We zaten de Aurora op de hielen, beide boten vaarden met volle snelheid de Thames af. We haalden ze beetje bij beetje in toen opeens het mysterieuze wezen met de kleine voeten op het dek verscheen. Het was zo een afschuwelijk wezen met een groot misvormd hoofd. Uit het niets haalde het schepsel een houtenpijp tevoorschijn maar voor hij ons kon raken met zijn gifpijlen kon Holmes hem neerhalen met zijn revolver. Natuurlijk was er nog een tweede dader die probeerde te ontsnappen door de boot naar de oever te brengen. Maar hij had het ongeluk dat zijn houten been vast zat in een modderpoel. Na het inrekenen van de tweede dader namen we een kijkje in de schat maar daar zat jammer genoeg niets in. De daders hadden de buit in de rivier gegooit toen ze werden achtervolgd. De man met het houten been bleek ook dan nog eens een gevangene te zijn dus Holmes had het weer bij het rechte eind. Dit was natuurlijk een belevenis om nooit te vergeten al was het spijtig dat we het deel van de schat niet konden geven aan Mary. (ik had ze wel nog eens graag gezien)