goede God, Maak ons tot geboeide luisteraars als Uw woorden hier klinken. Dat we niet zomaar horen wat we willen horen, maar openstaan voor Uw boodschap. Dat we uit oude en bekende woorden nieuwe schatten van leven ontdekken. Laat ons de kracht van Jouw Woord ervaren in woorden en daden van mensen. Dit vragen wij U, door Jezus, Uw Zoon. Amen.
N.
Goede God.
Goede God, U zendt uw welbeminde Zoon als dienaar van gerechtigheid: Hij schreeuwt niet, Hij dwingt niet, Hij nodigt uit. Wij bidden U: vervul ons met zijn gezindheid die de zwakke mens niet breekt en de kleine in uw naam verheft. Dit vragen we U alle dagen van ons leven Amen.
N.
VADER.
Vader in de hemel, Eens is op deze dag uw Zoon Jezus in de tempel aan U opgedragen. Jij houdt enorm veel van de mensen ! Elk kindje dat geboren wordt, is een teken dat Jij dicht bij ons blijft. Jij schenkt nieuw leven vandaag en alle dagen. AMEN.
N.
17-08-2009
MOOIE PLAATJES.
AAN ALLE LEZERS VAN DIT BLOG.
ER IS EEN ITALIAANSE WEBSITE VAN EEN BRIEF DIE IVAN SCHREEF AAN HET BISDOM MOSTAR AAN DE BISSCHOP.
Op zaterdag 31 oktober 2009 spreekt E.P. Sylvester Demunter over:
De Mariale Priesterbeweging.
BEZINNING BIJ DE APOCALYPS.
E.H. P. Van de Kerckhove.
Ik heb vroeger voor SGAG een reeks bezinningen gehouden over de zaligsprekingen in de Evangeliën en in het bijzonder in de Bergrede volgens Matteüs. Welnu, aansluitend bij het onderwerp van vandaag, nl. de betekenis van de Apocalyps van Johannes en vooral de waarde ervan voor onze tijd, wil ik u een tweetal bezinningen geven over de zaligsprekingen in de Apocalyps. Hier volgt nu deze tweede bezinning.
Gelukkig de mens die waakt en zijn klederen aanhoudt zodat hij niet naakt hoeft te gaan. (Apok. 16,5)
Dit is een macarisme (=zaligspreking) in de context van de zeven schalen, d.i. de zeven catastrofes die God uitgiet boven de aarde. Het komt dus na de zeven trompetten: Gelukkig de mens die waakzaam is Dat zegt ook de Heer Jezus: De Mensenzoon komt als een dief in de nacht. Gelukkig de knecht die de Heer waakzaam aantreft, en niet in slaap gevallen. Dit is de dienaar die zijn plicht vervult en die niet zijn plicht verwaarloost. De dienaar die volhardt tot het uiterste toe en die trouw blijft in het geloof en die niet verslapt en die niet afvallig geworden is. De Apocalyps situeert dit macarisme in de context van de zeven catastrofes: de zesde schaal, d.i. de wereldoorlog die Armageddon genoemd wordt, of de strijd van alle volkeren, de strijd van de Grote Dag van God, d.i. de Laatste Dag waarop God zal terugkomen en wereld zal oordelen.
Hij komt onverwacht en op een ogenblik dat je het niet verwacht. Hij komt onverwacht in glorie. Dus: wees voorbereid op het Laatste Oordeel. Bereid u dus voor en leef alsof het nu gaat gebeuren! Vandaag kan de laatste dag van uw leven zijn, of, de laatste dag van de wereld. De plaats, Armageddon, is een historische plaats Apok. 16,16 waar de eindstrijd zal worden uitgevochten.
De waakzaamheid van de christenen is zodanig dat zij hun klederen aanhouden, zodat zij niet naakt hoeven te gaan. Waakzaam zijn, of volledig gekleed gaan, is een uitdrukking die betekent dat men zich niet overgeeft aan ontucht of afgoderij, het verafgoden van idolen. Het naakt gaan is in het O.T. een beschuldiging die God richt aan Israël, dat afgoden achterna liep (Jesaja 20, 1-6). Christenen moeten gekleed zijn, d.w.z. dat ze moeten weerstaan aan de aanvallen van de heidenen (daarmee kan de Romeinse macht (= hier de keizer) bedoeld zijn die zich liet aanbidden als een afgod). Er kan ook mee verwezen worden naar allerlei situaties van vervolging, en zeker naar de vervolging op het einde van de wereld. In ieder geval staat de christenen een grote vervolging te wachten op het einde van de wereld en die zal vreselijk en bloedig zijn en daarbij zal de antichrist een laatste poging doen. Dat zal dan ook het moment zijn van Christus wederkomst in glorie en van het Laatste Oordeel.
De laatste eindstrijd vindt plaats in Armageddon. Alle boze machten van de wereld komen samen, de koningen van de wereld, d.i. alle wereldse machten, bankiers, industriëlen, zakenlui, politici, hoogwaardigheidsbekleders, voor de strijd in Armageddon.
Hebreeuws: har megiddo betekent letterlijk berg van Megiddo.
Megiddo was een oude stad in de vallei van Jizreël en het was een slagveld, in het O.T. een beroemd slagveld want vele veldslagen werden er uitgevochten.
Historisch gezien: een berg van Megiddo bestaat niet Megiddo ligt ook niet bij een berg. Megiddo is nooit in enige apocalyptische traditie gebruikt.
HAR-MAGEDDON kan ook een andere etymologische (= woordoorsprong) verklaring krijgen. Het is de berg van de verzameling (Jes. 14,13: Op de berg waar de goden samenkomen zal ik zetelen ). Het is de berg van de vergadering, van de vergaderde volkeren. Het is dus een apocalyptisch beeld en geen historische plaats. Etymologisch blijft de betekenis onzeker. De auteur heeft het slagveld Megiddo willen combineren met Ezechiël 39 (39, 4-18) waar de aartsvijand van de eindtijd vernietigd wordt op de bergen. Vandaar de symbolische naam: Har Mageddon.
Men moet er zeker geen historische plaats in zoeken alsof men in die vallei een historische eindtijdstrijd zal uitvechten. Het is gewoon apocalyptische beeldspraak: de eindstrijd zal komen en de vijand zal overwonnen worden en de Heer zal in glorie triomferen. De referentie naar de bergen van Israël, waar de vijanden van Israël vernietigd worden, wordt geplaatst in combinatie met Megiddo, het beroemde slagveld van het Oude Testament. De laatste veldslag zal leiden tot de definitieve vernieling van de aartsvijand van Christus en van alle vijanden van Christus: de wereldse machten in dienst van het kwaad. Armageddon is een apocalyptisch beeld van de ziener van deze visioenen. De vijandige naties worden Gog en Magog genoemd bij Ezechiël (38-39) en Apok. 20,8 in een eindtijd context en vlak vóór het Laatste Oordeel. Misschien wordt er met Armageddon de stad Jeruzalem bedoeld dat op een berg ligt en dat strijdtoneel zal zijn van de laatste strijd tegen alle vijanden van Christus Die dan zal wederkomen in glorie.
Armageddon is naar mijn persoonlijke mening een metafoor (figuurlijke uitdrukking, berustend op een vergelijking) en de term moet niet letterlijk opgevat worden. Armageddon (dus letterlijk: berg van Megiddo) is eigenlijk de formulering van een universele berg die de hele wereld als strijdtoneel voorstelt en waar alle vijandige krachten tegen God strijden en tegen Zijn heiligen. Dat gebeurt nu eigenlijk al overal in de wereld en dat zal uitmonden in een vreselijke wereldoorlog vlak vóór het einde van de wereld. Uiteraard zal de eindoverwinnaar de verrezen Heer Jezus Christus zijn Die zal wederkomen op het einde van de wereld. Wanneer dat zal zijn en het Laatste Oordeel, dat weten we niet! Er zal ondertussen altijd een strijd zijn tussen goed en kwaad, tussen rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid. Voor ons is het belangrijk aan de goed kant te staan en trouw te zijn aan onze christelijke doopbeloften.
De betekenis van de Apocalyps voor onze tijden deel II.
E.H. P. Van de Kerckhove.
In het eerste deel van mijn conferentie heb ik het literaire genre van de Apocalyps uitgelegd en enkele symbolen die in de Apocalyps vaak gebruikt worden. In dit 2de deel wil ik de analyse maken van de tekst en van de structuur en trachten een uitleg te geven over het millennium.
De hele moeilijkheid van de Apocalyps ligt in het symbolische gebruik dat de auteur van het O.T. maakt, van de Joodse apocalyptische feiten en van namen die hij hervormt door er een nieuwe christelijke betekenis aan te geven in een fictief tijdskader.
Het boek Apocalyps bevat wel degelijk passages over het einde van de wereld. Dat einde komt en de wederkomst van Christus op het einde komt ook. Rampen, epidemieën, aardbevingen en oorlogen zijn er altijd geweest, in alle historische periodes van de geschiedenis van de mensheid en die zullen er altijd zijn tot het einde van de wereld.
We beleven apocalyptische tijden!, hoort men soms zeggen. Dit wil zeggen dat we tijden beleven van de vervolgingen tegen de Kerk. Maar die zullen er altijd zijn. Vandaar de titel van de film van Coppola Apocalypse Now. Oorlogen brengen catastrofen voort, dat weet iedereen. De Apocalyps duidt de oorzaken aan van die catastrofes, nl. Gods straffende oordeel voor de zonden van de mensheid. (De hebzucht van enkele miljardairs is de oorzaak van de huidige economische en bankcrisis). Maar er is ook Gods heilsactiviteit die wordt beschreven in een tijdskader waarin zowel verleden, heden als toekomst door elkaar worden geweven.
Laat ons nu naar de structuur van de Apocalyps kijken:
Er zijn de zogenaamde zeven zegels. De boekrol die verzegeld is, is Gods raadsbesluit en dat wordt geopend door het Lam. Met het verbreken van het 7de zegel begint een nieuwe sectie, nl. de zeven trompetten hoofdstuk 16. Daarna komt er weer een nieuwe sectie over de zeven plagen.
Het getal zeven drukt vaak in de Bijbel een totaliteit uit.
Zo zijn er de zeven zegels: bij de eerst 4 zegels verschijnt er telkens een paard van een andere kleur. Kleuren zijn ook een belangrijk symbool in de Apocalyps, naast de getallen. Die vier paarden, van verschillende kleur, duiden verschillende catastrofes aan: oorlog, economische crisis, hongersnood, epidemieën. Maar dit is een universele symboliek van de alomtegenwoordigheid van de plagen en de straffen over de wereld. Het getal vier duidt universaliteit aan, geheel de wereld, bijv. de vier dieren rond de Troon zijn de gehele schepping. Het getal 4 duidt de vier hoeken van de aarde aan, de vier dimensies.
Het 5de zegel gaat over de vervolgingen tegen christenen. Het 6de zegel is een enorme aardbeving die heel de wereld doet schokken, vooral de rijken die denken dat ze gevrijwaard zijn van elk onheil omdat ze geld hebben. Zie maar bijv. naar de bankcrisis, er zijn miljonairs die in deze crisis miljoenen verloren hebben en die zelfmoord hebben gepleegd.
Met het 7de zegel begint dan een serie van de zeven trompetten vanaf het 8ste hoofdstuk. De 7de trompet begint vanaf hoofdstuk 11,15 en loopt tot hoofdstuk 16,1. De zeven trompetten worden telkens geblazen door een engel. De eerste tot vierde trompet gaat over een reeks catastrofes. Hagel van vuur met bloed, de val van een meteoor, de val van een brandende ster, de verduistering van 1/3 van zon, maan en sterren. Dat zijn cataclysmen met een verwoestend effect. Maar slecht 1/3 wordt vernield en dat is dus een waarschuwing voor de rest van de mensheid 2/3 die zich moet bekeren.
De 5de tot de 7de trompet zijn de drie Wees. De 5de trompet het 1ste Wee begint met een vulkaanuitbarsting, een wolk van sprinkhanen met schorpioenenstaarten en die de mensen pijnigen. De ziener beschrijft de sprinkhanen als oorlogstanks of militaire paarden (zoals die gebruikt werden bij de Parthen in de oorlog met Rome).
De 6de trompet is een grote invasie vanuit de Eufraatregio. Dat was historisch een bedreiging voor het Romeinse Rijk. De militaire nederlaag zou de mensen tot in keer moeten brengen. Hoofdstuk 9,20-21 merkt op dat dit zo niet was! De 7de trompet opent dus in hoofdstuk 11,15 een uitkomst aan de cyclus van ongelukken. De 7de trompet wordt voorbereid door een goddelijk wezen dat in hoofdstuk 10 een klein boek in de hand houdt.
In hoofdstuk 11 komt dan het getuigenis van de martelaren en in 11,15 is het de 7de trompet die geen onheil aankondigt maar een nieuwe, hemelse liturgie. Dan komt in hoofdstuk 12 de grote strijd tussen de Vrouw en de draak en dit loopt uit op een definitieve overwinning van God. Maar dat was al aangekondigd in Genesis, hoofdstuk 3: Ik zal een strijd plaatsen tussen u en de Vrouw, tussen uw nageslacht en Haar nageslacht. De krachten van het kwaad zijn dan de twee beesten, een oprijzend vanuit het land en een vanuit de zee hoofdstukken 13 en 14 en tenslotte is er in hoofdstuk 15 de victorie van het Lam.
Met hoofdstuk 16 komt dan een reeks van 7 plagen of schalen.
Elk der schalen is gevuld met een plaag die over de aarde wordt gebracht. Ook hier is de gelijkenis met de plagen van Egypte treffend zoals dat in de 7 trompetten het geval is. De plagen zijn de aankondiging van een bevrijding door het Paaslam Christus.
De 1ste schaal is een soort van lepra, de 2de de zee die bloed wordt en de 3de schaal de rivieren van de gehele wereld die bloed worden. De 4de schaal is een grote opwarming en de 5de schaal is een duisternis over de gehele wereld in Garabandal is er sprake van een grote duisternis. Het is een beeld ontleend aan het Exodusverhaal, maar het kan een historisch feit zijn dat nog moet komen. De 6de schaal is het opdrogen van de Eufraat en de 7de schaal is een grote aardbeving. Historisch kan hiermee de verwoesting van het Romeinse Rijk bedoeld zijn alsook de invasie van de Parthen. Maar het historische perspectief is bij Johannes toch veel universeler.
Vanaf hoofdstukken 19 en 20 komt dan een totaal en definitief conflict tussen Christus Koning en Zijn vijanden, nl. het Beest, de valse profeten en de afgodendienaren. De Draak, d.i. Satan zelf, zal aan het hoofd staan van alle afvallige naties. Het gaat hier niet meer om natuurrampen, maar om een bovenaardse realiteit. Maar tenslotte zal er geen lijden en dood meer zijn en alle krachten van het kwaad zullen vernietigd worden, d.i. daarna dus een ideale toestand. Er zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zijn en het hemelse Jeruzalem, de Bruid van het Lam. God zal wonen onder de mensen in en nieuwe wereld, waar er geen lijden en geen dood meer is!
Nu nog een woordje uitleg bij: HET MILLENNIUM.
Er is volgens de Apocalyps een periode van 1000 jaar tijdens dewelke Satan gevangen zal zijn in de afgrond. De martelaren zullen 1000 jaren leven met Christus, zegt de Apocalyps 20, 4-5: Zij werden weer levend., d.i. de eerste verrijzenis. Zij hebben niets meer te vrezen van de 2de dood, d.i. het oordeel in de eindtijd, het Laatste Oordeel, waarbij de verdoemenis het deel zal zijn van de boze mensen (dat noemt Johannes de 2de dood). De andere doden moeten nog wachten voordat ze verrijzen, tot na de 1000 jaar. Satan zal bevrijd worden uit zijn gevangenis en hij zal in een definitieve veldslag verslagen worden en verdwijnen. De komr het Laatste Oordeel en de boze mens gaat de verdoemenis in d.i. de 2de dood.
Het millennium, is dat letterlijk te verstaan of symbolisch? Is het een gebeuren in het hiernamaals of hier op aarde? Er wordt in de Apocalyps gesproken over twee opeenvolgende processen van verrijzenis:
1ste is die van de heilige martelaren: deze gaan onmiddellijke het eeuwige, goddelijke leven binnen.
2de de andere moeten nog wachten tot het Laatste Oordeel op de eindverrijzenis.
Voor de enen zal het de uitverkiezing zijn in de hemel. Voor de anderen zal het een vervloeking zijn. Dat millennium is een tussentijdse periode, maar die niet historisch hoeft te zijn. Een tussentijdse periode tussen de zogenaamde 1ste verrijzenis dit is de gelukzaligheid van de martelaren en de verrijzenis van de anderen bij het Laatste Oordeel.
Over dat millennium wil ik gaag wat meer uitleg geven.
a) Er zijn exegeten die het millennium laten beginnen bij de glorievolle wederkomst (Hfd. 20, 11-15) en laten voortduren tot het Laatste Oordeel. Op dit Laatste Oordeel volgt dan de nieuwe schepping (Hfd. 21,1 22,5). Het millennium situeert zich dus nog in deze schepping: het is Christus wederkomst op aarde en een lichamelijke verrijzenis van heiligen, d.i. een terugkeer naar het natuurlijke leven gedurende 1000 jaren met Christus op aarde. Tegen deze chiliastische (chiliasme: leer van een aanstaande vrederijk) interpretatie die we vinden bij Kerkvaders zoals Papias, Justinus, Ireneüs (A.H. IV) , moet gezegd worden dat volgens het N.T. en de gehele Traditie, het Laatste Oordeel coïncideert (samenvalt in ruimte en tijd) met de glorievolle wederkomst van Christus.
b) Een andere interpretatie geeft Augustinus ook vele moderne katholieke exegeten. Volgens deze Kerkvader is het millennium een beeld van de huidige positie van de christenen. Het millennium betekent dan een periode van lange duur, zolang als de Kerk op aarde duurt. Maar deze zienswijze houdt niet voldoende rekening met de eschatologische (leer van de laatste dingen) zienswijze van Apocalyps. De 1ste verrijzenis is in deze interpretatie het moment dat de ziel, na het martelaarschap, in de hemel komt. Maar de 1ste verrijzenis in de Apocalyps is wel degelijk een lichamelijke verrijzenis. De rest van de doden verrees niet gedurende het gehele millennium.
c) Een andere zienswijze ook een vroegchristelijke en non-chiliastische zienswijze!) is dat het millennium een tijd is waarin de heiligen, met Christus, in de hemel zullen regeren vanuit de hemel. Maar ook deze zienswijze blijft gebrekkig. De Apocalyps zegt wel degelijk dat de heiligen met Christus zullen regeren op aarde.
d) Een meer recente zienswijze ziet in het millennium een symbool voor Gods overwinning op het kwaad.
e) Volgens nog een andere interpretatie is het millennium een beeld van een regeerperiode tussen de wederkomst en het Laatste Oordeel. De 1000 jaren krijgen geen letterlijke interpretatie. Het is geen interim aards koninkrijk waarnaar de Joden verlangden, maar wel een toestand van hemelse zegening, uitgestort over de Kerk. De Joods hoop op een aards Messiaans rijk vinden we reeds in Joodse apocalyptische geschriften van de 1ste eeuw voor Christus. Henoch 91-103; Jubileeën 23 beschrijft het Messiaanse tijdperk als mensen voor 1000 jaren bijeen zijn. Duizend jaar was de leeftijd die mensen zouden bereikt hebben indien er geen zondeval van Adam en Eva zou hebben plaats gevonden. Adam is 70 jaar minder dan 1000 jaar oud geworden omwille van zijn zondeval. Wij vinden in ieder geval in de Joodse apocalyptiek een Messiaans tijdperk van beperkte duur ( o.a. rabbi Eliëzer einde 1ste eeuw) en een Samaritaanse traditie spreekt over een Messiaans tijdperk van 1000 jaar. Het boek van de geheimen van Henoch spreekt van een rustdag die 1000 jaar duurt, een beeld van het Messiaanse tijdperk.
f) Nog anderen zien erin de uitdrukking van een concept dat de martelaren een speciale beloning waard zijn. Het millennium is een symbolische beschrijving van de overwinning van de martelaren en hun speciale beloning (cfr. Schnackenburg).
g) Fiorenza, in haar doctoraatsthesis (Priester für Gott), heeft het meest volledige antwoord op de vraag over Apok. 20, 1-10. Vers 2-4 is een interludium, een positief verdict tegenover de heiligen. Gog en Magog zijn een beeld voor alle demonen uit de hel en hun machten, die een slag zullen leveren. Johannes inspireerde zich op Ezech. 37 i.v.m. de verrijzenis van de heiligen in de Messiaanse tijd. Het is een oude Joodse droom van een eeuwig aardse rijk met de Messias. In Johannes Apocalyps is 1000 jaar de tijd dat Satan opgesloten blijft, een tijd voor het Laatste Oordeel. Fiorenza concludeerde dat Johannes geen chronologische bedoeling had met het visioen: 1000 jaar heeft geen tijdskarakter, want er is geen verband met het Messiaans wereldtijdperk. Men moet de tekst van Apok. 20, 1-10 tussen 19,11 (de Parousie) en 21,11 (de nieuwe schepping) plaatsen. Heel die sectie moet men bekijken om de betekenis van het millennium te definiëren. Daarin staat centraal de uitverkiezing van de enen en de verwerping van de anderen. Apok. 19, 11-21 heeft drie themas: Christus is agent van Gods oordeel. Christus komt weer als Gods Rechter en het wordt een oordeel met vuur en Babylon wordt verwoest. Het zal een oordeel worden over de gehele mensheid, maar in begrippen uit het O.T. wordt dat eschatologische eindoordeel voorgesteld in een strijd of oorlog tussen God en Zijn Messias aan de ene kant en de boze, zondige mensheid aan de andere kant. Maar de parousie is een heilsgebeuren. Heil betekent zoveel als deelname in de oordeelsmacht van God en de onderwerping van de volkeren. Het is ook de ultieme communio met Christus en God, zoals tussen bruid en bruidegom en in hoofdstuk 19 wordt Christus voorgesteld als de Bruidegom. In hoofdstuk 20, 1-3 wordt Satan gevangen gezet voor 1000 jaar met een grote ketting. Dit is met verwijzing naar Jes. 24-27: straf en opsluiting van de boze machten en Heerschappij van God. Verrijzenis voor de heiligen, maar niet voor de anderen en straf voor de aardbewoners. Duizend jaar is vele dagen: een onbepaalde periode.
h) Tot slot geef ik de versie van pater Giblin S.J. Na de 1ste verrijzenis (d.i. de hemelse zaligheid volgens de vroegchristelijke, non chiliastische interpretatie) zullen de heiligen heersen met Christus voor 1000 jaar. Dit is gewoon een equivalent voor de hemel (Origenes en Cyprianus hielden het ook bij deze interpretatie). Apok. 20, 4-6 gaat over een beloning in de hemel. Deze hemelse beloning noemt Johannes de 1ste verrijzenis. Duizend jaar zou een periode van rust aanduiden. De hemelse heerschappij wordt geassocieerd met de nederlaag van Satan op aarde. Duizend jaar duidt op een hemelse staat van zaligheid. Na 1000 jaar wordt Satan losgelaten, maar dat verandert
HET GLORIERIJKE KRUIS. (Schriften van Madeleine ).
VIER EN DERTIGSTE VERSCHIJNING
Vrijdag, 19 september 1975
Die dag zouden moeder-overste en zuster J. om vier uur door de bisschop ontvangen worden. Madeleine is zoals iedere vrijdag, om drie uur naar de kapel gegaan die zij verlaten heeft om weer om vier uur terug te komen, want een zuster had haar verteld hoe laat met de bisschop was afgesproken.
Na een tientje van de rozenkrans ziet Madeleine het Licht bij het tabernakel, en hoort :
"Zegt aan de priester, de nonnen, en twee personen die de Boodschap kennen, om hier om 17.30 uur te komen."
Daarop verdwijnt het Licht.
Op het afgesproken uur verschijnt het Licht, daarna Jezus met zijn handen naar Madeleine uitgestrekt. Dan heft Hij zijn rechterhand op in zegenend gebaar met de wijs en middelvinger naar boven gericht. De twee personen, Mevrouw T. en Mevrouw G., die door de zusters gevraagd waren, zijn nu aanwezig.
Hij zegt tegen Madeleine :
"De vrede blijft met u. Maakt het Kruisteken.
Jezus kruist zijn handen op de borst en richt met bedroefd en ernstig gelaat zijn ogen ten hemel, en vervolgt :
Vader, uw wil geschiede op deze aarde."
Jezus kijkt zeer verdrietig. Nog even blijft Hij zo en neemt daarop zijn gewone houding aan en zegt tegen Madeleine terwijl Hij naar de aanwezigen kijkt :
"Zegt dit hardop : Gij priesters en nonnen, die met de Boodschap belast zijt, laat de mensheid toch niet naar hun ondergang snellen. Ik heb u gevraagd voor de oprichting van het Glorierijke Kruis te werken. Ziet u dan niet dat het moment gekomen is vanwege de verschijnselen die zich opvolgen ! Want de tijd verstrijkt en mijn Boodschap blijft in het duister. Als dit zo blijft zal het aantal geredden klein zijn. Maar gij die het Woord van mijn Vader niet uitvoert, uw straf zal groot zijn. Want met het aantal geredden, daarmee zult u geoordeeld worden.
Gebruikt niet het middel van wijs beraad, maar luistert naar de dwaasheid van de Boodschap. Want het is door deze Boodschap dat het God behaagt de wereld te redden.
- Weest niet als de joden die om tekenen vragen.
- Maar door deze enige en laatste Boodschap die God heeft geopenbaard aan zijn dienares *
- De woorden die uit haar mond zijn gekomen, zijn geen mensenwoorden. Maar door hetgeen haar door de Geest is onderwezen *
Het ogenblik is aangebroken waarop Ik in de mensenharten mijn Barmhartigheid moet uitstorten, maar laten zij die belast zijn met de Boodschap, goed beseffen dat zij het zijn die het Mij verhinderen, aangezien zij de wereld in onwetendheid laten. Bedenkt, omwille van de uitverkorenen zullen de dagen verkort worden, maar wee zij die het Woord van God niet uitvoeren."
Hierop zegt Jezus tegen Madeleine :
Doet uw schoeisel uit, verlaat dan de kapel en loopt door totdat uw voeten op aarde staan. Komt vervolgens hier terug."
Madeleine doet wat Jezus haar vraagt. Als zij weer voor Hem op haar knieën ligt, zegt Hij haar :
"Deze grond van Dozulé, die mijn Vader gezegend en geheiligd heeft : wij zijn zelfs niet waardig om onze voet daarop te zetten.
Jezus neemt weer een gelaatsuitdrukking aan van stralende goedheid en lieflijkheid.
Hij lacht haar toe en zegt :
Ik ben de God van Goedheid en Liefde Mijn Barmhartigheid is oneindig. Al mogen mijn woorden vandaag hard zijn, dan is dat niet om u te veroordelen, maar integendeel : Ik wil door mijn Boodschap de wereld redden."
Daarna verdwijnt Jezus. Gelijkertijd dat dit aan Madeleine werd gezegd, vroeg de bisschop aan de twee zusters om wijs beraad... "
Bedroefd heeft Jezus hierop zijn antwoord gegeven.
* Beide zinnen kunnen worden aangevuld met : behaagt het God de wereld te redden.