De tegenpartij speelt een 4♥ contract en je komt uit met ♦A. De situatie is nu als volgt:
Partner: ♦2
♣HVBT6 ♣?
♦85 ♦4 ?
♠H95 ♠?
♥A96 ♥?
Jij:
♥872
♠8764
♦AH963
♣2
Je haalt slag 1 binnen maar wat nu? ♦2 van partner is een af signaal. Wellicht heeft hij 3 ruiten. Het is verleidelijk om te switchen naar ♠ maar of dit genoeg is om het contract down te spelen is maar de vraag. Als partner ♠AV heeft dan gaat dit lukken. Heeft hij ♣A en bv. ♠Vxx dan wordt het contract gemaakt.
Speel best ♦H verder. Nu kan partner een signaal geven.
a) Partner speelt ♦B. In combinatie met ♦2 van de eerste slag (met ♦B2 had partner ♦B gespeeld in slag 1) is dit een onnodig hoge kaart. Ontegensprekelijk een kleurpreferentiesignaal (Lavinthal). Partner ziet graag dat je schoppen speelt. Schoppen is namelijk de hoogste overblijvende kleur.
b) Partner speelt ♦7. Dit kan erop wijzen dat partner met ♣aas zit. 100% zeker is dat niet want partner moet natuurlijk iets gooien. Waag je het er op en partner wint de slag dan moet partner maar begrijpen dat je graag ♣ geretourneerd ziet om af te troeven (waarom zou je anders de kaarten van de tegenpartij goed maken).
Meer informatie over Lavinthal siganlen: lees eens Spelen met Berry deel 2: basis tegenspeltechniek (verkrijgbaar bij VBL bridgeboetiek)
11-05-2007 om 13:41
geschreven door Francois Casteels 
|