B25 – Het tegenspel : communicatie openhouden

Op een clubtornooi in Bornmen kwam onlangs een tegenspel situatie voor waar heel wat onervaren bridgers al eens in de fout gaan.

Stel, de tegenpartij speelt 3SA en partner komt uit met een hoge middenkaart. Wat doe je?

Het biedverloop (Z gever):

1SA – (pas) - 2♣ - (pas)

2♦ - (pas) – 2SA – (pas)

3SA en allen pas.

                        ♠ B 9 4

                        ♥ H 6 4 3

                        ♦  A B 8

                        ♣ 9 4 2           

♠7?                                          ♠ A H T 8

♥?                                            ♥8 5 2 

♦?                                            ♦ T 7 2

♣?                                            ♣ 8 7 5

                        ♠?

                        ♥?

                        ♦?

                        ♣?

Je eerste reactie is allicht om ♠H te spelen. FOUT!

Net zoals in het afspel is de eerste slag het belangrijkste. Denk eerst goed na.

Vraagjes:

a)      Hoeveel punten heeft NZ?

b)      Hoeveel punten zitten bij partner?

c)      Hoe zitten de kleuren verdeeld?

d)      Wat denk je van deze uitkomst?

e)      Wat speel je?

Antwoorden:

a)      Leider zuid heeft het limietbod van noord aanvaard en zal dus 16-17 punten hebben. Samen met de punten van Noord geeft dit 25-26 punten.

b)      Je hebt zelf 7 HP. Partner heeft dus 8-9 HP. Partner komt zeker aan slag.

c)      Gezien zuid afwijzend heeft gereageerd op het Stayman bod, heeft zuid maximaal 3 harten en 3 schoppen. De verdeling van de mineurs is onbekend.

d)      Partner is geen mineure kleur uitgekomen en heeft meer dan waarschijnlijk geen 5-kaart in een van de mineurs. Partner heeft gekozen voor een hoge middenkaart schoppen. Een andere kleur uitkomen was allicht nog slechter (te grote kans op slag weggeven). Gezien de reactie van zuid op Stayman is majeure kleur dan aangewezen.

e)      ♠7 is allicht “geen kleintje belooft” maar een “hoge middenkaart” (Kijk ook naar dummy en de eigen hand). Leider zuid heeft dan zeker: ♠Vx(x). Als zuid 3 schoppen heeft dan heeft partner ook maar 3 schoppen. De leider kan de 3^de schoppenslag maken en je 4^de schoppen blijft onbereikbaar. Als partner 2 slagen kan, en jij ook (♠AH) dan wordt het contract gemaakt. Aangezien de leider toch de schoppen éénmaal kan tegenhouden is het beter om de slag onmiddellijk weg te geven. Spel ♠T: een aansignaal.

Leider Zuid is nu beroofd van z’n stopper en veel belangrijker, de communicatie met partner is “open” gebleven. Partner die zeker aan slag komt kan nu schoppen naspelen en je haalt 3 schoppenslagen binnen. 3SA gaat dan meer dan waarschijnlijk down!

In de stijl van Piet Huysentruyt: wat heb je geleerd?

1)      Eerst goed nadenken en de situatie analyseren alvorens de eerste slag te spelen.

2)      De uitkomst van partner juist interpreten

3)      De tegenpartij de eerste slag direct geven om de communicatie open te houden.

Wil je meer leren hierover: Lees “Spelen met Berry – Basis tegenspeltechniek, blz. 92 ev. Partner start met een hoge middenkaart”.

03-08-2007 om 13:40 geschreven door Francois Casteels  

B24 – Uitkomen in de praktijk

Op een recent clubtornooi kreeg een « tweedejaarskoppel » volgend interessant uitkomstprobleem.

De tegenpartij – wij – stoomden gezwind naar een 4♠ contract (na 1♠-2♠/3♠-4♠).

Je hebt in handen:

♠ 7 5

♥ A 8 6 4

♦A 9 8 5 3

♣H3

Wat kom je uit?

Niet evident.

De keukenrecepten van de school: “hoogste van een serie”; “kleintje belooft”; “hoge middenkaart ontkent plaatje” zijn hier niet direct van toepassing. Wat nu?

Als je niet direct een goede uitkomst ziet is het best om eens één voor één alle mogelijkheden op een rijtje te zetten; via eliminatie vindt je dan de beste (of minst slechte uitkomst).

1)      ♥A. Heel verleidelijk. Die slag heb je dan toch al en je kunt eens naar dummy kijken. MAAR: “het aas belooft de heer” en die heb je niet. Als je het aas speelt, dan riskeer je om de hoge honneurs van de tegenpartij goed te spelen; zoals al gezegd: het aas haal je allicht toch. DUS: NIET GOED

2)      ♦. Idem ♥A.

3)      ♥4: “kleintje belooft”. Les opnieuw leren!  START TEGEN EEN TROEFCONTRACT NIET ONDER EEN AAS VANDAAN! Je riskeert dat je de leider een “goedkope slag” geeft en dat je je aas nooit meer kunt maken. Op deze regel zijn géén uitzonderingen (ik ken er wel één maar die ga ik pas verklappen als ik die ooit eens kan toepassen …… binnen enkele jaren).

4)      ♦3: Idem ♥4.

Blijft dan over ♣ of ♠ (troef)

Wat met klaveren?

1)      ♣3: “kleintje belooft” nietwaar? Ja, maar dan heb je je les weer niet goed geleerd. Deze regel geldt niet met een doubleton honneur (let zo’n set kom je uit met de hoogste, dus met de honneur).

Stel de leider heeft:                   ♣V86

                                                -------

                                                ♣AB74

De leider verliest nu geen enkele klaverslag. Hij neemt met ♣B. Onder ♣A valt de heer en met ♣V wordt de derde klaverslag gemaakt.

TE ONTHOUDEN: NOOIT DOEN met Hx !

In dit geval komt er bij: onder een heer vandaan starten is een gevaarlijke uitkomst. Bij heel veel bridgers is deze uitkomst daarom absoluut “not done”. Ietwat overdreven want er zijn gevallen te vinden waar uitkomen onder de heer vandaan best een succes is. De situaties herkennen is natuurlijk een andere kwestie.  Blijft in elk geval: als je een beter alternatief hebt: niet doen!

2)      ♣H. Lijkt “dommer” dan ♣3 maar werkt in de praktijk beter! Als je ♣3 speelt dan

hoop je dat partner ♣A of ♣V heeft: ♣V wordt “opgegeten door ♣A” en je heer wordt hoog. Heeft partner nog beter, ♣A dan was je ♣H eigenlijk al hoog. Je verliest niets maar wint ook niets.

Speel je ♣H dan hoop je dat partner het aas heeft. Je speelt dan in de 2^de slag klaveren verder (voor aas) en als je een goede partner hebt dan speelt die een klaveren terug in de derde slag ….. BINGO: gekocht.

MAAR deze uitkomst is zeer gevaarlijk. Als partner het aas niet heeft …..Heeft de leider iets zoals boven (onder ♣3) dan geef je zomaar een slag weg!  In een parentornooi is elke slag belangrijk en kan net die ene slag het verschil maken voor “top/moyenne” of “dikke nul”. In viertallenbridge liggen de zaken een tikkeltje eenvoudiger: als dit de enige kans is om ze down te spelen (met risico dat je overslag weggeeft) dan is deze uitkomt het proberen waard. OPGEPAST: zie dat je met deze uitkomst niet het contract laat maken!

Deze uitkomst noemt men in het jargon “entame Royale”. Als het lukt haal je een “vette buit” binnen, spijtig genoeg is de kans op “slag weggeven” vééél groter.

Rest dan nog een troefuitkomst (♠).

Deze uitkomst heeft het nadeel dat je “tempo” weggeeft en er bestaat een kans dat je de leider een “gratis snit” geeft. Partner heeft bv. ♠H6.

Anderzijds, je geeft niets weg.

Alles op een rijtje gezet: met deze hand is er geen aantrekkelijke uitkomst. De minst slechte is allicht een troefuitkomst.

02-08-2007 om 16:21 geschreven door Francois Casteels