Een doorwinterde anarchist zou ik mezelf niet noemen. Maar
als er één ding is waar ik echt een hekel aan heb, dan is het wel mensen die anderen
eens gaan zeggen wat ze moeten doen en hoe ze moeten handelen naar hun
goeddunken. Zeker als het betuttelende vingertjesmensen zijn, die op de koop
toe op een arrogante en agressieve manier mij de les spelen. Regelneven, zeg
maar. Of regelnichten, kwestie van genderneutraal te zijn. Als zon mensen op
het toneel verschijnen, word ik getriggerd. Dan bied ik weerwerk.
Neem nu voorbije dinsdag in het zwembad. Met mijn vrienden
J&R ging ik naar wekelijkse gewoonte zwemmen in het zwembad Rozebroeken in
Gent. Baantjes trekken, weet je wel. En keuvelen, jawel, laat ons daar vooral
eerlijk in zijn. En we boften, want er was een wildwaterbaan buiten dienst,
waardoor we gratis ook tot het recreatieve relaxgedeelte toegang hadden. Na ons
zwempartijtje genoten we even van de jacuzzi, het buitenzwembad en finaal ook
een van de saunas.
Met een door chloor gemarineerde zwembroek aan onze lijven,
namen we plaats op de banken van de sauna. Binnen de 10 seconden schoot er zon
gehaat regelexemplaar in actie. Ge moogt hier wel niet zitten zonder handdoek.
Ga eens nen handdoek halen, zei de man arrogant. Alsof we de grootste misdaad
van dit koninkrijk hadden begaan.
Strikt gezien had de man uiteraard gelijk: er hing een
bordje met het opschrift handdoek verplicht. Het lijkt mij logisch dat dit
het geval is saunas waar mensen effectief met hun blote r*** ( of k*(*)t) (à letters in te vullen
naar believen) plaats nemen op de houten banken, al was het maar om geen
Chlamydia of genitale herpes te verspreiden.
Ik argumenteerde op een beschaafde manier op de basis van
bovenstaande argumenten, tegen de all-over-da-place
zweetdruppende man met de zweet doordrenkte handdoek. De man moest ons echter
nogmaals wijzen op hoe onhygiënisch we wel waren, en ik zat weliswaar beschaafd-
op mijn paard. Mijn vriend J. stapte op met de boodschap ik zal wel een
handdoek halen voor ons drieën, maar dat was blijkbaar niet voldoende voor de
man. De man had geen geduld en moest zijn geldingsdrang verder botvieren, nog vóór
de terugkomst van J.
Ik ga naar de
directie, ze zullen u wel buitensmijten. Regels zijn regels!. Doet dat vooral,
spoorde ik de man aan. De man was amper de deur uit om de held te gaan
uithangen, en daar verscheen J. met de beloofde handdoek, amper 3 minuten na
het binnentreden van de sauna. We zetten ons alledrie netjes naast elkaar op de
handdoek, en toen merkte ik de man zijn achtergelaten toegangsbandje op.
Volgens de regels zal het ook allicht wel verplicht zijn om
constant en overal het bandje te dragen, dus ik zag mijn kans op wraak. Ik
griste impulsief zijn bandje weg en verstopte het onder onze handdoek, met als
opzet even kinderachtig te doen tegen de man bij zijn terugkomst. Geen bandje
betekent niet buiten geraken, zonder een scène te maken. Ik verkneukelde er mij
al op. Toekijken dat ik zou als een ramptoerist. Judging. Helaas, ik had amper
de tijd om een snood plan te beramen, of daar stond de man al met een snotter
van een redder/opzichter die ons drieën verantwoord autoritair maar vriendelijk
gebood naar buiten te komen om het incident te bespreken.
Geïrriteerd door de man zijn smug face ik vind even de
Nederlandse uitdrukking niet, zet het aub even in de comments - , offerde ik mij
op, namens onze groep, om het geschil te beslechten. Ik gaf de man met tegenzin, maar met een big fake smile, zijn bandje terug. Door mijn abrupte opstaan echter,
en daarbij vermijdend de man in de ogen te kijken om mijn irritatie enigszins
onder controle te houden, mistrapte ik mij echter bij het overbruggen van het
grote hoogteverschil tussen de bovenste en de onderste saunabanken. Voetje
omgeslagen. Aw. Om mijn trots te bewaren probeerde ik zo onopvallend mogelijk
de zweethut te verlaten. Innerlijk kermend van de pijn, vroeg de redder om meer
uitleg, terwijl de hatelijke man binnen verderzweette. Ik spoorde de redder aan
om de zaak toch maar verder te bespreken in de EHBO-post en vroeg mankend om
een ijsje. Voor rond de enkel uiteraard.
De redder was sympathiek neutraal, maar mijn sales skills
spanden hem al snel voor mijn kar. We komen hier vanalles tegen, je bent het
best dat je zon mensen gewoon negeert, gaf de man mij als raad mee. Dat zal
geen probleem zijn, garandeerde ik hem, en ik liet het ijs verder inwerken, en
fantaseerde intussen over hoe ik een verdere ontmoeting met de man zou
afhandelen.
Zou ik hem gewoon negeren? Zo van euh, ken ik u? doen? Het
zag er mij echt zon autoritair type uit, dat perfect in een disciplinair,
hiërarchisch leger zou passen. Geeeeeeef acht! Of beter nog: opzichter in een
concentratiekamp. Regels zijn regels. AaaaaAAah! Of een heel boosaardige,
machtswellustige leerkracht. (De adjectieven zet ik er even bij, om niet meteen
al mijn leerkracht-vrienden tegen de borst te stoten.)
Na de ijslegging annex enkelontzwelling, strompelde ik nog
wat rond in het wellnesscomplex, daarbij de irritante man intensief
mijdend/negerend. We verlieten daarna het zwembad, en in het omkleedhokje liet
ik mijn fantasie verder de vrije loop. Wat als de redder er niet bij was toen
ik hem pestte met zijn achtergelaten bandje? Zou hij mij gepakt in zijn
autoriteit/mannelijkheid in de gloeiend hete kolen hebben geduwd? Dat was het
allicht niet waard geweest. Of wat als ik de man straks buiten het zwembad
tegenkom? Zou hij mij (per moto rijdend) van de baan durven rijden? Toegegeven,
de man een veertiger, schat ik -was in goede vorm voor zijn leeftijd. Hence
mijn legerleidingassociatie.
Ondanks de achteraf besefte risicos die ik liep, en lichte
blessure minder cool, I know ben ik blij dat ik de arrogante man niet
zomaar zijn zin gaf. Als iedereen zomaar in de maat loopt van elke
machtswellusteling, dan komen we al snel in gevaarlijke Hitleriaanse toestanden
terecht, nietwaar? En das een bedenking die ik toch maar even wilde meegeven,
bij de honderdste verjaardag van die andere Wereldoorlog. Voorts hadden jullie
mijn lezers (ik doop jullie vanaf nu: BRADSHADIANS) geen interessant
leesvoer vandaag, stel u voor!
Echter, even serieus. Uiteraard had de man gelijk. Ik schaar
mij gewoon en heel graag zelfs achter de platitude: het is niet wat je
zegt, maar hoe je het zegt. Had de man ons vriendelijk aangespoord om een
handdoek te gebruiken, had ik allicht niet zo gemopperd en gestreden. Want in
se ben ik gene moeilijke mens. Gewoon een beetje meer elementaire beleefdheid
en minder verzuring, en de wereld zou een mooiere plek zijn.
Making it a
better place, for you and for me, C. Bradshades.