Vasten 2009 Deel 2
Gebedsgroep
HET CENAKEL
Waregem
VEERTIGDAGENTIJD voor KRASSELAARS 2009*
In de Leer bij de Heiligen
Eén tekst per dag om op te gaan naar Pasen
Oorspronkelijke Titel : Carême pour les Cancres, 2009. A lécole des Saints.
Vertaling : Hilaire Mestdag, Waregem
O mijn ziel, voorwerp van zegeningen van de opperste Schepper, kijk naar uw Redder die, verscheurd door duizend wonden, zijn blik op u richt. Kijk naar zijn voeten, door nagels doorboord, hoezeer zijn ze gekneusd door de hamerslagen ! Bedenk dat Hij nochtans in schoonheid alle schepselen te boven ging en dat zijn onschuldig vlees boven alle volmaaktheid verheven was.
Kijk naar die wonde, die Hij kreeg in zijn rechter zijde. Besef hoe zijn goddelijk bloed genoegdoening gegeven heeft voor al uw beledigingen. Zie hoe Hij gekwetst werd door een wrede lans en hoe Hij toeliet dat deze zijn hart doorboorde voor iedere gelovige ! Zie hoe Hij op het wrede hout langs alle zijden gekwetst werd, uit liefde voor u ! Hij is gestorven, uw zoete Meester, om uw misdrijf uit te boeten. Om u in zijn Rijk binnen te leiden, heeft hij toegestemd om gekruisigd te worden !
O, mijn ziel, vestig uw blik op hem, en moge dit gezicht u overspoelen met onuitsprekelijke genoegens.
H. Catherine van Boulogne (1413-1463)
Over de heilige wonden van Jezus.
"Laat u met God verzoenen!"
MAANDAG, 9.03.09. Van de feria of H. Francisca Romana
De oprechtheid van de bekering
Wat een vreugde, welke troost voor alle zielen die verlangen naar de zuivere liefde, dat zij daartoe alleen moeten doen waartoe elk redelijk christen verplicht is : Afschuw ontwikkelen voor het beledigen van God, en verzaken aan de vrijwillige aanhankelijkheid van zijn onvolmaaktheden.
De eerste stap naar de zuivere liefde is dus de afschuw voor de zonde. Een afschuw echter, die ons én de grote én de kleine beledigingen doet verfoeien, de dodelijke en de dagelijkse, omdat het allemaal beledigingen van God zijn, hoewel zij ons niet evenzeer schaden.
Maar er is nog een tweede gesteltenis : Afstand nemen van elke genegenheid en elke vrijwillige gebondenheid, die men kan hebben voor zijn eigen gebreken. Zodat elke ziel die wil binnentreden en verblijven in die staat van de pure liefde inwendig de volgende houding moet aannemen tegenover zijn dagelijkse onvolmaaktheden en gebreken : Vooreerst moeten deze voor haar een voorwerp zijn van kruis en zuchten, eerder dan van vergoelijking. Ten tweede : dat zij elke dag God een of andere versterving offert, opdat Hij haar welwillend zou bevrijden en uit die onvolmaaktheden zou halen. En ten derde, dat Hij, voor de prijs en de voorwaarden die Hem bevallen, haar zou bevrijden van al wat in haar gebrekkig en onvolmaakt is.
Alexander Piny (1640-1709), De Staat van de Pure Liefde, Hs VI
OVERWEGEN.
Berouw is slechts oprecht als het beantwoordt aan een daadwerkelijke wil om van gedrag te veranderen. Daartoe is de eerste stap te meten hoezeer ons kwaad Gods liefde tot ons kwetst. De zonde is geen zaak van moraal, maar van liefde.
Dan wordt de tweede stap mogelijk : Oprecht willen wat God wil, dit is alle toegeeflijkheid voor eigen fouten bannen. Maar de bekering gaat alleen progressief. Tussen niet willen en niet doen zit de trage rechtzetting van onze wil, die meer gewoon is om zijn eigen goesting te volgen dan de rede. Laten we ons hierover niet verwonderen, maar offeren wij aan God deze beproeving van onze logheid, wat onze zonde reeds zal omkeren, doordat zij een gelegenheid wordt om te groeien in de liefde.
Bekering is op ieder ogenblik mogelijk. Wij zijn niet altijd in staat om zeer doeltreffend te zijn, maar wel altijd om ons tot God te keren, om een aanvang te nemen om doeltreffend te worden.
BESLISSEN.
Ik zoek een oude gewoonte op, die lood in mijn christelijk leven brengt (luiheid, gulzigheid, wrok...) en ik beslis om daar vandaag radicaal tegenin te gaan.
De schrijver:
Uit een oude Provençaalse familie. Treedt in bij de Dominicanen te Draguignan, doceert filosofie en theologie te Aix en Marseille, later in Parijs. Hij publiceert er zijn geestelijke werkjes die geschikt zijn om op te wekken tot de pure liefde, wat hem ten onrechte verdacht maakt van Quiétisme. Hij is zijn leven lang een groot geestelijk leider en biechtvader, en sterft in geur van heiligheid.
"Strijd de goede strijd van het geloof!"
DINSDAG, 10.03.09 Van de feria
Op wie stellen wij ons vertrouwen ?
Als uw val en hervallen u verontrusten en bedroeven, u voeren tot een soort wanhoop, dat gij niet meer vooruit kunt of goed doen, is dat wel het teken dat gij op uzelf vertrouwde, en niet op God. En als die droefheid en die wanhoop groot zijn, dan is het dat gij véél op uzelf vertrouwde, en weinig of niet op God. Waarlijk, wie
zichzelf wantrouwt en zich aan God toevertrouwt, is niet verwonderd over zijn struikelen, noch vindt hij er bitterheid in, want hij weet dat dit voortkomt uit zijn zwakheid en zijn klein godsvertrouwen.
Beter nog. Hoe meer hij zichzelf wantrouwt, met des te meer nederigheid vertrouwt hij zich aan God toe. Daar hij bovenal elke fout en de ongeregelde passies veracht, die hem deden struikelen, is zijn leed omdat hij God beledigd heeft groot, maar rustig en vredig, en hij zal met des te meer energie en vastbeslotenheid zijn vijanden tot de dood vervolgen.
Lorenzo Scupoli (1530-1610), De geestelijke Strijd, IV
OVERWEGEN.
Hebt gij de ongedwongenheid van de heiligen opgemerkt ? Teresa van Avila sticht kloosters terwijl zij schijnt rond te wandelen, Thérèse van Lisieux verdraagt de ergste pijnen met de glimlach... Welk is hun geheim ? Eens voor altijd hebben zij de zorg voor zichzelf aan de Heer toevertrouwd. Dat is de ware vrijheid, de ware heiligheid, het ware geluk.
De heiligen zijn niet zonder fouten, maar zij laten dit over aan de Heer, in de zonde zoals in de deugd. Beter nog : Hun ogenschijnlijke zwakheid is een bijkomend motief om zich hierin op Hem te verlaten. Als men zijn zonde erkent is het dringend om terug te willen wat God wil en niet om te klagen over onze slechte prestaties.
Als de vasten ons droevig maakt, dan is het geen echte vasten maar gewoon een oefening in deugd, en des te droeviger omdat onze zeldzame successen onze veelvuldige mislukkingen benadrukken.
BESLISSEN.
Wij hebben allen zwakke punten. Ik neem er een uit, waarop ik vandaag zeker zal bekoord worden. Van zodra de bekoring opkomt, begin ik traag een Onzevader te bidden.
De auteur:
Geboren te Otrante, treedt in 1569 in bij de jonge priesterlijke familie der Theatijnen. In 1585, waarschijnlijk ten onrechte beschuldigd van een zwaar misdrijf, valt hij in ongenade bij de zijnen, tot aan zijn eerherstel op de avond van zijn leven, waarvan men weinig meer kent dan de nederigheid en de discretie. Franciscus van Sales vereerde hem als één van zijn leermeesters.
"De Heer geeft u vergeven, doe gij op uw beurt hetzelfde"
WOENSDAG, 11.03.09. Van de feria
Verboden u te wreken !
Het is eigen aan zeer lafhartige harten en lage zielen haatdragend te zijn en hun woede niet te kunnen beheersen. Een goede maag verteert alles, en haalt uit alles deugdelijk sap en goed bloed om zich te voeden. De struisvogel eet graag keien en nagels die men hem toewerpt, en kweekt er zich vet mee. Een goed mens haalt uit alles profijt, niemand doet hem meer goed dan wie hem veel kwaad doet.
Nooit kent gij beter de staat van uw leven dan door de mond van uw vijand, en door zijn leguaan-ogen, die u vergiftigen door u te bekijken met boosaardige ogen, vol venijn. Toen men aan St. Franciscus vroeg waarom God toeliet dat er in al de heiligste families een of ander kwaadaardige geest en addertong de onschuld van de anderen vergiftigde, zei die: "Omdat de goeden zonder de slechten niet kunnen goed zijn !"
Zolang de liefde Gods uw hart niet beheerst, en gij uw hart niet zult willen vertederen om aan uw vijand te vergeven, wees er maar zeker van dat uw deugden geen deugden zijn, of indien wel, dan stuurse en barbaarse, dode deugden zonder de bezieling van de naastenliefde. Dit alles zal u enkel dienen tot nog groter verwarring, en misschien tot een zwaardere veroordeling, als ge daar niet op let.
Etienne Binet (1569-1639), Deugdelijke Praktijk van de Liefde tot God, hs 23
OVERWEGEN.
Erkennen wij maar dat het merendeel van de beledigingen, die we krijgen, meestal terecht zijn ! "Alleen de waarheid kwetst..." Wel, beter dan er wraak uit te halen, waarom er geen verstandig gebruik van maken om te groeien in waarachtigheid en nederigheid ?
"Nooit kent gij beter de staat van uw leven dan door de mond van uw vijand..." Beginnen wij maar met hem te bedanken, tenminste in ons hart. En daar hij ons de vinger doet leggen op de berg van de hoogmoed, die in ons huist, laten we ons bekeren ! Naar Jezus' voorbeeld gaat de christen dan over van de status van heer en
meester naar die van dienaar. Het is aan die prijs dat onze deugden geen bijkomende prestaties ("stuurs en barbaars!") zullen zijn, maar de liefde van God die leeft in ons hart.
BESLISSEN.
Ik zal vandaag zeker onaangename dingen moeten horen, thuis, op het werk, in mijn omgeving... Ik zal vermijden om te antwoorden, en in mijn hart bidden voor wie mij kwaad heeft gedaan.
De Schrijver:
Etienne Binet, geboren te Dijon (1569-1639), treedt op 20 in bij de Jezuïeten. toen verbannen door Hendrik IV, na medeleerling en vriend geweest te zijn van St. Franciscus van Sales in Parijs. Hij wordt geassocieerd met Jeanne de Chantal bij de aanvang van de Visitatie in de hoofdstad, en is evengoed gemoeid in de grote episodes van het Parijse renouveau in die tijd. (Vervolg zie 14 maart)
"God heeft in onze harten de Geest gezonden van zijn Zoon, die uitroept: Abba, Vader!"
DONDERDAG, 12.03.09. Van de feria
Wanneer Gods aanwezigheid ons overweldigt...
Wanneer wij trouw elke dag, naargelang onze aanleg en onze plichten van staat, wat kortere of langere tijd wijden aan het onderhoud met onze hemelse Vader, om die ingevingen op te vangen en te luisteren naar die oproepen van de Geest, dan worden de woorden van Christus, de Verba Verbi (Woorden van het Woord) zoals St. Augustinus ze benoemt, talrijker, zij overstromen de ziel met een hemels licht, en openen in haar bronnen van leven, opdat zij zich er altijd aan zou kunnen laven.
De ziel, op haar beurt, vertaalt voortdurend die oproepen in daden van geloof, berouw, ingetogenheid, vertrouwen, liefde, welwillendheid, overgave aan de wil van de hemelse Vader. Zij beweegt zich als in een atmosfeer die haar hoe langer hoe meer onderhoudt in de vereniging met God. Het inwendig gebed wordt als het ware haar ademhaling, haar leven. De ziel wordt vervuld van de geest van inwendig gebed. Het inwendig gebed wordt dan een toestand, en de ziel kan haar God vinden wanneer zij maar wil, zelfs te midden van al haar bezigheden.
Deze toestand is méér dan de simpele aanwezigheid van God. Het is een inwendig onderhoud, vol liefde, waarin de ziel met God spreekt, soms met de lippen, meestal met het hart. Zij blijft innig met Hem verenigd, ondanks de verscheidene werken en bezigheden van de dag. Er zijn heel wat eenvoudige en rechtschapen zielen, die, trouw aan de aantrekking van de H. Geest, tot deze zo begeerde toestand komen.
Zalige Columba Marmion (1858-1923), Christus, Leven van de Ziel, II,X
OVERWEGEN.
Het gebed is geen bezigheid als een ander, omdat zij het hart is van ons leven. Het wil alle andere bezigheden absorberen, van ons leven een voortdurende dialoog met God maken.
In het begin van een gebedsleven, vergt dit een inspanning en een breuk met het verloop van onze dag, om ons in Gods tegenwoordigheid te stellen. Dat betekent niet dat God elders is, maar dat wijzelf meestal elders zijn, wij die leven in een irreële wereld. Zolang dit zo is, moeten wij erover waken dat wij trouw zijn aan die terugkeer naar de werkelijkheid, die de ogenblikken toch zijn, die uitdrukkelijk aan het gebed voorbehouden zijn. Maar beetje voor beetje gaan onze ogen open, de trouw aan het gebed valt ons gemakkelijk, en "het inwendig gebed wordt dan een toestand."
Wij zijn er niet zover af, geloof het maar: "Er zijn heel wat eenvoudige en rechtschapen zielen, die, trouw aan de aantrekking van de H. Geest, tot deze zo begeerde toestand komen."
BESLISSEN.
Ik leg vier tot vijf momentjes vast (twee minuten), bijzonder voorbehouden aan het gebed vandaag. Vier à vijf "afspraken" met de Heer.
De auteur:
Van Frans-Ierse oorsprong wordt hij priester op 23 jaar, benedictijn op 30 in de abdij van Maredsous-België, waar hij na enkele jaren abt wordt van de stichting van Mont-Cesar. Hij was een talentrijk predikant en geestelijk leider. Zijn voordrachten zijn gebundeld in 4 volumes. Hun helderheid, hun evenwicht en leerstellige degelijkheid maken van hem een van de meesters van het geestelijk leven in de XXe eeuw, als dusdanig erkend door zijn zaligverklaring in het jaar 2000.
"Als gij leeft volgens het vlees, zult gij sterven."
VRIJDAG, 13.03.09. Van de feria (vleesderven)
Wat doet er ons leven ?
Als gij er op zoudt letten, christen ziel, dat uw heel uw geluk bestaat in de rust in God alleen, dat heel uw deugd er in bestaat dat gij alleen God beschouwt, en alleen God bezit, dat uw leven een leven moet zijn, alleen in God geborgen. Als gij ernstig zoudt menen dat al wat u uit die bezigheid weg haalt : Beroep, lasten, gesprekken, studies, zaken, meer de anderen geldt dan uzelf, en dat al wat u ervan uitdrukkelijk weerhoudt, gewoonlijk van de eigenliefde komt, voor wie God alleen niet volstaat. Als gij altijd beducht zoudt zijn voor de suggesties van die subtiele vijand van onszelf, die altijd wil opduiken en niet kan verdragen, dat hij alleen en vergeten is, die zichzelf heimelijk bijna in alles zoekt, en zich soms helemaal terugvindt in de dingen zelf waarin hij zich helemaal schijnt te vergeten om alleen maar aan de anderen te denken. Als gij wel overtuigd waart dat al wat niet naar God reikt en u niet leidt naar het vergeten van uzelf, geest, talent, geboorte, krediet, gezag... minder nuttig dan gevaarlijk voor u is, dan zou men u niet zo ijverig vinden om de zaken verder te zetten die gij begonnen zijt, om uw talenten te ontwikkelen, uw krediet te sparen, uw gezag te bewaren.
Ambroise de Lombez, Tractaat over de Inwendige Vrede,IV,hs.8,1,V
OVERWEGEN.
Het eerste wat men zich moet ontzeggen is alles wat niet verdient dat men er zich aan hecht. Waar staan wij met onze zorg voor ons "beroep, onze lasten, gesprekken, studies, zaken" ?
Wat zou er overblijven van mijn dag, indien niemand mij opmerkte, of als ik zocht om niet te worden opgemerkt ? Als niemand mij bedankte ? Als ik niet trachtte een mooi beeld op te hangen van mijzelf ? Normaal zou dan de genade overblijven, of de liefde (dat is hetzelfde)... Dat toont waar wij staan in het christelijk leven.
En als er niets over blijft, dan betekent dit dat ik in de gel zit
zelfs als ik geen tekort heb aan talent, krediet, gezag !
Vrijdag : Dag van onthechten. Verzaken wij dan aan wat in elk geval zal met ons sterven, en hechten wij ons aan wat eeuwig duren zal, dàt wat alleen uit Gods hart voortkomt.
BESLISSEN.
Wat zou ik niet doen, indien niemand mij opmerkte ? Dan laat ik dat vallen !
De schrijver:
Uit een nobele familie uit de Gers, treedt Jean de la Peyrie op 16 jaar in bij de Kapucijnen. Zijn intelligentie, zijn geleerdheid en zijn innerlijk leven doen hem opvallen als leraar en biechtvader, te St-Sever (Landes), dan te Bagnères, Auch en Luz (Pyreneeën). Als wijze overste zal hij de Kapucijnen laten ontsnappen aan de opheffing van de meeste van de congregaties op het einde van het Ancien Régime.
"Dat de rijken van deze wereld gulhartig geven, en in staat zijn te delen!"
ZATERDAG, 14.03.09. Van de feria
Wij hebben allen genoeg om te geven.
Het is een grote troost te zien dat men op de dag van het oordeel niet zal spreken over extases, noch over visioenen, noch over sublieme meditaties, of de duizend dingen die met reden hoog geacht worden, maar alleen over wat wij aan de armen hebben gegeven. En wat kan de leek gemakkelijker doen dan aalmoezen geven ? Het kan dat hij God niet aanroept, dat is waar, maar hij voedt hen die voor hem tot God bidden.
Misschien vast hij niet, maar hij kan naar de gevangenissen gaan en te eten geven aan de ellendelingen die vasten en misschien zouden sterven, zonder zijn aalmoezen. Zijn status belet het hem ? Wel, dat hij zijn knechten zendt ! Hij heeft geen knechten ? Dat hij dan geld sture langs iemand om ! Heeft hij geen geld ? Dat hij dan tenminste zijn verlangens en zijn goede wil zendt, en betuigt hoe het hem spijt dat hij niet iedereen kan helpen.
Moge hij doen zoals de arme weduwe, die twee schamele tienden gaf met zoveel liefde, dat zij, had zij twee werelden gehad, ze beide zou geboden hebben in dienst van God en de armen. Zij gaf als het ware niets, en gaf nochtans méér dan allen, en werd uitverkozen boven al de rabbijnen en alle tempelgangers, zo waar is het dat "weinig", gegeven met veel liefde, wondere uitwerkingen heeft.
Etienne Binet (1560-1639), Soliede Praktijk van de Liefde tot God, hs.X
OVERWEGEN.
Niet zonder humor ontneemt Binet ons alle uitvluchten om geen aalmoezen te geven. Dat is, omdat de aalmoes vast deel uitmaakt van het christelijk leven. Jezus zegt ons dat we, door ons te vereenzelvigen met de arme, Hem veel zekerder vinden door een gebaar van delen, dan door onze "visioenen en sublieme meditaties".
Wij zijn niet allen bekwaam om tot God te bidden zoals de karmelietes, die er haar leven aan wijdt (dàt is het, wat Binet bedoelt, en niet dat de aalmoes het gebed zou vervangen !), niet allen bekwaam tot grote boetedoening, maar wij zijn allen bekwaam tot een gebaar van delen. Geven, of toch trachten te geven, van ons bezit, onze tijd, onze aandacht.
Een dag waarop wij niets zouden gegeven hebben, zou een verloren dag zijn voor de christen die wij beweren te zijn.
BESLISSEN.
|