For this blog to translate into language of your choice? Select your language below.
2 prachtige pps-jes hierboven van Godelieve en ook Mama rechts heeft ze gemaakt Klik op de banner en bekijk nog veel meer moois op haar blog
Klik op de banner hier beneden en ga eens langs bij Lenie voor nog meer moois Alle Ave Maria pps-jes hierboven zijn van haar
Gastenboek
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Wonder
05-03-2009
KOM, HEER JEZUS !
Ja, Kom, Here Jezus. Deze zin vinden wij tegen het einde van de Bijbel (zie openbaring 22:20). Als we er beter naar kijken, ontdekken we al snel dat dit eigenijk een gebed is voor de tweede wederkomst. Het is wellicht dat Openbaring 22:20 ook wijst naar een gebedsbeweging, welker er zal zijn tegen de einde der tijden, die ernstig bidden, Kom, Here Jezus!
Jezus Christus vraagt ons specifiek te bidden voor Zijn wederkomst. Bidt gij dan aldus:, zegt onze Heer, uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, (Matteus 6:9, 10). Dit is ook een gebed voor de TweedeKomst. De apostel Paulus schreef dat God volk moet zoeken voor en vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag Gods (2 Peterus 3:12). Christenen kunnen dus de komst van de Here bespoedigen. Hoe? Door het werken voor God en door onze gebeden. Als we kijken naar de mondiale pijn van deze brandende planeet Aarde. Welke gebed kan meer betekenis vol zijn, meer belangrijk en meer noodzakelijk, dan deze luide roep, Ja Kom, Here Jezus?
AAN ALLE LEZERS EN VRIENDEN VAN DIT BLOG.
Sorry dat ik jullie mails niet kan beantwoorden mijn vaste pc. is stuk wordt momenteel hersteld.
Nelly. Christelijke Groeten toegewenst.
EEN BIJZONDERE GEBEURTENIS.
Godslasteraar veranderde in vuurkolom! : atheïst komt om in de vlammen... na het beledigen van kerkgangers!
Uit: Wereldnieuws.
Een overtuigde atheïst die in een volle kerk plotseling hardop godslasterlijke taal uitkraamde, vatte op onverklaarbare wijze vlam, waarna er weinig meer dan een hoopje as overbleef.
'De man belasterde God en de Almachtige sloeg terug voor de ogen van het kerkvolk', aldus de tevreden pastoor Clement Tasseau uit het Franse Lille. 'Het is afschuwelijk wat is gebeurd, maar de les is even pijnlijk als duidelijk. De Heer accepteert geen blasfemie in Zijn eigen huis, en o wee, die Zijn naam misbruikt, die zal verteerd worden door het vagevuur en, zoals in dit geval, nog hier op aarde.' Uit onderzoek blijkt dat godslasteraar Adrian Gaits (38) al weken voor het fatale moment kerkdiensten in Lille en omgeving verstoorde. 'Deze man bezocht vijf of zes kerken eb tijdens de dienst stond hij dan op en begon te vuilbekken. Hij beledigde niet alleen God maar sloeg ook obscene taal uit', aldus een politiewoordvoerder. 'Wij hebben hier te maken met een heidense fanaticus, een fundamentalist die het als zijn taak zag om zoveel mogelijk kerkdiensten te verstoren. Hij heeft al een aantal keren in de gevangenis gezeten maar ging daarna op de oude voet door.' Maar Adrian's schrikbewind kwam tot een dramatisch einde toen hij op een zondagochtend tijdens de mis in de St. Augustinuskerk in een voorstadje van Lille plotseling opstond en in het gangpad voor het altaar de naam van God door het slijk haalde, tot walging en ontzetting van pater Tasseau en 200 parochianen. Een beledigde ooggetuige: 'Hij kwam met gebalde vuisten op pater Tasseau afstormen en schreeuwde dat God dood was en Jezus het onechte kind was van de hoer Maria. De priester verzocht de man zijn mond te houden, maar dat maakte hem nog uitzinniger. Hij schreeuwde en vloekte maar door. Ik probeerde hem nog bij zinnen te brengen door hem vriendelijk te verzoeken weer in de kerkbank plaats te nemen. Hij keek me aan en zei dat alleen idioten in God geloven, en toen, toen sloegen de vlammen uit zijn lichaam, alsof hij door een onzichtbare hand aangestoken werd. De man brandde als een fakkel. Iedereen keek verbijsterd toe en realiseerde zich dat God hen niet minder dan een blik in het voorportaal van de hel gunde.' De brandweer staat voor een raadsel over de vraag naar de oorzaak van de brand. 'Getuigen zeggen dat de vuurkolom zeker vijf meter hoog reikte', aldus brandweerman Guy DeMoine. En ook heel vreemd, behalve het slachtoffer was er verder geen schade. Geen brand- of schroeivlekje. Niets. Het was alsof er nooit een vuur geweest was, alleen een hoop as en wat botten op de vloer voor het altaar herinnerden aan het bestaan van de heer Gaits. 'Als mij gevraagd wordt of dit het werk van God is, dan kan ik alleen maar zeggen dat ik geen andere verklaring heb.'
VERTROUW OP GOD IN ONZEKERE TIJDEN.
Bij de Here schuil ik. Hoe durft gij dan tot mij zeggen: Vliedt naar uw gebergte als vogels? Psalm 11:1. David schreef dit waarschijnlijk tijdens Absoloms opstand (2 Sam 15-18). Het leek noodzakelijk en onvermijdelijk om van dit vreselijke verraad te vluchten. Met een roekeloze leider zoals Absolom was er de vrees dat alle gerechtigheid zou verdwijnen. Wanneer de grondslagen zijn vernield, wat kan dan de rechtvaardige doen? Psalm 11:3. Toch komt Davids geloof zijn angst tegemoet dat de fundamenten (grondslagen) van Gods gerechtigheid niet kunnen worden vernield. De Here woont in zijn heilig paleis, ... Zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen Psalm 11:4. Iemand zei eens alles wat angstige ogen hebben gezien, heeft God ook gezien, alleen heeft angst God nog niet gezien. De Almachtige God heerst nog steeds, terwijl Hij alles nauwkeurig onderzoekt.
Ondanks de vijandige aanvallen in Absaloms opstand (Psalm 11:2), herinnert David zich Gods altijd aanwezige bescherming (Psalm 11:1). Hij gelooft dat de Almachtige nog steeds alles onder controle heeft van op Zijn hemelse troon (Psalm 11:4a), ondanks de tijdelijke ommekeer in zijn toestand. Vijanden en omstandigheden bepalen niet de fundamenten, enkel de Eeuwige en Onveranderlijke God bepaalt die! Het leven is een test van de vrije wil van de mensenkinderen (Psalm 11:4b).
Het conflict tussen goed en kwaad is een deel van Gods manier om de harten van de mensen te toetsen. God haat hen die in hun opstand volharden en zal hen oordelen (Psalm 11:5-6). Er is vertroosting voor de verdrietigen want de Here is rechtvaardig en Hij heeft gerechtigheid lief, de oprechten zullen zijn aangezicht aanschouwen Psalm 11:7. In een wereld waar het tijdelijk misgaat kunnen we de Rechtvaardige vertrouwen dat Hij ons veilig doorheen de beproeving zal leiden. Wanneer je ziel het lijkt te begeven is Hij je hoop en steun. David geloofde dat God de beproeving van de rechtvaardigen toelaat als een manier om hun geloof fijn te stellen. Problemen dagen ons uit om of enerzijds op te geven, of om anderzijds ons vertrouwen in Hem groter te maken dat Hij in een uitweg zal voorzien. David vertrouwde op God en kon standhouden tegen zijn boze vijanden (2 Sam 18). Zo kunnen wij dat ook:
Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels, want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden (Ef 6:10-13).
DE HEMEL.
De Hemel
De hemel is de staat van eeuwigdurende gelukzaligheid na dit leven, bestaande in de aanschouwing Gods.
Het bestaan in het Oude Testament:
Wijsh. 3:1-9 (Maar de zielen der rechtvaardigen zijn in Gods hand; geen kwelling kan hen deren ... Maar toch zijn zij in vrede. Want al scheen het voor de mensen dat zij werden gestraft: toch is het de onsterfelijkheid, die hen wacht ...) Wijsh. 5:16 (Daarom zullen zij het rijk der glorie ontvangen, en een heerlijke kroon uit de hand van de Heer) Daniel 12:2-3 (Dan zullen de velen, die in het stof der aarde slapen, ontwaken: dezen ten eeuwige leven, anderen tot smaad en eeuwige schande. De vromen zullen schitteren als het licht aan de hemel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht, als de sterren, voor eeuwig en immer)
Het bestaan in het Nieuwe Testament. Christus en de apostelen spreken in allerlei beelden en gelijkenissen over de hemel als het hoogst denkbare geluk.
De hemel wordt vergeleken met:
Mt. 5:8 (Waar zij God zullen zien) Mt. 5:12 (Waar hun loon groot zal zijn) Mt. 13:43 (Het Rijk van de Vader, waar de rechtvaardigen zullen blinken als de zon) Mt. 22:30 (Waar zij zullen zijn als engelen) Luk. 14:16-24 (Een feestmaal) Luk. 16:9 (De eeuwige woontenten) 2 Tim. 4:8 (Waar zij de kroon der gerechtigheid zullen ontvangen)
Het geluk van de hemel is niet in woorden uit te drukken:
1 Kor. 2:9 (Wat het oog niet heeft gezien, noch het oor heeft gehoord, Noch in het hart van een mens is opgekomen, wat God heeft bereid voor hen, die Hem liefhebben)
Het geluk van de hemel bestaat in het kennen en aanschouwen van God:
Mt. 5:8 (Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien) Mt. 18:10 (Hun engelen in de hemel zien altijd het aanschijn van Mijn Vader, die in de hemel is) 1 Joh. 3:2 (Geliefden, thans reeds zijn wij kinderen Gods, maar nog is het niet openbaar geworden, wat wij zullen zien. Toch weten we, dat wanneer de openbaring gekomen is, wij aan hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is) Joh. 17:3 (Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enig waarachtige God)
De kennis van God zal zo volmaakt zijn, dat wij Hem op dezelfde wijze zullen kennen als Hij ons: 1 Kor. 13:12 (Thans zien wij in een wazige spiegel; straks van aangezicht tot aangezicht. Thans ken ik slechts ten halve; straks ten volle, zoals ik zelf ben gekend)
De aanschouwing Gods gaat samen met het vrij blijven van alle kwaad (fysiek en van alle moreel kwaad, d.w.z. de zonde: die zou nl. de hemel verliesbaar maken):
Openb. 7:16 (Ze zullen geen honger meer hebben, noch dorst; de zon noch de hitte zullen hen treffen) Openb. 21:4 (Elke traan wist Hij weg uit hun ogen; en nooit zal de dood er meer zijn, geen rouw, geen geween en geen smart; want het vroegere is voorbij)
Het geluk van de hemel is eeuwig:
Joh. 17:2-3 (Johannes spreekt van "het eeuwige leven") Luk. 16:9 (Lukas spreekt van "de eeuwige woontenten") 2 Kor. 4:17 (Paulus van een onovertroffen "eeuwig licht van heerlijkheid" in tegenstelling tot de tijdelijke lichte verdrukking) 2 Kor. 5:1 (Ja, we weten, dat wanneer onze aardse woonplaats is neergehaald, we een woonplaats ontvangen van God; een woonplaats niet met handen opgeslagen, maar een eeuwige in de hemel) 2 Petr. 1:11 (Petrus spreekt van de toegang tot het "eeuwig Koninkrijk" van Jezus Christus) 2 Petr. 5:4 (De "onverwelkbare krans der glorie)
Het geluk van de hemel is evenredig met ieders werken:
Mt. 16:27 (Want de Mensenzoon zal met Zijn engelen komen in de heerlijkheid van Zijn Vader en dan zal Hij iedereen volgens zijn werken vergelden) Joh. 14:2 (In het huis van Mijn Vader zijn vele woningen) 1 Kor. 3:8 (Ieder zal zijn eigen loon ontvangen volgens zijn arbeid) 1 Kor. 15:41 (Anders is de glans van de zon, anders de glans van de maan, anders de glans van de sterren; zelfs de ene ster verschilt van de andere in glans. Zo is het ook met de opstanding der doden) 2 Kor. 9:6 (Bedenkt het wel: wie spaarzaam zaait, zal spaarzaam maaien; wie rijkelijk zaait, zal rijkelijk maaien)
De Hel
De hel is de plaats waar de verdoemden eeuwig zullen worden gestraft door vuur en andere pijnen, en vooral door het gemis van God.
Het bestaan in het Oude Testament:
Judith 16:20-21 (Waarachtig, de almachtige Heer zal hen bestraffen, En hen bezoeken op de oordeelsdag. Hun vlees geeft Hij prijs aan vuur en wormen, zodat ze branden, voor eeuwig het voelen) Daniel 12:2 (Dan zullen de velen, die in het stof der aarde slapen, ontwaken; dezen ten eeuwige leven, anderen tot smaad en eeuwige schande)
Een iets vagere aanduiding vinden we in Wijsh. 4:19 en 6:5 e.v. en in Tobias 4:11-12)
Het bestaan in het Nieuwe Testament:
Johannes de Doper kondigt reeds aan: Matt. 3:12 (Hij zal Zijn dorsvloer zuiveren; de tarwe verzamelen in de schuur, maar het kaf verbranden in onuitblusbaar vuur)
Christus verkondigde meerdere malen:
Matt. 5:22 (Wie zegt: Dwaas, zal strafbaar zijn met het helse vuur) Marc. 9:42 (Het is beter verminkt het Leven binnen te gaan, dan met twee handen naar de hel te gaan, naar het onblusbaar vuur, waar hun worm niet sterft, en hun vuur niet gedoofd wordt) Luk. 12:5 (Ik zal u tonen wie ge moet vrezen: Vreest Hem, die als Hij gedood heeft, de macht nog bezit, om in de hel te werpen)
De apostelen verkondigden o.m.:
2 Tess. 1:9 (Ze zullen gestraft worden met eeuwig verderf, ver weg van de Heer en van de glorie Zijner kracht) Hebr. 10:26-27 (Dan is er geen offer voor de zonden meer in uitzicht, maar slechts een vreselijke verwachting van oordeel en vuurgloed) Judas 6:7 (Nu wil ik u ook in herinnering brengen, .... hoe Hij de engelen, die hun Heerschappij niet bewaarden, maar hun eigen woonsteden verlieten, met eeuwige boeien in de duisternis vasthoudt voor het gericht van de grote Dag, hoe Sodoma en Gomorra met de omliggende steden, die ontucht bedreven evenals zij, en tegennatuurlijke vleselijke lusten hebben nagejaagd, tot een voorbeeld gesteld zijn van de straf door het eeuwige vuur) Openb. 20:14-15 (Dood en onderwereld werden in de vuurpoel geworpen, de vuurpoel is de tweede dood. En wie niet geschreven stond in het Boek des Levens, ook hij werd in de vuurpoel geworpen)
Eeuwige straffen:
Daniel 12:2 (Dan zullen de velen, die in het stof der aarde slapen, ontwaken: dezen ten eeuwige leven, anderen tot smaad en eeuwige schande) Matt. 3:12 (Hij zal Zijn dorsvloer zuiveren; de tarwe verzamelen in de schuur, maar het kaf verbranden in onuitblusbaar vuur) Matt. 25:46 (Dan zullen zij gaan in de eeuwige straf; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven) Marc. 9:42 (Het is beter verminkt het Leven binnen te gaan, dan met twee handen naar de hel te gaan, naar het onuitblusbaar vuur, waar hun worm niet sterft, en hun vuur niet gedoofd wordt) Openb. 14:11 (De rook hunner foltering stijgt op in de eeuwen der eeuwen) Openb. 20:10 (En de duivel, die ze verleid had, werd weer neergeworpen in de peol van vuur en zwavel, waar ook het Beest is en de valse profeet; gepijnigd zullen ze worden dag en nacht in de eeuwen der eeuwen)
De straf van de uitsluiting van het Koninkrijk Gods:
Matt. 25:41 (Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur...) Luk. 13:27 (Weg van Mij, hij allen, die ongerechtigheid doet!) Luk. 14:24 (Ik zeg u: Niet één van die mannen, die waren genodigd, zal van Mijn feestmaal genieten) 1 Kor. 6:9 (Weet gij dan niet, dat zij, die onrecht doen, geen deel zullen hebben aan het koninkrijk Gods?) 2 Tess. 1:9 (Ze zullen gestraft worden met eeuwig verderf, ver weg van de Heer en van de glorie Zijner kracht)
Straffen: pijn van het gevoel:
Matt. 25:30 (Werpt de onbruikbare knecht naar buiten de duisternis in; daar zal geween zijn en gekners van tanden) Judas 13 (Ze zijn dwaalsterren, wie diepste duisternis voor eeuwig wacht) Openb. 21:8 (de poel, die brandt van vuur en zwavel)
De straffen zijn evenredig aan de schuld:
Matt. 11:24 (Voor het land van Sodoma en Gomorra zal het dragelijker zijn op de oordeelsdag dan voor die stad) Matt. 16:27 (Want de Mensenzoon zal met Zijn engelen komen in de heerlijkheid van de Vader en dan zal Hij eenieder volgens zijn werken vergelden) Luk. 12:47 (De dienaar toch, die de wil van zijn meester kent, maar die zich niet volgens zijn wil heeft voorbereid of gehandeld, hij zal veel slaag krijgen; zo hij hem echter niet kent, en dingen doet, die slaag verdienen, zal hij slechts weinig slaag krijgen)
Het Vagevuur
Het vagevuur is de loutering van zonden en zondenstraffen.
2 Mach. 12:39-45 (Hij zond geld naar Jeruzalem, om een offer voor de zonden te laten opdragen ... Daarom liet hij voor de doden een zoenoffer opdragen, opdat zij van hun zonden zouden worden verlost) [Reeds op het einde van het Oude Verbond bestond onder het joodse volk de overtuiging dat zonden, die niet op aarde vergeven zijn, in het hiernamaals moeten worden uitgeboet. Gebeden en offers der overledenen kunnen daarbij helpen]
Mal. 3:2-3 (Maar wie kan de dag van Zijn komst verdragen; wie houdt het uit, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als een vuur van de smelter, als het loog van de blekers; Hij zet zich neer, om het zilver te smelten en te louteren!) [Het is en historisch bewijs dat de joden offers opdroegen opdat de overledenen van hun zonden bevrijd zouden worden. Zij geloofden dus in een louteringsoord na dit leven. Ook het tegenwoordige Jodendom kent nog steeds het gebed voor de overledenen. Christus, die niet kwam opheffen maar aanvullen, schijnt dezelfde gedachten te huldigen in Matt. 12:32. Andere zonden dan tegen de Heilige Geest schijnen dus wel in het toekomstige leven vergeven te kunnen worden.]
Matt. 5:26 (Voorwaar Ik zeg u: ge zult daar niet uitkomen, voordat ge de laatste penning hebt betaald)
Matt. 12:32 (En wie iets zegt tegen de Mensenzoon, hem zal het worden vergeven; maar wie iets zegt tegen de Heilige Geest, hem zal het niet vergeven worden, noch in deze wereld noch in de toekomstige) [Blijkbaar zijn er ook zonden, die wel in het volgende leven worden vergeven; en hoe kan dat, als er geen vagevuur is?]
1 kor. 3:13-15 (Eens zal ieders werk bekend worden gemaakt. Immers de Dag zal het aantonen; want in het vuur openbaart Hij zich, en het vuur zal uitwijzen, van welk gehalte het werk van een ieder is. Houdt het werk, dat hij heeft opgebouwd, stand, dan zal hij loon ontvangen. Zo zijn werk verbrandt, dan zal hij schade lijden; hij zal wel behouden worden, maar zó, dat hij eerst door het vuur moet)
De heiligheid van de hemel verdraagt niet dat er enige onreinheid binnen gaat: Openb. 21:27 (Niets wat onrein is, zal er binnen gaan)
DE TSUNAMI.
Een ramp van ongekende omvang heeft ons op 2e kerstdag getroffen. Heel de kust van Zuid Oost Azië en een deel van de Afrikaanse kust werd door een alles vernietigende vloedgolf getroffen. Duizenden kilometers kust is verwoest. De response van de wereldbevolking was overweldigend. Plots was de wereld één. Iedereen wilde helpen. Alles moest weer opgebouwd en de nood moest gelenigd worden.
De eerste Tsunami
In de krant en de nieuwsberichten werd al spoedig duidelijk wat een Tsunami is. Voor velen was dat een nieuw woord. Men vertelde ons dat een Tsunami ontstaat omdat om de een of andere reden de zeebodem beweegt in verticale richting. Dat kan allerlei oorzaken hebben. Het kan betekenen dat dit gebeurt doordat twee aardplaten een aardverschuiving veroorzaken. Het kan zijn door vulkanische werking. Door die verticale beweging en het omhoog komen van de zeebodem ontstaat er een reusachtige golf. Men vertelt ons dat, hoe dieper de zeebodem, hoe groter de golfbeweging. Op deze manier ontstaat een golf beweging waar de golven van top tot top meer dan 100 km uit elkaar liggen. De Tsunami golf van de 2e kerstdag lag 200 km uit elkaar. De snelheid waarmee de golf zich in alle richtingen verplaatste was meer dan 900 km per uur. Dat is de snelheid van een verkeersvliegtuig. Als dan dicht bij de kust de zeebodem langzaam oploopt, wordt de golf steeds hoger. Dat kan meer dan 30 meter hoog zijn. Hoewel de snelheid van de golf afneemt is zij nog steeds alles vernietigend. Dat alles voerde mijn gedachten terug naar de zondvloed. Daar lezen wij in Genesis 7: 11: "In Noachs zeshonderdste levensjaar, in de tweede maand, op de zeventiende dag der maand, op die dag braken alle kolken der grote waterdiepte open en werden de sluizen des hemels geopend".
We weten niet precies wat er gebeurd is met de zeebodem maar dat de zeebodem, de grote waterdiepte, in beweging kwam in verticale richting is duidelijk. De kolken der grote waterdiepte braken open, m.a.w. het kwam omhoog. Dat moet iets geweldigs geweest zijn. Als nu een Tsunami van 9 op de schaal van Richter gaat met een snelheid van 900 km per uur en er eilanden waren die opgeschoven zijn, wat dan als dit op allerlei plaatsen tegelijktijdig gebeurt?
De wereld van toen
In de tweede Petrus brief in het derde hoofdstuk verteld Petrus ons over drie werelden
· De toenmalige wereld vers 6 die door de zondvloed vergaan is.
· De tegenwoordige hemel en de aarde. vers 7
· De nieuwe hemelen en de nieuwe aarde. vers 13
Blijkbaar is de wereld van voor de zondvloed zo verschillend van onze huidige wereld dat er echt gesproken kan worden van een toenmalige wereld. Petrus is duidelijk dat de zondvloed ergens een eind aan gemaakt heeft.
Als wij terug gaan naar Genesis 1, naar het scheppingsverhaal dan lezen wij dat op de derde dag "de wateren onder de hemel op één plaats samenvloeien en het droge tevoorschijn komt, en het was alzo". (vers 9). Zo wordt het weergegeven
in de Nieuwe Vertaling. De Statenvertaling zegt "in een plaats". Als het water zich dus verzamelde op één plaats dan was het land ook op één plaats.
Als u met dit voor ogen kijkt naar de kaart van de wereld dan kunt u zien dat Noord en Zuid Amerika zo ingeschoven kunnen worden in Afrika en Europa. Iemand die onbevooroordeeld daarnaar kijkt die stelt vast dat alles als puzzel stukjes in elkaar past.
Als je dan ook nog kijkt naar de geologische kaart van de wereld dan zie je dat tussen al die in elkaar passende puzzel stukken grote bergruggen liggen. Die bergruggen liggen ongeveer in de midden van de oceaan. Als je dan naar de vorm kijkt dan is het net of er richting land met schokken gereageerd is. De illustraties hierbij laten zien hoe de geologen denken dat de aarde er uit gezien heeft en hoe grote stukken land uit elkaar gedreven zijn. Volgens de geologen is er een tijd geweest dat alle land aan elkaar vast zat in de vorm van een reusachtige cirkel. Als u nu naar plaatje nr. 1 kijkt en dat ook nog eens verder in elkaar schuift dan is wat nu het midden oosten is, het middelpunt van de aarde.
Nu zegt Genesis 2 dat daar zich het paradijs bevond. Daar waar nu de Eufraat en de Tigris zijn. Het paradijs van Genesis 2 moet dus in de buurt van het midden van de aarde zijn geweest.
De zondvloed is een ramp geweest die overal verwoesting en verderf gebracht heeft. Een naar verhouding kleine zeebeving de Tsunami van 2e kerstdag vernietigde duizenden kilometers kust. Wat betekent het dan dat gedurende de zondvloed hele continenten meer dan 2000 km uit elkaar drijven. Ik vraag met welke snelheid gingen toen de Tsunami golven over de wereld. Als twee bevingen elkaars effect versterken wat gebeurt er dan? Let wel wat de Bijbel zegt. Er waren twee oorzaken voor de overstroming van de wereld.
· Een aanhoudende stortregen van 40 dagen en 40 nachten.
· Een openbreken van alle kolken in de grote waterdiepte gedurende 40 dagen.
Er moet dus iets gebeurd zijn met de zeebodem. Een deel van onze fossiele brandstof komt uit de zeebodem. Dat betekent dat onnoemlijk grote hoeveelheden vis levend begraven is, door de dingen die met de zeebodem gebeurden.
In Psalm 104 wordt het volgende gezegd over de zondvloed:
"De waterdiepte Gij hebt haar als met een kleed bedekt, boven de bergen stonden de wateren; zij vloden voor uw dreigen, zij haastten zich weg voor de stem van uw donder; bergen rezen op en dalen zonken neer op de plaats waar Gij hun grondslag hebt gelegd. Gij hebt een grens gesteld, die zij niet overschrijden, zij zullen de aarde niet weer bedekken". Ps. 104: 6-9.
De Psalmist gaat uit van het nuchtere feit dat het aanwezige water, hoe dan ook uit de zee moet komen. Dat kan op twee manieren.
· Regen.
· De zeebodem komt omhoog.
En dat moet later weer genormaliseerd worden. Dat betekent, "dalen zonken neer".
Het toenmalige klimaat
Als wij de toenmalige wereld vergelijken met onze wereld dan valt één ding direct op. Het tropische klimaat. Als u opnieuw naar de kaart van de wereld kijkt en kijkt naar een eiland van enorme afmetingen dat totaal door ijs en sneeuw bedekt is en wij noemen het, Groenland. Overal binnen de poolcirkel worden overblijfselen gevonden van een tropisch klimaat. Grote hoeveelheden mammoeten, olifanten en andere tropische dieren vindt men.
Overal op aarde vindt men overblijfselen van een tropisch klimaat en men vindt overal overblijfselen van leven in water, in de vorm van schelpen en andere dieren. Er was niet alleen een "toenmalige" aarde, maar ook een toenmalige "hemel". Een klimaat dat over heel de wereld tropisch warm was. De overblijfselen van dit leven vinden wij ook over heel de wereld in de vorm van fossiele brandstof, in enorme hoeveelheden. Olie, gas en kolen. Onze auto die voor de deur staat is gevuld met een afbraakproduct van fossiele brandstof.
Heel veel vragen die wij hebben over het verleden zouden door de Bijbel beantwoord kunnen worden, als wij het verhaal van de zondvloed aan zouden nemen op de manier waarop de Bijbel dat beschrijft. Overal op de wereld vinden wij overblijfselen van een enorme ramp die de wereld getroffen heeft.
Petrus beschrijft de huidige filosofie over het verleden als volgt:
"Dit is reeds de tweede brief, geliefden, die ik u schrijf; in beide tracht ik uw zuiver besef door herinnering wakker te houden, om aan de woorden te denken, die door de heilige profeten tevoren gesproken zijn, en aan het gebod uwer apostelen van de Here en Heiland. Dit vooral moet gij weten, dat er in de laatste dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen, en zeggen: Waar blijft de belofte van zijn komst? Want sedert de vaderen ontslapen zijn, blijft alles zo, als het van het begin der schepping af geweest is.
Want willens en wetens ontgaat hun, dat door het woord van God de hemelen er sedert lang geweest zijn en de aarde, die uit en door het water bestaat, waardoor de toenmalige wereld is vergaan, verzwolgen door het water. Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen.
Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.
Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden.
Daar al deze dingen aldus vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godsvrucht, vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag Gods, ter wille waarvan de hemelen brandende zullen vergaan en de elementen in vuur zullen wegsmelten. Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. 2 Petrus 3:1-13.
De apostel wijst erop dat het overduidelijk is dat onze huidige wereld een andere wereld is als voor de zondvloed. Zowel de aarde zelf, als het klimaat zijn aan een enorme verandering onderhevig geweest. Iemand die het niet ziet, zegt Petrus, doet dat willens en wetens.
Denk nog eens terug wat een Tsunami van 9 op de schaal van Richter doen kan. Wat betekent het dan als hele continenten meer als 2000 km uit elkaar drijven in een tijdsbestek van 40 dagen? De toestand zoals wij die nu aantreffen zegt ons dat de Bijbel toch gelijk heeft. En dat is geweldig want dan heeft de Bijbel ook gelijk als zij spreekt over de derde hemel en de derde aarde, of te wel een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waar gerechtigheid woont.
SMEEKGEBED TOT DE HEILIGE AARTSENGELEN.
Heilige Aartsengelen van God, Prinsen van het Hemels Hof,
Ik smeek om Uw zo machtige hulp in deze tijden van diepe duisternis.
Wil mij Uw bescherming geven, opdat de machten van het kwaad mij niet van Gods wegen kunnen verstoten noch zich van mij meester zouden maken.
Wil mij Uw kracht geven in lichaam, hart, geest en ziel, opdat al mijn daden, woorden, gedachten en gevoelens heilzaam zouden zijn voor zielen en bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plan.
Wil mijn hart klaarmaken voor een zuivere communicatie met God, opdat ik Hem met mijn gebeden moge verheugen en ik Zijn woorden en verlangens in mijn hart moge ontvangen.
Wil mij sterk maken in alle deugden, opdat ik alle bekoring, ondeugd en misleidingen moge overwinnen.
Heilige Aanvoerders van Gods engelen, wil voor mij bidden tot Uw en mijn Meesteres, de Allerheiligste Maagd Maria, opdat ook ik Haar moge dienen als een engel, en ik U mag begroeten zodra mijn strijd in dit oord van ballingschap voorbij zal zijn.
AMEN.
O Jezus, mag ik U opnemen in mijn hart. Ik wil Uw Wonden balsemen. Ik wil Uw Bloed kussen. Ik wil mijn hart in U laten verder kloppen, want het Uwe is door de wereld stukgeslagen, en mijn hart zal blijven slaan zolang het de Eeuwige Vader behaagt. Zo zal mijn leven naar zijn Bron terugkeren, want mijn hart, dat gevoed wordt uit de oceaan van de Goddelijke Wil, zal in U verder leven tot het einde der tijden.
O mijn God, welke heerlijkheden hebt U in Uw schepping voorzien. Welke hoop straalt mij tegemoet uit Uw eeuwigheid. O Bron van alle heiligheid, van alle vreugde en van de Hemelse Vrede, hoor hoe elke harteklop U verheerlijkt. Zie de aanbidding die U toestroomt uit de glorievolle pracht van de ziel die zich onderdompelt in de oceaan van Uw heiligheid. Voel de streling van de eeuwigdurende zomer in het hart dat in Marias Hart is overgegaan zoals de kaars in de Vlam. Ik heb U lief, mijn God, want al mijn tranen worden regenbogen, al mijn pijnen worden rozen, al mijn verzuchtingen worden lelies, want Zij wier voeten ik in de vurigste liefde heb gekust, heeft mij bereid voor Uw Aanschijn.
JEZUS VRAAGT AAN ALLEN.
VERBOND MET GODS ENGELEN.
Heilige engelen van God,
Mag ik met U een verbond sluiten.
Ik wil mijn gebeden voor de wereld en voor de zielen met Uw gebeden verenigen, opdat de grondvesting van Gods Rijk op aarde bespoedigd moge worden.
Opdat ik het effect van Uw werken op aarde zou kunnen vermeerderen, smeek ik U :
Open mijn hart voor de instroming van Gods Licht, opdat ik Zijn Waarheid mogen zien zoals U haar ziet.
Bekom mij het vermogen om te beminnen met Uw volmaakte Hemelse Liefde.
Draag mij doorheen de vlammen der wereldse beproevingen, opdat ik moge volharden op de moeilijke weg naar de heiligheid.
Wees mijn schild en mijn stille wegwijzers op de reis van mijn aardse leven, opdat in mij Uw gesteldheden gewekt mogen worden en de duisternis in mij nooit het Licht van het Leven in Christus moge doven.
Wil voor mij bidden tot Maria, Uw Koningin en mijn Hemelse Meesteres, opdat zij op Uw voorspraak voor mij de wegen van Gods Genade moge ontsluiten. AMEN.
DE ANTICHRIST NADERBIJ.
De kerk van de antichrist komt dus snel naderbij, het openbaar worden van de zonen Gods (de ware kerk) komt overigens evenzeer naderbij. Zie Ps. 68 berijmd, wat de ouden zongen zullen nu de jongen dienen te "piepen": "DE HEER ZAL OPSTAAN TOT DE STRIJD, HIJ ZAL ZIJN HATERS WIJD EN ZIJD, VERJAAGD, VERSTROOID, DOEN ZUCHTEN. HOE TROTS ZIJN VIJAND WEZEN MOOG', hij zal voor zijn ontzagg'lijk oog al sidderende vluchten. Gij zult hen, daar G' in glans verschijnt, als rook en damp, die ras verdwijnt, verdrijven en doen dolen. 't Godd'loze volk wordt haast tot as, 't zal voor Uw oog vergaan als was, dat smelt voor gloeiende kolen." Lees de gehele Psalm berijmd en onberijmd.... De antichristelijke kerk probeert de ware kerk te evenaren en te imiteren en ook te intimideren. Deze kerk van de antichrist heeft als belangrijkste doelstelling om volslagen wetteloos, in de hemelse gewesten, langs de occulte weg, de geestelijke heerschappij trachten te verkrijgen om de WARE eindtijdgemeente van Jezus Christus te overwinnen en zich het recht toe te eigenen om de troon te bestijgen. Zie Jes. 14 v.12-15. De grote hoer BABYLON is te beschouwen als de wegbereider van de ANTICHRISTELIJKE KERK, die in haar hart zegt: "IK TROON ALS KONINGIN, IK BEN GEEN WEDUWE EN GEEN ROUW ZAL IK ZIEN." Openb. 18 v.7 en: "IK BLIJF EEUWIG GEBIEDSTER." Jes. 47 v. 5-15. Ook onder het oude Israël was het offerend aanbidden van "DE KONINGIN DES HEMELS" een hardnekkig kwaad. Zie Jer. 44 geheel en spec. v. 15-19 die men NU, rond het jaar 2000 in al haar pluriformiteit steeds meer en meer manifest ziet worden. BABYLON munt uit in tovenarij. Jes. 2 v.6 zegt: "VOORWAAR, GIJ HEBT UW VOLK, HET HUIS VAN JACOB, VERWORPEN, OMDAT HET GEHEEL BEÏNVLOED IS DOOR HET OOSTEN EN TOVENARIJ PLEEGT ALS DE FILISTIJNEN EN SAMENDOET MET KINDEREN VAN BUITENLANDERS" of "EN AAN DE KINDEREN DER VREEMDEN TONEN ZIJ HUN BEHAGEN." Staten vert.
EINDTIJDEN ?
LEVEN IN DE PRE-EINDTIJD.
We leven nu dus in de pre-eindtijd. NU is Openb. 18 actueel en komt de engel van Jezus aan Johannes tonen wat er staat te komen. Enerzijds wordt ons een einddrama geschilderd in de vorm van plagen die op "een dag" zullen komen. (v.5-8). Anderzijds worden de heiligen opgeroepen: "WEEST VROLIJK OVER HAAR. WANT GOD HEEFT UW RECHTZAAK TEGEN HAAR BERECHT" v.20. Het is het beeld van de valse kerk BABYLON waarin alle door tove(na)rij misleidden worden aangetroffen, en ook het bloed van profeten en heiligen en allen die omwille van hun getuigenis op aarde, zijn geslacht. v.23-24. Daarom wordt ieder die God ernstig en oprecht zoekt, opgeroepen om "BABYLON" te verlaten, alvorens het te laat is. Openb. 18 v.4 zegt: "GAAT UIT VAN HAAR, MIJN VOLK, OPDAT GIJ GEEN GEMEENSCHAP HEBT AAN HAAR ZONDEN EN NIET ONTVANGT VAN HAAR PLAGEN."
DE EIND(TIJD)AFREKENING.
In Openb. 19 wordt de overwinning (reeds) geproclameerd (v.1-6). Het oordeel over de grote hoer BABYLON, de valse kerk, werd reeds in Openb. 14 v.7 aangekondigd en in Openb. 18 v.20 worden alle heiligen opgeroepen OM ZICH DAAROVER TE VERHEUGEN, want de hoogste rechter heeft de vierschaar gespannen, oftewel het OPPERSTE/HEMELSE GERECHT heeft deze uitspraak gedaan en BABEL voor eeuwig veroordeeld. Het oordeel door het hoogste hemelse gerecht uitgesproken, zal nu tot (volkomen) overwinning worden gebracht. Matth. 12 v.17-21. Nadat de VALSE KERK veroordeeld is, wordt deze ten prooi gegeven aan de ANTICHRISTELIJKE KERK. Openb. 17 v.16-17. Deze antichristelijke kerk openbaart het wezen van het BEEST, waarvan Openb. 17 v.7 en 8 zegt dat het de geest uit de afgrond is. Zie 13 v.1: "EN IK ZAG UIT DE ZEE EEN BEEST OPKOMEN." En dat Beest (= boze geest) werd de uitvoerder van Gods gramschap t.a.v. de valse kerk, oftewel BABYLON. Zie Jes. 13 geheel spec. v.3-6. We bevinden ons in een "OVERGANGSFASE" waarover iemand eens schreef: "NOOIT WAS IMMERS DE GEESTELIJKE ONVERSCHILLIGHEID EN WERELDZIN ZO GROOT EN ZO ALGEMEEN ALS IN DEZE EINDTIJD." Met onze GEESTELIJKE OGEN kunnen we deze ontwikkeling zien en ons afvragen hoe onze opstelling zal dienen te zijn in een snel toenemende EINDTIJDBANDELOOSHEID."
04-03-2009
SMEEKGEBED OM MARIA'S ROEPSTEM IN HET HART.
Lieve Moeder Maria,
Hoe zoet geuren de hemelse rozen die U plant in het hart dat de Hemel begeert.
Hoe zoet klinkt Uw roepstem in het hart dat elke klop aan U heeft toegewijd als een erfenis van eeuwigdurende Liefde.
Fluister toch Uw verlangens in mijn hart, o Moeder, en mijn vreugde zal ze beantwoorden met de bloemen van mijn overgave, want in U bloeit de Tuin der Hemelse Vreugden.
Roep mij, Moeder, en de Hemelse vreugde zal mij doorstralen.
Roep mij, Moeder, en de Hemelse vrede zal mij omarmen.
Roep mij, Moeder, en de Hemelse Liefde zal in mij branden.
Roep mij, Moeder, en de Hemelse zuiverheid zal mijn zondige neigingen verteren.
Roep mij, Moeder, en het Hemels geluk zal mij overweldigen.
Roep mij, Moeder, en de Hemel zal in mij leven, elk ogenblik van de dag en de nacht.
O Maria, Uw stem roept de Heilige Geest af over hulpeloze zielen. Roep mij toch, Hemelse Moeder, want de brand van het verlangen naar de versmelting met Uw heiligheid kwelt mijn ziel.
AMEN.
Marias Aanwezigheid kan zich op vele uiteenlopende wijzen in Uw leven openbaren. Smeken om Marias roepstem, is in feite smeken om de grootste innerlijke vrede die een hart kan ervaren. Maria kan U daadwerkelijk op mystieke wijze roepen, maar Haar roepstem kan zich ook op figuurlijke wijze laten horen, door U voelbare leiding te schenken bij alles wat U doet. Wanneer U oprecht en totaal aan Maria toegewijd bent, zal Haar werking in Uw leven niet ontbreken.
MARIA'S STRJD.
Het is niet voor niets dat Maria 150 jaar geleden begon met Haar tegenoffensief om de mensheid te waarschuwen voor deze ontwikkelingen. In de tweede helft van de 20e eeuw zouden deze de mensheid op de rand van de afgrond brengen, het gevaar van een kernoorlog. Bijna was het de satan gelukt om de aarde met alles erop te vernietigen. Er was niet eens een kernoorlog voor nodig. De atoomproeven met steeds weer zwaardere kernbommen zouden geleid hebben tot een kernreactie, welke binnen enkele uren tijd de aarde kon vernietigen. Wij zijn méér dan eens door het oog van de naald gekropen. De Mariaverschijningen en ook de verschijningen van Jezus zijn tot op de dag van vandaag doorgegaan en zullen tot de grote zuivering, het Strafgericht, blijven doorgaan. Steeds is de teneur van de boodschappen dezelfde.
De geestelijkheid moet zich zelf zuiveren en de kerk moet het grote schisma herstellen. De kerken in oost en west moeten zich weer verenigen;
De mensen moeten weer gaan bidden en inzien dat men op de verkeerde weg is. De verloedering, de hang naar plezier en luim, het niet meer fatsoenlijk opvoeden van de kinderen, het egoïsme en materialisme worden bekritiseerd.
De wetenschap wordt gewaarschuwd om niet op de stoel van God te gaan zitten en te stoppen met het gewroet in de geheimen van het leven.
HET DAGELIJSE LEVEN.
God is de bron van leven, licht en vreugde voor het heelal. Zijn zegeningen stromen naar al Zijn schepselen, zoals de zonnestralen verspreid worden door de zon en stromen water omhoog kolken uit een bron. En overal, waar het leven van God in de harten van de mensen aanwezig is, stroomt het vol liefde en zegen verder naar anderen. Het was een vreugde voor onze Zaligmaker om de gevallen mensheid op te heffen en te verlossen. In dit opzicht heeft Hij Zijn eigen leven niet geteld, maar heeft Hij het kruis verdragen en de schande niet veracht.
Ook de engelen zijn altijd aan het werk ter wille van het geluk van anderen. Dit is een vreugde voor hen. Wat het zelfzuchtige hart als een vernederende dienst zou zien, door anderen te helpen die ellendig en in alle opzichten beneden hen staan, is het werk van zondeloze engelen. De geest, die we zien in Christus zelfopofferende liefde, is de geest die in de hemel heerst, en is daar de wezenlijke kern van het geluk. Dit is de geest, die de volgelingen van Christus behoren te bezitten. Het is het werk, dat zij moeten verrichten. Als de liefde van Christus in het hart als iets kostbaars is geborgen, is deze als een aangename geur, die niet verborgen kan blijven. De heilige invloed ervan zal door allen, met wie we in aanraking komen, worden gevoeld. De Geest van Christus in het hart is als een bron in de woestijn. Iedereen wordt erdoor verfrist en hij maakt hen, die op het punt stonden om verloren te gaan, begerig naar het water des levens. De liefde voor Jezus zal tot uiting komen in een verlangen om te werken zoals Hij werkte, tot zegen en verheffing van de mensheid. Zij maakt dat wij liefde, tederheid en sympathie kunnen opbrengen voor alle schepselen, waarvoor de hemelse Vader zorg draagt.
Het aardse leven van de Zaligmaker was geen gemakkelijk leven en het was niet gericht op Zijn eigen belang. Hij zwoegde met een aanhoudend ernstig, onvermoeibaar pogen om de verloren mensheid te redden. Van de kribbe tot Golgotha volgde Hij het pad van zelfverloochening en Hij was er nooit op uit om bevrijd te worden van moeilijke opdrachten, inspannende reizen of uitputtende zorgen en arbeid. Hij zei: De Zoon des mensen is niet gekomen om zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen. Matteüs 20: 28. Dat was het grote doel in Zijn leven. Al het andere kwam op het tweede plan en was daaraan ondergeschikt. Het was Zijn spijze en drank om de wil van God te doen en Zijn werk tot een goed einde te brengen. In Zijn werk speelden Zijn eigen-ik en eigenbelang geen rol. Zo zullen ook degenen, die deelhebben aan de genade van Christus, er niet tegen op zien om onverschillig welk offer te brengen, opdat anderen voor wie Hij stierf, mogen delen in de hemelse gave. Zij zullen al het mogelijke doen om de wereld tot een betere plaats te maken. Deze geest is het zekere resultaat van een echte innerlijke ommekeer. Zodra iemand tot Christus is gekomen, wordt in het hart een verlangen geboren om aan anderen door te geven welk een dierbare vriend hij in Jezus heeft gevonden. Zo iemand kan de reddende en heiligende waarheid niet voor zichzelf houden. Als we bekleed zijn met de gerechtigheid van Christus en als we vervuld zijn van de vreugde van Zijn inwonende Geest, zullen we niet in staat zijn om te zwijgen. Als we hebben ervaren en ontdekt dat de Heer goed is, hebben we iets om verder te vertellen. Wij zullen anderen uitnodigen om in Zijn nabijheid te komen, net als Philippus deed, toen hij de Zaligmaker had gevonden. We zullen proberen om die dingen, die Christus en de ongeziene werkelijkheid van de komende wereld aantrekkelijk maken, aan hen voor te houden. Er zal een intens verlangen zijn om het pad te volgen, dat Jezus ging. Het zal onze liefste wens zijn, dat de mensen om ons heen ook het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, zullen zien. De poging om zegen te brengen aan anderen, heeft tot gevolg dat we zelf zegen ontvangen. Dat was Gods bedoeling, toen Hij ons een aandeel gaf in het verlossingsplan. Hij heeft aan de mensen het voorrecht geschonken, dat zij deel kunnen krijgen aan de goddelijke natuur, en dat zij op hun beurt zegen kunnen verspreiden in het belang van hun medemens. Dit is de grootste eer, de grootste vreugde, die God aan de mensen kon geven.
Wie deelneemt aan deze werken van liefde, komt heel dicht bij zijn Schepper. God had het brengen van de evangelieboodschap en het doen van liefdewerken kunnen opdragen aan de hemelse engelen. Hij had andere methoden kunnen gebruiken om Zijn doelstellingen te bereiken. Maar in Zijn oneindige liefde was het Zijn wens om ons tot Zijn medewerkers te maken, samen met Christus en de engelen, opdat we zouden delen in de zegeningen, de vreugde, en de geestelijke verheffing, die het gevolg zijn van deze onzelfzuchtige dienst. We kunnen met Christus meevoelen, doordat wij delen in Zijn lijden. Elke zelfopofferende daad ter wille van anderen sterkt de geest van weldadigheid in het hart van de gever, en brengt hem in nauwer contact met de Verlosser van de wereld, Die om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij door zijn armoede rijk zoudt worden. 2 Korintiërs 8: 9. En alleen als we op deze wijze de goddelijke bedoeling van ons bestaan waarmaken, kan het leven een zegen voor ons betekenen. Als u bereid bent om aan het werk te gaan op de manier zoals Christus dat van Zijn discipelen verwacht, en zielen voor Hem wint, zult u de behoefte voelen aan een diepere ervaring en een grotere kennis van de goddelijke dingen en zult u hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. U bidt tot God met uw hele hart. Uw geloof zal versterkt worden, en u zult met diepe teugen drinken uit de bron van de zaligheid. De tegenstand en de moeilijkheden, die u ontmoet, zullen u aanzetten tot bijbelstudie en gebed. U zult groeien in de genade en in de kennis van Christus en u zult een rijke ervaring opdoen. De geest van onzelfzuchtig werk voor anderen geeft diepte en stabiliteit en een beminnelijkheid aan het karakter, die wij ook bij Christus vinden en schenkt de bezitter ervan vrede en vreugde. Men gaat streven naar verhevener dingen. Er blijft geen plaats voor gemak of zelfzucht. Wie zich zo oefenen in christelijke gaven, zullen groeien en sterk worden voor het werk van God. Zij zullen een helder geestelijk inzicht hebben, een onwankelbaar en groeiend geloof en zullen meer kracht vinden in het gebed. De Geest van God houdt zich met hen bezig en roept als antwoord op de goddelijke aanraking, geheiligde harmonie op in hun ziel. Wie zich zo wijden aan onzelfzuchtig werk ten dienste van anderen, bewerken zonder twijfel hun eigen zaligheid. De enige manier om in genade te groeien, is, om met voorbijzien van elk eigenbelang, het werk te doen, dat Christus ons heeft opgedragen: zoveel als ons mogelijk is hen, die onze hulp nodig hebben, hulp te bieden en voor hen tot zegen te zijn. Kracht komt door oefening. Activiteit is de levensvoorwaarde. Wie proberen als christenen te leven door passief de genadegaven te aanvaarden en niets voor Christus te doen, doen eigenlijk niets anders als in leven te blijven door te eten, zonder te werken. Evenals in het dagelijkse leven, heeft dit ook in de geestelijke sfeer slechts achteruitgang en verval tot gevolg. Iemand, die weigert om zijn ledematen te gebruiken, verliest spoedig de mogelijkheid om ze nog te bewegen. Zo zal de christen, die zijn door God gegeven krachten niet wil gebruiken, niet alleen stil blijven staan, wat zijn groei in Christus betreft, maar hij zal zelfs de kracht, die hij al gekregen had, verliezen.
De Kerk van Christus is het middel, dat God heeft bestemd om te dienen tot redding van de mensen. Het is haar taak om het evangelie aan de wereld te brengen. Deze verplichting rust op alle christenen. Iedereen moet, voorzover zijn talenten dat toelaten en hij de gelegenheid heeft, de opdracht van de Zaligmaker vervullen. De liefde van Christus, die aan ons is geopenbaard, maakt ons tot schuldenaars voor allen, die Hem niet kennen. God heeft ons niet alleen voor onszelf licht gegeven, maar ook om het op anderen te laten schijnen. Als de volgelingen van Christus hun plicht verstonden, zouden er duizenden zijn in dienst van de verkondiging van het evangelie in heidense landen op de plaats, waar er nu slechts één is. En allen, die niet zelf aan dit werk kunnen meedoen, zouden het ondersteunen met hun middelen, met belangstelling en gebeden. En er zou ook veel meer gedaan worden voor de mensen in de christelijke landen. Als we voor Christus willen werken, hoeven we niet naar heidense landen te gaan, of zelfs de kleine kring van het gezin te verlaten. Ook daar kan onze plicht liggen. Wij kunnen dit werk doen in ons gezin, in de Kerk, temidden van hen, met wie we dagelijks in aanraking komen, en met wie we zaken doen. De Zaligmaker bracht het grootste deel van Zijn leven op aarde door met geduldig werk in de timmerwerkplaats in Nazareth. Dienende engelen stonden de Heer van het leven bij, toen Hij, ongeëerd en zonder herkend te worden, naast boeren en arbeiders Zijn weg ging. In de tijd dat Hij Zijn nederig handwerk verrichtte, vervulde Hij Zijn zending even getrouw, als toen Hij de zieken genas en op de schuimende golven van het meer van Galilea liep. Dus ook in de nederigste taken en op de laagste plaatsen van de maatschappij, kunnen we met Hem wandelen en werken. De apostel zegt: Broeders, iedereen blijve voor God in die toestand, waarin hij werd geroepen. 1 Korintiërs 7: 24. Een zakenman kan zijn werk zo doen, dat hij Zijn Meester eert door zijn betrouwbaarheid. Als hij een echte volgeling van Christus is, zal hij zijn godsdienst in alles wat hij doet laten meespreken en aan de mensen de geest van Christus openbaren. De monteur kan een ijverige en getrouwe vertegenwoordiger zijn van Hem, Die zwoegde tussen de heuvels in Galilea en in de laagste kringen verkeerde. Iedereen, die de naam van Christus draagt, behoort zo zijn werk te doen, dat anderen, wanneer zij zijn goede daden zien, ertoe gebracht zullen worden hun Schepper en Verlosser te verheerlijken. Velen hebben zich verontschuldigd dat zij hun talenten niet gesteld hebben in de dienst van Christus, omdat anderen grotere gaven en voorrechten bezitten. Veelal wordt gedacht, dat alleen zij, die een bijzondere begaafdheid hebben, hun mogelijkheden aan de dienst van God moeten wijden. Velen hebben het idee gekregen, dat alleen aan een bepaalde bevoorrechte groep talenten zijn gegeven, met voorbijgaan van anderen, en dat deze laatsten dus niet geroepen zijn om te delen in de zware arbeid of in de beloning. Maar de gelijkenis stelt de zaken anders voor. Toen de heer des huizes zijn slaven bij elkaar riep, gaf hij aan elk zijn eigen taak. In een geest van liefde kunnen we de nederigste taken van het leven vervullen, als voor de Here. Kolosenzen 3: 23. Als Gods liefde in het hart is, zal dat tot uitdrukking komen in het leven. De aangename reuk van Christus zal ons omgeven en er zal een verheffende en zegenrijke invloed van ons uitgaan. U moet niet wachten op een spectaculaire gebeurtenis of op buitengewone talenten, voordat u voor God kunt gaan werken. U moet geen ogenblik stilstaan bij de vraag wat de wereld van u zal denken. Als uw dagelijks leven getuigenis aflegt van de zuiverheid en van de ernst van uw geloof en anderen zien, dat u het beste met hen voor hebt, zijn uw pogingen niet geheel zonder resultaat. Zelfs de armste en nederigste discipelen van Jezus kunnen een zegen voor anderen zijn. Zij beseffen misschien niet dat zij iets speciaals, iets goeds doen, maar onbewust kunnen zij door hun invloed een stroom van zegeningen op gang brengen, die steeds breder en dieper wordt. Zij zullen pas op de dag dat de uiteindelijke beloning wordt gegeven, de zegenrijke gevolgen zien. Zij hebben niet het gevoel dat zij iets belangrijks doen. Zij hoeven zich niet voortdurend zorgen te maken over het succes. Zij moeten alleen maar rustig verder gaan met getrouw het werk te doen, dat God hen in Zijn voorzienigheid heeft gegeven, en hun leven zal niet tevergeefs zijn. Zij zullen innerlijk steeds meer naar het beeld van Christus toegroeien. Zij zijn Zijn medewerkers in dit leven en zijn daardoor geschikt voor hoger werk en voor de onbeperkte vreugde van het leven dat te komen staat.
GELOOF EN AANVAARDING.
"Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden". Marcus 11: 24.
Toen uw geweten tot leven is gekomen door de Heilige Geest, bent u iets gaan ontdekken van het kwaad, de macht, de schuld en de ellende van de zonde. U bekijkt de zonde met afschuw. U merkt, dat de zonde u van God heeft gescheiden en dat u gebonden bent door de macht van het kwaad.
Hoe meer u vecht om te ontsnappen, des te meer beseft u uw eigen hulpeloosheid. Uw motieven zijn onzuiver. Uw hart is onrein. U ziet in, dat uw leven gevuld is met egoïsme en zonde. U wilt graag vergeving ontvangen, gereinigd en bevrijd worden. In harmonie te zijn met God, op Hem te lijken - hoe kunt u dat bereiken? U hebt vrede nodig - de hemelse vergeving, innerlijke vrede en liefde. Met geld kan dit niet gekocht worden. Het verstand kan het niet verschaffen; met wijsheid valt het niet te bereiken. U moet alle hoop laten varen, dat u dit ooit in eigen kracht zou kunnen verkrijgen. Maar God biedt het u `om niet' aan, "zonder geld en zonder prijs". Jesaja 55: 1. U kunt het bezitten, als u uw hand uitstrekt om het te pakken. De Heer zegt: "Al waren uw zonde als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol". Jesaja 1: 18. "Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste". Ezechiël 36: 26. U hebt uw zonden beleden en er van harte afstand van genomen. U hebt besloten om uzelf aan God te geven. Ga dan nu naar Hem toe en vraag Hem of Hij uw zonde wil afwassen en u een nieuw hart wil geven. Geloof dan dat Hij dit gedaan heeft, omdat Hij het beloofd heeft. Dat is de les die Jezus de mensen tijdens Zijn verblijf op aarde leerde, dat we moeten geloven dat we de gave, die God ons belooft, hebben ontvangen.
Jezus genas de mensen van hun ziekten, wanneer ze geloofden in Zijn kracht. Hij hielp hen met de dingen, die zij konden zien, om ze op die manier vertrouwen in Hem te geven met betrekking tot die dingen, die zij niet konden zien. En zo bracht Hij hen er toe om te geloven in Zijn macht om zonden te vergeven. Dit zei Hij heel duidelijk, toen Hij de man genas, die verlamd was: "Opdat gij weten moogt, dat de Zoon des mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven (toen zeide Hij tot de verlamde): Sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis". Mattheüs 9: 6. En ook Johannes, de evangelist, zegt van de wonderen van Jezus: "Deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in zijn naam". Johannes 20: 31. Van dit eenvoudige Bijbelverhaal over het genezen van zieken door Jezus, kunnen we leren hoe we kunnen geloven in Hem, wat de vergeving van onze zonden betreft. Laten we onze aandacht richten op de verlamde in Bethesda. De arme lijder was hulpeloos. Hij had zijn ledematen achtendertig jaar lang niet gebruikt. Toch zei Jezus hem: "Sta op, neem uw bed op en wandel". De zieke man had kunnen zeggen: "Heer, als u mij gezond wilt maken, dan zal ik op uw woord gehoorzamen". Maar nee, hij geloofde de woorden van Christus; hij geloofde dat hij gezond gemaakt was en hij probeerde het onmiddellijk. Hij wilde lopen en hij liep. Hij gehoorzaamde aan het woord van Christus en God gaf hem de kracht. Hij was gezond. Op dezelfde manier gaat het met u als zondaar. U kunt de zonde uit uw verleden niet verzoenen. U kunt uw hart niet veranderen en uzelf heiligen. Maar God belooft om dit allemaal voor u te doen door Christus. U gelooft die belofte. U belijdt uw zonden en geeft uzelf aan God. U wilt Hem dienen. Zo zeker als u dit wilt, zo zeker zal God Zijn woord aan u waarmaken. Als u de belofte gelooft - als u gelooft, dat u vergeving hebt ontvangen en gereinigd bent - zorgt God er voor dat dit ook zo is. U bent gezond, zoals de verlamde van Christus de kracht kreeg om te lopen, toen de man geloofde, dat hij genezen was. Als u het gelooft, is dit een feit. Wacht niet totdat u het gevoel hebt dat u gezond gemaakt bent, maar zeg: "Ik geloof het. Het is zo, niet omdat ik het voel, maar omdat God het beloofd heeft". Jezus zegt: "Al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen en het zal geschieden". Marcus 11: 24. Deze belofte is voorwaardelijk: we moeten bidden naar Gods wil. Maar het is de wil van God ons van zonde te reinigen, ons Zijn kinderen te maken en ons in staat te stellen een heilig leven te leiden. We mogen dus om deze zegeningen vragen en geloven dat we ze krijgen. En we mogen God danken, dat we ze gekregen hebben. Het is ons voorrecht om naar Jezus toe te gaan en gereinigd te worden en om oog in oog te staan met de wet, zonder schaamte of schuldgevoelens. "Zo is er dan nu geen verdoemenis (veroordeling) voor hen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen maar naar de Geest". Romeinen 8: 1 S.V.
Voortaan bent u niet van uzelf. U bent gekocht voor een prijs. "Wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht ... maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam". 1 Petrus 1: 18, 19. Door eenvoudig in God te geloven, heeft de Heilige Geest in uw hart nieuw leven gewekt. U bent een nieuwgeboren kind in Gods gezin en Hij houdt van u, zoals Hij van Zijn Zoon houdt. Nu u uzelf aan Jezus hebt gegeven, kom er dan niet op terug en ga niet van Hem weg, maar herhaal elke dag: "Ik ben van Christus. Ik heb mijzelf aan Hem gegeven". Vraag Hem, of Hij u Zijn geest wil geven en u door Zijn genade wil bewaren. Door uzelf aan God te geven en door in Hem te geloven, wordt u Zijn kind, zo moet u leven in Hem. De apostel zegt: "Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem". Kolossenzen 2: 6.
Er zijn mensen, die schijnen te denken, dat ze een proeftijd hebben gekregen en aan de Heer moeten bewijzen, dat zij veranderd zijn, voordat zij aanspraak kunnen maken op Zijn zegen. Zij kunnen echter nu al op deze zegen aanspraak maken. Zij moeten Zijn genade bezitten en de Geest van God moet hen helpen bij hun zwakheden, willen zij aan het kwaad weerstand kunnen bieden. Jezus wil graag, dat we naar Hem toekomen zoals we zijn: zondig, hulpeloos en afhankelijk. We mogen met al onze zwakheden, ons onverstand, onze zondigheid tot Hem komen en vol berouw aan Zijn voeten neervallen. Zijn heerlijkheid omringt ons met Zijn liefdevolle armen. Onze wonden worden verbonden en wij worden van alle onreinheid bevrijd. Op dit punt schieten duizenden mensen te kort: zij geloven niet dat Jezus hen persoonlijk en afzonderlijk vergeving schenkt. Zij nemen God niet op Zijn woord. Het is echter het voorrecht van allen, die aan de voorwaarden voldoen, om er zeker van te zijn dat voor elke zonde overvloedig vergeving is. Zet die bange gedachte, dat Gods beloften niet voor u bedoeld zijn, van u af. Zij zijn bedoeld voor elke berouwvolle zondaar. Er is voor gezorgd, dat de kracht en de genade van Christus door dienende engelen tot elke gelovige worden gebracht. Niemand is zo zondig dat hij geen kracht, reinheid en gerechtigheid zou kunnen vinden in Jezus, Die ook voor hem gestorven is. Jezus staat klaar om de zondaar van zijn kleren, die besmet zijn door de zonde, te ontdoen en hem met de witte klederen der gerechtigheid te bekleden. Hij smeekt hen te leven in plaats van te sterven. God behandelt ons niet op dezelfde manier als waarop wij, beperkte mensen, elkaar behandelen: Hij koestert gedachten van genade, liefde en het tederste medeleven. Hij zegt: "De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de Here, dan zal Hij Zich over hem ontfermen - en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig". Jesaja 55: 7. "Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk". Jesaja 44: 22. Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het woord van de Here Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft". Ezechiël 18: 32. Satan staat klaar om ons de heerlijke, goddelijke zekerheid te ontnemen. Hij wil de mens elk glimpje hoop en elke lichtstraal ontnemen. Maar u moet hem die kans niet geven. Luister niet naar de verleider, maar zeg: "Jezus stierf, opdat ik zou leven. Hij houdt van mij en wil niet dat ik verloren zal gaan. Ik heb een medelijdende hemelse Vader, en hoewel ik Zijn liefde heb misbruikt en de zegeningen, die Hij mij gaf, heb verspild, sta ik op en ga ik tot mijn Vader en zeg: "Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon te heten; stel mij gelijk met een uwer dagloners". De gelijkenis vertelt u hoe de zwerver ontvangen zal worden: "En toen hij nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen. En hij liep hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem". Lucas 15: 18-20. Maar hoe teer en aangrijpend deze gelijkenis ook mag zijn, toch wordt hierin de oneindige liefde van de hemelse Vader nog onvoldoende uitgedrukt. De Heer verklaart door Zijn profeet "Ja, Ik heb u liefgehad met eeuwige liefde, daarom heb Ik u getrokken in goedertierenheid". Jeremia 31:3. Terwijl de zondaar nog ver verwijderd is van het huis van de Vader en zijn bezit verspilt in een vreemd land, gaat het hart van de Vader naar hem uit, en elk verlangen, dat in het binnenste is gewekt om tot God terug te keren, is het gevolg van het zachte pleiten van Zijn Geest, Die de afgewekene ertoe probeert te brengen, ja, hem smeekt en trekt naar het liefdevolle hart van de Vader.
Als u de rijke beloften van de Bijbel voor u ziet, kunt u dan nog twijfelen? Kunt u geloven dat, als de arme zondaar graag wil terugkeren, de Heer hem er in Zijn strengheid van weerhoudt om vol berouw voor Hem te knielen? Weg met zulke gedachten! Niets kan uw eigen hart meer kwaad doen, dan er zulke gedachten op na te houden over onze hemelse Vader. Hij haat de zonde, maar Hij houdt van de zondaar en Hij gaf Zichzelf in Jezus Christus, opdat allen, die dat wensen, gered zouden kunnen worden en de eeuwige zaligheid in het koninkrijk der heerlijkheid kunnen bezitten. Hoe had Hij in krachtiger of liefdevoller bewoording Zijn liefde voor ons kunnen uiten als in deze woorden, die Hij koos: "Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet". Jesaja 49: 15. Zie omhoog, u, die twijfelt en beeft. Jezus leeft om voor ons te bemiddelen. God zij gedankt voor de gave van Zijn geliefde Zoon. Bid, dat Hij niet tevergeefs voor u gestorven mag zijn. De Geest nodigt u op dit moment uit. Kom met uw hele hart tot Jezus en u mag aanspraak maken op Zijn zegen. Denk er aan, wanneer u de beloften naleest, dat deze uitingen zijn van onuitsprekelijke liefde en medelijden. Het grote hart van oneindige liefde gaat in grenzeloos erbarmen uit naar de zondaar. "En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen". Efeziërs 1: 7. Ja, geloof slechts dat God u helpt! Hij wil het beeld van Zijn wezen in de mens vernieuwen. Als u vol berouw naar Hem toegaat en uw zonden belijdt, zal Hij tot u komen met genade en vergeving.
PATER TOMISLAV PERVAN IN BANNEUX.
Vele duizenden Medjugorjevrienden warenuit Belgie, Frankrijk en Nederland naar het genadeoord van de "Maagd van de Armen" gekomen om er samen te bidden, de H. Mis te vieren en te luisteren naar de twee toespraken van de pater Pervan. Na pater Joze Zovko werd pater Pervan in 1981 pastoor van Medjugorje tot 1988. Voordat hij met zijn toespraak begon, vroeg hij aan alle aanwezingen deze toe te wijden aan Jezus en Maria en en zalig Pasen te beleven.
De eerste toespraak van Pater Pervan. Zoals apostel Paulus in de Handelingen van der Apostelen drie maal getuigenis aflegde van de wijze waarop hij tot geloof in Jezus was gekomen, zo wil ik hier in dit bijzondere genadeoord van Maria niet nalaten zelf te getuigen van mijn geloof in Jezus en in Medjugorje. Dit jaar hoop ik mijn zilveren priesterjubiluem te vieren en in die jaren is er veel gebeurd.
Na mijn priesterwijding als Franciscaan, vertrok ik naar Duitsland en Oostenrijk om en diepgaande studie te maken van het Nieuwe Testament. Toen ik dertig jaar was, keerde ik naar mijn vaderland terug om novicen van mijn orde deelachtig te maken van mijn kennis van het woord van de Heer. Deze waren echter in het geheel niet geinteresseerd in mijn exegese lessen, omdat, zo zeiden ze, ze naar hun gevoel meer hadden aan mijn persoonlijke geloofservaring en getuigenis daarvan.
Geschrokken door mijn falen ging ik na tien jaar priesterschap weer op zoek en stelde mij zelf de vraag: Waar is de levende Jezus? Alle leven is afkomstig van het leven en alleen het leven kan het leven doorgeven. Zo word ook het geloof alleen daar op waarachtige wijze doorgegeven, beleefd en geleefd. Ik besloot mij in stilte terug te trekken om veel te lezen en te bidden. In die periode las ik ook veel over de nieuwe bewegingen in de kerk, en zo kwam ik negen maanden tot de ontdekking dat er ook met mijn geest iets niet in orde was,en toen gebeurde er iets in Mij! Zo kwam ik in onder andere tot ontdekking dat er negen maanden van niet deelnemen aan het contemplatieve leven voor nodig waren om God uiteindelijk als een levende en waarachtige God te ontmoeten. De apostelen hebben dit na de hemelvaart van de Heer, eveneens ervaren toen ze samen met Maria negen dagen in gebed verzameld waren. Na dit alles werd de weg met de jonge Franciscanen, door de alsmaar toenemende gebedservaringen met de H. Geest, veel gemakkelijker. Doordat zij zeker werden van hun roeping en levensweg, wilde geen enkele Franciscaan de orde meer verlaten. Er kwamen alsmaar meer roepingen voor het priesterschap en het religieuze leven. Maar deze kwamen er niet zo maar, want men krijgt geen roepingen als men er niet voor bidt; men krijgt roepingen die men verdient, en het hangt vanuw gebed af of men slechte functionarissen krijgt of heilige priesters.
Maar door ons vurig en vaak ononderbroken gebed hadden we eind 1970 een gebedsgroep van 23 menden met een roeping, warvan we nu nog steeds denken dat deze weg vrij gemaakt heeft voor de verschijningen in Medjugorje. Op zeer veel plaatsen heeft God de mensen iets willen geven, maar was de bodem er niet rijp voor. Ook in Medjugorje waren wij niet op de verschijningen voorbereid. Zo was ik op 28 juni 1981 met en vijftal novicen op reis, toen we op en zaterdagavond op de hoogte werden gesteld van de verschijningen. Sceptisch als ik toen was, zei ik,: " Het zal wel niet waar zijn!". De volgende morgen droeg ik in de buurt van Medjugorje de heilige Mis op en uitte als eerste achter het altaar mijn bedenkingen over de pas begonnen gebeurtenissen. Wees voorzichtig, zo zei ik. God kan zich manifesteren door Maria en andere mensen, maar laat u niet meeslepen door sensaties. Kijk niet uit naar een teken, maar wees zelf een teken van echt christen-zijn in de wereld.
Wat God is kan men niet tegenhouden, zoals gschreven staat in de Handelingen der apostelen: Raak de apostelen niet aan. Na de heilige Mis waren de meningen verdeeld en enkele zeiden: "Hij gelooft er niet in". Dat enige nuchterheid met betrekking tot mystieke gebeurtenissen een goede eigenschap is bleek uit het feit, dat er in mijn klooster tijdens de eerste jaren van de verschijningen niet over Medjugorje werd gesproken. Maar op het feest van Petrus en Paulus telde de politie van Citluk meer dan 3000 auto's, die op weg waren naar de verschijningsberg en niet naar de Kerk, hetgeen Pater Jozo tot de uitspraak verleidde; De Kerk is leeg, maar wat zoeken de mensen op die berg? Daar te preken is immers door de communisten verboden. Enkele dagen later belde pater Jozo mij en vroeg mij op 30 juni naar Medjugorjete komen. Wij waren volkomen radeloos. Met de auto gingen wij naar de zieners. Toen wij naar Podbrdo reden, zagen wij de 6 zieners die op weg waren naar de parochiekerk. Wij zeiden tegen elkaar: dat zijn de zieners; laten wij teruggaan naar de kerk en daar op hen wachten. Toen wij ze bij ons hadden, hebben we hen een uur lang met grote terughoudendheid ondervraagd en alles op band opgenomen. Helaas werd deze band later door de politie in beslag genomen.
DE GESCHIEDENIS VAN HET CHRISTENDOM.
HETNIEUWEISRAEL.
De vroegechristenenwarenervanovertuigddatditallemaalinovereenstemmingwasmethethistorischeJodendom ;alleswatJezusdeedenwas,waseenvervullingvandejoodseSchrift.DaaromzegtPaulusaanhetbeginvanzijnbriefaandeRomeinenndatdechristelijkeboodschapalbijmondevanzijnprofetenindeheiligegeschriftenisbeloofd.HijverteldedeKorintiérsdatChristusvooronzezondenisgestorven,zoalsindeSchriftenstaat.InhetevangelievanLucasontmoetJezustweeleerlingendiehemnietherkennenenhemvertellenhoebangzezijnvoordetoekomstnuhunmeesterwegis.Jezusspreekthen berispendtoe ;
Zoals we eerder hebben gezien is het embleem op de achterkant van een één-dollarbiljet met het alziend oog een teken uit de hekserij dat we vinden bij de vrijmetselaars, waarvan de Illuminatie deel gingen uitmaken, kort nadat de Amerikanen op 4 juli 1776 hun onafhankelijksverklaring hadden getekend. Men heeft de Amerikanen doen geloven dat de Romeinse cijfers MDCCLXXVI op de pyramide, die samen het jaartal 1776 vormen, dienen om Independence Day van 4 juli 1776 te gedenken, maar niets is hier minder waar! Dit occulte symbool met de zinspreuk "Novus Ordo Seclorum" is bedoeld om de stichting van de Orde der Illuminatie op 1 mei 1776 te gedenken en niet de 4e juli van dat jaar! En het is geen toeval dat de adelaar, in de antieke wereld een symbool van Lucifer en bekend als "Phoenix", nu wordt gebruikt als embleem voor het bureau van de president van de VS, welk land volgens de Bijbelse profetie zal "spreken als de draak" (Openbaring 13:11).
Om u nog wat meer te laten zien van de verborgen oorlogvoering door de duivel via zijn mensen behandelen wij het getal 13, om te zien hoe belangrijk het is voor deze samenzweerders. Voor heksen is het getal 13 het machtigste magische getal bij het bedrijven van toverij. Zoals al eerder is gesteld hebben heksencovens meestal 13 leden, maar dat kan variëren. Wanneer heksen bezweringen uitspreken om mensen kwaad te doen of hen te genezen, staan 13 heksen binnen een pentagon (het centrum van een vijfpuntige ster) en roepen gids-geesten op (het soort geesten dat wordt bedoeld in Deuteronomium 18:11), die in werkelijkheid demonen zijn, en de heksen laten hen hun gebeden vervullen. De demon verschijnt dan in het midden van het hexagram (de zespuntige ster), die door de misleide moderne joden "Davidsster" wordt genoemd.
Het 1 dollar biljet
Lezer, kijk nu eens heel nauwkeurig naar de achterkant van een l dollar biljet, uitgegeven door de Federal Reserve. Niet alleen is daar de Phoenix (adelaar) te zien, maar kijk eens goed naar de sterren boven zijn kop: daar staan 13 sterren, en zie eens hoe zij zijn gegroepeerd. Het is geen toeval dat deze 13 sterren een hexagram vormen, het kwaadaardigse teken uit de hekserij. Men heeft de Amerikanen wijsgemaakt dat deze 13 sterren de oorspronkelijke 13 koloniën voorstellen. Wanneer de lezer echter nog nauwkeuriger dit grootzegel van de VS bekijkt zal hij ontdekken dat zij, die dat zegel hebben ontworpen, dat getal 13 niet incidenteel hebben gebruikt. Let er eens op hoe vaak dat getal daarin voorkomt:
1. het hexagram, gevormd door 13 pentagrammen
2. het borstschild van de adelaar heeft 13 strepen
3. de olijftak in de rechterklauw van de adelaar heeft 13 vruchten
4. in zijn linkerklauw houdt de adelaar 13 pijlen
5. de olijftak heeft 13 bladeren.
De reden voor al deze hekserij -symbolen op de achterkant van het Federal Reserve- bankbiljet is dat de zes mannen die deel hadden in het ontwerpen daarvan waren: Benjamin Franklin, John Adams, Thomas Jefferson, Francis Hopkinson (ook de ontwerper van de vlag), Charles Thomson en William Barton.
Zoals eerder is gezegd waren meer dan 50 van de ondertekenaars van de onafhankelijkheidsverklaring vrijmetselaars of rozekruisers en betrokken bij de esoterische wetenschappen, d.i. het occultisme. Het is dus niet moeilijk te begrijpen waarom de Federal Reserve tekens uit de hekserij gebruikt op haar bankbiljetten omdat, geloof het of niet, de Federal Reserve zelf bestaat uit 12 lid- banken en een Federal Reserve Raad: 13 in totaal. De lezer zal geschokt zijn te horen dat de Federal Reserve geen instituut is dat door de regering van de VS wordt geleid. Laten we nu haar voetsporen terug volgen en kijken waarheen ze leiden.
Rond het midden van de vorige eeuw werd een Duitse illuminaat door het huis Rothschild op een missie gezonden om een bepaald doel te bereiken voor deze nieuwe orde der eeuwen. Zijn naam was Jacob Henry Schiff (1847-1920). Hij kwam naar New York, in de eerste plaats om de controle te krijgen over het monetaire systeem van de VS. Hij werd het hoofd van de bankiersfirma Kuhn, Loeb & Company; naderhand kocht hij Kuhn en Loeb uit, met geld van de Rothschilds. Hij werd voorts directeur van veel belangrijke bedrijven, waaronder de New York City National Bank, de Equitable Life Assurance Society, en de Union Pacific Railroad.
Onder het mom van liefdadigheid als dekmantel voor zijn Illuminatie - één wereldregering - activiteiten ontwikkelde Jacob Schiff zich tot één van de belangrijkste opvolgers van Albert Pike bij het leiden van de VS naar de anarchie. Lenin had al eerder gezegd dat het één van de primaire doelstellingen van de communisten was om de controle te krijgen over al de monetaire stelsels in de wereld, en dat moest ook Jacob Schiffs' eerste doelstelling zijn. 22 december 1913 gaf de aanzet tot een van de ergste wandaden die de communisten hebben begaan om Amerika naar de verschrikking te brengen die het zal moeien ondergaan volgens het plan van Albert Pike om de wereld te onderwerpen. Hier zullen wij werkelijk zien hoe correct de Bijbel zich uitdrukt als zij verklaart dat wij te strijden hebben tegen "de geestelijke boosheden in de lucht" (Efeziërs 6:12).
Een republikeinse senator Neson
SMEEKGEBED TOT MARIA, TABERNAKEL VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEID.
Lieve Moeder Maria, hoogverheven Koningin en Tempel van de Allerhoogste, in wie God Zijn waardigste woonplaats heeft vanaf Uw Onbevlekte Ontvangenis,
Tot U smeek ik, onwaardige dienaar, om de genade die aan Uw macht is toevertrouwd, dat ik ondergedompeld moge worden in de allerheiligste afstraling van Uw hele wezen, o Tabernakel van de Heilige Drievuldigheid.
O Dochter van God de Vader, die van de Vader de hoogste macht hebt ontvangen, ik verheerlijk U en smeek U, verjaag van mij alle kwaad en laat mij Uw machtige bescherming genieten, elke dag van mijn leven en in het uur van mijn dood, opdat ik in veiligheid en geborgenheid van ziel, geest, hart en lichaam moge leven en sterven.
O Moeder van God de Zoon, die van de Zoon de hoogste Liefde hebt ontvangen, ik verheerlijk U en smeek U, druk het zegel van Uw Hemelse vrede, vreugde en Liefde onuitwisbaar in mijn hart, elke dag van mijn leven en in het uur van mijn dood, opdat ik in de zoetheid van Uw vurige aanwezigheid moge leven en sterven.
O Bruid van de Heilige Geest, die van de Heilige Geest de hoogste Wijsheid hebt ontvangen, ik verheerlijk U en smeek U, bekom mij de Gaven van de Heilige Geest en laat het Hemels Licht in mij stralen, elke dag van mijn leven en in het uur van mijn dood, opdat ik in het volle licht der Waarheid moge leven en sterven.
Maria is het enige heiligdom dat ooit Gods inwoning volkomen waardig is geweest. Zij is de weerspiegeling van alle Goddelijke volmaaktheden. Alleen hierdoor kon God in Zijn drievoudige Wezen totaal bezit van Haar nemen en Zichzelf volkomen in Haar tot uitdrukking brengen. Zij werd het waardig bevonden, Gods macht, Liefde en Wijsheid te delen. Daarom is totale toewijding aan Maria zo waardevol, zo zinvol en zo genadevol. Zij overbrugt de grote kloof die tussen God en de mensheid gaapt, want door een Goddelijk Mysterie staat Zij tegelijkertijd zeer dicht bij God en zeer dicht bij de sterfelijke mens.
03-03-2009
ACHTER VELE ZIEKTEN ZIT DE SATAN.
Sicilië heeft het hoogste aantal exorcisten
Italiaanse arts: Achter vele ziekten zit de satan
Geplaatst door Ben Lange op dinsdag 3 maart 2009 om 16:55u
PALERMO (RKnieuws.net) - Sicilië heeft het hoogste aantal priesters die officieel benoemd zijn tot exorcist door de bisschoppen voor de bestrijding van demonen. In heel Italië zijn er ruim 100 exorcisten, in Sicilië 20. En in de oorlog tegen Satan zijn niet alleen priesters gemobiliseerd, maar ook ministers, leken en artsen.
Aartsbisschop Renzo Levatori heeft in een reeks lezingen op de pauselijke universiteit (met een certificaat van deelname) uitgelegd hoe de duivel, die onder ons is, vaak een strategie gebruikt alsof ze niet bestaat, aldus de Italiaanse krant Corriere Della Sera.
Op Sicilië was het eerst kardinaal De Giorgi, die het belang van exorcisten op de agenda plaatste, nu is het bisschop Romeo die het belang van de opleiding van exorcisten onderschrijft.
We moeten een onderscheid maken tussen de aanwezigheid van de demon bij psychiatrische patiënten en andere zieken en ook bij neuropsychiatrische stoornissen Ook zijn het vaak gevallen van zogenaamde intimidatie en vaak zijn het mensen met een gespleten persoonlijkheid, zegt bisschop Romeo.
Medicus Sergio Zappalà heeft 1.500 patiënten, waaronder ook zieken die door de duivel zijn bezeten. Ik werk geregeld met priesters, die opgeleid zijn om duivels uit te drijven. Bij neuropsychiatrische stoornissen , maar ook bij elke vorm van ziekte kan de duivel bezit nemen van een patiënt. Er zijn soms ook uiterlijke tekenen, zegt Zappalà.