Een vlieg vliegt 6 centimeter boven het water.
In dat water zwemt een vis, die denkt: "als die vlieg nu 3
centimeter zakt, kan ik die vlieg vangen".
Op de wal staat een beer, hij denkt: "als die vlieg nu 3
centimeter zakt, kan die vis die vlieg vangen, heeft hij een
galgenmaal gehad, dan kan ik die vis eten".
Achter die beer staat een jager die op een stukje kaas zit te
knabbelen, en denkt: "als die vlieg nu 3 centimeter zakt, kan
die vis die vlieg vangen, heeft hij een galgenmaal gehad, dan kan die beer
die vis eten en dan kan ik die beer schieten."
Achter die jager staat een muis, die denkt: "Als die vlieg nu 3
cm zakt, dan kan die vis die vlieg vangen, die beer de vis vangen,de
jager
schieten en dan pik ik dat stukje kaas in".
Achter die muis staat een kat. Die denkt: "als die vlieg nu 3
cm zakt kan die vis die vlieg vangen, de beer de vis eten, de
jager de beer schieten, de muis de kaas pakken, heeft hij een
galgenmaal gehad, dan kan ik die muis eten."
Die vlieg denkt: "pff, ik word nu een beetje moe" en zakt 3 cm.
De vis pakt de vlieg, de beer de vis, de jager schiet de beer
laat kaas vallen, de muis pakt de kaas, de kat neemt een
aanloop,sprint op de muis af, maar mist hem en valt in de sloot.
En wat is nu de moraal van dit verhaal ??
Hoe langer het voorspel, des te natter de poes