In de krant stond een artikel over de zaak rond Bartholomeus waarbij de politie nog geen spoor heeft van de moordenaar. Hiermee was Holmes meer dan tevreden, het kon niet beter verlopen voor hem. De moordenaar zou geen besef hebben dat hij ze op het spoor is. Holmes vermoedde dat ze gevlucht zijn met een boot genaamd "de Aurora" op de Thames die sinds de dag van de moord verdwenen is. Uit het niets stonden er opeens een aantal mannen bij ons in de kamer, Holmes stelde me voor aan de rechercheurs van Baker Street naar wie hij de voorgaande dag een telegram had gestuurd. Hij vertelde me dat als er iets vermist is deze mannen de eerste zullen zijn die het vinden. Hij stuurde ze elk naar een gebied om de boot te zoeken en dit aan hem te komen melden. Terwijl de rechercheurs op zoek gingen verdiepten ik en Holmes ons nog eens in de kleine voetafdrukken. Het kan toch niet dat een kind hiermee te maken had vroeg ik me af. Holmes onderzocht enkele boeken en had de link gevonden op indrukwekende wijze. Volgens hem moeten de kleine voetafdrukken komen van inboorlingen van de Andaman-eilanden waar officier Sholto het gezag had met Morstan. Het zijn één van de kleinste wezens op aarde maar daaruit blijkt ook dat de man met het houtenbeen van het eiland moet komen en waarschijnlijk een gevangene was van Sholto.
Dat de rechercheurs de boot niet vonden maakte Holmes zeer ongelukkig, dit was duidelijk buiten zijn verwachtingen. Hij kreeg geen vat op wat er gaande was , een boot die niet ergens langst de oever ligt en niet weg kan zijn. Drie dagen lang brak hij zijn hoofd erover terwijl ik mijn verhaal verder schreef. Uit het niets schoot hij dan toch recht en vertrok zonder iets te zeggen. Ik ging hem achterna maar raakte hem kwijt waarna ik terug ging naar de woning om hem op te wachten. In de avond kwam hij thuis als een kind dat nieuw speelgoed had gekregen . Hij vertelde me dat hij op het idee was gekomen dat je een boot makkelijk kan verstoppen een paar dagen in een scheepswerf voor zo gezegd een aanpassing te doen. Hij ging daarom ook zo snel als hij kon elke scheefswerf afzoeken om te zien of de boot zich daar ergens bevond. Hij had niet direct raak vertelde hij me maar bij de vijftiende werf , de Jacobson's Yard, lag hij er dan toch. Het was nog maar een kwestie van de daders en de kist ter gelijk optenemen.
We zaten de Aurora op de hielen, beide boten vaarden met volle snelheid de Thames af. We haalden ze beetje bij beetje in toen opeens het mysterieuze wezen met de kleine voeten op het dek verscheen. Het was zo een afschuwelijk wezen met een groot misvormd hoofd. Uit het niets haalde het schepsel een houtenpijp tevoorschijn maar voor hij ons kon raken met zijn gifpijlen kon Holmes hem neerhalen met zijn revolver. Natuurlijk was er nog een tweede dader die probeerde te ontsnappen door de boot naar de oever te brengen. Maar hij had het ongeluk dat zijn houten been vast zat in een modderpoel. Na het inrekenen van de tweede dader namen we een kijkje in de schat maar daar zat jammer genoeg niets in. De daders hadden de buit in de rivier gegooit toen ze werden achtervolgd. De man met het houten been bleek ook dan nog eens een gevangene te zijn dus Holmes had het weer bij het rechte eind. Dit was natuurlijk een belevenis om nooit te vergeten al was het spijtig dat we het deel van de schat niet konden geven aan Mary. (ik had ze wel nog eens graag gezien)