Foto
TOESPRAAK VAN PATER PETAR
  • Deel 1
  • Deel 2
  • Deel 3
  • Deel 4
  • Deel 5
  • Deel 6
  • Deel 7
  • Deel 8
  • Deel 9
  • Foto
    Foto
    Het  logo  van  het  Bisdom  Gent  van  MG.  Van  Looy
     
    Origen
    Quantcast
    Met hulp en medewerking van John Pont is dit blog gemaakt
    HOUD UW LAMPEN BRANDEND.
         Image and video hosting by TinyPic
    For this blog to translate into language of your choice? Select your language below.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
     2 prachtige pps-jes hierboven van Godelieve en ook Mama rechts heeft ze gemaakt
    Klik op de banner en bekijk nog veel meer moois op haar blog
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Klik op de banner hier beneden en ga eens langs bij Lenie voor nog meer moois
    Alle Ave Maria pps-jes hierboven zijn van haar
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Foto
    Wonder

    03-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOODSCHAPPEN VAN JEZUS EN MARIA IN NAJU, ZUID - KOREA.
    BOODSCHAPPEN VAN JEZUS EN MARIA IN NAJU, ZUID-KOREA

    NAJU 1985-2002 ( enkele mirakelen in het kort)

    De liefdesboodschappen.

    Bij de eerst komende teksten staan de foto's in kleur gedrukt in het boekje van BOODSCHAPPEN uit
    NAJU ZUID- KOREA

    FOTO'S van het aangegevene

    9 november 2001 Terwijl Julia en de bedvaarders de kruisweg deden gingen Jezus en Maria naast Julia.
    Langs de weg tussen het 13e en 15e statie weenden Jezus en Maria bloedtranen die op de vele kleine rotsstenen en bladeren vielen.
    De H. Maagd tot Julia:
    'Ik vergezel u allen terwijl ik bloedtranen ween aan de zijde van mijn zoon Jezus die voor uw bloed vergiet.

    Het resultaat van de DNA test op het bloed toonde aan dat het menselijk bloed is.

    Julia plaatst een vinger op het bloed en merkt dat het vers bloed is en vloeibaar.
    Bedevaarders kijken naar het kostbare bloed aan de twaalfde statie.
    Kostbaar bloed op tegels aan de 15e statie.
    Bedevaarders in het gebed bij de vijftiende statie.
    Julia verzamelt rotssteentjes.

    24 november 2001: terwijl Julia en enkele helpers rond 7 u. de kruisweg bemediteerden zag Julia aan de 12e statie plots krachtige en zeer mooie lichtstralen afkomstig van Jezus op het kruis. Zijn wonden openden zich en het bloed liep er uit. De stromen bloed vloeiden samen, veranderden in en Hostie die neerdaalde in de mond van Julia.

    De helpers die de Hostie zagen neerdalen waren diep onder de indruk.

    Jezus aan Julia: ' Mijn kleine ziel ontvang en nuttig dit. Het is het Bloed van mijn Verbond dat Ik vergoten heb om de zonden van mijn kinderen uit te wissen, en het Vlees dat de zielen voedt.

    1 jabuari 2002: Julia en enklele personen staan rond 10 u. te bidden voor het kruis op de Kalvarieberg. Op de rechtervoet van Jezus verschijnt een druppel bloed valt, verandert in een Hostie, en zegt Julia, de Echaristische Jezus legde zich op mijn tong, alles gebeurde in een oogwenk.

    Getuigen die de Hostie hebben zien neerdalen.

    Julia neemt de Hostie van haar tong.

    Kijkt naar Jezus op het kruis vanwaar de Hostie neerdaalde, en aanbid de Heilige Echaristie.

    Jezus tot Julia: 'Och mijn lieve kleine ziel! Dit is het hemels Voedsel dat Ik u geef om over u de totaliteit van mijn Liefde te verspreiden. Haast u om het te ontvangen en nuttig het!

    18 januari 2002 : Om 9.30 u. ontdekten Julia en de bedevaarders verse bloedvlekken op heel de afstand vanaf de 7e tot de 13e statie op de tegels van de weg voor de gehandicapten en op de weg met rotssteentjes.

    Het bloed bij de 12e statie nam een vorm van een kruis aan.

    Aan de 12e statie was de heel de bodem met vers bloed bevlekt. In een visioen zag Julia de bloedende Jezus en de H. Maagd die bloedtranen weende.

    Julia en helpers observeren de bloedvlekken. Meerdere bedevaarders die op verschillende plaatsen van de kruisweg de tekens van vers bloed zagen waren zer verbaasd.

    18 januari 2002 :Jezus: 'Al mijn lieve kinderen van de wereld ! Tweeduizend jaren zijn voorbij, ,maar op dit uur kom Ik tot u terwijl Ik mijn Bloed vergiet om met u te zijn.

    11 juni: 2002 Een gedenkplaat op de plaats waar het echaristisch mirakel plaatsvond op 22 september 1995.
    Heel vroeg in de morgen bad Julia op de berg van de H. Maagd, op de plaats waar op 22 september de Hostie op haar tong veranderde in Vlees en Bloed tijdens de mis opgedragen door Mgr. Danylack. Nu ziet zij tijdens een extase dat Jezus zijn in stukken gereten Hart opende en stukken Vlees en Bloed op de grond en de rotsen vielen. Op deze plaats zagen Julia en een helper veel bloedvlekken op de grond.

    11 juni 2002: Kleine rotsstenen met Bloed uit het Hart van Jezus en grotere rotsblokken met bebloed water.

    Och mijn geliefde zonen en dochters die geroepen werden! Ik heb heel mijn H.Hart voor u geopend en tot de laatste druppel Bloed en Water vergoten voor uw redding

    11 juni 202: Julia en getuigen kijken naar de met bloed bevlekte steentjes. Op sommige stenen was het bloed zo dik en bewoog alsof het ademde.

    Wanneer Julia haar vinger in het bloed drukte ademde het voort. Zij voelde een levendige hartslag in het Bloed dat krachtig bewoog. Verschillende mensen rondom Julia waren bij machte om de hartslag van het bloed te tellen, alsook de polsslag van Julia heel duidelijk van elkaar te onderscheiden waren.

    Een van de vele foto's die door hemelse tussenkomst is ontstaan ( Beeld van Maria en Hostie met Bloed.

    Boodschap 11 juni 2002 : 'Ik ben werkelijk levend in de Echaristie en mijn adem bezielt de Echaristie. Ik ben er aan aanwezig met mijn Lichaam, mijn Bloed, mijn Ziel en mijn Godheid.

    Vergroting van de Hostie

    Julia in extase op de berg van de H. Maagd, op de plaats waar tweemaal een echaristisch mirakel plaatsvond en waar op 11 juni 2002 veel verse bloedvlekken ontdekt werden. ze ontvangt een boodschap van Jezus. Getuigen waren Mgr. Dominic Su, pater Filip Su uit Maleisie en een groep bedevaarders.

    Julia en Mgr. Su verzamelen de met bloed bevlekte steentjes bloed dat deze dag overvloedig te voorschijn kwam op de plaats waar tweemaal een echaristisch mirakel plaats had.

    Het mooie Maria beeld op de berg waar de wonderbare feiten zich voordoen.

    15 augustus 2002: Bisschop Dominic Su toont met zijn vinger een weinig van het bloed dat op de vele steentjes gekomen is.

    Getuigen van het bloedwonder op 15 augustus 2002: pater Francis Su, bisschop Dominic Su, Julia Kim, pater Filip Su , Julio Kim.

    Rapport van het bloedonderzoek.
    Het bloed dat op 15 augustus 2002, in aanwezigheid van bisschop Dominic Su en twee priesters uit Maleisie en bedevaarders uit verschillende landen, op wonderbare wijze op de stenen verscheen werd onderzocht en heeft bloedgroep AB, resopositief. Deze bloedgroep AB komt eveneens voor:
    Op de lijkwade van Turijn,
    OP de zweetdoek van Oviedo, die sedert de 8ste eeuw in de kathedraal van Oviedeo in Spanje bewaard wordt en
    Op het 'Vlees en Bloed' van het echaristisch wonder van Lanciano.

    Mirakelen

    1--Tranen en bloedtranen die 700 dagen overvloedig van een beeldje liepen.

    2-- Het lijden van Julia en de stigmata.

    3-- De welriekende olie die 700 dagen uit het beeldje sijpelde.

    4-- Hosties veranderden in vlees en bloed.

    5---Hosties die neer daalde van af het kruis.

    6-- Bloedsporen en olie op de kruisweg.

    7-- Twee miraculeuze bronnen.

    8-- Geneeskracht van het miriaculeuze water.

    9-- Op 5 juni verschijnt Jezus aan Julia.

    Tijdens de Commnunie voelt Julia een golf van bloed in haar mond komen, ze komt in extase en ziet Jezus En ziet Jezus aan het kruis genageld, het bloed loopt over zijn lichaam.

    10- Sinds juli ondergaat Julia regelmatig de pijnen die de embryo's doorstaan wanneer ze in de moederschoot vermoord worden.

    11- 3 februari 1998: Julia krijgt hevige aanvallen van duivels te verduren.
    Ze beletten haar de boodschap van 2 februari op te schrijven.
    De volgende dag zijn de sporen die de duivels hebben nagelaten op de grond , nog zichtbaar.

    12- 21 december 1999 : terwijl Julia de boodschap van 21 december opschrijft wordt ze opnieuw zwaar aangevallen en gekwetst door de duivel. Hij is zo kwaad dat hij haar meerdere keren met geweld op de grond werpt.



     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE GESCHIEDENIS VAN HET CHRISTENDOM.

     

    Geschiedschrijver  Eusebius  schreef  aan  het  einde  van  de  tweede  eeuw  in  het  Gallisch  een  levendig  verslag  van  de  vervolgingen  ;  Eerst  doorstonden  (  de  gearresteerde  christenen )  grootmoedig  de  door  het  volk  toegebrachte  verwondingen -  schreeuwen,  slaan,  slepen,  stelen,  stenigen  en  arresteren -  alles  wat  een  woedende  menigte  graag  met  haar  vijanden  doet.  Daarna  werden  ze  door  de  tribuun  en  het  plaatselijk  gezag  naar  het  forum  gebracht,  verhoord  in  aanwezigheid  van  alle  mensen,  en  na  de  bekentenis  gevangen  gezet  tot  de  komst  van  de  gouverneur (…)  de  aanstaande  getuigen  waren  duidelijk  gereed  en  bekenden  gretig.  Maar  sommigen  leken  onvoorbereid  en  zwak  en  konden  zo’n  beproeving  niet  doorstaan.  Circa  tien  van  deze  mislukkelingen  (  die  hun geloof  ontkenden )  maakten  ons  verdrietig  (….) .  Enkele  van  onze  heidense  bedienden  werden  ook  gearresteerd,  aangezien  de  gouverneur  had  bevolen  dat  ieder  van  ons  openbaar  moest  worden  verhoord.  Door  Satan  op  het  verkeerde  pad  gebracht,  bang  voor  de  folteringen  en  opgehitst  door  soldaten,  beschuldigden  zij  ons  valselijk  van  Thyestes – banketten (  kannibalisme )  en  Oedipus -  gemeenschap )  ( incest ) ,  en  van  daden die  we  niet  mogen  uitspreken  of  bedenken,  en  waarvan  we  niet  kunnen  geloven  dat  iemand  ze  ooit  pleegt.  Toen  deze  beschuldigingen  werden  geuit,  ging  iedereen  als  wilde  dieren  tegen  ons  tekeer.  (..)  ( De  gearresteerde  christenen )  werden  opgesloten  in  de  donkerste  en  walgelijkste  delen  van  de  gevangenis,  met  hun voeten  uitgerekt  tot  het  vijfde  gat  in  het  blok  en  andere  gruwelijkheden (..).  Velen  stikten  in  de  gevangenis,  door  de  Heer  uitgekozen  voor  deze  dood,  zodat  zijn  glorie  in  hen  kon  worden  gezien (…).  Maturus,  Sanctus,  Blandina  en  Attalus  werden  naar  het  amfitheater  gebracht  om  voor  de  wilde  dieren  te  worden  gegooid  en  het  heidense  publiek  een  wrede  vertoning  te  geven (..) .  Maturus  en  sanctus  (..)  ondergingen  de  gebruikelijke  vernederingen  en  het  geweld  van  de  wilde  dieren  en  alles  wat  de  woedende  mensen  riepen  en  wilden,  en  tot  slot  de  ijzeren  stoel  waarin  hun  lichamen  werden  geroosterd  en  de  stank  hen  folterde  (..)  Attalus)  werd  werd  het  amfitheater  rondgeleid  met  een  bord  waarop  in  het  Romeins  was  geschreven ;  ‘Dit  is  Attalus  de  christen’ ,  en  de  mensen  werden  woedend  op  hem (..)  toen  Attalus  in  de  ijzeren  stoel  werd  gezet  en  de  stank  oprees  uit  zijn  brandende  lichaam,  zei  hij  in  het  Romeins  tegen  de  mensen ;  ‘Kijk !  Wat  jullie  nu  doen  is  mensen  opeten,  maar  wij  eten  geen  mensen,  en  doen  ook  niets  anders  wat  verdorven  is ‘ (..)  Na  de  geseling,  de  wilde  beesten  en  de  gloeiende  stoel,  werd  ( Blandina)  uiteindelijk  in  een  net  gewikkeld  en  voor  een  stier  gegooid.  Ze  werd  door  het  dier  heen  en  weer  geslingerd,  maar  voelde  niets  van  alles wat  haar  overkwam,  wegens  haar  hoop  en  stevige  houvast  die  haar  waren  toevertrouwd  en  haar  omgang  met  Christus,  waarna  ook  zij  werd  geofferd.  De  heidenen  zeiden  dat  een  vrouw  nog  nooit  zo  veel  en  zulke  erge  folteringen  had  verdragen.

     

    Wordt  vervolgd.

     

     


    02-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOODSCHAP VAN O. L. V. VAN MEDJUGORJE.

    MAANDELIJKSE  BOODSCHAP  VAN  MARIA  AAN 

    MIRJANA  DRAGICEVIC .

     

    “Lieve  kinderen.  Gods  liefde  is  in  Mijn  woorden.  Mijn  kinderen,

    dat  is  de  liefde  die  ernaar  verlangt  om  u  tot  de  rechtvaardigheid

    en  de  waarheid  te  brengen. 

    Dat  is  de  liefde  die  ernaar  verlangt  om  u  te  redden  van  de  misleidingen.

    En  wat  met  u,  Mijn  kinderen ?

    Uw  harten  blijven  gesloten ;  ze  zijn  verhard  en  antwoorden  niet  op  Mijn 

    oproepen.

    Ze  zijn  hyporciet.

    Met  een  moederlijke  liefde  bid  Ik  voor  u,  omdat  ik  voor  u  allen  wens  dat 

    u  verrijst  in  Mijn  Zoon”.

     

    www.bloggen.be/medjugorje   

     

     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VADER SPREEKT MET ZIJN KINDEREN.
    VADER SPREEKT MET ZIJN KINDEREN.

    O, geliefde mensheid! O, mensen die Mijn kinderen zijn, maak je vrij van de banden waarin jullie de duivel jullie heeft geketend tot de dag van vandaag, door jullie vrees aan te jagen voor een Vader die niets dan Liefde is!
    Komt nader jullie hebben alle rechten om tot jullie Vader te naderen.
    Zet jullie hart wijd open; bidt tot Mijn Zoon opdat Hij jullie steeds beter Mijn goedheid voor jullie laat kennen.
    O, jullie die de gevangenen zijn van bijgeloof en van duivelse wetten, verlaat deze tirannieke slavernij en komt tot de Waarheid der waarheden.
    Herkent Degene die jullie geschapen heeft en die jullie Vader is.
    Streeft er niet naar jullie rechten te gebruiken om aanbidding en hulde te betonen aan hen die jullie hebben meegesleept om hier een nutteloos leven te leiden.
    Maar komt tot Mij die jullie allemaal verwacht, omdat allen Mijn kinderen zijn.
    En jullie die het ware Licht zijn vertel hen hoe zalig het is in de Waarheid te leven.
    Zeg nog eens tot de christenen, tot die geliefde schepselen, Mijn kinderen hoe heerlijk het is eraan te denken dat er een Vader is die alles ziet, en alles weet, die overal voor zorgt, die oneindig goed is, die gemakkelijk kan vergeven, die alleen met tegenzin en langzaam straft.
    Zeg hen tenslotte, dat Ik hen niet wil verlaten in de ellende van het leven, alleen en zonder verdiensten, maar laat hen tot Mij komen; Ik zal hen helpen, Ik zal hun last verlichten, Ik zal hun zo harde leven verzachten, en hun in verrukking brengen in Mijn Vaderlijke Liefde, om hen gelukkig te maken in tijd en eeuwigheid.

    En jullie, Mijn kinderen, die het Geloof verloren hebben en leven in de duisternis, hef jullie ogen omhoog en ziet het stralende licht dat komt om jullie te verlichten.

    Ik ben de Zon, die verlicht, die verwarmt en opnieuw verwant ziet en erkent dat Ik jullie Schepper ben, jullie Vader, jullie enige en unieke God.

    Omdat Ik jullie liefheb ben Ik gekomen om Mij bemind te maken, opdat allen gered worden.

    Ik wend Mij tot alle mensen van de wereld om deze oproep van Mijn Vaderlijke Liefde te laten weerklinken; deze oneindige Liefde die Ik verlang aan jullie bekend te maken ie een blijvende realiteit.
    Bemind, bemind altijd, maar maakt deze Vader ook bemind, zodat Ik vanaf heden aan allen de Vader kan tonen, die een zeer hartstochtelijke liefde voor jullie heeft.
    En jullie, Mijn geliefde zonen, priesters, monniken, Ik spoor jullie aan deze Vaderlijke Liefde bekend te maken die Ik koester voor de mensen en voor jullie in het bijzonder.
    Jullie zijn verplicht te werken opdat Mijn Wil zich zal realiseren in de mensen en over jullie.
    Welnu, deze wil is dat Ik gekend, geëerd en bemind zal worden, laat Mijn Liefde niet lange tijd inactief zijn, omdat Ik dorstig ben van verlangen bemind te worden!
    Dit is de eeuw die boven alle anderen bevoorrecht is; laat dit voorrecht niet voorbijgaan; in de vrees, dat het jullie ongetroffen zal worden! De zielen hebben zekere Goddelijke aanrakingen nodig en de tijd dringt; weest nergens bang voor, Ik ben jullie Vader, Ik zal jullie helpen, in jullie spanningen en in jullie werk.
    Ik zal jullie altijd steunen en jullie reeds hier beneden de Vrede en de Vreugde van de ziel laten proeven en jullie dienst en jullie ijverige werken vruchten laten dragen; een onschatbare gave, omdat de ziel, die in Vrede en Vreugde is, al een voorsmaak van de Hemel heeft, terwijl zij de eeuwige beloning verwacht.

    Als Ik vooral iets verlang op het huidige moment, dan is het alleen een grotere vurigheid van de komst van de rechtvaardigen een tegemoetkoming voor de bekering van de zondaars, een eerlijke en volhardende bekering , de terugkeer van de verloren kinderen naar het Huis van de Vader, in het bijzonder van de Joden en al die anderen die ook Mijn Schepselen en Mijn kinderen zijn, zoals schismatielen, ketters, vrijmetselaars, arme gelovigen, heilig schennis en de verschillende geheime sekten want goed of kwaadschiks, de hele wereld zal weten, dat er een God is en een Schepper.

    Evenwel, wat Ik verlang is de trouwe nadering van de Geboden die Ik aan Mijn Kerk gegeven heb, omdat jullie met verstand begaafde schepselen zijn en niet lijken op dieren door jullie bandeloosheid en slechte neigingen, want jullie kunnen tenslotte de schat bewaren die jullie ziel is, die Ik jullie gegeven hebben, die Ik bekleed met de Goddelijke schoonheid.

    Doet dan zoals Ik verlang.

    Onrechtvaardigheid die jullie de rechtvaardigheid aandoen, het is een wonde voor het meest gevoelige deel van Mijn Hart, het is vergeleken, een verachten van Mijn Vaderlijke Liefde voor jullie.
    Dat wat Mij het meest bedroefd heeft in Mijn volk Israël en wat Mij nog steeds bedroefd in de huidige mensheid is dit verkeerd begrepen respect ten omwille van Mij.
    De vijand van de mensen heeft dit in feite laten dienen om hen te laten vallen in afgoderij en scheuringen.
    En nog steeds bediend hij zich ervan en zal er zich altijd van blijven bedienen tegen jullie, om jullie te verwijderen van de Waarheid van Mijn Kerk en van Mij.
    Ach laat jullie je niet meeslepen door de vijand, Gelooft in de Waarheid die jullie steeds weer geopenbaard wordt en wacht in het Licht van deze Waarheid.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BRIEF AAN DE HERBREEEN. ( VERVOLG ).

    7 Hoofdstuk 7 is een hele paragraaf over Melchisedech waarin Paulus gaat aantonen dat het Nieuw Verbond en het Nieuw Priesterschap superieur zijn aan het Oude…

    7, 1  De paragraaf begint met een citaat uit Genesis 14, 18-20 en Psalm 110,4.

    i.v.m. Melchisedech. Koning van Salem, priester van de allerhoogste God. Hij kwam Abraham tegemoet, en Abraham gaf hem tienden van alles Hij heeft geen vader, geen moeder, geen stamboom (stambomen waren belangrijk voor priesters in Israël. Zij moesten kunnen bewijzen dat ze afstamden van de stam van Levi), zijn leven heeft geen begin noch einde (d.i. het is eeuwig) Hij lijkt op de Zoon van God, hij blijft voor altijd priester.

    Melchisedech ontving 1/10 van de buit van Abraham en hij was niet eens van zijn geslacht. Dus heeft eigenlijk Levi tienden betaald in de persoon van Abraham. Melchisedech was dus ver verheven boven Abraham. En Melchisedech heeft Abraham, drager van de beloften gezegend. De meerdere zegende de mindere (7,6).

    De figuur van Melchisedech is zeer bestudeerd geworden: hij wordt vermeld in Gen. 14 en Psalm 110.  Sommige Targoems identificeren Melchisedech met Shem of Cham of met een engel. Volgens het boek der geheimen van Henoch (begin 1ste eeuw, h. 23) is Melchisedech, priester, miraculeus geboren zonder tussenkomst van een man. Er bestond in de 4de eeuw in Palestina een Christelijke cultus tot Sint Melchisedech (cfr. reisverslag van Etherie).  De oudste christelijke papyrus (ca. 90 na Chr.) vermeldt hem. In Nag Hammadi vond men een koptisch traktaat over Melchisedech. In Qumran (11 Q Melch.) wordt hij vermeld (cfr. NTS XII,1966 pp. 301-326) en geïdentificeerd met de hemelse rechter of met de engel Michaël die de rechtvaardigen bevrijdt van Belial. Melchisedech in Hebr. staat dus niet alleen en er is een hele exegese te vinden in de Joodse literatuur reeds voor Christus en ook Filo en Flav. Jos. spreken erover (1ste eeuw na Chr.). Melchisedech wordt vergeleken met Jezus Christus zoals de figuur vergeleken wordt met de realiteit op het precieze punt van het priesterschap. Melchisedech is een figuur van de realiteit die Jezus is op het gebied van het priesterschap. Jezus Christus heeft wel een moeder gehad en een stamboom, maar qua priesterschap is hij Hogepriester zoals Melchisedech, d.w.z. zijn priesterschap is verhevener dan dat van het O.T. (1ste en 2de arg.) en het is eeuwig, niet tijdelijk zoals dat van het O.T., en uniek, d.i. het wordt niet overgeërfd zoals in het O.T. Het is een verhevener priesterschap want het is volmaakter dan dat van het O.T.: - de Heer Jezus is voortgekomen uit Juda die geen priesterlijke stam was. - Hij is hogepriester geworden uit kracht van het onvergankelijk, eeuwig leven, op de wijze van Melchisedech, d.w.z. niet overerfbaar. Het Christelijk priesterschap gaat niet over van vader op zoon… Dus Jezus is niet op basis van een wettelijk voorschrift priester geworden (de Wet met zijn bepalingen heeft Hij aan het kruis geslagen, d.w.z. afgeschaft schrijft Paulus in de Galatenbrief!).

    7,20 Dit ging gepaard met een eed van God (7,20-21: De Heer heeft het gezworen en zal het niet herroepen: Gij zijt priester voor eeuwig!) Dus God heeft een eed gezworen dat de Zoon van God priester zou zijn voor eeuwig. Voor het priesterschap van Aaron heeft hij nooit zoiets gezworen…(7,20).

    7,22 Hoeveel voortreffelijker moet dan het verbond zijn waar Jezus borg voor staat. Het Nieuw Verbond is ook verhevener zoals ook het priesterschap van het Nieuw Verbond verhevener is. Het nieuw Verbond is eeuwig, het blijft voor altijd. Cfr. de woorden van de consecratie (het nieuw en eeuwig verbond)! Ook zijn offer is uniek.

    7,26-28 is de slotconclusie van h. 7: zo een hogepriester hadden we ook nodig, die smetteloos (onbesmet: zuiver van hart: het priesterschap van Christus is geen louter rituele zuiverheid, het vereist een innerlijke zuiverheid) en heilig (gr. hosios osios: heilig, toegewijd aan God) is, afgescheiden van de zondaars en verheven boven de hemelen (niets zondigs kan Christus raken, de hemel is even ver verwijderd van het aardse als de zonde verwijderd is van de priester)… Zoals de persoonlijke heiligheid van Jezus Christus is, zo is ook de heiligheid van de priesters van het N.T.

    7,27  Zijn Offer is uniek en onherhaalbaar. De O.T. offers werden vaak herhaald (ter gelegenheid van bepaalde feesten, bij nieuwe maan, op sabbat ed., zelfs elke dag werden offers gebracht cfr. Talmoed spreekt erover!). Maar onze Hogepriester heeft zichzelf opgedragen als offer voor de zonden van het volk.

    De Zoon van God is volmaakt voor eeuwig. Zijn offer is uniek, slechts 1 enkele daad. De partic. aorist 7,27  anenegkas anenegkas verwijst naar het ene offer op Calvarie. Het werkwoord anaferô anaferw betekent plaatsen, offeren op het altaar. Christus dood op het kruis is dus een offer met het kruis als altaar (1 Petr. 2,5).

     -----------

    Dit is de overgang naar h. 8: over het thema van Verbond en Offer. Het 2de grote doctrinaire deel van het Epistel.

    H. 8-9  De Cultus van het Nieuw testament.

     

    8,1-5  God had een eed gezworen i.v.m. zijn Zoon: "Gij zijt Hogepriester voor eeuwig". Dat was de aankondiging van een eeuwig priesterschap. Hij zit aan de rechterhand van God (8,1), in de hemel opgestegen.

    Hij draagt het offer op in de hemel, de waarachtige tabernakel (gr. skènè alèthinè skhnh  alhqinh  waarachtige,  authentieke tent. Tegenover het aardse tabernakel van Mozes in de woestijn of de tempel van Jeruzalem die aards en vergankelijk waren…)

    8,6  De bediening (gr. leitourgia leitourgia liturgische functie leitourgos werker, dienaar, bedienaar van de eredienst cfr. Rom. 15,16; Jes. 61,6; Jer. 33,21) van Jezus is veel verhevener zoals ook het Verbond waarvan Hij Bemiddelaar (gr. mesitès mesiths middelaar: Christus is Middelaar tussen God en de mensen cfr Test Dan 6,2) is beter is, omdat het op betere beloften berust (dit zijn beloften die vervuld werden door bemiddeling van de Messias).

    Het 1ste punt is dat van een nieuwe priesterlijke bediening.

    8,7-13 Het 2de punt is dat van een nieuwe Middelaar: de enige die spreekt van een nieuw Verbond  = berith hadasha (term die Jezus gebruikt). Cfr de profetie van Jeremias LXX 38,31-34 is de enige die de term 'nieuw verbond' gebruikt (het oude verbond was dat van de Sinaï), in het gr. diathèkè kainè diaqhkh kainh: het is een technische kwalificatie van de heilseconomie die Jezus Christus gebracht.

    Het oud Verbond was verouderd verklaard (8,8 & 8,13): Ik zal met Juda en Israël een nieuw verbond (diathèkè koinè) sluiten. Het zal anders zijn dan het verbond dat ik met hun vaderen sloot. Mijn wetten leg ik in hun geesten ik grif ze in hun hart. Dit is de besnijdenis naar het hart door het doopsel.

    8,11 Jer. LXX 38,34 Allen zullen ze mij kennen (gr. eidèsousin d.m.v. het bovennatuurlijke licht van de genade van het doopsel. 'God kennen' betekent ook zich  hechten aan God) van de kleinste (gr. Jer. apo mikrou autôn apo mikrou autwn van de kleinste, geringste onder hen…= pasgeboren baby Apok. 11,18) tot de grootste. Ik zal hun ongerechtigheden vergeven (dat gebeurt door het doopsel).

    De 'kleinste' is de pasgeboren baby die door het doopsel gerechtvaardigd wordt. Cfr. Petrus' rede op Pinksteren: laat U dopen want de belofte geldt ook voor U en uw kinderen (profetie van Joël 2,28-30) "Maria heeft het beste deel gekozen" zegt de Heer Jezus als Martha haar beklag komt doen…Het beste deel is ons priesterschap. Voor Maria is het zitten luisteren aan de voeten van Jezus. Het 'geestelijk deel' is altijd beter dan het materiële deel. Het leven als priester is beter dan het leven  als leek in de wereld.

    ------------------

    H.9, 1-14    herneemt meer in detail de ideeën van het priesterschap.

            15-28  gaat over Christus' priesterlijk ambt in de hemel.

                       en het Nieuwe Verbond.

     

    Meer in contrast staan: hemels en aards heiligdom, de cultus van Oud en Nieuw Verbond (offercultus van oud verbond en van Christus)  tot 10,18.

    ----

    9,1-10  Het eerste verbond had een aards heiligdom : de tent van Mozes : er waren twee delen in dat heiligdom, men spreekt zelfs van twee tenten. In Heb. volgt een beschrijving die is overgenomen uit Exodus. In het Heilige der Heiligen stond de ark met de tafels van het Verbond. Dat Heilige der heiligen werd maar 1x per jaar betreden door de Hogepriester alleen, met het geofferd bloed van de offerdieren. Voor de rest mocht niemand het heilige der heiligen betreden. De H. Geest gaf hiermee te kennen dat het heilige der heiligen nog niet openstond zolang de eerste tent nog dienst deed, m.a.w. dat de poort naar het hemels heiligdom nog niet open was. Christus, in het O.T. symbolisch voorgesteld door de Hogepriester, zal ons de weg naar de hemel openbaren, en de weg openen voor alle mensen om naar de hemel te gaan. 9,10 De cultus en de offers en reinigingsvoorschriften van het O.T. bleven immers maar bestaan tot de tijd van het betere bestel (kairos diorthôseôs kairos diorqwsews tijd van herstel van de orde. Hapax in NT., met nuance van verbetering, correctie van de oude orde diorthôsis: verbetering, nieuwe orde) was gekomen.

    9,11-14  Maar nu is Christus gekomen, de hogepriester van de komende goede dingen. Hij is door een verhevener en volmaaktere tent  het heiligdom binnengegaan, die niet gemaakt is door mensenhand.  Volgens Spicq o.p. gaat het om het verheerlijkt lichaam van de verrezen Christus, dat niet tot de geschapen orde behoort. Dia dia is instrumentalis. Cfr. A. van Hoye Biblica 1965, pp. 1-28. De vertaling 'la tente de son corps' is een vrije vertaling door pater van Hoye. Beter ware 'corps de gloire') (voor de literaire analyses van de brief verkies ik pater van Hoye, maar voor de wetenschappelijke exegese, nuances van woorden ed. verkies ik toch pater Spicq) De exegese van pater Van Hoye i.v.m. 9,11 is toch verhelderend: de tent is het middel dat de toegang verschaft tot het heiligdom. Die toegang is het Lijden van Christus waardoor Hij zijn glorie is binnengegaan. De mensheid van Christus is de weg naar de hemel, een weg die Christus ons is voorgegaan om zo de glorie van de Vader binnen te gaan. Deze Christologische interpretatie van pater van Hoye doet ons beter de uitdrukking begrijpen van 'de waarachtige tent' en het verband met het 'eigen bloed van Christus' (9,12) dat het geweten zuivert van dode werken (zonden worden dode werken genoemd) om de levende God te dienen (de vreugde om God te dienen door de Christelijke Liturgie, een 'dienstwerk'). Aldus is de actie van Christus' bloed tweevoudig en superieur aan het bloed van de offerdieren die alleen maar rituele reinheid bewerkten (9,14)

     9,12  en eens en voorgoed is hij het heiligdom binnengegaan, met zijn eigen bloed en Hij heeft eeuwige verlossing (gr. lutrôsis lutrwsis bevrijding, verlossing. De uitdrukking 'eeuwige verlossing' komt voor in Qumran 1 Q M en de Palestijnse Targoem Gen. 49,18) verworven. Hij is de hemel binnengegaan door het offer van zijn Lichaam en bloed (heel speciaal met zijn eigen bloed) om zo eeuwige verlossing te verwerven. 

    9,13-14 leveren het bewijs van de eeuwige verlossing. Vers 14 is zelfs een theologisch hoogtepunt van heel de Brief!!

    Door de eeuwige Geest heeft Hij zichzelf aan God geofferd als een smetteloos offer dat ons geweten zuivert van dode werken om de levende God te dienen.

    De eeuwige Geest = pneuma betekent de goddelijke natuur die niet onderhevig is aan de dood. Door de pneuma heeft Hij zich geofferd. Zijn offer blijft duren tot in de hemel.

    9,15-28 Daarom is Hij de Middelaar van een nieuw Verbond. Zijn sterven heeft bevrijding gebracht van de zonden bedreven in het O.T. en zo kunnen de rechtvaardigen van het O.T. het hemels erfdeel ontvangen. Dat konden ze voordien niet want de hemel was nog gesloten, tot aan Christus!

    9,16-23  Paulus onderstreept hier de rol van het geofferd bloed voor het verbond (21-22). Zonder vergoten bloed is er geen vergeving van de zonden (cfr. Lev. 17,11) Daarom werd in het Oud Verbond alles gereinigd met bloed, want bloed had een zuiverende werking. Als nu de voorafbeelding (Wet van Mozes, de tent in de woestijn, de oude rituelen) met bloed moest gezuiverd worden hoeveel te meer dan de realiteit (de waarlijke tent, de christelijke liturgie) zelf door een bloed van een hogere waarde. Thornton, Meaning of haimatekxusia, JTS 15 1964 pp 63-65. (aimatekcusia the shedding of blood)

    9,12-21 het argument van het bloed dat een zuiverende werking had. Alleen vergoten bloed kon zonden vergeven. Filo Spec. Leg. I,205; Talmoed Yoma 5a; Menahot 93b. Er werden offers gebracht voor de vergeving van de zonden, voor de kwijtschelding (gr. afesis act of freeing from captivity, guilt, debt, or sin Matth. 26,28; Mark. 3,29) van de schuld of zonde. Het aardse is een beeld van de hemelse realiteit, hetis een analogie: als de aardse dingen moesten gezuiverd worden met bloed van bokken en stieren, hoeveel te meer dan de hemelse realiteit met het bloed van Christus dat veel waardevoller is. Het is natuurlijk maar een analogie want in de hemel moet niets meer gezuiverd worden.

    9,28 Christus is eenmaal geofferd om de zonden van allen ( pollôn pollwn  lat. multorum = 'allen' we moeten  polloi in Matth. ook verstaan in de zin van 'allen'. In dezelfde zin zegt de Heer Jezus in het Johannesevangelie 'ik zal allen tot mij trekken' de zonden van velen in 9,28 wordt geplaatst in de context van Jes. 53, 12 waar velen = allen, d.i. Joden en niet-Joden) op zich te nemen. Hij zal wederkomen in glorie zonder geofferd te worden, maar in triomf.

     

    Hoofdstuk 10  recapitulatie: de doeltreffendheid van het offer van Christus.

     

    10,1-10  De Wet is slechts een schaduw van de goede dingen die moesten komen. De offers van het O.T. waren onvolmaakt, ze reinigen niet van zonde, aldus Paulus! Daarom zegt de Schrift: Slachtoffers en gaven hebt U niet gewild maar U hebt voor mij een lichaam bereid. Brandoffers en zoenoffers konden U niet behagen. Hier ben ik. Ik ben gekomen om uw wil te doen. cfr Psalm 40 1,6

    9-10  Hij schaft het eerste af om het tweede te laten gelden. Door die wil zijn wij geheiligd, eens en voor altijd, door het offer van het lichaam van Jezus Christus. Resumé: Christus heeft de offers van het O.T. afgeschaft en ze vervangen door het ene offer van zijn lichaam! Het werkw 'afschaffen' staat in de tekst (He. 10,9 gr. anairéô wegnemen, vernietigen, abolish, abrogate…) Het gaat wel degelijk om 'afschaffen' aldus pater Spicq o.p. (op cit p 167).

    En en drukt de efficiënte oorzaak uit (door zijn wil), dia dia drukt de instrumentele oorzaak uit (door zijn offer)

    10,11-18  Iedere priester verricht staande de dienst en draagt offers op die toch geen zonden kunnen wegnemen. Hij daarentegen is gezeten aan de rechterhand van God na één enkel offer voor de zonde te hebben gebracht.

    10,16 Dit is het Verbond (Nieuw Verbond cfr. Jeremias LXX 38) dat ik met hen zal sluiten na die dagen. De Wet (Nieuwe Wet) grif ik in hun hart en in hun geest (de geest van de mens) En hun zonden zijn vergeven (niet langer gedenken = vergeven)

    10,19-25  Door het bloed van Jezus hebben wij vrije toegang gekregen tot het heiligdom. Hij heeft voor ons een nieuwe levende weg gebaand door het voorhangsel heen, dat is zijn aardse gestalte (door het voorhangsel van zijn menselijk lichaam heen).

    22-25 Laten we dus naderen met een vast geloof, met een hart dat vrij is van zondebesef (gr. apo suneidèseôs ponèras - door de H. Geest zijn we innerlijk zuiver, vrij van zonde) met een lichaam gewassen met zuiver water (door het doopsel = een bad met water). Laten we vasthouden aan de belijdenis van onze hoop omdat God getrouw is aan zijn beloften. Laten we elkaar aansporen tot liefde en goede werken. De liefde is onafscheidbaar van goede werken. Men vindt hier terug de drie theologale deugden die zo typisch zijn voor andere paulinische epistels.

    10,26-31 Na de aanmoediging komt de waarschuwing:

    Wie het Bloed van het Verbond profaneert (door doodzonde = d.i. vrijwillig en bewust in een zware materie en zonder berouw te hebben 10,26 'zondigen' hamartanontôn part. pres. drukt een obstinatie uit! Het gaat dus om een toestand van zonde, niet om één geïsoleerde zonde!; bv. apostasie of geloofsafval…d.i. doodzonde tegen de geloofsbelijdenis = kennis van de waarheid 10,26) moet zo iemand dan niet strenger gestraft worden dan wie zich bezondigt aan de Wet van Mozes? Het moet vreselijk zijn om in de handen van de levende God te vallen. Hij is rechter, Hij veroordeelt tot oordeel en vuur (10,27 het vuur is het instrument van de goddelijke wraak: Deut. 4,24)

    10,32-39 Denk terug aan de dagen van vroeger (toen U het doopsel hebt ontvangen. De geloofsbelijdenis, ge zijt er voor vervolgd geworden, gehoond en onderdrukt geworden (gr. thlipsis = onderdrukking, verdrukking; oneidismos = hoon, verwijt) en uw bezit werd geroofd (10,34).

    Dit is misschien een zinspeling op een grote vervolging in Jeruzalem na de marteldood van Stefanus ca. 37/38. De groep aan wie de Hebreeërbrief is gericht heeft zich toen bekeerd. Nog een korte tijd en hij die komen moet zal komen (bij zijn 2de komst). Mijn rechtvaardige zal door geloof leven (dit is een tekst die Paulus ook citeert in Rom. 1 en Gal. 3 en die ook in Qumran voorkomt en in de rabbijnse geschriften). Wij die geloven, we zullen het leven winnen (peripoièsis peripoihsis = technische term van Bijbelse theologie en betekent het heil 'sôtèria', met het accent van in bezit houden van heil!) We deinzen voor niets terug

     

    H. 11   Lofzang op het geloof!

     

    God beloont allen die hem zoeken en wie bij hem wil komen moet geloven dat Hij bestaat! Zonder geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn!

    Het geloof is de vaste grond voor wat we hopen, het bewijs voor wat we niet zien!

    Nu volgt een hele reeks van voorbeelden van het geloof van O.T. patriarchen die Paulus geeft als voorbeeld aan de Hebreeërs: het geloof van Abel, van Henoch, van Noach, van Abraham, van Sara, Jakob…Ze zijn allemaal gestorven in geloof. Hun verlangen ging uit naar het hemels vaderland (11,16 gr. epouranios  epouranios hemels) maar ze hebben niet ontvangen wat hun beloofd was!

    Verder spreekt h. 11 over het geloof van Abraham, Isaak, Jakob, de ouders van Mozes, het geloof van de Israëlieten bij de uittocht uit Egypte, het geloof van de Joden voor de muren van Jericho en verder van alle profeten en rechters. Door het geloof werd hun zwakheid kracht, ze werden gestenigd, doormidden gezaagd en terecht gesteld. Ze waren te goed voor deze wereld. Ze werden bespot en gemarteld. Ook vrouwen werden vervolgd omwille van hun geloof.

    Heel deze reeks voorbeelden wil het geloof ophemelen…

    Het geloof is de basis voor wat we hopen schrijft Paulus (11,1). Het is niet de cultus van het O.T. die we moeten bewaren want die is juist geannuleerd maar we moeten volharden in het geloof!  Daarvan gaven de O.T. figuren en ook vrouwenfiguren ons het voorbeeld! Ze werden vervolgd omwille van hun geloof. Zo ook de Hebreeërs die omwille van hun geloof in Christus en het doopsel vervolgd en bespot werden door hun volksgenoten! Het is door hun geloof dat ze gered worden. In een andere brief schrijft Paulus dat Abraham gerechtvaardigd werd door zijn geloof, zijn geloof in de Belofte! Welnu, zo hebben alle oudtestamentische rechtvaardigen geloofd in de Belofte van God...

    Voor hen was het geloof ook de basis van hun hoop, hoop op de messiaanse verlossing. Bij Jesaja zeer duidelijk! Bij David wordt duidelijk de verhevenheid van het ene offer van Christus geleerd boven de vele offers van het Oud Verbond, wierookoffers, brandoffers etc. Al die offers hebben God niet behaagd. Wat God wel heeft behaagd is juist het geloof. 11,6 Zonder geloof is het onmogelijk aan God te behagen. Dit vers is hét klassieke vers over de noodzaak van het geloof. Het geloof heeft op zijn minst 2 objecten: - het bestaan van een persoonlijke God, onzichtbaar van nature! - het bestaan van zijn Voorzienigheid die beloont of straft. Dit impliceert het geloof in een Middelaar (Joh. 17,3). Prioriteit van het geloof. We moeten het geloof bewaren in de Belofte van Christus. De hemel is voor ons open gegaan en Jezus is ons voorgegaan om ons een plaats te bereiden en om bij God de Vader als Middelaar op te treden en voor ons te smeken om alle genaden van Verlossing te bekomen. We zien ook in het leven van de Heer dat het geloof steeds door Hem geprezen wordt.

     

    Hoofdstuk 12

    De volharding in het geloof wordt verder aangeprezen in h. 12. Als er in het O.T. zoveel getuigen zijn van het geloof en volharding, dan moeten we ons aangemoedigd weten door Christus' Lijden en zijn volharding tot aan het kruis en ook standvastig blijven in ons geloof aan de Heer Jezus Christus.

    12,3-4    Denk aan Hem die zoveel tegenstand van zondaars te verduren heeft gehad en ge zult de moed nooit opgeven. Ge hebt uw bloed nog niet moeten vergieten voor de zonde…Dat hebben sommigen in het O.T. wel ondergaan en ook sommige Christenen in de vervolging na de steniging van Stefanus.

    Als ge beproefd wordt zie dat dan als een straf voor de zonde!

    12,5-8    Ieder kind wordt al wel eens bestraft door zijn vader, schrijft Paulus!

    Als ge geen straf krijgt dan zijt ge geen kinderen, maar wel bastaards! Onze vaders hebben ons hard opgevoed. Paulus is zelf als rabbijn opgevoed in de tradities van de voorvaderen.

    12,10 Maar God de Vader voedt ons op om ons te laten delen in zijn heiligheid.

    Tucht en discipline leveren op lange termijn vrede en gerechtigheid ook al is ze op het moment zelf niet prettig. Onthoud dat bij de opvoeding van uw kinderen als ze bijv. een straf verdienen. Een Duits spreekwoord zegt: "besser die Kinder weinen jetzt als die Eltern später".

    12,12-13  Daarom strek de slappe handen en de wankele knieën. Het kreupele lichaamsdeel (to chôlon = wat verlamd is)  mag niet ontwricht worden maar moet genezen. In de beproeving moet ge niet wankelen (wankele knieën - knikkende knieën zegt het boek Job).

    Neemt een voorbeeld aan de rechtvaardigen van het O.T. en aan de Heer Jezus en aan de vervolgde Christenen die trouw gebleven zijn aan hun geloof en hun hoop op beloning. God beloont de trouw aan het geloof. De ontrouw wordt gestraft. Laat geen dwaalleraars uw geloof bedreigen.

    12,14-15  Verspil de genadegave van God niet. Laat geen bitter onkruid opkomen, d.w.z. laat geen dwaalleraars uw geloof bedreigen.   

    12,16  Wees niet ontuchtig of goddeloos zoals Esau die voor een bord linzensoep zijn 1ste geboorterecht verkocht. Hij werd erdoor afgewezen door God!

    12,18-28 De oudtestamentische Openbaring ging gepaard met schrikwekkende tekenen, vuur en storm en angst bij het volk. De nieuwtestamentische God is een rechtvaardige rechter en Jezus Christus is Middelaar van een nieuw Verbond, wiens Bloed nog krachtiger roept dan het bloed van Abel! Weigert niet naar de stem van God uit de hemel te luisteren. Laten we God danken en aanbidden. Hij gaf ons een koninkrijk dat niet wankelt. Geen geschapen ding, want alle geschapen dingen wankelen, maar het is het 'eeuwig' koninkrijk! Jezus noemt het ‘het koninkrijk der hemelen' en daarvan is het huis van God de gelovige gemeente, vooral de geloofsgemeenschap die stevig gebouwd is op de rots van het geloof en op het fundament van de apostelen!

    13,1-4  Denk aan de broeders. Vergeet de gastvrijheid niet. Iedereen moet het huwelijk (gr. gamos huwelijk = de onverbreekbare binding tussen man en vrouw is de meest sacrale van alle bindingen; I Kor 7, Efez. 5) in ere houden. Het echtelijk bed moet onbezoedeld blijven. Ontuchtigen (gr. pornos fornicator) en echtbrekers (gr. moichos echtbreker) zullen door God geoordeeld worden.

    13,5   Leef niet alleen voor het geld, wees tevreden met wat U hebt. We kunnen met vertrouwen zeggen: de Heer is mijn helper. Ik heb niets te vrezen. Wat kan een mens mij aandoen? (Deut. 31,6). Vreest niet alleen diegenen die het lichaam kunnen doden, vreest eerder Hem die en ziel en lichaam kan doden.

     

    Hier begint de laatste sectie van de Hebreeërbrief.

    13,7  Neem voorbeeld aan het geloof van uw leiders.

    13,8  Jezus Christus is dezelfde, gisteren, vandaag, en tot in eeuwigheid.

    Hij is onveranderlijk. Zijn Godheid is steeds dezelfde. Zijn verheerlijkte mensheid zoals Hij nu in de hemel is, is steeds dezelfde. De Christus van de geschiedenis is de aardse Jezus: de Christus van gisteren is dezelfde als de goddelijke Christus, d.i. de Christus van ons geloof. Het is de Christus van vandaag en van in eeuwigheid…Er zijn zo van die moderne theorieën die zeggen dat Jezus niet meer dezelfde is en dat de Jezus van de geschiedenis niet dezelfde is als de Christus van het geloof van de Kerk. Het object van het geloof is alles wat Jezus geleerd en gedaan heeft.

    Daarom schrijft Paulus "Laat U niet van de wijs brengen door allerlei theorieën. Wij steunen op Gods genade en niet op de Joodse spijswetten van Joodse rabbijnen" (13,9) We hebben een altaar (13,10). Dit zou een 1ste verwijzing zijn naar het eucharistisch altaar, het christelijke offeraltaar kunnen zijn; de heilige maaltijd volgt het offer (1 Kor. 10,18): de 1ste Christenen hadden nog niet veel luxe aan liturgische voorwerpen in hun huizen. 'Ons altaar' is Jezus Christus zelf. Zijn lichaam is het altaar 1 Petr. 2,24 In zijn lichaam heeft hij onze zonden op het kruishout gedragen; cfr. Spicq o.p. p.220 denkt ook dat de Eucharistie buiten het perspectief van de auteur blijft. Persoonlijk opteer ik voor Van Hoye S.J. p. 103: het 'altaar' in Hebr. 13,10 is het kruis. Dankzij het kruis hebben we een offer waarvan we kunnen eten, d.i. de Eucharistie. De adepten van de cultus van de tent zijn de Joden die het kruisoffer van Christus verwerpen. De Eucharistie is onverenigbaar met de rituele wetten van de tempeldienst.

    13,12  Jezus heeft buiten de stadspoort geleden, om het volk te heiligen door zijn Bloed. Laten wij die met Hem buiten gegooid zijn uit het aardse Jeruzalem in zijn smaad delen. We hebben hier toch geen blijvende stad op aarde. Onze stadstaat is in de hemel. Ons echt vaderland (gr. politeuma Fil. 3,2) is in de hemel. Dat is de stad van de toekomst (13,14) d.w.z. voor ons de toekomstige wereld, het hemels heiligdom waar Christus het Middelaarschap uitoefent.

    13,17  Gehoorzaam aan uw leiders en doe wat ze verlangen en zorg ervoor dat ze hun taak goed kunnen vervullen, d.w.z. de onderdanen moeten hun leiders helpen.

    13,22-25  Deze laatste lijnen zijn van Paulus die er zijn goedkeuring wilde aan geven. Deze lijnen zijn er aan toegevoegd om aan de homilie een epistelvorm te geven (Van Hoye p. 108).       

    Weet dat onze broeder Timotheüs is vrijgelaten. Als hij komt zal hij mij vergezellen als ik U bezoek. De broeders uit Italië laten U groeten. Waarschijnlijk werd de brief geschreven vanuit Italië in de 1ste Romeinse gevangenschap of in de tijd van na de vrijlating. Een preciezere reconstructie is niet mogelijk.

    Gods genade zij met U allen.

    --------------------------

    Dank U voor u volgehouden aandacht.

    Tot daar mijn reeks lezingen over Paulus' brieven. Het was een vervelende lessenreeks maar het geduld is verdienstelijk en God zal het U lonen….

     

     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De Brief aan de Hebreeën.

    E. H. P. Van de Kerckhove

    INLEIDING

     

    De brief aan de Hebreeërs is eigenlijk een exegetisch commentaar met theologische implicaties. De Brief doet soms onpaulinisch aan en vele exegeten twijfelen dan ook aan de authenticiteit ervan. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat de brief wel van Paulus is maar dat deze gericht is tot een bijzondere groep van geadresseerden, namelijk Joodse christenen die in Jeruzalem als priesters en/of levieten verbonden geweest waren aan de Tempeldienst maar die zich bekeerd hebben na Pinksteren en die gevlucht waren.

    De Hebreeërbrief is moeilijk te dateren, waarschijnlijk geschreven ergens tussen 60-64 na Chr., eerder naar het einde toe van Paulus' leven en vanuit Rome of ergens vanuit Italië. Daarvoor zijn aanwijzingen in de brief zelf! Qua datering moet m.i. de Hebreeënbrief voor 2 Tim. geplaatst worden want 2 Tim. is het geestelijk testament van Paulus, zijn laatste schrijven voor zijn marteldood. Hebreeën is geen gevangenschapsbrief. Er is in de brief geen enkele zinspeling op een gevangenschap. Het is een theologisch zwaar beladen traktaat over het priesterschap van Christus, waarschijnlijk geschreven vanuit Italië na de vrijlating uit de 1ste Romeinse gevangenschap maar zeker weten doen we dit niet.

    De brief bevat enkele vage allusies op Italië. 13,23: Timotheüs is vrijgelaten. Als hij komt zal hij mij vergezellen als ik u bezoek. De broeders uit Italië laten U groeten. Deze brief werd m.i. geschreven tussen 60-61 vanuit Rome. Paulus is nadien nog teruggekeerd naar het Oosten. Persoonlijk dateer ik de Hebreeërbrief rond 60 bij de vrijlating uit de 1ste Romeinse gevangenschap.

    De bedoeling van de brief is ongetwijfeld Joodse Christenen aanmoedigen en vermanen. Onder druk van Joodse vervolgingen begonnen bekeerde Joodse priesters hun moed te verliezen en ze verlangden terug naar de pracht en praal van de tempel (dit is mijn puur hypothetische reconstructie van mogelijke omstandigheden waarin deze brief tot stand gekomen is….) Paulus was hiervan op de hoogte en men vroeg hem om een woordje van vertroosting. De Brief aan de Hebreeën is m.i. een aaneenschakeling van homelies (commentaren op de H. Schrift, preken van een missionarispredikant) die Paulus gehouden heeft aan Joodse Christenen en die hij later heeft verwerkt in een Brief. Er is geen aanspreking aan het begin (maar dat is ook zo in 1ste brief van Joh. en in enkele brieven op papyri uit de 1ste-2de eeuw.). Er is een epistolaire conclusie aan de brief toegevoegd. Maar er is geen afzender vermeld. Bij de andere brieven van Paulus is er altijd een afzender vermeld (bijv. Van Paulus apostel aan…) Dat ontbreekt dus wel in de Hebreeën.

    Zoals gezegd, er ontbreekt een aanhef, en dat zou erop wijzen volgens sommige specialisten (o.a. A. van Hoye S.J.) dat het geen brief was maar eerder een homilie, een missiepreek (cfr. Spicq o.p) of een soort catechese over de Zoon van God. Waarom is er geen aanhef maar wel een epistolair slot?

    Het slot van de Brief is wel typisch epistolair. In de 1ste brief van Joh. is er evenmin een aanhef. Het doet misschien vreemd aan maar men vindt hetzelfde fenomeen op ostraka (brieven geschreven op  potscherven) van Lakis (Egypte) en in een aantal brieven op papyrus van 1ste-2de eeuw (bijv. P Oxy 525). Het apocriefe Epistel van Barnabas heeft evenmin een aanspreking. Persoonlijk ben ik eerder geneigd om te zeggen dat het hier wel om een brief gaat zonder aanhef, dus zonder aanspreking in het begin. Er zijn soms brieven die onmiddellijk met de deur in huis vallen… Hebreeën is een brief die met de deur in huis valt: God heeft gesproken in het O.T. door de profeten maar nu, op het einde van de dagen, door zijn Zoon.

     

    Authenticiteit:

    Dat Paulus de auteur is van Hebreeën wordt tegenwoordig fel betwist. De oosterse kerken houden vast aan de paulinische authenticiteit maar in de moderne westerse exegese gelooft men er niet meer in. Ik persoonlijk houd wel vast aan de paulinische authenticiteit maar men moet rekening houden met de speciale doelgroep van vervolgde Joodse christenen die behoord hebben tot de priesterklasse van Jeruzalem en die bekeerd zijn maar wier geloof op de proef gesteld werd. Hebreeën en de andere paulinische epistels drukken hetzelfde geloof uit. Paulus is een getuige van de Traditie (Ik heb U overgeleverd wat ikzelf heb ontvangen schrijft hij in 1 Kor.). In Hebr. 2,3 Christus heeft de leer (de redding) verkondigd die getrouw aan ons is doorgegeven door hen die hem gehoord hebben. Voor zover we weten waren noch Lukas noch Paulus directe getuigen van de historische Jezus, maar Paulus was wel eerst Kerkvervolger. Hij wist dus reeds voor zijn bekering wat het Christendom inhield maar dat betekent niet dat hij de Heer Jezus ontmoet heeft voor zijn bekering. Zijn bekering begon met een visioen op weg naar Damascus.

    Dat Paulus de auteur is wordt bevestigd door de gehele manuscripttraditie die van de Hebreeërbrief de 14de brief van Paulus maakt. De Canon van Muratori (ontdekt in de 18de eeuw door Ludovico Muratori in een codex van de 7de eeuw) is een lijst van Bijbelboeken uit de 2de eeuw! De Canon vermeldt Hebreeën niet. De Hebreeënbrief werd in het Westen pas later (4de eeuw) toegevoegd aan de Canon. De Vetus Latina (oudste Latijnse Bijbelvertaling) kende het epistel aan de H. waarschijnlijk niet. Pater Spicq ontkent de paulinische authenticiteit van Hebreeën, helaas! Volgens hem was Apollos de auteur. Pater Spicq baseert zich o.m. op de gelijkenis qua religieus milieu tussen Filo van Alexandrië en de Hebreeënbrief. Ook Apollos was een Jood uit Alexandrië en erudiet genoeg om de auteur te zijn van de Hebreeënbrief, aldus Spicq o.p. 

    Er zijn wel thema's in deze brief die we niet terugvinden in andere brieven (bijv. Jezus Hogepriester, culturele categorieën…). Speciale argumentatie met Bijbelse commentaren (typisch voor het genre van Hebreeën!) is niet uniek voor het N.T. Reeds in de Galatenbrief vindt men een dergelijke argumentatie maar in een heel andere doctrinaire context en een heel andere apologetische bedoeling…Hebreeën is zeker doctrinair en apologetisch bedoeld maar de bijzonderheid zit hem vooral in de speciale doelgroep, een groep Joodse christenen die vervolgd werd in hun geloof. Men noemt ze "Hebreeën" (de titel komt pas vanaf de 2de eeuw voor in Alexandrië. Nadien komt de titel ook voor de in de manuscripttraditie). De Hebreeën werden zodanig beproefd dat ze wilden terugkeren naar de oude eredienst die in de tempel met pracht en praal werd gecelebreerd. Volgens anderen waren de geadresseerden van de brief, een groep heidense bekeerlingen die bedreigd werden door Judaïsanten die hun de schoonheid voorhielden van de tempelcultus en van het Oud Verbond. Dat zou uiteraard ook kunnen! Het geschrift is echter niet expliciet genoeg. We zullen er ons in de loop van deze lezing een beeld van trachten te vormen…

    --------------------------

    PLAN van het Epistel:

    1,1-4     vers 4 is een overgangsvers van Inl. naar 1ste grote doctrinair thema.

    1,5 - 10,18  doctrinair deel in twee delen

                       1,5 - 6,20   en  7,1 - 10,18

    10,19 - 13,21   Parenese!

    13,22 - 25    Slot of postscriptum! Het is een toevoegsel om een epistolair karakter aan de homilie te geven (althans in de hypothese die in H. een homilie ziet)

    -----------------------

    Pater A. van Hoye analyseert de bindwoorden tussen verschillende stukken en hij verdeelt het epistel als volgt volgens de aangekondigde thema's: 1,4; 2,17; 5,9-10; 10,36-39; 12,13.

     

    INLEIDING 

     

    1,1 - 4 Nadat God vroeger vele malen tot de vaderen had gesproken door de profeten, heeft Hij nu op het einde der dagen (ep'eschaton tôn hèmerôn ep escaton twn hmerwn: d.i. de laatste periode in de heilsgeschiedenis, dus de messiaanse tijden), gesproken tot ons door Zijn Zoon die erfgenaam is van al wat bestaat (juridisch gezien is de Zoon erfgenaam door zijn filiatie (Gal. 4,7). Heel de aarde is zijn erfenis Dan. 7,14 Hem werd de heerschappij gegeven. Alleen de Zoon heeft zo een macht).

    … door wie alles geschapen is De Zoon is medeschepper met de Vader, conform de proloog van het 4de Evangelie: alles is door Hem ontstaan. Kol. 1,16a

    Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en evenbeeld van Zijn wezen:

    De consubstantialiteit van de Zoon met de Vader wordt uitgedrukt in de Kolossenzenbrief maar ze wordt hier anders geformuleerd. Gr. apaugasma apaugasma = passief woord op -ma, resultaat van een actie weerspiegeling (beeld in een spiegel) Spicq ; de meerderheid van exegeten geeft er echter een actieve betekenis aan van straling (de actie zelf). Apaugasma duidt op drie dingen: goddelijke oorsprong, gelijkenis met God, persoonlijke individualiteit. De tekst wordt geciteerd ten gunste van de consubstantialiteit. Hij is het zichtbare Beeld van de onzichtbare God zegt Paulus In de Kolossenzenbrief. Hier zegt hij precies hetzelfde op een andere manier. In het Credo belijden we dat Hij 'Licht van Licht' is (God is immers 'Licht' cfr. 1 Joh. 1,5; 1 Tim. 6,16). Dat is het Credo van het concilie van Nicea dat ook de Godheid van de Zoon heeft gedefinieerd. De notie 'glorie' (doxa) voor God  impliceert een notie van stralend licht (Apok. 21,23; 2 Kor. 4,6). Het is de uitdrukking van consubstantialiteit en de eeuwige generatie uit de Vader die het Concilie van Nicea als 'Licht van Licht' heeft geformuleerd.

    Hij houdt alles in stand (gr. ferô ferw besturen, dragen) door Zijn machtig Woord. Niet alleen heeft Hij alles geschapen maar Hij houdt nog alle leven in stand. Zijn Woord (= zijn Wet) is de uitdrukking van zijn Wil.

    Hij heeft ons gereinigd van zonden (er wordt niet gesproken over de Menswording maar deze wordt wel verondersteld!) (en is ten hemel opgestegen - wordt er onder verondersteld!) en zetelt aan de rechterhand van de Vader, hoogverheven boven de engelen en Zijn Naam die Zijn erfdeel geworden is, overtreft de hunne (Efez. 1,20 een Naam boven alle Namen…d.i.; de Naam van Heer/Kurios. Zijn Naam is 2ijn Macht die Hij heeft verworven en Zijn absolute soevereiniteit is superieur aan de engelen). Wat opvalt is dat Paulus in stilte passeert over de Menswording, Lijden en Dood en Verrijzenis en onmiddellijk overgaat naar het zetelen aan de rechterhand en het priesterschap van Christus (Psalm 110,4).

    1,5-2,18  voorbereiding op de kern van de homilie (volgens Van Hoye! Pater van Hoye S.J. is prof. aan het pauselijk Bijbelinstituut/Rome. Hij is gespecialiseerd in de Hebreeërbrief. Zijn zeer overzichtelijke commentaar gepubliceerd door de éd. Bayard in de reeks Commentaires, les dernières Epitres (1997) kan ik U zeer aanbevelen. Van Hoye onderscheidt 5 delen. Volgens hem is de brief eerder een homilie met als voorwerp het priesterschap van Christus. Het offer van Christus is een daad geweest van priesterlijke bemiddeling)

    1,5-14  is het 1ste aspect: de Zoon van God t.o.v. de engelen           

    Het is het 1ste thema: de Zoon is superieur aan de engelen.

    2, 5-18 is het 2de aspect: de Zoon van God t.o.v. ons

    Tussen die twee doctrinaire paragrafen ligt 2,1-4.

    -------------------

    1, 5-14   De superioriteit van Christus boven de engelen wordt nu aangetoond met een reeks Schriftbewijzen uit het O.T.

    1ste schriftbewijs is Psalm 2,7 : de Zoon is 'vandaag' verwekt door de Vader. Aan geen enkele engel heeft God ooit gezegd 'Gij zijt Mijn Zoon', althans niet in de eigenlijke zin. In o.a. Job worden engelen 'zonen van God' genoemd, maar dat is een afgeleide zin… 

    2de schriftbewijs is 2 Sam. 7,14: Ik zal voor Hem een Vader zijn en Hij voor mij een Zoon. Dit citaat wordt in typische zin toegepast op de Messias die van dezelfde natuur is als de Vader.

    3de schriftbewijs is Psalm 96,7; Deut. 32,43: alle engelen moeten zich voor Hem neerwerpen (om te aanbidden)

    4de schriftbewijs Psalm 104,4 en Psalm 45,7-8: De troon van de Zoon is eeuwig.

    En God heeft Hem gezalfd als geen van uw gelijken

    5de schriftbewijs Psalm 102,26-28: Hemel en aarde zijn door U gemaakt o Heer, (de engelen zijn schepsels, de Zoon is Schepper=Heer,God!) hemel en aarde zullen vergaan, maar de Zoon van God blijft, en U blijft dezelfde en U bent eeuwig. De Zoon is God, hij oefent macht uit als koning ook op aarde.

    6de schriftbewijs is Psalm 110,1: Hij zit aan de rechterhand van God totdat Zijn vijanden als een voetbank voor zijn voeten liggen. Christus zit in de hemel op een troon, aan de rechterhand van God. de engelen niet, zij zijn de afgezanten van God (1,14 dienende geesten uitgezonden ten behoeve van de gelovigen die redding - sôtèria swthria - zullen beërven…) maar Christus is Zoon, de Redder! De naam "engel" is ondergeschikt aan die van "Zoon" zoals ook de functie van "engel" ondergeschikt is aan die van "Zoon". dat wilde Paulus aantonen in h. 1 van deze brief.

    De devotie tot de engelen heeft zich ontwikkeld in 2de - 1ste eeuw v. Chr. uit een Joods apocalyptisch milieu, en ook in Qumran.

    2,1-4  De Redding (sôtèria swthria God, Christus als Redder is een typisch thema van de pastorale Brieven) is verkondigd door Christus en doorgegeven aan ons (de auteur moet een gewone Christen geweest zijn, en geen apostel…exegeten zien in dit vers ten onrechte een argument tegen de paulinische authenticiteit) door hen die Hem gehoord hebben,… die Redding mogen wij niet verwaarlozen. God heeft er wonderen en tekenen en machtige daden (sèmeia: tekenen = manifestaties van Gods Macht; terata= buitennatuurlijke ervaringen; dunameis = feiten van bovennatuurlijke oorsprong) aan toegevoegd en de prediking bekrachtigd met wonderdaden van de Heer en van de apostelen. Wonderen zijn een argument van geloofwaardigheid, reeds in het O.T. (Ex. 4) en zijn belangrijk in de Christelijke apologetica! En door de Heilige Geest (d.i. de gaven van de H. Geest: de charisma’s die in de beginperiode overvloedig aanwezig waren, bijv. spreken in talen/ Hand. 2) uit te delen aan wie Hij wil!

    2,5-18 2,5-9  God heeft niet de heerschappij over de toekomstige wereld (d.i. de heilsorde vanaf de Menswording, die zal voltooid worden in de hemel) gegeven aan engelen. Nu volgt een citaat uit Psalm 8,5-7: het argument van He. Is dat God juist aan een mens alles heeft onderworpen, nl. de Mensenzoon (gr. huios anthrôpos uios anqrwpos ) en niet aan de engelen. De term Mensenzoon komt hier voor het eerst voor. Jezus is als mens onder de engelen gesteld. Hij is gestorven en dit kwam allen (huper pantos uper pantos pro omnibus) ten goede. He. drukt de universaliteit van het heil uit.

    De 'multitude' (vers 2,10) verzwakt niet de totaliteit van de mensen maar de twee zijn synoniem (cfr. commentaar l'Epitre aux Hebreux Spicq o.p, p.72)

    2,10 - 13 Hij is leidsman van de redding van velen (vele kinderen: heeft de betekenis van velen uit alle volkeren, zoals bij Jesaja 8,18 Ik en de kinderen die de Heer mij heeft gegeven cfr. Jesaja 53 waar 'velen' de betekenis heeft van alle volkeren, niet alleen de Joden) en de mensen zijn Zijn broeders! Hier ben ik met de kinderen (d.i. de verloste gelovigen) die God mij heeft gegeven.

    2,14  Hij heeft ons menselijk leven willen delen om ons te bevrijden van de dood en van de slavernij van de zonde. Het zijn niet de engelen van wie Hij zich  het lot heeft aangetrokken maar wel de nakomelingen (het geslacht) van ABRAHAM (cfr. Galaten: in uw geslacht zullen alle volkeren gezegend worden).       

    2,17 -18 Hij moest in alles gelijk (gr. homoiôthènai omoiwqhnai reële en totale gelijkenis He 4,15) worden aan zijn broeders (behalve de zonde) om een getrouw en barmhartig (de twee kwaliteiten bij uitstek van de bemiddelaar - Hogepriester = medelijden met de miserie van de medemens) Hogepriester (gr. archiereus arciereus komt hier voor 1ste x voor in He.) te worden die bemiddelt bij God en de zonden van het volk  uitboette.

    Dit is de centrale inhoud van He. Deze zin drukt het best de centrale inhoud uit van heel het epistel. Hij is als mens Hogepriester voor de uitboeting van de zonden en de verzoening met God (h. 5).

    Omdat hij de proef van het lijden doorstaan heeft kan Hij allen helpen die beproefd worden. Dit is belangrijk voor het geestelijk leven van ieder van ons! Zijn menselijke ervaring stelt hem in staat anderen te helpen, zoals een dokter die een zieke helpt…(gr. boethéô boeqew helpen boetos=adjutor). 'Helpen' boèthèsai bohqhsai in de Aorist wijst op een punctuele hulp op het moment dat we het nodig hebben. Dit smeken om hulp is ook te vinden in Psalm 69 (Deus in adjutorium meum attende). De Aäronitische priesters waren hard en brutaal tegenover de kleine mensen. Zo bijv. mocht de Hogepriester niet wenen bij het overlijden van een familielied want dat was tegen zijn consecratie aan God! In het N.T. is Barmhartigheid het kenmerk van het priesterschap!

    ----------

    Deze inleidende hoofdstukken (1-2) brengen ons naar het 2de thema: 3,1-5,10

     

    CHRISTUS ONZE HOGEPRIESTER het centrale thema van heel de Brief!

     

    3,1-6   Richt uw ogen op de apostel en Hogepriester van het geloof dat we belijden, Jezus. Hij was trouw (pistis betekent hier 'trouw') aan God - nog meer dan Mozes - Hij heeft grotere eer verdiend dan Mozes. Mozes was dienaar in het huis van God, maar Christus was Zoon van God, aangesteld over het huis. Dat huis zijn wij (d.i. de gelovigen) die vasthouden aan wat we hopen. Wij hopen de eeuwige zaligheid binnen te gaan en daarvan is het Beloofde Land een voorafbeelding. Dus waarschuwt Paulus de Hebreeërs: doe niet zoals onze voorvaderen in de woestijn, ze werden afvallig van het geloof en God heeft hen gestraft "Nooit zullen ze mijn rust binnengaan."

    3,7-16 Dus waarschuwt Paulus de Hebreeën met de tekst van de Psalm 95: Vandaag (sèmeron shmeron betekent het steeds actuele heden) als U zijn stem hoort, maak van uw hart geen steen zoals de Joden in de woestijn. De Joden moesten veertig jaren lang blijven rondzwerven en geen van hen is binnengegaan in het Beloofde Land. Het ongeloof belette hen de 'rust' binnen te gaan.

    4,1-11  Het voornaamste woord in dat psalmcitaat is het 'vandaag'. Het is het steeds actuele heden. Het zijn al de momenten van ons leven dat we God horen roepen. Het ongeloof van de Joden die met Mozes meetrokken was er de oorzaak van dat hun de toegang tot het beloofde Land ontzegd werd. Wij die wel tot geloof gekomen zijn, wij gaan de rust wel binnen schrijft Paulus! Maar niet diegenen die afvallig geworden zijn: zij zullen nooit mijn rust binnengaan had God reeds voorspeld in het O.T. Zij die als eersten het goede nieuws hoorden, zijn er niet binnengegaan omdat ze weigerden te gehoorzamen. (4,7) Daarom stelt God een nieuw vandaag vast waarover hij zegt: 'vandaag als ge zijn stem hoort maak dan van uw hart geen steen. Het staat dus vast dat het volk van God nog een andere sabbatrust te wachten staat. Laten we ons best doen om die rust binnen te komen.

    De Parabel van de onwaardige genodigden leert hetzelfde: de 1ste genodigden  (de Joden) waren het niet waard maar de 2de groep genodigden (dat zijn wij!) zullen wel het bruiloftsmaal binnengaan. De rust of de eeuwige zaligheid wordt vergeleken met een bruiloftsmaal in de parabels.

    3,7 en 4,7 'vandaag' is een sleutelterm in de argumentatie van de Psalm 95.

    God heeft dus een 'nieuwe vandaag vastgesteld' (4,8). Gods Belofte werd eeuwen later hernieuwd aan koning David (Ps. 95). Het feit dat Josuë en sommige Joden toch zijn binnengegaan in het Beloofde Land wil niets zeggen. Het is niet de definitieve en volmaakte rust waaraan God dacht. God heeft eeuwen later de belofte van de 'Rust' hernieuwt aan koning David (Psalm 95): Vandaag als je zijn stem hoort maak van je hart geen steen. D.w.z. als je de stem van God hoort door Jezus die U roept tot geloof; het 'vandaag' slaat op de tijd van Jezus Christus. De messiaanse tijd die begon met Jezus' 1ste komst is de vervulling van het 'vandaag'. Indien Josuë en de Joden werkelijk de definitieve rust waren binnengegaan, dan zou God niet meer gesproken hebben door de profetische Psalm 95 in die zin, d.w.z. dat de 'rust' niet definitief was maar slechts een voorafbeelding van de bovennatuurlijke rust van de hemelse zaligheid. Dus laat ons ons best doen om die rust binnen te gaan en het slechte voorbeeld van de Joden niet navolgen door de ongehoorzaamheid.

    4,14-16  recapitulatie en slot. 4,14  zet het thema over de Hogepriester verder: onze Hogepriester is de hemelse sferen binnen gegaan Onze Hogepriester werd beproefd op allerlei manieren, zoals wij, afgezien van de zonde.

    We hebben een Hogepriester die de hemelse sfeer is doorgegaan, Jezus Zoon van God. Dus houd vast aan uw geloofsbelijdenis.

    We hebben een Hogepriester die in staat is mee te voelen met de zwakheid van de mens (Hij is beproefd geworden: in de woestijn, in de hof van olijven…)

    4,16  Laten we dus vrij naderen tot de troon van Gods (de troon stond in het heiligdom van de hemel volgens de rabbijnen) genade en laten we genade, barmhartigheid vinden en hulp krijgen op de juiste tijd (vooral op momenten van bekoring).

    Hoofdstuk 5:  is m.i. het centrale thema, het PRIESTERSCHAP van CHRISTUS en de constitutieve deelelementen van dit priesterschap.

     

    5,1-4  Want elke Hogepriester wordt genomen uit de mensen (de priester is inderdaad een mens maar geen mens zoals alle anderen!) en aangesteld voor de mensen om hen te vertegenwoordigen bij God om offers op te dragen voor de zonden. De priester draagt (zoals ook de Hogepriester bij de Joden) voor zijn eigen zonden offers op. De priester is inderdaad ook soms zwak, hij kan zondigen: in de Canon van de Mis zeggen we dan ook 'nobis quoque peccatoribus' ook wij zondaars… Niemand kan zich die waardigheid toe-eigenen (men moet door God geroepen worden, in Bijbelse zin. Dit betekent dat met de roeping de genade gegeven wordt om die roeping te vervullen. Een ander vb. is de aankondiging aan Maria. Daar wordt gezegd "Ge zult Moeder worden", dit impliceert ook de genade om die roeping te vervullen. Zo is ook de genade van de roeping van het priesterschap juist de genade van de priesterwijding. Dat maakt dat het priesterschap 'sacrament' is. Joh. 17,16-19: de apostelen zijn 'toegewijd aan God' zoals Christus toegewijd is aan God. De goddelijke consecratie onderscheidt de priester van alle andere mensen)

    5,5-6 Ook Christus is door God uitgeroepen als Hogepriester. Twee Schriftcitaten bewijzen dat:

    Mijn Zoon ben jij, ik heb je vandaag verwekt. Ps. 2,7 De Zoon van God is pre-existent en is mens geworden. Zijn priesterlijke consecratie is juist zijn hypostatische vereniging. Zijn goddelijke en menselijke natuur zijn verenigd geworden in 1 Persoon bij zijn Menswording. Het is juist aan die hypostatische eenheid dat het gewijde priesterschap deelneemt. Jij bent priester voor eeuwig, op de wijze van Melchisedech. Ps. 110,4.

    Dat priesterschap van Melchisedech is een heel ander priesterschap dan dat van Aaron. Melchisedech was koning en priester. Cfr. 7, 13-15 komt er uitgebreid op terug. Psalm 110, 4 definieert de natuur van het nieuwe priesterschap.

    5,9  Toen Hij tot de voleinding was gekomen (door de beproeving wordt de mens vervolmaakt. Het gaat om zijn kwaliteit van priester - redder door zijn offerdaad) is Hij voor allen die hem gehoorzamen (zij die verenigd blijven met hem door de genade) oorzaak geworden van eeuwige redding (aitios sôtèrias aitios swthrias eeuwig heil, komt ook voor bij Filo!).

     

    Samengevat: de 1ste kwaliteit van het priesterschap van Christus is de goddelijke roeping. De 2de kwaliteit is de capaciteit om medelijden te hebben met de mens.

     

    5,11 -  6,20   is een hele sectie.  5,11- 6,12   i.v.m. de volwassenheid in het geloof.

          

    6,4-6  !!   Wanneer mensen eenmaal (gr. hapax) het licht (fôtismos fwtismos licht, verlichting; ww. fôtizô fwtizw schijnen, verlichten) (van het doopsel) hebben gezien en de hemelse gave van de genade hebben ontvangen (Spicq p. 105: "il ne s'agit pas tant de l'Eucharistie que du don de la grâce") en de krachten (de gaven van de H. Geest) van de toekomstige wereld hebben geproefd (voorproef van de hemelse zaligheid) en Gods Woord (het Evangelie)  maar als ze afvallig zijn geworden (het geloof verwerpen gr. parapiptô afvallen, zich verwijderen van de waarheid. De apostaat sluit zich uit van de genade…) kunnen ze onmogelijk weer tot inkeer gebracht worden. Ze hebben de Zoon van God opnieuw gekruisigd en bespot. Christus kruisiging is niet alleen een historisch feit, het is ook een eigentijds drama. Het verwerpen van het geloof is een belediging van Christus en een reproductie van het drama van Calvarie.

    De onmogelijkheid van een 2de bekering heeft tot heel wat discussie geleid in de Kerk. De onmogelijkheid van een 2de bekering is verbonden aan de apostasie die Jezus opnieuw kruisigt (gr. ww. in T.T. anastauroô opnieuw kruisigen 6,6). Zolang de houding van geloofsafval duurt is bekering onmogelijk. Dat wil Paulus zeggen. Als die houding ophoudt is bekering wel mogelijk! Maar dat zegt Paulus niet omdat zijn argument anders aan kracht gaat verliezen! Volgens sommige exegeten moet het woord "onmogelijk" (6,4 adunatos adunatos) verstaan worden in de zin van "zeer moeilijk" maar dat is een verkeerde exegese volgens pater Spicq o.p. : het gaat om de zonde van apostasie ( Spicq p. 109). De onmogelijkheid van bekering is moreel of absoluut. "On a ici un cas de péché pour la mort ( 1 Joh. 5,16), péché contre la lumière ou le St. Esprit, qui n'est rémissible ni en ce monde ni en l'autre". Cette théologie des péchés non pardonnables est celle du judaïsme (Talmoed, Qumran)…". God is Barmhartig maar toch zegt Hij "als het zout zijn smaak verliest (Luk. 9,62) wordt het buiten geworpen".

    6,7-10  Paulus bedoelt het bovenstaande als een waarschuwing. Hij weet wel dat de Hebreeërs delen in de redding, zij zijn niet afvallig van het geloof. Wij zijn overtuigd van iets beters: U deelt in de redding (6,9). Het is toch een waarschuwing die we niet in de wind mogen slaan.

    De Hebreeën hebben solide doctrine nodig (5,14) en geen melk. Laten we de grondbeginselen niet meer herhalen  (zonde, bekering, doop, oordeel, verrijzenis zijn elementaire punten die tot de basisonderrichtingen behoren). We hebben wat meer hoogstaande theologische uitleg nodig, catechismus voor volwassenen en niet meer voor de kinderen (6,1-2).

    6,13-6,20   is het vervolg en slot van de parenese!

    6,13   Ge moogt niet lui worden maar ge moet een voorbeeld nemen aan hen die door geloof en geduld deel krijgen aan de beloften.

    6,13 begint met het voorbeeld van Abraham.

    5,11-6,20 is één lange oproep om aandacht te vragen voor wat volgt in 6,20. In 6,20 herhaalt Paulus de zin van 5,9-10: Jezus Christus is voor eeuwig Hogepriester geworden op de wijze van Melchisedech. Alles wat daartussen ligt tussen 5,11 en 6,19 is een lange parenese (een uitwijding met moraliserend karakter) Ik heb die techniek reeds vroeger uitgelegd, hoe Paulus een moraliserend gedeelte tussen haakjes plaatst. Maar in de Oudheid bestonden haakjes niet. Hij opent dus de haakjes in 5,9-10 en sluit ze in 6,20. God bedriegt niet. Bijv. Hij heeft een eed gezworen aan Abraham om zijn geslacht talrijk te maken en Abraham kreeg na lang wachten wat hem beloofd was! Hij heeft er wel geduldig moeten op wachten. 6,18  God heeft dus twee daden gesteld die het Hem onmogelijk maken om ons te bedriegen  die twee zijn de belofte en de eed…Ze zijn voor ons een reden om te hopen

    6,19  De hoop is het veilige en vaste anker voor de ziel en ze reikt tot achter het voorhangsel in het heiligdom (d.i. het heilige der heiligen, een beeld van de hemel), d.w.z. onze hoop reikt tot aan de hemel! De ankers worden in zee gegooid maar het Christelijk anker der hoop wordt in de hemel gegooid! Het anker wordt niet in het O.T. vermeld maar wel in de Griekse literatuur als symbool voor stabiliteit en veiligheid! "Het anker van het heil uitgooien" was een Grieks spreekwoord en betekent "zijn laatste kans wagen". Het anker was vanaf 2de eeuw ook symbool van de verrijzenis en toekomstig leven. In de catacomben van Priscilla vond men 70 afbeeldingen van het anker. (cfr. Kirsch, Ancre in: Dict d'Arch.Chrét. I, pp 1999)

    6,20  In het heilige der heiligen is Jezus ons voorgegaan als voorloper (gr. prodromos prodromos voorloper (ook als adj.). Hij is voor eeuwig Hogepriester geworden op de wijze van Melchisedech. Als priester is Christus ons voorgegaan in de hemel waar Hij de eredienst verder zet.  6,20 kondigt een hele exposé aan voor het priesterschap volgens de orde van Melchisedech vanaf 7,1-28…

    -----------------

    7 Hoofdstuk 7 is een hele paragraaf over Melchisedech waarin Paulus gaat aantonen dat het Nieuw Verbond en het Nieuw Priesterschap superieur zijn aan het Oude…

    7, 1  De paragraaf begint met een citaat uit Genesis 14, 18-20 en Psalm 110,4.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE GESCHIEDENIS VAN HET CHRISTENDOM.

     

    De  ergste  vervolging  vond  een  halve  eeuw  later  plaats,  tussen  303  en  311,  door  keizer  Diocletianus  en,  na  zijn  troonsafstand  in  305,  zijn  opvolger  (  en  nog  fanatiekere  antichristelijke )  Galerius.  Na  de  uitvaardiging  van  een  reeks  verordeningen  werden  de  christelijke  geschriften  verboden,  alle  geestelijken  gearresteerd  en  tot  slot  alle  christenen  gedwongen  een  offer  te  brengen  aan  de  goden,  op  straffe  van  de  dood.  Enorme  aantallen  christenen  verloren  het  leven,  vooral  in  de  oostelijke  helft  van  het  rijk.  Deze  laatste  grote  vervolging  door  Rome  eindigde  toen  Galerius  op  zijn  sterfbed  inzag  dat  hij  alle  bovennatuurlijke  hulp nodig  had  die  hij  kon  krijgen  en  hij  beval  de christenen  om  te  bidden  tot  hun  God  voor  de  gezondheid  van  de  keizer.  God  was  in  dit  geval  niet  vergevensgezind  en  Galerius  stierf  kort  daarna.  De  vervolgingen  mislukten  en  hadden  zelfs  een  averechtse  uitwerking.  Zoals  vaak  gebeurt  wanneer  een  staat  een  groep  vervolgt,  ontstond  er  een  belegeringsmentaliteit  en  werden  de  vervolgden  geprezen  als  ‘martelaar’ ,  een  woord  dat  ‘geloofsgetuige’  betekent.  Zij  speelden  een  belangrijke  rol  in  de  verbreiding  van  het  christendom,  doordat  veel  niet – christenen  onder  de  indruk  waren  van  hun  moed.  Tertullianus  sprak  de  beroemde  woorden ;  ‘Het  bloed  van  de  christenen  is  zaad’ ,  vaak  onjuist  geciteerd  als  ‘het  bloed  der  martelaren  is  het  zaad  van  de  kerk’ ,  en  sommigen  zeggen  dat  hij  zich  bekeerde  nadat  hij  de  moed  van  de  christenen  had  gezien  die  in  het  amfitheater  werden  vermoord. Eusebius  beschrijft  in  de  vroege  vierde  eeuw  de  dood  van  de  christelijke  vrouw  Potamiana,  een  eeuw  daarvoor  in  Egypte.  Ze  werd  gedood  met  kokende  teer,  maar  de  soldaat  die  de  executie  verrichtte,  Basilides,  was  zo  aangedaan  door  haar  dood,  dat  hij  zich  bekeerde  tot  het  chtistendom  en  enkele  dagen  later  zelf  werd  geëxecuteerd.  Vanaf  ongeveer  halverwege  de  tweede  eeuw  raakte  het  steeds  meer  in  zwang  om  de  ‘verjaardagen’  van  de  dood  van  martelaren  te  vieren.  Men  vereerde  de  plaatsen  waar  zij  stierven  en  hun  overblijfselen.  Verslagen  van  hun  dood  werden  opgeschreven,  wat  inspiratie  gaf.  Een  beroemd  verhaal  vertelt  over  de dood  van  Polycarpus,  bisschop  van  Smyrna,  rond  160 .  Als  hij  gedwongen  wordt  de  geest  van  Caesar  te  vereren  en  Christus  te  verwerpen,  antwoordt  de  oude  man ;  ‘Achtenzestig  jaar  lang  was  ik  zijn  dienaar  en  hij  heeft  mij  geen  onrecht  aangedaan.  Hoe  kan  ik  mijn  Koning,  die  mij  gered  heeft,  dan  belasteren ?’ 

     

    Wordt  vervolgd.

     

     


    01-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE DUIDING BIJ DE BOODSCHAP VAN 25 MAART LAATSLEDEN.

    Boodschap van 25 maart 2009

    "Lieve kinderen, in deze lentetijd waarin alles ontwaakt uit de winterslaap moeten ook jullie zielen ontwaken door het gebed, opdat ze gereed zouden zijn om het Licht van de Verrezen Jezus te ontvangen. Kindertjes, moge Hij jullie dichter bij Zijn Hart brengen zodat jullie zich open zouden stellen voor het eeuwig Leven. Ik bid voor jullie en bemiddel bij de Allerhoogste voor jullie oprechte bekering. Dank dat jullie mijn oproep aanvaarden."

     

     

    LAAT JE ZIEL ONTWAKEN DOOR HET GEBED

     

    Als we rondom ons kijken zien we de natuur ontwaken en zachtjesaan de lente aankondigen.

    In haar boodschap van 25 maart 2009, het feest van de aankondiging van de Heer, nodigt Onze Lieve Vrouw ons uit om, door het gebed, onze ziel wakker te maken, opdat ze klaar zou zijn om het Licht van de Verrezen Christus te ontvangen. Wanneer Onze Lieve Vrouw ons oproept tot het gebed denken wij daarbij in de eerste plaats aan het gebed voor de bekering van de zondaars, voor de wereld enz.

    Slechts weinigen realiseren zich dat de oproep tot gebed in de eerste plaats tot ons gericht is. De woorden van Onze Lieve Vrouw zijn steeds doordrongen van liefde. In deze boodschap vraagt ze ons om onze ziel wakker te schudden met gebed. Deze woorden vragen ons om, door het gebed, onze ingesteldheid te veranderen. We worden in de eerste plaats uitgenodigd om te bidden voor onze eigen bekering en pas daarna om te bidden voor de bekering van anderen. Wij moeten eerst zelf veranderen zodat onze naasten, en de gehele wereld, zou kunnen veranderen. Als wij zó ontwaken zal het voor ons gemakkelijker zijn om ons open te stellen voor God en het Licht van de Verrezen Christus te ontvangen.

     

    Het doorboorde Hart van Jezus is de ultieme uiting van de Liefde van God voor de Mensen. In alle culturen, los van het gegeven dat het een orgaan is van ons lichaam, is het hart een symbool van liefde. Daarom zegt Onze Lieve Vrouw: “moge Hij jullie dichter bij Zijn Hart brengen zodat jullie zich open zouden stellen voor het eeuwig Leven.” Jezus hield zo veel van de mensen dat hij zichzelf niet gespaard heeft en zich gegeven heeft tot het uiterste om te getuigen van zijn liefde.

    Niettemin wordt Jezus vandaag, net zo min als vroeger aanvaard. Hij wordt beledigd, gekwetst, vermoord met grove taal, vervloekt, belasterd, gehaat, … Daarom nodigt Onze Lieve Vrouw in haar jongste boodschap niet enkel katholieken maar de hele wereld uit om dichter bij het Hart van Jezus te komen en ons zo open te stellen voor het eeuwig leven.

    Gaat deze oproep verloren in de woestijn en de leegte van deze wereld?

    Negeren wij nogmaals de oproep van de Koningin van de Vrede, van Medjugorje?

     

    Allen die de Liefde van God en de liefde van Onze Lieve Vrouw ervaren hebben, hebben de plicht hiervan te getuigen en niet enkel aan Europa maar aan de hele wereld te tonen dat de Liefde gekruisigd, doorboord en gestorven is. Dat Ze verrezen is en nog steeds levend.

    Elke nieuwe dag is een kans om te getuigen van deze Liefde.

    Moge de gelukzalige Maagd Maria, onze grootste Voorspreekster, bemiddelaarster en advocate ons daarbij helpen.

     

    Fr. Danko Perutina

    Medjugorje, 26 maart 2009


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SITUATIE NOORD - KOREA 'BIJZONDER SLECHT'.

    Situatie Noord-Korea ‘bijzonder slecht’

    copyright 2008© Manna-Vandaag
    De situatie in Noord-Korea is “bijzonder slecht”. Zegt een Noord-Koreaanse christen in een brief aan Open Doors die in het diepste geheim het land werd uitgesmokkeld. Mensen sterven er van de honger. Of worden door de autoriteiten doodgeschoten.

    In de brief wordt er melding van gemaakt dat recentelijk in een niet nader genoemde stad vijf vrouwen in het openbaar, zonder enige vorm van proces, werden geëxecuteerd. Hun ‘misdaad’? Ze hadden honger, hadden dat gezegd en zochten de straat af naar restjes voedsel.

    Terwijl de wereldpolitiek zich vooral focust op de nieuwe raketdreigingen vanuit Noord-Korea, voltrekt zich een humanitaire ramp in het land. De honger heeft er zwaar toegeslagen. Oogsten zijn mislukt en het weinige beetje eten dat er is wordt door de autoriteiten in beslag genomen en voor eigen gebruik bestemd. Mensen eten er gras en afval. Als ze al iets eten…

    Naar schatting negen miljoen Noord-Koreanen leiden honger. Een onbekend aantal mensen is al bezweken. De situatie roept herinneringen op aan eerdere hongersnoden in het land. In de jaren ’90 kostten die aan een onvoorstelbare twee miljoen mensen het leven.

    Noord-Korea krijgt al sinds die jaren ’90 internationale voedselhulp. Vooral van de Verenigde Staten die scheepsladingen rijst en meel naar het land verstuurden. Tot voor kort. Noord-Korea wil de Amerikaanae voedselhulp niet meer toelaten. Vijf organisaties die toestemming hadden het voedsel te distribueren zijn inmiddels het land uitgezet.

    In de geheime brief aan Open Doors zegt de Noord-Koreaanse christen: “We zijn niet bang om te sterven. We doen ons best om Gods Woord in Noord-Korea te verspreiden”. Hij zegt dat er door christenen uit het buitenland af en toe wat (voedsel)hulp Noord-Korea wordt binnengesmokkeld en toont zich daar dankbaar voor.


    Geplaatst op: 2009-04-01 07:00:07

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOODSCHAP 25 AUGUSTUS 1991. ( MEDJUGORJE ).
     augustus 1991

    Tot Marija:

    Lieve kinderen, ook vandaag roep ik jullie op tot gebed; nu meer dan ooit sinds het begin van de invoering van mijn plan.
    De duivel is sterk en wil de plannen van vrede en vreugde dwarsbomen, en wil jullie doen geloven, dat mijn Zoon niet standvastig is in zijn besluiten. Daarom roep ik jullie allen op, lieve kinderen, nog meer te bidden en te vasten.
    Ik nodig jullie uit tot versterving gedurende negen dagen, zodat ik met jullie hulp al datgene, dat ik met de geheimen in Fatima begonnen ben, kan realiseren.
    Ik roep jullie op, lieve kinderen, het belang van mijn komst en de ernst van de situatie te begrijpen.
    Ik wil alle zielen redden en ze tot God brengen. Daarom, laten we bidden, dat al datgene, dat ik begonnen ben, volledig in vervulling mag gaan.
    Dank dat je aan mijn oproep gehoor hebt gegeven.



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ROEP VAN LIEFDE TOT JEZUS.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Lieve Jezus,

    In de aanblik van het Kruis wordt mijn hart doorboord met de lans van Uw Liefde, want weldra zult U mij verlaten om voor eeuwig van mij te zijn.

    O laat mij toch de hand voelen die het kruishout heeft gestreeld als de geliefde die alle nood van Uw van Liefde stervend Hart zou bevredigen. Hand van Jezus, streel toch mijn hart.

    O laat toch in mij het Hart kloppen dat het Bloed van mijn Verlossing heeft gekust. Hart van Jezus, wek toch mijn bloed tot leven, want het zal Uw Teken dragen als een zoenoffer van Liefde.

    O gun mij toch een diepe blik in Uw ogen tijdens het laatste uur vóór Uw kruisdood, opdat ik kan drinken uit de onpeilbare oceaan van de oneindige Goddelijke Liefde. Ogen van Jezus, maak mijn ziel dronken van liefde.

    O laat toch Uw Aanschijn mijn ziel beroeren, want de Geest Gods heeft het als kroon gedrukt in Maria, de allermooiste Bloem van Galilea. Aanschijn van Jezus, vervul toch alles wat in mij de eeuwige Liefde wil omarmen, want in de omarming van Uw hele wezen wil ik sterven.
    AMEN.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OPENBARING VAN MARIA ZONDAG 29 MAART 2009.

    Passieboodschap van Maria

    “Lammetjes van Christus, als Meesteres van alle zielen leer Ik jullie de Wetenschap van het Goddelijk Leven, de geheimen van het zieleleven zoals Gods Wet dit heeft beschikt. Mijn woorden hebben een eeuwigdurende geldigheid, omdat zij stromen uit de Bron der Goddelijke Wijsheid. Ik kom vandaag tot jullie als de eeuwige Moeder van Smarten. Mijn tranen zijn parels die samen met de parels van het Bloed van Jezus Christus vele schulden van de mensenzielen jegens de Goddelijke Gerechtigheid vereffenen. Ik rijg deze parels tot een snoer dat Ik om de aardbol span en waarmee Ik de werken der duisternis, de effecten van de zonde, wil wurgen. Daartoe heb Ik de zelfofferande en toewijding van zielen aan Mij nodig.

    Ik roep jullie op een heel bijzondere wijze op om gedurende deze passietijd een onvergankelijke ketting van Licht te vormen. Zonder deze ketting, die zal bestaan uit jullie opgeofferde, aan Mij toegewijde beproevingen, blijven de parels van Mijn tranen afzonderlijke kralen waarmee Ik de prins der duisternis niet in zijn werken kan wurgen.

    Lammetjes, jullie Herder is uit Mij geboren voor een aards leven van zelfofferande, opdat jullie de poort naar de eeuwige gelukzaligheid zouden kunnen vinden. De Herder en Zijn lammetjes moeten voor eeuwig samen blijven. Zo heeft de Allerhoogste het beschikt. Daarom moeten jullie Zijn wegen volgen. Het Nieuw Verbond is een contract tussen God en de zielen. Dit contract is door Jezus ondertekend met Zijn Bloed en door Mij met Mijn tranen. Het behoeft in de individuele ziel een derde handtekening om zijn volle vruchten te leveren: de handtekening van de ziel zelf, met de inkt van haar beproevingen.

    De Passie blijft duren zolang de zonde duurt, want de zonde leunt tegen de hemelpoort om deze opnieuw te sluiten. Daarom herhaalt Jezus Zijn Offer dagelijks op de altaren van Zijn Kerk. Daarom ook, zijn Mijn Smarten eeuwigdurend, want zoals reeds op Kalvarie weent Mijn Hart nog onverminderd om alle zonden en om alle verblinding.

    Lammetjes van Jezus, op grond van het Verlossingsmysterie is jullie leven bedoeld als een herhaling van de kruisweg. Dit is één van de grote bestanddelen van de grote erfenis van het Nieuw en Eeuwigdurend Verbond. Indien jullie slechts, of in de eerste plaats, voor de aardse dingen leven, zal het kruis jullie verpletteren en wordt het geleidelijk jullie dood. Wanneer jullie echter leven voor de eeuwige dingen, wordt het kruis jullie verheerlijking, en de sleutel tot de hemelpoort voor velen.

    Elke beproeving die de ziel uitdrukkelijk aan Mij toewijdt, verandert in een roos in de tuin die zij na dit leven erft. Zie, wanneer het kruis de ziel dreigt te verpletteren, voelt zij slechts de doornen die haar voeten verwonden op de kruisweg van het leven. Wanneer zij het kruis aan Mij toewijdt, begint zij echter de geur te ruiken van de rozen die zij nog niet ziet, doch die reeds hun geur in de ziel verspreiden omdat de effecten van de werken van de ziel tijdeloos zijn. Zo leven tijd en eeuwigheid terzelfdertijd naast elkaar. Hoe meer de ziel haar blik vestigt op de dingen der wereld, des te meer voelt zij de doornen; hoe meer zij haar blik vestigt op de dingen der eeuwigheid, des te meer ruikt zij de rozen uit het Eeuwig Rijk.

    Lammetjes, Ik zie de tijd, EN Ik zie de eeuwigheid. Ik zeg jullie daarom in waarheid, dat jullie dagelijks kruis in vergelijking met wat daarna komt, niet méér is dan een splinter hout in een woud dat groter zou zijn dan het hele aardoppervlak. Daarom roep Ik jullie op:

    Geef Mij elke hartepijn als een kus aan Jezus in de Hof van Gethsemani.

    Geef Mij elke onrechtvaardigheid in jullie leven als een kus aan Jezus vóór de hogepriesters.

    Geef Mij elk oordeel en elke veroordeling die jullie vanwege een medemens ondergaan, als een kus aan Jezus bij Pilatus.

    Geef Mij elke lichamelijke pijn, ziekte of ongemak als een kus aan Jezus tijdens de geseling.

    Geef Mij elke vernedering als een kus aan Jezus tijdens de doornenkroning.

    Geef Mij elk moment van vermoeidheid, uitputting, uiterste zielenood, elke val op de weg van de deugd, en jullie lijden om alle onvrede om jullie heen, als een kus aan Jezus op Zijn kruisweg.

    Geef Mij jullie wil om alle ellende en alle zonde in de wereld te kruisigen, als een kus aan de gekruisigde Jezus.

    Geef Mij elke donkere wolk boven jullie levensweg als een kus aan Mij op Kalvarie en tot de ochtend van de Verrijzenis.

    Lammetjes van Jezus, alles in jullie leven heeft een oneindig diepe zin. Niets gebeurt zo maar. Ik wijs jullie erop, dat de kruisweg van jullie leven op één groot doel is gericht: de kruisiging van jullie wereldse ‘ik’, om te verrijzen als heiligen. Op het kalvarie van jullie beproevingen moet het voorhangsel van jullie aardse tempel openscheuren, opdat jullie zien waartoe jullie werkelijk leven. Dan worden al jullie wereldse afgoden van allerlei schijnbehoeften ontmaskerd, en worden jullie zich bewust van de echte waarden van het Goddelijk Leven, met de vervulling van het Nieuw Verbond in jullie eigen ziel.

    Geef Mij nu jullie jawoord voor een kruisweg die jullie waarlijk bevrijdt. Vrees niet, de Herder heeft voor ieder van jullie een Simon van Cyrene voorzien, die jullie tot steun zal zijn; een Veronica, die het aardse slijk en de bloedkorsten uit jullie beproevingen en vernederingen zal schoonmaken; en vooral een Hemelse Moeder, die jullie bron van kracht en bemoediging wil zijn en die Haar beeltenis in jullie hart wil drukken tot en met het ogenblik waarop jullie wereldse ‘ik’ klaar is om te sterven en plaats te maken voor een wedergeboorte uit Mij: Indien jullie van Mij willen zijn, zal Ik jullie begraven in Mijn Hart, en uit Mijn Hart zullen jullie verrijzen voor een nieuw leven. De zielen zullen zien welke zin de doornen, de wolken, het slijk, de tranen en het kruis hebben gehad.

    Ik ben de Meesteres van de zielen, de opgaande zon van de hoop op de ochtend van de Verrijzenis. Geloof in Mij, zoals Ik in jullie geloof. Geef Mij elk moment van jullie kruisweg, opdat Ik Mijn Hart in jullie hart kan laten kloppen en jullie daadwerkelijk de gesteldheden van jullie Hemelse Moeder kunnen ontvangen als een erfenis van hoop. Zo zullen jullie in staat zijn, de rijpe vruchten voort te brengen waarvan de lijdende Jezus het Goddelijk zaad in jullie zielen heeft begraven. Daaraan zal de wereld de ware volgelingen van Jezus Christus herkennen: dat zij hun kruisen zullen dragen in de blijmoedigheid van de ziel die weet, dat elke van harte aanvaarde beproeving haar dichter bij God brengt. Hoe méér de ziel haar kruisen weet op te nemen zonder verzet doch in dankbaarheid om deze grote geschenken van Gods Liefde, des te groter wordt haar bijdrage tot de terugverovering van Gods Rijk op het rijk van de satan, dat ellende, duisternis en onrust in de zielen zaait.

    Om het even uit welke bron een kruis op de levensweg van een ziel ontspringt, elk kruis wordt door God toegestaan als een kans voor de ziel om te kiezen voor de ware navolging van Christus op de kruisweg die Verlossing brengt voor velen. Een kruis waartegen de ziel zich verzet, brengt nieuwe duisternis over haar. Een kruis dat zij met liefde aanvaardt, zaait in haar het Licht van Christus, de ware vrede van hart en de stille blijheid van de ziel die de weg naar de schatkamers van het Eeuwig Rijk heeft gevonden. De blijmoedigheid is de handtekening van God. Zij drijft alle onrust en onvrede uit de ziel, zoals de lentebries de herinnering aan de koude winter. Zij bereidt de ziel die sterft onder de slagen van het wereldse leven, voor op het nieuwe Leven van de Verrijzenis. Geef jullie onverdeeld aan Mij, opdat Ik jullie kan helpen verrijzen voor het Goddelijk Leven, want Ik ben de Medeverlosseres met Christus de Verlosser”.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AAN ALLE LEZERS EN VRIENDEN VAN DIT BLOG.
    VERVOLG  VAN  DE  GEBEDSGROEP

    DEEL  .( 5 ). 

    Dorst van liefde

     

       Het vijfde woord dat de liefde doet komen uit de brandende oven van Jezus’ Hart aan het kruis is : “Ik heb dorst”.  Hij vraagt of er niets meer moet geleden worden om alle belemmeringen weg te nemen voor de eenheid tussen Hem en ons.  Hij heeft dorst om al onze zonden te drinken,  Hij heeft een verlangen er aan te voldoen en ze te vernietigen, opdat ze geen hindernis meer zouden zijn voor de eenheid, waar Hij dorst naar heeft.

       Hij wendt zich tot de goddelijke rechtvaardigheid van de Vader en zegt Hem dat Hij dorst heeft.  Deze is overvloedig voldaan en daarom wil de Vader niet meer dat Hij verder lijdt. Hij spreekt tot zijn heilige menselijkheid en zegt haar dat Hij nog dorst heeft.  Ze is het lijden niet moe, hoewel ze bijna al zijn bloed vergoten heeft en zijn krachten uitgeput. Ze is bereid te lijden tot de laatste zucht en voor ons tot de laatste druppel van zijn bloed te vergieten. Zo groot is Zijn liefde. Jezus keert zich naar ons, om ons een verzekerde getuigenis te geven van Zijn grote liefde en wil ons zeggen dat alles wat Hij geleden heeft, niets is. Hij zou zijn lijden even groot willen als de liefde van zijn Hart.  Om ons hart te roven, zegt Hij ons : “Ik heb nog dorst. Als dat voor u niet genoeg is, ben ik bereid nog meer te lijden. Ik heb dorst naar lijden om u aan te trekken en (met u) mede te lijden, om u met Mij te verenigen in het lijden.”

        O, Goede Jezus, het is genoeg. Dit volstaat om me een hoge dunk te geven van het lijden en ik wil ze in mijn hart bergen, omdat U deze keus gemaakt hebt om me de liefde te tonen, die u voor me hebt en het verlangen dat U hebt voor mijn goed.

    Martial d’Etampes (1575-1635). Oefening van de drie nagels, IV,5)

     

     

    OVERWEGEN.

     

       Jezus’ Liefde is niet te verzadigen. Over de genoegdoening, aan zijn Vader verschuldigd, over de uitputting van zijn gekruisigde menselijkheid heen, wil Hij beminnen, nog meer beminnen en dus nog meer geven, met al de onuitputtelijke kracht van zijn Godheid, “Hij wil zijn lijden even groot als de liefde van zijn Hart , om ons hart te roven”.

       Onze beproevingen worden dan het terrein waarop zijn Liefde kan verder gaan om te geven  : “Ik vul in mijn lichaam aan wat nog ontbreekt aan het lijden van Christus in zijn lichaam, dat de Kerk is.” Zal St. Paulus ons zeggen. Zo zijn we de gasten van het lijden van Jezus. We laten Hem toe verder te gaan met beminnen. Dat is de ultieme grootheid van de Christen !

       Laten we het Lijden niet vluchten. Zonder twijfel voelen we ons zwak om het te dragen. Jezus had niet meer weerstand dan wij.  Liefde is steeds zich laten doen. Daarom zijn we er ook steeds toe in staat.

     

    BESLISSEN.

     

    Om Jezus, die vandaag gekruisigd werd, te eren, zal ik me naar een broeder wenden, die beproefd wordt, een zieke, een eenzame, een wanhopige  … en ik zal een gebaar vinden om hem opnieuw wat hoop te geven.

     

    De schrijver:

     

       Jean Raclardy, geboren te Etampes, tussen Parijs en Orleans, treedt in bij de Kapucijnen in 1597, onder de leiding van de immense Benedictus van Canfeld, de meester van het mystieke  “tout-Paris” aan het einde van de 16e eeuw. Gans zijn leven was hij vormer van mannelijke en vrouwelijke kloosterlingen, onder meer in Parijs en Amiens.  Hij behoort tot deze miskende Kapucijnen (omdat ze weinig bestudeerd werden) die zo diep hebben bijgedragen tot de Franse geestelijke vitaliteit in de 17e eeuw.

     

     

    “Moge het kruis van Onze Heer Jezus Christus mijn enige glorie zijn !”

     

    ZATERDAG,  11.04.09.                                                              Stille  Zaterdag

     

    Begraven met Christus.

     

       O, Redder, ik aanbid U, ik bemin U in het graf en sluit er me in op met U. Ik wil niet dat de wereld me nog ziet. Ik wil mezelf niet meer zien. Ik deel neer in de duisternis en tot in het stof. Ik behoor niet meer tot de levenden, ik ben dood en het leven dat voor mij werd voorbereid zal verborgen zijn in God met Jezus-Christus.

       Als we in u alles verloren hebben, o, mijn God, zullen we alles terug vinden in U.  Wat we met de onzuiverheid van de oude mens, in ons hadden, zal ons terug gegeven worden met de zuiverheid van de nieuwe mens.  Dus, mijn God, dezelfde geest, die in ons zucht en bidt, zal in ons volmaakter beminnen.

    Hoeveel groter zullen onze harten zijn, hoeveel zachter en hoeveel edelmoediger !  We zullen niet meer beminnen als zwakke schepselen en met een hart, bekrompen tussen nauwe grenzen. De onmetelijke liefde zal in ons beminnen, onze liefde zal het karakter van God zelf dragen.

       Laten we er dus enkel aan denken ons te verenigen met Jezus-Christus  in zijn doodstrijd, in zijn dood en in zijn graf. Laten we ons begraven in de duisternissen van het zuivere geloof. Nee, ik wil mezelf niet meer beschouwen als van de wereld. O, wereld, vergeet me, zoals ikzelf u vergeet en zoals ik mezelf wil vergeten !  Heer Jezus, Gij zijt enkel gestorven om mij te laten sterven.  Ontruk me het leven, laat me niet meer ademen, verdraag geen enkele beperking, put mijn hart uit, ik stel geen grenzen meer aan mijn offer.

    Fenelon  (1651-1715)  Entretien affectif XIII, pour le Samedi Saint.

     

     

    OVERWEGEN.  

     

       Stille Zaterdag is het keerpunt  van de dood naar het leven. “Hij die zijn leven verliest, zal het vinden”. We zijn niet allemaal in staat om te winnen, maar we zijn allen in staat om te verliezen, onszelf te negeren, ons aan Jezus over te leveren : Dat is het heel eenvoudige geheim van het Christelijk leven. “Door de Doop zijt ge met Christus begraven.” zegt St. Paulus.

       Dan zullen we een eind gemaakt hebben aan de beperkingen van de oude mens, dan zal de weg vrij zijn voor een bovennatuurlijke liefde : “De onmetelijke liefde zal in ons beminnen, onze liefde zal het karakter van God zelf dragen.”

       Daarvoor mogen we, en dat volstaat, niet vals spelen met ons Doopsel. Zich verliezen, ja, zich verliezen in Jezus, zoals we in deze Paasnacht zullen zeggen : “Heer, verdraag geen enkele beperking, put mijn hart uit, ik stel geen grenzen meer aan mijn offer.”

     

    BESLISSEN.

     

    Ik bereid in mijn missaal de Liturgie van Pasen voor.

    Ik ledig mijn vasten-spaarpot en maak de overeenkomende overschrijving.

     

    De schrijver :

     

    (Begin : zie 25 februari)  Fenelon was een groot geestelijk leider, in zijn gesprekken, zoals dit van vandaag, maar vooral in zijn brieven, die vol staan met kostbare aanwijzingen voor Inwendig Gebed.  Men herkent de invloed van de H. Franciscus van Sales en de uitnodiging tot een zeer persoonlijk christelijk leven, eenvoudig overgeleverd aan Gods Wil. Dit zal op een beslissende zijn stempel drukken op de moderne spiritualiteit.

     

     

    De Verrijzenis.

     

    ZONDAG,  12.04.09                               PASEN

     

    “Als Jezus leeft, is dat voor mij genoeg !”

     

       Toen Jezus bij zijn apostelen kwam, hoewel de deuren gesloten waren, ging Hij midden tussen hen staan, “In hun verbijstering en schrik, meenden ze een geest te zien”. Toen Hij echter over hen blies en zei : “Ontvang de H. Geest” of toen Hij, door een andere gave, diezelfde Geest uit de hemel zond, dan waren deze gaven voor hen getuigenissen  waar ze niet aan twijfelden en te gelijker tijd waarborgen van zijn Verrijzenis en zijn leven.

       Het is, inderdaad, de Geest die de waarheid waarborgt van de verrijzenis en het leven van Christus, want Christus is de waarheid. Het is daarom dat de apostelen, die aanvankelijk twijfelden, zelfs nadat ze zijn levend lichaam hadden gezien, met grote kracht getuigden van zijn verrijzenis, na de levenmakende Geest te hebben ervaren.

       Ge zult herkennen dat uw geest volop het leven in Christus zal teruggevonden hebben, als hij met verzekering kan zeggen : “Dat is voor mij genoeg, als Jezus leeft !”  O, wat is ze trouw, die stem, die dat verkondigt, wat is ze de vrienden van Jezus waardig, en hoe zuiver is deze liefde !  Als Hij leeft, leef ik, mijn ziel is immers aan Hem verbonden. Beter nog, Hijzelf is mijn leven, Hijzelf is wat voor mij voldoende is.  Wat zou me, inderdaad, kunnen ontbreken, als Jezus leeft ?  Moest al het andere me ontbreken, zou me dat niet kunnen schelen, als Jezus maar leeft !  Zelfs als het Hem zou behagen, dat ik zelfs aan mezelf zou ontbreken, dan zou me dat nog kunnen gaan, zolang Hij maar leeft, zelfs al ware het maar voor Hemzelf. 

       Als de liefde van Christus zo volledig het hart van een mens opslorpt, zodat hij zichzelf vergeet en verliest, zelfs zozeer dat hij enkel nog Jezus-Christus voelt en wat met Hem betrekking heeft, dan denk ik dat men kan zeggen dat de liefde in hem volkomen is.  Waarlijk, voor hem, wiens hart in deze toestand is, weegt de armoede niet meer, de beschimpingen raken niet meer, de smaad doet lachen, de kwalen zijn te verwaarlozen en de dood wordt aanzien als een gewin.  Nog beter : Deze denkt zelfs niet meer dat hij sterft, hij weet immers dat hij overgaat van de dood naar het leven.

    Guerric d’Igny. 1ste preek voor de Verrijzenis.

     

     

     

    Zalig  Paasfeest  !


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AAN ALLE LEZERS EN VRIENDEN VAN DIT BLOG.
    VERVOLG  VAN  DE  GEBEDSGROEP. 

    (  DEEL  4 ). 

     

    "Dat de rijken van de wereld gul geven, en weten te delen!"

     

    ZATERDAG,  4.04.09.                                                 St.  Isidoor (of Van de feria)

     

     

    De Liefdadigheid is een goede beheerder !

     

         Zonder de liefdadigheid is de rijke arm, en met de liefdadig­heid is de arme rijk. Waarlijk, hoe overvloedig ook, de rijkdommen zijn, zonder de liefdadigheid, slechts ijdel en leeg. Wie ze bezit kan er niets goeds mee aanvangen, want zonder de moeder en meesteres van de hemelse deugden, zal hij geen idee hebben van wat hij ermee moet aanvangen, noch van het ogenblik en de maat, wanneer en hoeveel hij moet geven.

         Als iemand onmetelijke rijkdom zou bezitten, maar geen naastenliefde zou hebben, zou het zijn alsof hij meerdere lampen en verlichtingsbronnen bezat, zonder het vet om die te voeden. De lamp, de standaard, zonder olie, kan zonder olie roken, verpesten, maar geen licht geven. Zo kan, wie rijkdommen bezit zonder naastenliefde, koken van woede, roken van hoogmoed, stinken naar de gierig­heid, maar zonder naastenliefde kan hij geen licht voortbren­gen.

        Maar als gij de naastenliefde in u hebt, hoe groot ook uw rijkdom, zal die weten wat te doen.  Zelf weet zij héél goed aan wie en hoeveel zij moet geven, wat te verdelen, wat opzij zetten.  Zij ziet zelf hoeveel zij voor haar ziel in de hemel  moet investeren, en hoeveel zij moet reserveren voor haar lichaam in deze wereld. De caritas is een beste zaakvoerder, zij kan goed dàt oogsten in de zomer waarover zij zal beschik­ken in de winter;  Anders gezegd: zij kan door de aalmoezen in deze tijd dàt voorzien wat zij zal vinden in de komende tijd.

                        H. Cesar v. Arles, (470-543), Sermoen XXIX

     

    OVERWEGEN.

     

         De rijkdom bestaat slechts voor zover hij "rolt".  Een goudmijn is niets waard, tot zij wordt uitgebaat. Wat dan te doen met onze rijkdommen ?  Alleen de caritas weet het, zij is de intelligentie van de liefde. Een christelijk beheer van de schepping steunt op de bovennatuurlijke roeping van de mens om lief te hebben, en niet op een natuurlijke drang om te consu­meren.

         De echte "toegevoegde waarde" wordt gemeten door de liefde. Omdat het bloempje veel meer liefde vrijmaakt, en dus ook geluk, is het bloempje dat het kind zijn moeder aanbiedt onmetelijk meer waard dan de eindejaarspremie van de werkge­ver  aan zijn bediende.  Het ene kan men bespreken, het andere kan men niet kopen.

         De liefdadigheid is niet kwantitatief,  maar kwalitatief.  Of wij weinig hebben of veel, zij is de kunst om te leven zonder zijn buren te pesten, de levenskunst om hierbeneden onze eeuwi­ge roeping te beleven.

     

    BESLISSEN.

     

         Bij het einde van deze vasten neem ik tien minuten om na te denken over mijn budgettaire keuzes.  Welk deel voor mijn eigen ambities, mijn kleine genoegens ?  Welk deel voor hen voor wie ik verantwoordelijk ben, voor hun ontwikkeling en bloei ? Welk deel voor de armen ?

         En ik vergeet mijn vasten-spaarvarkentje niet !

     

    De auteur:

     

         Monnik op het eiland Lérins, daarna bisschop van Arles in 502, was Césaire tegelijk een van de codificeerders van het monnikenleven in het Westen, als een herder die de H. Stoel tot zijn gezant zou maken voor Gallië en Spanje, en een groot theoloog in de lijn van de H. Augustinus.

     

     

    "Het Kruis van onze Heer Jezus Christus zij mijn enige roem!"

     

    ZONDAG, 5.04.09                            Palmzondag

     

    Op het ogenblik dat de Goede Week begint...

     

         Glorierijke, heilige Drievuldigheid, wiens gericht veel hoog­moedige en opstandige engelen tot de eeuwige pijnen heeft veroordeeld, terwijl Gij ze had geschapen om deel te hebben in uw eeuwige glorie, plant onderwerping in mijn hart, omwille van uw teder mededogen, opdat, door het werk van uw genade ik de raad zou volgen van mijn goede engel, en zou weerstaan aan de hoogmoe­dige suggesties van de gevallen slechte geesten.  Opdat ik door de verdiensten van dit bittere lijden moge deelhebben in uw geluk, in het gezelschap van deze heilige geesten, die reeds genoten hebben en die, door de bevestiging van uw genade, voor eeuwig uw glorie zullen delen en genieten.

        O heilige en zalige verlosser Jezus Christus, die vrijwil­lig besloot te sterven uit liefde voor de mensen, verzacht mijn versteend hart en versoepel het, opdat ik, door de wer­king van een teder medelijden voor uw bitter lijden, deel moge hebben in uw heilige verlossing.

         O Heer, geef ons de genade om dit evangelie van uw bitte­re passie noch te mogen horen noch  te lezen als een tijdver­drijf, maar zo dat het met medevoelen doordringt in ons hart en er zich verspreide tot eeuwig heil van onze ziel.

          H.Thomas Morus (1477-1535), Tractaat o. Christus' Lijden

     

    OVERWEGEN.

     

         "Dit evangelie van uw bitter lijden niet te lezen noch te horen als een tijdverdrijf..." In welke gesteltenis vatten wij de Goede Week aan ?  Routine ?  Vaag verlangen om iets beter christen te worden ?  Na vijf weken oefenen, moet Jezus’ Passie  "zich in ons hart verspreiden tot eeuwig voordeel van onze ziel."

         Jezus heeft zijn Passie willen beleven. Hij had ze kunnen ontvluchten door een mirakel, Hij had ons kunnen laten de dood ingaan zonder Hem. In zijn passie binnengaan onderstelt dat wij dat ook willen, dat

    wij de fundamentele keuze maken om Jezus overal en altijd te volgen, de keuze van ons doopsel.  Dat is oneindig méér dan een correct leven : Dat is een chris­telijk leven.

         Tijdens de Paasnacht zullen wij het "Ja" van ons doopsel  voor Jezus moeten hernieuwen. Het zal des te eerlijker zijn naarmate wij deze heilige dagen in zijn intimiteit hebben beleefd.

     

    BESLISSEN.

     

         Ik programmeer mijn Goede Week : Deelname aan de diensten, tijd voor persoonlijk gebed, bijzondere inspanningen...

     

    De schrijver:

     

         Te Londen geboren uit een familie van juristen, zal Thomas Morus heel zijn leven schommelen tussen de politiek, de godsdienst en de letterkunde, drie domeinen waarin hij de eerste plaatsen zal bekleden. Model voor het humanisme van de Renais­sance, grote vriend van Erasmus. Zijn trouw aan de Katholieke Kerk, bij het anglicaanse schisma, zal hem zijn hoofd kosten, kort na zijn oude vriend John Fisher.

     

     

    "Het kruis van Jezus Christus zij mijn enige roem!"

     

    MAANDAG,  6.04.09.                                          Maandag in de  Goede Week

     

    Voor het Kruis.

     

         Het kruis is de korte inhoud van al wat een christen moet beoefenen. Heel de evangelische moraal wordt herleid tot het dragen van zijn kruis, aan zichzelf verzaken, het vlees en de begeerte krui­sigen, zich voor Gods wil opofferen. Jezus Chris­tus heeft geen enkele wet voorgeschreven, geen enkele raad gegeven waarvan de uitvoering en het volmaakte voorbeeld niet te vinden is in het kruis. Het kruis is de levendigste en meest treffende uitdrukking van heel de evangelische leer.

         Het kruis zij dan ons groot boek. Niet alleen het boek van onze ogen, maar van ons hart !  Laten wij Jezus vragen dat Hij er ons uit leert lezen, en ons alle geheimen ervan onthult, niet om ze eenvoudig te beschouwen in het gebed, maar om het te beoefenen in heel de loop van ons leven. Laten wij binnengaan in de inwendige weg door een absolute en onvoor­waardelijke toewijding aan Gods wil, en ons innerlijk overle­veren aan zijn geest en zijn genade. Brengen wij bij gelegen­heid grootmoedig alle offers die Hij van ons zal vragen, en bidden wij dat Hij ons afneemt en met geweld ontrukt wat wij Hem niet grootmoedig kunnen geven. In één woord : Dat wij ons laten herleiden tot de staat van Jezus Christus stervend op het kruis, in smarten, in beledigingen, schijnbaar verla­ten door zijn Vader, met in zijn ziel en lichaam alle kwalen verza­meld van een slachtoffer van de goddelijke gerech­tighei­d en van de furie van de menselijke passies.

         Jean-Nicolas Grou (1731-1803), Handleiding v.d. innerlij­ke zie­len, Over het Kruisbeeld.

     

    OVERWEGEN.

     

         Op de dag van ons doopsel, hebben wij, eerst en voor alles, het kruisteken op ons voorhoofd ontvangen. En op ons graf zal het teken van het kruis nog dat zijn van onze chris­telijke hoop. Heel het leven van de christen ligt onder de schaduw van het kruis, omdat het vandaar uit is dat Jezus zijn leven komt leggen in al onze vormen van dood, die van de ziekte, de mislukking, de beproeving in al haar vormen, evenzoveel echo's van de fundamentele dood, ontvangen bij de erfzonde.

         Laten wij fier zijn op het kruis. Alle dorpen van onze oude christen landen worden beheerst door het triomferende kruis van de klokkentoren. Een christen geeft aan het kruis de ereplaats in zijn huis, en dikwijls draagt hij het om de hals.  Niets is zo treurig als een bestoft kruis, aan de muur verge­ten, of een kruisteken gauw-gauw geslagen bij een begrafenis.

     

         Ik wilde uw lijden graag vergeten,

         alleen uw glorie gade slaan,

         om hoog uw Thabor op te gaan

         van openbaring ongemeten;

     

     

         maar uit den hoge viel een traan:

         ik werd tegen de grond gesmeten;

         de mensen hebben mij verweten,

         Gij kijkt mij door uw doornen aan.

     

      

        

        Heb ik uw tekens niet verstaan,

         mij niet van elke plicht gekweten,

         luisterde ik niet naar uw profeten,

         ben ik uw wegen niet gegaan?

     

         Hoe 't mij vergaat, ik kijk vermeten

         op naar naar uw goedheid, in de waan

         dat Gij mijn trachten wilt verstaan:

         ik ben van 't aardse weggespleten:

     

         waar d'anderen al zijn van bezeten

         doet als drek op de vlucht mij slaan;

         maar Gij maant mij, in Ghetsemaan,

         met U te waken, in 't geweten,

     

         dat tussen 't aardse en 't ongemeten,

         op Golgotha die kruisen staan,

         waarlangs elk sterveling moet gaan,

         verraden zijn, tot bloedens zweten,

     

         de kruisweg gaan, tot uitgekreten,

         ontluisterd, naakt aan 't kruis gedaan,

         mij stervend d'ogen opengaan,

         om met U opgestaan, te Weten.

     

    BESLISSEN.

     

         Bij dit begin van de Goede Week, reinig ik het kruis van thuis of van mijn dorp, en sier het met bloemen. Indien het onmogelijk is om bij mij thuis een kruis te plaat­sen, of er een te dragen, zal ik er mij tenminste op toeleggen om mooi mijn kruisteken te maken, elke morgen van deze week. 

    De schrijver:

     

         Humanist van de XVIIIe eeuw, is Groux tegelijk filosoof, een man van controverse, apologist, moralist en mystieker. Zijn geestelijk onderricht kent zijn hoogtepunt in het Handboek voor de inwendige Zielen, verzameling van een 60-tal gesprekken,  gepubliceerd door zijn volgelingen. Opgesteld in een schitte­rende taal, herkent men er de Salesiaanse traditie van de overgave, tegelijk met een uiterst fijne psychologische analy­se.

     

    "Het kruis van onze Heer Jezus Christus zij mijn enige glo­rie!"

     

    DINSDAG,  7.04.09.                                                                   In de Goede Week.

    Het dagelijks Kruis.

     

         Men zou zijn rust en zekerheid moeten zoeken in Jezus alleen, in zijn kindsheid, in zijn leven, in zijn dood, in zijn verlaten­heid, zijn angst, en zijn genoegen vinden in de herinnering aan Hem, en vandaar in zijn liefde.

         Maar hoe komt het dat die liefde ons niet raakt ?  Het is omdat wij ons hart vervullen van onszelf en onze belangen, wij vrezen, willen en verhopen ijdele dingen, denken altijd aan wat men zegt en oordeelt over ons, en wij zijn niet met ere bankroet gegaan in het oordeel van de mensen, door alleen maar Gods oordeel te achten. Wij moeten onszelf ervan overtuigen dat alleen God belangrijk is en Hem alleen  zoeken te voldoen.

         Het kruis schijnt ons afschuwelijk toe. Het zou zacht zijn, als wij het goed en de genoegens kenden die men er vindt, en als men naar Jezus Christus zou kijken en naar God, die het kruis heeft gekozen tot bruid voor zijn Zoon, en in het kruis zijn rijkdommen en zijn wijsheid heeft gelegd. Wat is dat kruis ?  Het is ons slecht humeur, dat kleine zeer, dat ons overkomt, dat is die ingesteldheid van mijn broer of zuster, die anders is, tegengesteld aan de mijne, die dor­heid... Want al die weerzinwekkende dingen zijn mijn kruis.  Als de ziel erbij standhoudt, vindt zij er haar goed, en niet wanneer zij er zich van afmaakt en de slechte en tegen­vallende, kwade dagen ontloopt.

                        Jean-Joseph Surin (1600-1665), Brief 439. 

     

     

    OVERWEGEN.

     

         De Passietijd beleven, is Christus toegedaan zijn "in zijn verlatenheid, in zijn angsten". Sedert wij ons in het Doopsel " met Christus hebben bekleed",  zijn onze beproevingen de zijne, en in de plaats van ze te vluchten in een leven van droom, (wij "vrezen, willen, verhopen ijdele dingen"), gaat het er om ze te aanvaarden in het dagelijks leven, als de plaats van zijn verheerlijking.

         Het kruis schrikt alleen uiterlijk af. De heiligen zijn daar om ons "de zoetheid die men er vindt" te tonen, wanneer men Jezus Christus beschouwt, en niet het kruis als zodanig, dat is maar een vogelschrik, waaraan Satan schudt om ons van Chris­tus te verwijderen.

         En zo worden de duizend kruisjes van elke dag (slecht humeur, klein zeer, al die weerzinwekkende dingen...) van gedaante veranderd door de liefde, indien wij, in de plaats van te vluchten in onze dromen, ze beleven verenigd met Chris­tus.

     

    BESLISSEN.

     

         Vandaag zal ik mij over niets beklagen.

     

    De schrijver:

     

         Uit een familie van parlementariërs van Bordeaux, was Surin leerling van de Jezuïeten, eer hij bij hen intrad. Zijn zenuwen werden geschokt door zijn ambt bij de  bezetenen van Loudon.  Hij overwon die beproeving door een verdieping  in de mystiek, wat in de herfst van zijn leven een menigte zielen naar hem toetrok, mensen op zoek naar vrede en verzoening.

     

     

     

     

     

    “Moge het kruis van Onze Heer Jezus Christus mijn enige glorie zijn !”

     

    DONDERDAG, 09.04.09.                                                  Witte  Donderdag

     

    Ik zal bij u het Paasfeest vieren …

     

    3. Maak voor Mij de grote, open zaal gereed , dan zal Ik met mijn leerlingen paasfeest bij u vieren.

    4. Als gij wilt dat Ik tot u kom en bij u blijf, doe dan de oude zuurdesem weg en zuiver de woonplaats van uw hart.

    5. Sluit heel de wereld buiten en heel het tumult van gebreken, zit als een eenzame mus op het dak en denk aan uw overtredingen in de bitterheid van uw gemoed.

    6. Iedere geliefde immers brengt voor haar minnaar de beste en mooiste plaats in gereedheid, want daaraan wordt de genegenheid erkend van wie de beminde ontvangt.

    7. Weet echter wel dat gij met de verdienste van uw eigen daden voor deze voorbereiding niet kunt volstaan, al zoudt gij u zelfs gedurende een heel jaar voorbereiden en niets anders in de geest hebben.

    8. Maar uit louter liefde, op grond van mijn genade wordt  u toegestaan tot mijn tafel te naderen, alsof een bedelaar aan de tafel van een rijke werd uitgenodigd en deze niets anders zou hebben  om op die weldaad te beantwoorden dan zich te vernederen en hem dank te zeggen.

    9. Doe dan wat in uw vermogen is en doe het met ijver, niet uit gewoonte, niet omdat het moet, maar neem het Lichaam van de geliefde Heer uw God tot u met eerbiedige vrees en met liefde, nu Hij zich gewaardigt tot u te komen.

    10. Ik ben het die heb geroepen, Ik heb bevolen dat dit zou gebeuren. Ik zal aanvullen wat u ontbreekt, kom en ontvang Mij !

    Thomas a Kempis (1379-1471), Navolging van Christus.

     

     

    OVERWEGEN.

     

        Op Witte Donderdag nodigt Jezus ons aan Zijn tafel.  Hoe bereiden we ons hierop voor ? “Heer, ik ben niet waardig …”  Maar de Heer weet dat goed en verwacht van ons maar één iets : Dat wij Hem toelaten het Paasfeest met Hem te vieren.

        “Vurig heb Ik verlangd dit Paasfeest met u te vieren” zegt Jezus bij de aanvang van zijn Passie. Alles wat we deze dagen vieren heeft geen andere betekenis dan deze wens : “Ik ben het die u roep, die u gelast te komen.”

        Waarom de H. Mis ?  Omdat Jezus het wil. Dat moet voor ons volstaan.

     

    BESLISSEN.

     

       Deze avond zal ik me gaan bezinnen bij Jezus aan het rustaltaar van Witte Donderdag. Als de afstand, ziekte of een ernstige verplichting me dat beletten, zal ik een moment voorbehouden om Jezus te aanbidden, die aanwezig is in het de H. Eucharistie. Ik blijf dan thuis, keer me in de richting van de kerk en ga voor Hem op de knieën zitten. Een kilometer of een meter hebben geen belang zolang mijn hart is waar het Zijne is. 

    De schrijver:

     

    (Begin : zie 28 februari)  Trad in bij de Reguliere Kanunniken van de Agnetenberg, nabij Zwolle (Huis van de zeer belangrijke Congregatie van Windesheim, in de lijn van Ruusbroeck). Als novicemeester schreef hij duizenden bladzijden meditaties en over geestelijke vorming, waaronder de”Navolging van Christus”  een van de meest verspreidde boeken in de geschiedenis van de mensheid.

     

     

    “Moge het kruis van Onze Heer Jezus Christus mijn enige glorie zijn !”

     

    VRIJDAG,  10.04.09.                                                         Goede Vrijdag – Vasten

     

    Dorst van liefde

     

       Het vijfde woord dat de liefde doet komen uit de brandende oven van Jezus’ Hart aan het kruis is : “Ik heb dorst”.  Hij vraagt of er niets meer moet geleden worden om alle belemmeringen weg te nemen voor de eenheid tussen Hem en ons.  Hij heeft dorst om al onze zonden te drinken,  Hij heeft


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AAN ALLE LEZERS EN VRIENDEN VAN DIT BLOG.

    Vasten 2009                                                                                                                                     Deel 3

    Gebedsgroep

    “HET  CENAKEL”       Waregem

    VEERTIGDAGENTIJD voor KRASSELAARS  2009*

     

    In de Leer bij de Heiligen

     

    Eén tekst per dag om op te gaan naar Pasen

     

     

    Auteur : Abbé Max Huot de Longchamp, Centre St. Jean de la Croix,    F-36230  Mers-sur-Indre                                                                    

    Oorspronkelijke Titel : Carême pour les Cancres, 2009.  A l’école des Saints.

    Vertaling : Hilaire Mestdag,  Waregem

     

    O mijn ziel, voorwerp van zegeningen van de opperste Schepper, kijk naar uw Redder die, verscheurd door duizend wonden, zijn blik op u richt.  Kijk naar zijn voeten, door nagels doorboord, hoezeer zijn ze gekneusd door de hamerslagen !   Bedenk dat Hij nochtans in schoonheid alle schepselen te boven ging en dat zijn onschuldig vlees boven alle volmaaktheid verheven was.

     

       Kijk naar die wonde, die Hij kreeg in zijn rechter zijde. Besef hoe zijn goddelijk bloed genoegdoening gegeven heeft voor al uw beledigingen. Zie hoe Hij gekwetst werd door een wrede lans en hoe Hij toeliet dat deze zijn hart doorboorde voor iedere gelovige !  Zie hoe Hij op het wrede hout langs alle zijden gekwetst werd, uit liefde voor u !  Hij is gestorven, uw zoete Meester, om uw misdrijf uit te boeten.  Om u in zijn Rijk binnen te leiden, heeft hij toegestemd om gekruisigd te worden !

     

    O, mijn ziel, vestig uw blik op hem, en moge dit gezicht u overspoelen met onuitsprekelijke genoegens.

    H. Catherine van Boulogne (1413-1463)

    Over de heilige wonden van Jezus.

     

     

    "Laat u met God verzoenen!"

     

     

    MAANDAG,  30.03.09.                                                                           Van de feria

     

    Het is niet nodig dat ik biecht!

     

         "Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren". Het is helemaal niet nodig om uit te leggen dat die vraag ons, herders, aangaat.  Wij vragen inder­daad dat men onze schulden vergeeft. Wij hebben inderdaad schulden, niet in geld, maar in zonden. "Ook gij !?" zult ge misschien zeggen. "Ook wij", zullen wij antwoorden. – “Hoe dan, Gij, heilige bisschoppen, hebt gij ook schulden?" - "Ja, ook wij hebben schulden." - "U toch niet, Monseigneur, beledig uzelf niet!" - "Dat doe ik niet, ik spreek waarheid, wij hebben inderdaad schul­den." - "Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, bedriegen wij onszelf, en de waarheid is niet in ons." (I Jo 1,8)  Wij zijn tegelijk gedoopten en wij blijven schuldenaars. Niet dat er in ons iets overblijft dat niet zou zijn vergeven door het doopsel, maar omdat in de loop van het leven, wij dat oplopen wat dagelijks moet vergeven worden. Wie sterven vlak na hun doopsel vertrekken zonder enige schuld, maar zij die, gedoopt, in dit leven blijven, worden besmet met iets van de dodelijke broosheid. En zelfs als ze geen schipbreuk lijden, toch moet hun schip uitgehoosd worden, zo niet zal het water stilaan binnendringen  en  het  schip  zal  helemaal  ondergaan.   En  zo  bidden  "vergeef onze schulden",  dat  is

    uithozen !

                          St. Augustinus (354-430), Sermoen 56, 11

     

     

     

         Ons doopsel is nooit gedaan. De Kerkvaders noemen het biechtsacrament "een tweede, lastige doop", want het volstaat niet dat God ons eens voor altijd onze zonden vergeeft, ons rest om die vergiffenis te aanvaarden, en dat vergt soms een heel bestaan. Ons is vergeven, maar wij zijn bezig  ons te bekeren : Dat is de situatie van de christen.

         Zelfs al is het geen mode, laten we niet bang zijn om ons als zondaars te bekennen.  Jezus is gekomen voor de zondaars, niet voor de "rechtvaardigen". Wij moeten er niet beschaamd bij staan. Ons overtuigen van het tegendeel ware de ogen sluiten voor de barsten in ons christelijk leven, het ware "het water laten binnendringen" en recht op de schipbreuk afgaan.   Hoeveel opgeven van het christelijk leven wordt eenvoudig verklaard door het opgeven van het boetesacrament... Wel dan : uithozen maar !

     

    BESLISSEN.

     

         Als het nog niet gebeurd is, dan nu : Ik ga biechten !  En ik ondervraag mij vandaag over het achtste gebod: "Gij zult niet liegen", en ik zal er over waken niet te bluffen.

      

    De schrijver:

     

         Augustinus was de zoon van een heidense vader en de godvrezende H. Monica. Hij is de beroemdste onder de kerkva­ders. Hij was een Berber uit het huidige Algerije. Na een stormachtige jeugd en de opvoeding tot volmaakt Romeins "rhet­or", redenaar, bekeer­de hij zich op de prediking van de H. Ambrosi­us.  Werd bisschop van Hippo in 395. Zijn onmetelijk oeuvre zal heel het vervolg van het christelijk Latijnse erfgoed beheer­sen.

     

     

    " Strijd de goede strijd voor het geloof ! "

     

    DINSDAG,  31.03.09.                                                                                                     Van de feria

     

    Als de strijd te hard schijnt ...

     

         Ik zou bij u alle gevoeligheid willen uitrukken voor tegenspraak, bekoringen, ontbering  aan wat men verlangt en dat ge met een edelmoedig hart zoudt boven zwemmen.  En daarop woorden spreken van vastberadenheid, minachting, moed en kracht met het beste deel van uw ziel en nooit ophouden met deze dingen te negeren.

         Vermits gij uw wil hebt gestort in de afgrond van Zijn wil, die gij tot de uwe hebt gemaakt, moet ge niets meer willen, maar u laten dragen en meevoeren volgens de goddelijke wil, in wiens uitwerking gij zachtjes en rustig moet blijven, zonder u met gelijk wat anders te verstrooien, en steeds in alle omstandigheden enkel te kijken naar onze Heer. Ah, leve God !  Al wat niet God is, is mij niets. Mijn God is mijn al in alles.

         Men moet zich tevreden stellen met het weten dat men goed doet en er geen gevoelens of bijzondere kennis in zoeken, maar als blind stappen in die voorzienigheid en dat godsvertrouwen, zelfs te midden van de verlatenheid, schrik, duisternissen, en ieder ander soort kruis. Als het onze Heer behaagt dat we Hem op deze manier dienen, volmaakt en blijvend overgegeven aan zijn leiding, zonder enige uitzondering of voorbehoud, helemaal, helemaal, Hem laten doen, al de zorg voor het lichaam en de ziel aan zijn goedheid toevertrouwend, en zo heel berustend blijven, hersteld en rustig in God, onder mijn leiding, zonder enige andere  zorg dan die om te gehoorzamen. Dat is het wat wij hebben beloofd.

      H. Franciscus van Sales (1567-1622), aan Jeanne de Chantal, tussen 1612 en 1616

     

    OVERWEGEN.

     

         Wanneer de som van  "tegenspraken, bekoringen, ontberin­gen" ons overdreven schijnt, worden wij bekoord om te denken dat God ons heeft vergeten. In werkelijkheid hebben wijzelf Hem vergeten !  De alpinist kijkt niet naar de afgrond, maar naar de gids, die hem de weg opent.  Het geheim van het chris­telijk leven is "steeds en bij alle gelegenheden naar onze Heer op te zien", en dan worden de hindernissen springplanken, omdat de dingen dan in hun waarheid te voorschijn komen, die steeds de waarheid van de liefde is.

         Wij weten genoeg om totaal vertrouwen te schenken aan de Heer. Toen Hij moest kiezen, heeft Hij ons leven verkozen boven het zijne.  Dat horen wij elke dag van deze Vasten. Er blijft ons alleen over “al de zorg voor het lichaam en de ziel aan zijn goedheid toe te vertrouwen. Dat is het wat we hebben beloofd”  op de dag van ons doopsel.

     

    BESLISSEN.

     

         Vandaag bevraag ik mij over het 9e gebod: "Gij zult de vrouw van uw naaste niet begeren", en om beter mijn verbeel­ding te beheersen, geen tv of internet op vandaag !  Als dit echt als een gebrek aanvoelt, is het de tijd om orde op zaken te stellen !

     

    De schrijver:

     

         (Begin : zie 15 maart)  De uitputtende pastorale activiteit van de H. Franciscus van Sales steunde op een buitengewoon rijk inwendig leven.  Daarvan getuigen op vandaag zowel zijn leer voor "het grote publiek", (in zijn "Inleiding tot het devote Leven" en zijn brieven), als zijn magistraal  "Traktaat over de Liefde tot God". Hij was geestelijk leider, predikant, diplo­maat, schrijver...: een van de grote meesters van de katholieke reformatie !

     

     

    "De Heer heeft u vergeven, doe gij nu hetzelfde"

     

    WOENSDAG,  1.04.09.                                                                     Van de feria

     

     

    Vergeven als men geen vijanden heeft.

     

         Als gij geen vijanden hebt, leg uzelf dan deze onontbeer­lijke wet op, te leven met hen die u niet gaarne zien, die uw geluk in zaken of uw eer benijden, die u misprijzen, die over u praten zonder liefde of terughoudendheid. Leven, zeg ik, met hen, alsof gij dit alles niet wist, en overtuigd waart van het tegendeel. Bestudeer hun deugden en gaven, om erover te kunnen praten waar het past, zoek gelegenheden om hen te dienen, en prijs u gelukkig als gij die vindt.  Doe u geweld aan om ze lief te hebben, hen het goede toe te wensen, over hun kwalen te treuren en verheugd te zijn over hun voordeel.  Geef hen deel in uw gebeden, vraag vurig voor hen wat zij, naar gij oor­deelt, het meest nodig hebben of kunnen gebruiken. Dank God duizendmaal voor alle goeds dat Hij hun gedaan heeft.  Tenslotte, moge de liefde van Christus u er toe brengen voor hen te doen al wat de meest natuurlijke, oprechte, tederste liefde u zou ingeven voor uw broeder.  Ziedaar hoe het hart van God te winnen en weldra  tot uitmuntende heiligheid te komen.

       Claude de la Colombière, Christelijke Overwegingen, 30

     

    OVERWEGEN.

     

         "Met de anderen houd ik mij niet bezig !"  Hoe dikwijls hebben wij de kans gemist om hen te behandelen als broeders, die wij genegeerd hebben, eenvoudigweg om gerust gelaten te zijn... En het is Christus die wij verwaarloosd hebben.

         Geen kwaad doen is nog geen goed doen.  De zonde van verzuim is geen vage vergetelheid, maar een terugval op zich­zelf, die de ontmoeting met Christus verhindert.

         Wij maken een kniebuiging voor het H. Sacrament, en dat is goed.  Waarom onze broeders behandelen alsof zij slechts vreemden waren ?

     

    BESLISSEN.

     

         Vandaag bevraag ik mijzelf over het tiende gebod: "Gij zult andermans goed niet begeren", en ik zal een geschenkje geven aan een collega of buur die mij eerder onverschillig is.

     

    De schrijver:

     

        (Begin: zie 4 maart)  Claude de la Colombière werd gevormd door de beroemde Père Lallemant.  Hij las de H. Theresia en de H. Franciscus v. Sales. Hij was zowel een degelijke als klaarziende directeur, en ook een opmerkelijk pedagoog van het geestelijk leven. Hij heeft zelf niet gepubliceerd, maar zijn bewonde­raars zullen zes volumes met sermoenen, brieven en persoonlijke nota's uitgeven kort na zijn dood.

     

     

    God heeft in ons de geest gezonden van zijn Zoon, die uitroept "Vader!"

     

    DONDERDAG,  2.04.09.              Van de feria  (of de H. St. Franciscus van Paola).

      

        

    Onvervangbaar Inwendig Gebed !

     

         De heilige oefening van het inwendig gebed moet beschouwd worden als een van de voornaamste fundamenten van het christelijke leven en de heiligheid, omdat het leven van Christus slechts één voortdurend inwendig gebed is geweest.  Dat moeten wij verder zetten en uitdrukken in ons leven als iets wat zo belangrijk en absoluut noodzakelijk is als de aarde die ons draagt, de lucht die wij inademen, het brood dat ons recht houdt, het hart dat klopt in onze borst. Deze zijn minder noodza­kelijk voor de christen om christelijk te leven.

         Het inwendig gebed is de echte en de eigen functie van de mens en de christen, vermits de mens alleen voor God geschapen is om met Hem in gemeenschap te leven en de christen is slechts op aarde om verder te zetten wat Christus er gedaan heeft terwijl Hij er was. Daarom spoor ik u aan, zoveel als ik kan en in Gods naam bezweer ik u, die dit leest : Vermits onze aller­liefste Jezus er zijn genoegen in wil zoeken om met ons te zijn en in het heilig inwendig gebed met ons te spreken, Hem dit genoegen niet te onthouden... Beschouw deze zaak als de eerste, de bijzonderste, de meest noodzakelijke, de dringend­ste, en de belangrijkste van al uw zaken, en maak u los, zoveel als kan, van de andere minder belangrijke.

      H. Jan Eudes (1601-1680), Het leven en het Koninkrijk van Jezus, II,õ11

     

    OVERWEGEN.

     

         Neen, het inwendig gebed is niet voorbehouden voor de Karmelieten !  Wij hebben 100 maal gezegd tijdens deze vasten, dat de intimiteit met de Heer cultiveren het hart uitmaakt van elk christelijk, van elk menselijk leven. En dat "omdat heel het leven van Christus slechts één voortdurend inwendig gebed geweest is."

         Een christelijk leven dat het gebed en het inwendig gebed (dat is bijna hetzelfde) niet op de eerste plaats zet van zijn bekommernissen, is slechts een skelet. Verklaart dat onze vele lauwhe­den en kleinzieligheden niet... Wat zou een gezin bete­kenen waar de echtgenoten elkaar nauwelijks éénmaal per week goeie dag zegden?

         Moge deze vasten dan ook een nieuwe start betekenen in het gebedsleven :  "Beschouw die zaak als de eerste, de bijzonderste, de meest noodzakelijke, de dringendste en de belangrijkste van al uw zaken."

     

    BESLISSEN.

     

            Zelfs als ik niet weet hoe te bidden, zelfs als het bidden mij verveelt, zelfs als het de eerste keer is dat dit mij  overkomt, toch neem ik twee minuten om met God te spreken, zelfs gelijk hoe !    

     

    De schrijver:

     

        (Begin : zie 27 februari)  De H. Jan Eudes schreef enorm veel. Naast "Het Leven en het Rijk van Jezus in de christen zielen", de samenvatting van zijn missionaire predicaties, vernoemen wij die over de "H.H. Harten van Jezus en Maria", die voorop lopen op de verschijningen van Paray-le-Monial veertig jaar later.  Hij is een van de grote actoren in het Franse geeste­lijke vernieuwing in het begin van de Gouden Eeuw van Lodewijk XIV.

     

     "Als gij leeft volgens het vlees, zult gij sterven."

     

    VRIJDAG,  3.04.09.                                                       Van de feria (vleesderven)

     

    Het Kruis, een levenskunst.

    St. Jan van het Kruis.

     

    Indien de vriend van Christus de passies van zijn ziel wil stillen,

    dat hij zich dan altijd buige:

    niet naar het gemakkelijkste, maar naar wat het meest moeite behelst;

    niet naar het sappigste, maar naar het meest saploze;

    niet naar het aangenaamste, maar naar wat het minst de smaak streelt;

    niet naar de rust, maar naar wat het meest beproeft;

    niet naar de troost, maar naar wat niet troost;

    niet naar wat méér is, maar minder;

    niet naar het verhevenste, het kostbaarste,

    maar naar wat nederiger is, en minder kostbaar;

    niet naar iets bijzonders verlangen, maar niets bijzonders willen,

    dat hij niet het beste zoeke, maar het slechtste,

    en dat hij naakt, uitgekleed, en arm sta van al wat ter wereld  bestaat, terwille van Jezus Christus.

    Dat zijn hart sterk sta tegen alles dat hem drijven zou naar wat niet God is,

    en dat hij, om Christus' wil, vriend zij van de beproeving.

                             St.Jan van het Kruis (1542-1591), Raad.

     

    OVERWEGEN.

    .

         Voor de Goede Week begint, zegt St. Jan van het Kruis ons schijnbaar verschrikkende dingen ! Die slagzinnen moeten wel in hun context geplaatst worden : Een absolute voorkeur voor Jezus, die ons aftrekt van alles wat niet Jezus is. Dan ver­staan wij dat zijn kruisweg de onze wordt, een weg van vrij­heid in de liefde. Niet zich forceren om zich te vernietigen, maar maken "dat men zich buigt" tot alles waartoe Jezus zich heeft gebogen. Het gaat wel om een voorkeur, om die laatste plaats die Jezus altijd gezocht heeft, die van de arme, de vervolgde, de mislukkeling... eigenlijk onze plaats, maar die wij zo gewoon­ zijn te weigeren.

         Vriend lezer, indien gij het niet begrijpt, dring dan niet aan, Jezus wil immers uw ongeluk niet, en al wat niet met verstand gebeurt en uit liefde,  maakt ongelukkig. Maar eens zult gij verstaan dat die laatste plaats, waartoe Hij u uitnodigt, de beste is, de plaats waar men alles krijgt, omdat men, "voor Christus", alles geeft.

     

    BESLISSEN.

     

         Terwijl ik erop wacht  dat ik Jezus' uitnodi­ging begrijp om alles te geven, zijn er zoveel dingen in mijn leven, die ik doe om "mezelf te plezieren". Ik kies er één uit, en ik ver­zaak eraan "om Christus' wil".

     

    De Schrijver:

         St. Jan v.h. Kruis is een ongeëvenaard lyrisch dichter, universitair en zeer degelijk theoloog.  Hervormer, samen met Theresia van Avila, van het Spaanse Karmelitaanse leven. Gesteund op een zeer rijke persoonlijke ervaring, maakt zijn geestelijke pedagogie, samen met zijn diepgaande analyse van het verloop van de contemplatie, hem tot de meester van de geestelijke leiders in de moderne westerse traditie.

     

     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE GESCHIEDENIS VAN HET CHRISTENDOM.

     

    Voor  zijn  bekering  was  hij  waarschijnlijk  advocaat  geweest  en  hij  was  bedreven  in  het  vinden  van  gaten  in  het  officiële  beleid.  Als  christenen  inderdaad  dergelijke  misdaden  begingen  en  de  dood  verdienden,  spotte  hij,  waarom  namen  de  autoriteiten  dan  het  beleid  van  ‘niet  over  praten’  van  Trajanus  over ?  Toch  waren  er  door  het  beleid  van  Trajanus  relatief  lange  periodes  van  rust,  waarin  het  christendom  wel  illegaal  bleef,  maar  er  weinig  werd  tegen  gedaan.  In  die  tijd  was  het  soms  zelfs  mogelijk  om  openlijk  christen  te  zijn  en  niet  te  hoeven  lijden.  In  die  periode  wordt  Origenes,  de  beroemdste  christelijke  leider  van  zijn  tijd,  uitgenodigd  voor  een  ontmoeting  met  de  moeder  van  de  keizer  om  de christelijke  ideeén  met  haar  te  bespreken.  Met  zijn  christelijke  opvoeding  en  zijn  opleiding  in  Alexandrié  har  Origenes  een  overheersende  invloed  gekregen  binnen  zowel  de  kerk  als  de  intellectuele  wereld.  In  de  daaropvolgende  jaren  zouden  ongelovige  schrijvers  het  betreuren  dat  zo’n  briljante  man  een  christen  was !  Van  tijd  tot  tijd  ontstond  er  toch  onrust,  als  een  overijverige  lokale  bestuurder  of  de  keizer  zelf  probeerde  om  de  christenen  uit  de  weg  te  ruimen.  Toen  keizer  Decius  in  249  aan  de  macht  kwam,  begon  hij  aan  de  eerste  echte  systematische  poging  om  alle  christenen  uit  te  roeien.  Iedereen  in  het  keizerrijk  kreeg  de  opdracht  om  de  goden  een  offer  te  brengen,  waarna  men  een  certificaat  kreeg.  Wie  dit  niet  deed,  werd  ter  dood  gebracht.  Veel  christenen  weigerden  en  werden  vermoord,  maar  anderen  zwichtten,  offerden  en  werden  vrijgelaten.  Voor  velen  was  een  vervalst  certificaat  een  tussenoplossing.  Ook  werden  prominente  kerkleiders  gemarteld  in   de  hoop  dat  ze  hun  geloof  zouden  opgeven.  De autoriteiten  probeerden  hen  doelbewust  niet  te  vermoorden,  omdat  ze  inzagen  dat  martelaren  juist  de groei  van  het  christendom  zouden  bevorderen.  Origenes,  die  slechts  een  paar  jaar  eerder  feestelijk  was  onthaald  in  het  paleis,  werd  gemarteld  en  vrijgelaten  en  zou  daarna  in  onbekendheid  sterven.  De  bisschoppen  van  zowel  Rome  als  Jeruzalem  kwamen  om  in  de  gevangenis.  De  vervolgingen  gingen  door  onder  Decius’  opvolger,  Valerianus,  die  in  oorlog  was  met  Perzié  en  de  christenen  verdacht  van  verraad.  Maar  diens  zoon  Gallienus,  keizer  van  260  tot  268,  gebood  dat  de  christenen  hun  godsdienst  konden  uitoefenen  zoals  zij  wilden,  en  er  brak  weer  een  lange  periode  van  rust  aan.

     

    Wordt  vervolgd.

     


    31-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDJUGORJE.
    Donderdag 4 november 1982

    Over een visioen van Andja uit Mostar die op een avond tijdens het bidden dertien personen uit het Oosten zag komen en op een andere avond zes personen:
    Het gaat om een echt visioen. Het waren zielen uit het vagevuur, uit haar naaste familie. Jullie moeten voor hen bidden.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDJUGORJE BOODSCHAP.
    Donderdag 22 april 1982

    'Zijn de lichttekens van het kruis op de Krizevac natuurlijk of komen ze van God ? Wat betekenen de S en de T die op het kruis verschijnen ?'
    Dat zijn tekens van God en geen natuurverschijnselen. De S en de T zijn tekens van het heil.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDJUGORJE BOODSCHAPPEN.
    Eind augustus 1982

    Ivan is met zijn vrienden op de heuvel van Bijakovici. De H.Maagd verschijnt hem:
    Nu zal Ik jullie een teken geven om je geloof te bevestigen.
    Ze zien twee lichtstralen, de ene op de kerk, de andere op het kruis van de Krizevac.


    Zaterdag 4 september 1982

    Jezus geeft er de voorkeur aan dat jullie je rechtstreeks tot Hem wenden in plaats van via een tussenpersoon. Als jullie je echter totaal aan God willen geven en als jullie verlangen dat Ik je beschermvrouwe ben, vertrouw dan al je intenties, je vasten en je offers aan Mij toe, opdat Ik erover kan beschikken volgens de wil van God.



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Woensdag 25 maart 2009

    Broeder Angelicus 11.

    Feest Maria Boodschap

    Verschijning en boodschap van de Aartsengel Gabriel

    Zoals de vorige maand, kwam de aartsengel ook deze maand na zonsondergang. In gebed

    verzonken volhardde ik in gebed en wachtte op zijn verschijning. Ik voelde opeens een

    aangename zuchtje wind en toen ik de ogen opende zag ik voor me reeds het licht waarin de

    aartsengel verscheen.

    “In Naam van de liefhebbende Vader: wees gegroet, jij waakzaam kind!

    Jij hebt de woestijn betreden. In de nacht ben je gekomen om de duisternis te verlichten. De

    dienaar heeft zijn opdracht herkend en haar aangenomen; de knecht is zijn werk begonnen,

    wat de Heer verheugt.

    Geliefd kind: de Heer heeft je hart gehoord en zich verheugd, want daarin vond Hij niets

    behalve de stilte die verteerd werd door Zijn stem. Je hebt de weg betreden, die je naar buiten

    voert in de nachtelijke woestijn; ga deze weg, daar zal je het heil vinden. Verlies het

    vertrouwen niet, want de nacht zal nog lang duren en de weg is nog ver en vol gevaren. Je hart

    moet verstomd blijven opdat het, het zachte roepen van de Vader kan horen en Hem kan

    volgen.

    Het is tijd verder te gaan! Hoor de woorden en draag ze de wereld in!

    Je kunt niets doen om nader tot Hem te komen! Hij doet alles door jou! Slechts Hij kan jou

    leiden en slechts Hij kan gaan. Slechts Hij kan roepen en slechts Hij kan verhoren. Slechts Hij

    kan verzoeken en slechts Hij kan inwilligen. Slechts Hij kan lijden en slechts Hij kan

    verlossen. Niets gebeurt er zonder Hem. Alles door Hem en uit Hem.

    Wie maakt, kan falen. Wie doet, wordt niet. Wie wil, wordt verblind.

    Slechts één ding blijft: Zijn Liefde.

    Wat niet gebeurt vanuit Zijn Liefde, zal niet onvergankelijk zijn.

    Steeds meer vergankelijkheid treed echter binnen in jullie wereld. Door deze vergankelijkheid

    verliezen veel zielen de verbondenheid met de Vader. En door deze van God verlaten liefde,

    die helemaal geen liefde meer is, maar een ijdele begoocheling van de hel, verliest de ware

    Liefde overal aan macht en heerlijkheid. Liefde zonder God kan niet echt zijn, want zonder

    Hem is ze dood, niet levend, verstokt: Hij echter is de Levende God!

    Slechts door Hem kan Liefde groeien, want slechts Hij kan scheppen. Slechts Hij kan het

    onzichtbare, onvergankelijke scheppen.

    Hij kan echter slechts daar scheppen waar door het willen geen wil is en waar Hij zo geheel

    kan ‘zijn’, om uit het niets te scheppen.

    Trek naar buiten, de nacht in en neem het lijden op je, ga op het kruis liggen en sta toe dat je

    hart wordt doorboord. Sta toe dat de vergankelijke machten beslissen over je

    vergankelijkheid, want over je onvergankelijkheid hebben ze geen macht. En wanneer ze

    jouw hart doorboren, loof en prijs God, want het kan alleen maar gebeuren door Zijn Liefde.

    Geef je over aan de dood der vergankelijkheid daal af in de diepte van je hart en werp je ziel

    af. Dan, wanneer er niets meer is, dan ‘is’ Hij. En Hij schept en maakt nieuw. Nooit maakt Hij

    vanuit iets. Hij maakt steeds nieuw. Onvergankelijk, voortdurend.

    Wanneer jullie weer begrepen hebben hoe door Hem te leven, dan zal ook de jullie onderlinge

    liefde zich vernieuwen en weer kunnen groeien. Slecht diegene die door de nachtelijke

    woestijn van de vergankelijkheid getrokken is, kan ’s morgens bij de Bron in de woestijn

    geraken. De Bron die ieder laat drinken van het levendmakende Water van het eeuwige leven.

    Wie van dit water drinkt zal nieuw worden. En het zaad dat de Zoon eens gezaaid heeft zal

    opnieuw schitteren, grote velden zullen opbloeien en de oogst zal rijk zijn. Want het is levend

    water. En omdat het water levend is en vanuit Liefde leeft, komt er steeds meer van en het zal

    allen laven die komen om nieuw te worden.

    Wie van het water gedronken heeft kan onbezorgd verder gaan. Steeds dieper de woestijn in,

    daar waar begin en einde naast elkaar bestaan. Heeft hij één keer van de bron gedronken, zal

    geen dorst hem meer kwellen. Er zullen echter andere kwellingen komen, want de machten

    van het kwaad liggen op de loer. Verlies jullie vertrouwen niet: want gevoed en gesterkt door

    Zijn Liefde kunnen jullie de weg veilig verder gaan, en dit zolang jullie hart en jullie

    ontvankelijkheid rein blijven.

    Wees echter gewaarschuwd! Denk er steeds aan het lijden lief te hebben!

    Jullie, broeders en zusters: herken mekaar, verzamel en ga op weg! De tijd is gekomen, jullie

    hebben je opgave gekregen.

    Wie deze woorden begrijpt zal de weg naar jou vinden en de weg met jou gaan.”

    Toen keek de engel mij in de ogen. Zij ogen begonnen daarbij te glanzen als goud en het licht

    rondom hem breidde zich uit. Het leek ons te omslingeren. Ik zie nog de aartsengel voor me,

    een voor mij geheel vreemde toestand deed zich voor. Ik probeer die te omschrijven, maar ik

    vind er geen woorden voor. Een toestand, waarin ik geen enkele waarde kan herkennen. Nog

    het één noch het ander. Eenvoudig. Daarbij een gevoel van “thuis zijn” en “vrijheid”, dat mij

    op een voor mij onbekende manier diep beroerde. Ik weet niet hoe lang dit aanhield. Toen

    werd het licht plotseling minder, de aartsengel glimlachte en zei:

    “Neem deze vrijheid en verkondig ze aan de broeders en zusters. Neem dit licht op in je hart

    en verbrand het als geloofsfakkel. Laat het schitteren en wees standvastig.

    Hij die alles geschapen heeft en alles in stand houdt wil door dit werk de broeders en zusters

    verzamelen die zich aan het waken wijden. Want het is de verdienste van de waakzame, dat

    de anderen gerust hun slaap vinden. Waakt wanneer anderen slapen. En slaapt wanneer

    anderen waken. Wees dankbaar, ook wanneer de dienst zwaar is, want het zal jullie worden

    vergolden.

    Volg verder je engelbewaarder, hij voert je veilig door deze tijd!

    Ik zal nog één keer komen, dan zal een ander komen! Bereid je hart en hou het rein. Volhard

    in je levenswijze en leef volgens de geboden die God jullie gegeven heeft. Hou je aan

    de woorden die ik je verkondigd heb. Daarin vind je de wegwijzer voor de komende tijd.

    Jullie, kinderen van de Allerhoogste: verzamel jullie en laat de liefde opnieuw opbloeien.

    Drink van de bron en luister naar de aanwijzingen van de Zoon! In Zijn woord is Hijzelf, want

    Hij is het Woord! Hij is het Zaad, het Licht, het Leven, het Water, de Kiem!

    Over een maand zien we mekaar weer, dan heb ik mijn opdracht vervuld! Volhard en waak en

    bid! Begrijp en leef! Laat jezelf verbranden om anderen te doen ontbranden!

    Neem mijn woorden die ik van de hemelse troon heb gebracht en herken de weg. Laat je

    doordrenken en opbloeien. Gebruik jullie gaven, die God aan elk van jullie gegeven heeft, en

    zet ze in. Laat er geen onbenut!

    Vertrouw op de bescherming van de hemelse Koningin en op de hulp van de engelen!

    Vertrouw, en niets kan je gebeuren.

    De zegen van de liefhebbende Vader begeleidt je!”

    Na deze woorden tekende de aartsengel me nog een kruisje op het voorhoofd en verliet me

    dan. 23.11u

    Vertaling Mia Stassen België




    Foto

    Getuigenissen van de jongeren van Cenacolo
  • Deel 1
  • Deel 2
  • Deel 3
  • Deel 4
  • Deel 5
  • Deel 6
  • Deel 7

  • Foto

    Foto

    Foto

    Godelieve heeft voor mij
    deze prachtige pps gemaakt
    waarvoor mijn dank





    Foto

    Schrijft u wat in mijn gastenboek
    klik dan op het boek boven




    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Klik op het plaatje en krijg een prachtige rondleiding door het Vaticaan
    Ieder nummertje is weer iets moois
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Image and video hosting by TinyPic
    Image and video hosting by TinyPic
    Image and video hosting by TinyPic
    Foto

    Een interessant adres?


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs