Vandaag werd een lange dag op het einde beloond met 1 van de mooiste vergezichten van de voorbije weken : vanaf de alto de Santo Toribio, met een prachtig stenen kruisbeeld op de top kregen we zicht in de diepte op de kathedraal van Astorga met de bergen en de wolken erboven als achtergrond. Hier hebben we dan ook nog even halt gehouden voor de afdaling naar de stad te beginnen. De laatste kilometers loop je dan recht naar de kathedraal toe die op het einde in de hoogte opsteekt. Sinds we met 5 lopen, komen we pas om 18u en later op onze bestemming : we vertrekken later, houden meer en langere tussenstops: Het is wel relaxer, maar het worden zowel lange dagen en er blijft minder tijd over om 's avonds nog op verkenning te gaan. Ik denk dat we betere en striktere afspraken moeten maken. Nu moeten we snel douchen, want we willen nog de zondagsmis meemaken en dan de stad in om de kathedraal binnen te lopen en te eten. We willen onze dag afsluiten met een glas sangria en de typische spaanse keuken uitproberen. De hele dag was vol afwisseling : eerst het laatste stuk van de paramo, de hoogvlakte na de stad Leon, met honderden sprinkhanen die een blauwe kleur krijgen tijdens hun sprong, vele velden mais, kanaaltjes, droge stenige stukken, ook een eikenbosje door, velden met hopstaken, al een eerste helling en als bekroning het zicht op Astorga. De hele dag hadden we ook de bergen in zicht, waar we morgen over moeten, we klimmen dan van 800-900 m naar 1200m. Ook iets om een halve dag naar uit te kijken was de beroemde romeinse brug over de rivier de Orbigo, in het dorpje hielden we nog een lange onderbreking. We hoorden het gezang uit de kerk, terwijl we op de banken zaten uit te rusten. Hier zit de kerk nog vol, we zagen de spanjaarden naar buiten komen in hun beste pak. Nadien trekken de mannen naar de cafes. We hebben het vandaag nog gehad over de vele verhalen en redenen van mensen die we onderweg tegenkwamen. Monika telde onderweg al zo'n 25 brazilianen, de camino is heel bekend in brazilië en het is er een droomreis, voor wie tijd en geld vindt, wordt het de eerste en vaak ook de enige kennismaking met Europa. De jonge braziliaan Henato komt niet uit religieuze redenen, maar zijn voorouders zijn afkomstig uit dit deel van Spanje en hij wil nu hun cultuur en de geschiedenis van de streek leren kennen. De nederlander Jaak wou op zijn 70ste en na 2 hartoperaties voor zichzelf bewijzen dat hij dit nog aankon. Begonia, een jonge spaanse, werkte in een bank, kreeg een soort burnout, geeft nu yogales en wil hier nadenken over haar toekomst. Geoffrey wil zich hier herbronnen voor hij naar de kloostergemeenschap van Postel gaat en wil ook zoals honderdduizenden voor hem de weg naar het graf van Sint-Jakob lopen. Arno, een jonge brusselaar en acteur, was werkloos en wat gedemotiveerd, vertrok in Frankrijk op weg en kreeg er onverwachts een aanbieding om als acteur in een project te stappen met gehandicapte kinderen. Hape Kerkeling vertrok nogal plots en zonder iedereen op de hoogte te brengen om even te ontsnappen uit een heel stresserend leven. Het mooiste antwoord kreeg ik toch van Adelheid, toen ik vroeg waarom ze hier waren : " Gewoon, we zijn 60 jaar geworden en willen zo God bedanken voor het mooie leven dat we tot hiertoe mochten leiden."
Gisteren begreep ik hoe het komt dat Adelheid en Albrecht, juist op pensioen, altijd zo lang mogelijk in bed blijven en zich geen zorgen maken als laatsten te vertrekken. Eens ze weg zijn, lopen ze aan 6 km per uur, we hebben ze gisteren de hele dag gevolgd. Onderweg werd er tussen Adelheid en Geoffrey druk gediscussieerd over de kerk, de evangelische kerk, het priesterschap, enz. Ik aanhoorde het met flarden op enkele meters. Deze morgen vertrokken we nog eens vroeg, om 6u uit de veren en voor 7u stonden we buiten in het donker, nog even zoekend naar de grote en de kleine beer, de poolster en Orion in de heldere sterrenhemel. Venus schitterde nog lang nadat alle sterren verdwenen na zonsopgang. Ook Adelheid en Albrecht waren mee opgestaan, want we wilden genoeg tijd hebben voor een bezoek aan Leon, een van de grootste steden van Spanje. We vertrokken ook extra vroeg om de hele voorstad met de industrieterreinen in het donker door te lopen, na 2u kwamen we in Leon aan, waar we ons ontbijt namen en de kathedraal bezochten, de mooiste gotische kerk die Geoffrey ooit gezien heeft. Vooral indrukwekkend zijn de 1800 vierkante meter gebrandschilderde ramen. We liepen nadien ook de basiliek van San Isodoro binnen. We hadden 2u nodig om de stad volledig achter ons te laten. Het werd een lange dag, want we wilden opnieuw 30 km lopen. Monika had weer een blaar, zei dat ze geen last had, maar ik had aan het stappen gezien dat die voet altijd haperde. Op een uur van de aankomst ging ze plots zitten en begon te snikken. De vermoeidheid en de aanslepende pijn werden haar opeens te veel. Ik had het de 9de dag al eens meegemaakt : het hoofd wil wel verder, maar het lichaam blokkeert en dat is even moeilijk. Na 3 minuten stond ze op : Kom, we gaan verder. Pas rond 18u zijn we in onze herberg aangekomen en nu is Geoffrey aan het koken. Gisteren vroeg Adelheid me tijdens de wandeling hoe ik op de gedachte was gekomen de camino te doen. Goede vrienden van ons, Charly en Denise, die in Laken wonen, hebben de tocht al verschillende malen gelopen, alleen en met vrienden en hadden er ons al meermaals over verteld. Ik zag er toen vooral een sportieve uitdaging in. Ondertussen las ik er ook een paar artikels over en enkele boeken, o.m. het boek van Hape Kerkeling : "Ik ben er even niet", een boek dat in Duitsland in 2006 tot boek van het jaar uitgeroepen werd. Hans-Peter Kerkeling, de duitse Paul De Leeuw, vertelt hoe hij de camino ging doen om even te ontsnappen aan een te stresserend leven. Hij verhaalt met veel humor over die tocht, hoe hij dikwijls niet uit bed kon, soms eens een dag oversloeg of de bus nam en regelmatig in een rustig hotelletje de nacht doorbracht ipv tussen de pelgrims. De titel verwijst naar de boodschap die hij achterliet op zijn voicemail. Ik las dit jaar ook het boek van Sigiswald en Marleen Kuijken, "Pelgrimeren onderweg", die de tocht als een grote innerlijke zoektocht naar zichzelf en God beschrijven en het relaas ervan verweven met het verhaal van hun leven. Ik was dus al langer geïnteresseerd om de tocht 'ooit' te doen, en vond het dit jaar een goede gelegenheid : ik had geen zin om de 2 geplande vakanties met Jos in augustus en september alleen te doen, had ze afgezegd en dat verlof gespaard voor de camino. Ik vond het goed om eens een poosje alleen te zijn, om dat voor de winter te doen en om mezelf te bewijzen dat ik zoiets ook alleen aandurfde. De blog van Paul Geeraerts, schepen in Affligem - die de camino deed in mei-juni - nam mijn laatste twijfels weg. Enkele dagen geleden zagen we onderweg een graffiti met een knipoog : Santo Hape, bitte für uns !
Gisteravond in El Burgo overnachtten we in een refugio gerund door Amerikanen, die ons behandelden als kinderen. Ze deden dit blijkbaar niet echt met hun hart, en waren voortdurend aan het vitten om de afgesproken uren te respecteren. Een half u vooraf kwamen ze ons 2 keer zeggen dat de lichten om 22u uit gingen. Adelheid en Albrecht hadden ons teruggevonden en we hadden voor hen spaghetti en dessert bijgemaakt. Achteraf dronken we nog een flesje rose. 's Morgens maakten we voor de 3de keer havermoutpap met honing erbij, het stokbrood en de toast komen ons stilaan de oren uit en dit is echt een gezond en licht ontbijt, dat heel de ochtend door energie geeft. Bij het vertrek heeft niemand van de gasten de Amerikaanse vrouwen bedankt. Hun gezichten waren trouwens opnieuw betrokken omdat het kwart over 8 was en iedereen om 8u de deur uit moest. Albrecht en Adelheid, 61 en 62 jaar, bleven de hele dag bij ons en hopen van de rest van de tocht nog samen te blijven. We liepen in de voormiddag de provincie Leon binnen, we bleven nog de lange rechte wandelweg met de platanen volgen, in de namiddag moesten we al lange stukken naast de autosnelweg lopen, wat niet zo aangenaam was. Rond 15u hebben we uitgebreid de tijd genomen om ergens een dagschotel te eten, en nadien deden we nog 4 km tot een dorpje, 8 km voor de provinciehoofdstad Leon. Morgen doen we daar onze eerste koffiestop en bezoeken er de kathedraal, die nog indrukwekkender is dan die van Burgos. Er werd me de voorbije weken regelmatig gevraagd of ik doorreis naar Finisterre. Ik had in de bibliotheek 1 reisgids uitgekozen die het hele traject netjes in 30 dagen verdeelde, ik zou deze planning volgen. We doen dat grotendeels, maar de gids schotelt ons soms een tocht voor van 37 km, de volgende dag kan het 19 km zijn. Dan herverdelen we de afstand ietwat gelijkmatiger. Ik bekijk de etappes steeds de dag ervoor. Voor de rest had ik er wel wat over gelezen en gehoord vooraf, maar doorgaan naar Finisterre had ik dus niet gepland. De reden dat vele pelgrims erheen gaan, is de volgdende. De apostel Jakobus werd in het jaar 42 in Palestina onthoofd, zijn metgezellen namen zijn lichaam in een kist per boot mee. Ze strandden in Finisterre - het einde van de wereld - en de restanten van Jakobus werden begraven, waar nu de kathedraal van Santiago de Compostela staat. In 840 begonnen de eerste pelgrims naar Santiago te trekken. In de jaren tachtig werden pas de markeringen en de gele pijlen aangebracht. Nadien kwam er een heropleving en nu staat het record op 180.000 in het laatste heilig jaar, 2004. De echte pelgrim trekt na aankomst in Compostela door naar Finisterre aan de kust, om er de schelp terug te geven aan de natuur en er zijn schoenen of een shirt te verbranden als teken van het achterlaten van de oude ik en het terugkeren als een nieuw mens. Enkele jaren terug stond in de krant dat een pelgrim op deze manier een bosbrand had veroorzaakt. Albrecht en Adelheid hebben een aantal dagen meer dan ik, zij zullen de 80 km nog in 4 dagen doorstappen, Monika en Geoffrey nemen misschien de bus. Ik had mijn aankomst gepland op 7 oktober, want heb een vliegticket voor donderdag 8 oktober. Ik wil zeker terugzijn op het werk voor de verwendag zaterdag de 10de die in alle Vlaamse bibliotheken georganiseerd wordt voor de klanten. Toen Jaak, onze gezel van de eerste dagen dat allemaal aanhoorde, orakelde hij tegen ons : niet jullie beslissen wanneer je in Santiago aankomt, de camino zelf beslist dat !
Monika was gisteren verrast dat Geoffrey tekenen vertoonde van een "human being", het was zijn beurt om ziek te zijn : ook verstoorde maag en koorts. Hij dacht dat het van het eten de avond voordien was, ik en Monika hadden allerlei dingen klaargemaakt. In de keuken van de Arme Klaren waren totaal geen voorzieningen : geen kookpotten en bestek, geen kruiden, zout en olie,... niks. Bij navraag zeiden ze dat de pelgrims dingen meenamen, ik heb nog niemand een kookpot in zijn rugzak zien wegstoppen ! We konden enkel gebruik maken van een microgolf, dus gingen we naar de supermarkt en kochten eten dat we gemakkelijk konden opwarmen : bockworsten, gevulde flensjes, lasagne en tortilla en maakten daar op de borden een mix van, vandaar... Monika heeft een heel andere uitleg voor onze dag ziekte : doordat we dagenlang met onze ogen naar de grond kijken en te veel met onze gedachten bezig zijn, zorgt dat voor een zodanige spanning in het lichaam dat het reageert met koorts, typisch voor een pelgrim, heeft ze ergens gelezen. Geoffrey doet dat af als bijgeloof, maar sindsdien loop ik meestal met mijn kin in een hoek van 90 graden, recht vooruit- of rondom mij kijkend, behalve wanneer het voor ongelukken zou zorgen. Monika is heel gelovig, maar gelooft evenzeer in deze theorieen. Het is misschien wel zo dat je niet teveel met jezelf mag bezig zijn, en hier ook moet leren van aandacht te hebben voor de omgeving en de anderen. Op die manier ga je gaandeweg wandelen zonder gedachten en dat is bijzonder rustgevend. Ondertussen zijn we onafscheidelijk. Als we iets kopen, is het in 3 stuks of in grote verpakking, we koken voor mekaar of gaan samen eten. Dat we zo gehecht zijn aan mekaar, zorgt soms voor een dilemma. Toen Monika en ik naar Punta La Reina stapten, had ze erge pijn aan de voeten. Onderweg hadden we tegen een Zweed gezegd dat we de herberg met het zwembad zouden kiezen, omdat ik erg graag zwem. We kozen echter voor een andere, de eerste, omdat Monika niet meer verder kon. Terwijl ze rustte, verkende ik het dorp en kwam opnieuzw de zweed tegen, die me vroeg waarom we niet in de herberg met zwembad logeerden. Toen ik antwoordde dat dat omwille van Monika was, zei hij dat pelgrims egoistisch moeten zijn, dat we hier niet zijn voor de anderen, maar voor onszelf en om te leren kiezen voor onszelf. Ik kon er toen niets op antwoorden en heb het er later met de anderen over gehad. Niemand kan er een pasklaar antwoord op geven. In elk geval, had ik toen voor het zwembad gekozen en Monika achter gelaten, dan had ik het volgende niet meegemaakt : ik kwam terug in de herberg en Monika had een verzorging van de voeten en een massage besteld. De man was even weg om wat te halen en Monika, boven op het stapelbed, vroeg me om in de kamer te blijven, want ze was er niet gerust in. Ik legde me onder in het stapelbed, de man kwam terug en begon te masseren, ik zag enkel zijn broek vlak voor me. Om mijn lach te onderdrukken, begon ik ijverig een zakje chips te eten en te doen alsof ik mijn reisgids las. Het duurde en bleef duren, tot Monika met besliste stem vroeg om te stoppen. Ik denk dat de man de deurknop nog in de handen had, toen we alletwee heel hard begonnen te lachen. Het heeft minuten geduurd. In Ledigos en de rest van de dag zagen we opvallend veel lemen huizen. Het dorpje heeft 1 herberg met een bar erbij en een winkeltje, heel rustig. De etappe is niet zo aantrekkelijk, we zijn momenteel 3 dagen op de "meseta", een hoogvlakte op 800-900 m, met zicht in de verte op de bergen. Een vrij eentonige en rechte wandelweg, zo'n 3 meter van de autoweg. Truckers en chauffeurs zwaaien af en toe naar ons of toeteren enthousiast. We zien veel brem onderweg en ook een soort strobloemen die goud oplichten in de zon, verder is alles verdroogd. Het is vrij warm en de honderden aangeplante platanen zijn nog te jong om ons veel schaduw te bieden. We zien nu minder treurwilgen, bomen die Monika nog niet gezien had - ook notelaars niet. We kunnen ook geen bramen, druiven, walnoten, amandelnoten en vijgen meer plukken, zoals in de eerste 2 weken. En we ontdekken ook niet zo veel ooievaarsnesten meer op de kerktorens, Albrecht beweert dat de enorme nesten tot een ton kunnen wegen. We hebben het niet zo uitgesproken, maar we willen Santiago samen binnenstappen. Ook Geoffrey zei onlangs dat hij zijn tempo geminderd heeft en dat hij liever een week langer op de camino blijft, dan thuis te zijn. We hebben mekaars adressen en e-mail al uitgewisseld, na 30 dagen dag en nacht samen, zullen we vrienden voor het leven blijven.
Bijzondere dag vandaag. Monika had het gisteren al over de "donkere kant" van de camino : we hebben elke dag bij momenten nog altijd het vakantiegevoel, maar af en toe staan we alleen of in onze gesprekken ook stil bij ziekte en dood, en steken we soms een kaars aan voor familie en vrienden. Ik zag al dagen op tegen de etappe van vandaag : het langste stuk op de Jacobsroute zonder enig dorp of variatie in het landschap, 17 kilometer lang, een rechte wandelweg vol keien en vervelende vliegen onder een brandende zon. Er waren veel pelgrims onderweg en iedereen liep in stilte en alleen. Er was vandaag een echte pelgrimssfeer : er werd niet gebabbeld en gezongen, maar 3u30 in stilte altijd rechtdoor, met enkel het monotone geluid van de voetstappen. We doen momenteel een tussenstop om wat te eten en dan hebben we nog 9,5 km voor de boeg. Bij het wakker worden had ik besloten om vandaag volledig alleen te stappen, en bracht de anderen daarvan op de hoogte, ik wilde vandaag in mijn gedachten de laatste weken van Jos, zijn overlijden en de begrafenis volledig opnieuw herbeleven. 15 dagen heb ik erover gedaan om plots te weten dat ik hier tijd en ruimte heb om de confrontatie aan te gaan met al mijn rouw-, schuld- en angstgevoelens die ik tot hiertoe verdrukt heb. Soms komen ze dan onverwacht en in flarden boven en geven een beklemmend gevoel. Bij het vertrek heb ik me gedwongen om alle sloten van mijn gedachten en gevoelens open te breken en alles opnieuw voor me te zien, de tranen de vrije loop te laten, alles wat te ordenen. De tocht van uren begon heel verdrietig, want ik haalde alles opnieuw boven : het begin van de ziekte, de 9 volgende jaren met de 2 operaties en de uiteindelijke behandeling met stralen, waarvan de bijwerkingen een jaar later tot de fatale afloop zouden leiden. De laatste moeizame weken, de laatste avond onder vrienden, het onverwachte overlijden van Jos op paaszondag, de dag dat Stijn terugkwam van 2 weken Ecuador en Galapagoseilanden in gezelschap van mijn zus en schoonbroer. Op het moment dat ik Jos wilde verwittigen dat ik Stijn ging ophalen, vond ik hem. Ik probeerde hem nog terug te roepen, maar hij was onherroepelijk aan de overkant. Jos is weggegaan op zijn manier : op een bijzondere en niet op een gewone dag, paaszondag, een dag van hoop, licht, nieuw leven, de lente en zonder iemand ermee lastig te vallen. Hij heeft nog genoten van de avond voordien, bij een feestje onder vrienden en was zoals altijd toch nog de laatste die wou naar huis gaan, hij heeft 's nachts nog wat tv gekeken en ondertussen een laatste glas wijn gedronken, heel alleen en is dan 's morgens heel stil vertrokken. Daarom paste het liedje van Will Tura, dat zijn oudste broer Bob had uitgekozen, heel goed op de begrafenis : Alleen gaan. De hele tekst ervan was zo passend : Jos is zijn laatste stuk alleen gegaan, het hoofd rechtop, nooit klagend of iemand erover aansprekend. Ik heb in een jaar tijd zo 3 mannen met heel veel moed hun laatste stuk zien gaan : Broeder Maurice, Hans en Jos. Vandaag ben ik van de ene helft van de camino de andere helft ingelopen. Het is alsof ik 15 dagen nodig had om te beseffen dat ik de confrontatie met die periode nog eens moest aangaan en dat ik nu nog 15 dagen kan verdergaan met een lichtere rugzak en lichtere voetstappen. Mijn vrienden zagen me alleen stappen, ik niet, ik had de hele dag het gevoel dat Jos naast me stapte, niet verzwakt door zijn ziekte, niet hijgend, zwetend en voorovergebogen zoals in de laatste weken, maar sterk en lachend. Op het einde van mijn tocht toen ik alle verdrietige gevoels had vrijgelaten, kwam er ruimte voor de goede herinneringen en ik ben hier met gevoelens van dankbaarheid gestopt. Mijn ouders hebben op hun rouwkrans de 10 jaren met Jos samengevat in 2 woorden : Bedankt, Jos ! Na de twijfels, vooral in de eerste week, weet ik nu dat ik Santiago zal bereiken.
Vandaag de maag nog niet 100%, maar ik voelde me niet meer ziek en dat is het belangrijkste, het andere is een ongemak en met nog wat medicijnen komt dat in orde. Misschien kwam de maag in opstand, omdat we hier nogal wat suikerbommen opeten om vermoeidheid te voorkomen : donuts, fruitsap, bananen, chocoladekoeken, zoetigheden die ik niet zo gewend ben. Ik ben nu nog soberder gaan eten, en dat leer je hier ook : genieten van wat kippensoep en pasta met tomatensaus,...brood met wat pate en kaas. Ik heb van de dag echt genoten : ik voelde me beter, de zon in een blauwe lucht en een licht windje, ideaal voor het wandelen. Gisteravond niet zo vroeg naar bed, Adelheid en Albrecht waren in een andere refugio binnengestapt, en zochten ons op om nog een flesje wijn te drinken. Misschien het laatste, want we kwamen ze net in het centum van Carrion de los Condes opnieuw tegen, en Adelheid heeft een serieuze kwetsuur aan de hiel. Ook Monika heeft gisteren 3 teennagels verwijderd, maar dat geeft geen grote problemen. Toen we deze morgen vertrokken uit Boadilla, pas rond 9u, want we waren in de herberg van Adelheid en Albrecht gaan ontbijten, was er metten een meevaller. We mochten het Canal de Castilla - in totaal ongeveer 200 km - volgen gedurende meer dan een uur en dat maakte mijn dag al goed. In tegenstelling tot de verdorde bermen tot nu toe, groeien hier volop riet, mooie grassen, bloeiende waterplanten en nog enkele wilde bloemen. In het voorjaar moet de hele camino mooi zijn met de bermplanten, maar het weer is dan minder stabiel dan in september. De enige activiteit die we nu van de boeren zien onderweg, is het opruimen van de bijna zwart verdroogde zonnebloemen. De rest van de dag liepen we parallel aan de autoweg, maar dat vond ik niet zo erg, het was vlak en vlot beloopbaar en we zagen onderweg in Fromista een mooi romaans kerkje en in Villalcazar een uitzonderlijk voorbeeld van een laatromaanse kerk met binnenin koningsgraven. Deze kerk werd al in de hoogte opgetrokken volgens de gotische stijl. We leren hier wel wat bij van Geoffrey : over de verschillende stijlkenmerken, de kloosterorden en de heiligenbeelden. We zien in de kerken bijvoorbeeld Jakobus afgebeeld als apostel, als pelgrim en strijdend met een zwaard in de lucht en steeds op een wit paard ten strijde trekkend tegen de Moren. In Santiago de Compostela zullen we uitkomen bij zijn graf in de kathedraal. Hier in Carrion de los Condes, de belangrijkste plaats van de camino in de provincie Palencia, hadden we de keuze tussen 3 kloosters om te overnachten, alle 3 gerund door zusters : de arme klaren, de augustinessen en de zusters van barmhartigheid. We kozen voor het eerste, dat Geoffrey van ver herkende door de tralies. Onze overnachtingsplaats kiezen we altijd de avond ervoor of de dag zelf in mijn reisgids, daarin staan alle voorzieningen en de prijs per adres, we kiezen dan in de eerste plaats voor warme douches, een keuken en internet. Als er geen internet is, zoeken we de bibliotheek, daar moet je nooit betalen en is het mogelijk foto's door te sturen. Voor we rond 15u het stadje inliepen, zagen we een pelgrimspaar liften, ze kwamen uit Normandië en moesten opgeven door kwetsuren. Volgend jaar komen ze zeker terug om het tweede deel te lopen. Vandaag hebben we 15 dagen gelopen, net in de helft.
(Boadilla del Camino - Carrion de los Condos : 25,2 km)
Gisteren lag onze aankomstplaats Hontanas volledig in een put, we zagen de laatste kilometers geen teken van mensen of huizen, en pas op en100 meter van het stadje zagen we het volledig in de diepte liggen, zelfs de toren van het kerkje stak niet uit boven de vlakte.Hier was ook veel gerestaureerd, zoals in vele andere dorpjes, de camino heeft ze nieuw leven ingeblazen. We zijn deze morgen op tijd vertrokken en 28 km gedaan. Ik voelde me nochtans niet best : deze morgen met moeite 1 van de boterhammen in driehoekjes kunnen opeten, die Geoffrey voor ons belegd had met kaas, confituur en honing. De rest van de dag niet gegeten, al het water dat ik onderweg dronk weer overgegeven, enkel 2 cola's kon ik binnenhouden.Ook kou en last in de darmen, bij aankomst rond 15u direkt mijn bed in met de nodige medicamenten en de vrienden riepen me enkele uren later wakker, Geoffrey had soep en een lekkere rijstschotel gemaakt, rekening houdend met mijn toestand. Straks op tijd mijn bed in en morgen hopen dat het voorbij is. Ook Monika heeft een paar moeilijke dagen, ze mist haar familie en vriend, haar 2 hondjes, het strand van Bahia en de 30 graden. Ze loopt hier meestal met kou rond en 's nachts ligt ze soms ingepakt in haar slaapzak als was ze op de noordpool. Ik mis ook vooral mijn zoon, die als student in het 2de jaar hogeschool dierenzorg, vandaag met zijn stagemaand begint bij Bjorn Geeroms. Vandaag liepen we over eindeloze bleke vlakten, 1 col moesten we nog over. Onderweg ook de schitterende Fiterobrug overgelopen en de restanten van de klooster van San Anton gepasseerd. We zagen ook 3 herders met hun kudden. We overnachten nu in Boadilla Del Camino, een refugio met slechts 16 plaatsen, een mooie binnentuin, een ruime keuken en ruime douches. Hij wordt gerund door 2 jongemannen, die net de kachel deden branden. Het doet me wel eens goed om een maand zonder tv en auto door te brengen. De overstromingen in Spanje waar we enkele dagen geleden over hoorden, doen ons beseffen dat we volledig van het nieuws afgesneden zijn. Internet en gsm kunnen we minder missen. Als er 2 dagen geen internet mogelijk is doordat we overnachten in een piepklein dorpje of een klooster, worden we al onrustig. Monika zegt ook dat ze de mooie dingen die ze hier beleeft, graag met haar vrienden deelt. Voor mij is de blog een dagboek, een reisverslag voor nadien en ook een middel om op een gemakkelijke manier iedereen op de hoogte te houden. De vriend van Monika dacht haar ook een gps mee te geven, maar verloren lopen is hier onmogelijk. In Frankrijk zijn de aanduidingen van de camino niet zo goed en ook in Vlaanderen is er nog heel wat werk aan de winkel. Monika zou hier zonder i-pod verloren zijn, onderweg of in bed als ze moeilijk kan slapen, luistert ze de hele tijd liedjes of bekijkt filmpjes van haar favoriete zangers of foto's van haar familie en honden. Ik kan best zonder en voel me beter bij de stilte van de natuur. Zo zijn we met onze i-pod, gsm en internet zeker niet de pelgrim van vroeger, die vertok zonder contact met het thuisfront en zich volledig van de wereld terugtrok.