Foto
Welkom op dit bijbel lees blog. Dat de Here u mag zegenen, veel leesplezier in Zijn woord.

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Zoeken in blog




Foto
Foto
Inhoud blog
  • Genesis 28:12 Illustraties
  • Genesis 27:29 Illustraties
  • Genesis 24:65-67 Illustraties
  • Genesis 24:16 Illustraties
  • Genesis 23:19 Illustraties
  • Genesis 22:10-12 Illustraties
  • Genesis 21:17-18 Illustraties
  • Genesis 21:14 Illustraties
  • Genesis 19:24-26 Illustraties
  • Genesis 18:9-10 Illustraties
  • Genesis 12:1 Illustraties
  • Genesis 11:6-8 Illustraties
  • Genesis 9:24-25 Illustraties
  • Genesis 8:11 Illustraties
  • Genesis 7:24 Illustraties
  • Genesis 4:8-9 Illustraties
  • Genesis 4:3-5 Illustraties
  • Genesis 3:24 Illustraties
  • Genesis 2:21-22 Illustraties
  • Genesis 1:3 Illustraties
  • Jozefs dood
  • Jakobs levenseinde
  • Jakob met al zijn nakomelingen naar Egypte
  • Jozefs broers opnieuw in Egypte
  • Jozefs broers in Egypte
  • De droom van de farao
  • De dromen van schenker en bakker
  • Jozef en de vrouw van Potifar
  • Juda en Tamar
  • Jozef verkocht en naar Egypte gebracht
  • Nakomelingen van Esau
  • Jakob opnieuw in Betel
  • Dina en Sichem
  • Jakob oog in oog met Esau
  • Jakob bij Laban
  • Jakobs droom in Betel
  • Jakob ontneemt Esau de zegen
  • Isaak en Rebekka in Gerar
  • Jakob en Esau
  • Genesis 25,12-18
  • Abrahams levenseinde
  • Een vrouw voor Isaak
  • Koop van een familiegraf
  • Nakomelingen van Nachor
  • Abraham op de proef gesteld
  • Bondgenootschap met Abimelech
  • Isaak en Ismaël
  • Abraham en Sara bij Abimelech
  • Sodom en Gomorra
  • Verbond tussen God en Abram
  • De geboorte van Ismaël
  • Abrams visioen
  • Lot door Abram bevrijd
  • Scheiding tussen Abram en Lot
  • Abram en Sarai in Egypte
  • Abram naar Kanaän
  • Terach
  • Babel
  • Nakomelingen van Noachs zonen
  • Noach
  • Van Adam tot Noach
  • Adams zonen
  • De tuin van Eden
  • De schepping van hemel en aarde
  • Van Sem tot Abram
  • Vermenging van goden en mensen
    De Bijbel online lezen.
    Genesis
    Het boek Genesis dankt zijn naam aan de Septuaginta, de oudste Griekse bijbelvertaling. Het Griekse woord genesis betekent ‘ontstaan’, ‘oorsprong’, ‘wording’. De titel in de Hebreeuwse bijbel is Beresjiet, ‘In het begin’, naar het eerste woord van het boek. De titel Genesis bevat een verwijzing naar de inhoud: het verhaal over het ontstaan van de wereld, de mensheid en Israël. Aan de voorgeschiedenis van het volk Israël is het grootste deel van het boek gewijd. Genesis is het eerste boek van de Pentateuch, de verzameling van vijf boeken die in de Joodse traditie de Tora wordt genoemd. Vanaf de tijd van Ezra en Nehemia (rond 450 v.Chr.) werden deze boeken aan Mozes toegeschreven. Daarom spreekt men ook wel van ‘de vijf boeken van Mozes’. Genesis vormt samen met de verhalende gedeelten in Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Rechters, Samuël en Koningen een min of meer doorlopende geschiedenis. Tegenwoordig nemen velen aan dat deze boeken in hun huidige vorm het resultaat zijn van een langdurig proces van overleveren en redigeren. Het redactieproces is al in de tijd van de koningen van Israël en Juda begonnen (ongeveer 1000-586 v.Chr.) en werd pas afgesloten na de Babylonische ballingschap, in de Joodse gemeenschap in de tijd van de tweede tempel (na 515 v.Chr.).
    03-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 24:65-67 Illustraties

    Genesis 24:65-67 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 24:16 Illustraties

    Genesis 24:16 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 23:19 Illustraties

    Genesis 23:19 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 22:10-12 Illustraties

    Genesis 22:10-12 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 21:17-18 Illustraties

    Genesis 21:17-18 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 21:14 Illustraties

    Genesis 21:14 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 19:24-26 Illustraties

    Genesis 19:24-26 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 18:9-10 Illustraties

    Genesis 18:9-10 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 12:1 Illustraties

    Genesis 12:1 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 11:6-8 Illustraties

    Genesis 11:6-8 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 9:24-25 Illustraties

    Genesis 9:24-25 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 8:11 Illustraties

    Genesis 8:11 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 7:24 Illustraties

    Genesis 7:24 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 4:8-9 Illustraties

    Genesis 4:8-9 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 4:3-5 Illustraties

    Genesis 4:3-5 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 3:24 Illustraties

    Genesis 3:24 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 2:21-22 Illustraties

    Genesis 2:21-22 Illustraties


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Genesis 1:3 Illustraties

    Genesis 1:3


    22-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jozefs dood
    Klik op de afbeelding om de link te volgen  







     
    22 Jozef bleef in Egypte wonen, met zijn hele familie. Hij werd honderdtien jaar. 23 Hij zag Efraïms kleinkinderen nog, en ook de geboorte van de kinderen van Machir, de zoon van Manasse, maakte hij nog mee. 24 Toen hij zijn einde voelde naderen, zei hij tegen zijn broers: ‘God zal zich jullie lot aantrekken: hij zal jullie uit dit land wegleiden en je naar het land brengen dat hij onder ede aan Abraham, Isaak en Jakob heeft beloofd. 25 Zweer me dat jullie, wanneer God zich jullie lot aantrekt, mijn lichaam van hier zullen meenemen.’ 26 Jozef stierf toen hij honderdtien jaar was. Hij werd gebalsemd en in een sarcofaag gelegd, in Egypte.

    Foto

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jakobs levenseinde
    28 Jakob woonde zeventien jaar in Egypte; hij werd honderdzevenenveertig jaar. 29 Toen hij voelde dat hij niet lang meer zou leven, liet hij zijn zoon Jozef bij zich komen. ‘Als je het goed met me voorhebt,’ zei Israël, ‘leg dan je hand in mijn lies en geef mij blijk van je liefde en trouw: zweer dat je me niet in Egypte begraaft. 30 Als ik straks gestorven ben, breng mij dan weg uit Egypte en begraaf me in het graf van mijn voorouders.’ Jozef beloofde het. 31 ‘Zweer het mij,’ zei Israël. Jozef zwoer het hem, en daarna knielde Israël neer op het hoofdeinde van zijn bed.

    Genesis 48

    Niet lang daarna ontving Jozef het bericht dat zijn vader ziek was. Samen met zijn twee zonen, Manasse en Efraïm, ging hij naar hem toe. Toen men Jakob vertelde dat zijn zoon Jozef er was, verzamelde hij al zijn krachten en ging op de rand van het bed zitten. Hij zei tegen Jozef: ‘God, de Ontzagwekkende, is in Luz, in Kanaän, aan mij verschenen en heeft mij daar gezegend. Hij heeft me gezegd: “Ik zal je vruchtbaar maken en je veel nakomelingen geven; er zal een groot aantal volken uit je voortkomen. En dit land zal ik jouw nakomelingen voor altijd in bezit geven.” Welnu, de twee zonen die jij in Egypte hebt gekregen voordat ik hierheen kwam, zullen als mijn eigen zonen gelden: Efraïm en Manasse stel ik op één lijn met Ruben en Simeon. Maar als je na hen nog meer kinderen verwekt, dan zullen die als de jouwe worden beschouwd. Zij krijgen grondbezit in het stamgebied van hun broers. Ik wil dit zo omdat toen ik terugkwam uit Paddan, Rachel tot mijn verdriet is gestorven op onze tocht door Kanaän; het was toen nog maar een uur of twee naar Efrat, en ik heb haar daar, langs de weg naar Efrat begraven.’ (Efrat is het huidige Betlehem.)
    Toen viel Israëls oog op Jozefs zonen, en hij vroeg: ‘Wie zijn dat?’ Jozef antwoordde zijn vader: ‘Dat zijn mijn zonen, die God mij hier gegeven heeft.’ ‘Laat ze toch dichterbij komen,’ zei Israël, ‘dan zal ik hen zegenen.’ 10 Doordat Israël al oud was, waren zijn ogen dof geworden, hij kon niet goed meer zien. Toen Jozef zijn zonen dichter naar hem toe had gebracht, kuste en omhelsde Israël hen. 11 ‘Ik had niet gedacht dat ik jou ooit nog zou terugzien,’ zei hij tegen Jozef, ‘maar God heeft mij zelfs je nakomelingen laten zien.’ 12 Jozef liet zijn zonen, die tegen Israëls knieën stonden, wat opzij gaan en boog zich diep voor hem neer. 13 Daarna bracht hij hen beiden weer dicht bij zijn vader. Aan zijn rechterhand had hij Efraïm, die hij links van Israël plaatste, en aan zijn linkerhand had hij Manasse, die hij rechts van hem plaatste. 14 Maar Israël kruiste zijn handen: zijn rechterhand legde hij op het hoofd van Efraïm, hoewel die de jongste was, en zijn linkerhand legde hij op het hoofd van Manasse, hoewel die de oudste was. 15 Hij zegende Jozef met deze woorden: ‘De God naar wiens wil mijn voorouders Abraham en Isaak zich richtten, de God die mijn leven lang mijn herder is geweest, 16 de engel die mij heeft bevrijd van alle onheil, hij geve deze jongens zijn zegen. Moge mijn naam door hen voortleven, en ook die van mijn voorouders Abraham en Isaak, en mogen zij zich over de hele aarde uitbreiden.’
    17 Toen Jozef zag dat zijn vader zijn rechterhand op het hoofd van Efraïm had gelegd, leek hem dat verkeerd, en daarom pakte hij zijn vaders hand, om die te verplaatsen van Efraïms hoofd naar dat van Manasse. 18 ‘Niet zo, vader!’ zei Jozef. ‘Dit is de oudste, u moet uw rechterhand op zijn hoofd leggen.’ 19 Maar zijn vader wilde dat niet. ‘Ik weet het, mijn zoon,’ zei hij, ‘ik weet het. Ook uit hem zal een volk voortkomen, ook hij zal machtig worden. Maar zijn jongere broer zal machtiger worden dan hij, en uit hem zullen tal van volken voortkomen.’ 20 Zo zegende hij hen die dag met de woorden: ‘Jullie naam zal worden genoemd in de zegenwensen van de Israëlieten. Ze zullen zeggen: “Moge God u maken als Efraïm en Manasse.”’ Zo plaatste hij Efraïm vóór Manasse.
    21 Daarna zei Israël tegen Jozef: ‘Ik zal nu spoedig sterven. Maar God zal jullie terzijde staan en jullie laten terugkeren naar het land van je voorouders. 22 En jou geef ik meer dan je broers: een bergrug die ik de Amorieten met mijn zwaard en mijn boog afhandig heb gemaakt.’


    Genesis 49

    1 D
    aarop liet Jakob al zijn zonen bij zich roepen en zei: ‘Kom allemaal hier, dan zal ik jullie vertellen hoe het je in de toekomst zal vergaan.

    Kom hier en luister, zonen van Jakob,
    luister naar Israël, je vader.

    Ruben, mijn oudste zoon ben jij,
    de eerste vrucht van mijn manlijke kracht,
    in fierheid en macht de voornaamste.
    Onstuimig ben jij als het water –
    nee, jij zult niet de voornaamste zijn,
    want jij hebt je vaders bed beslapen,
    je vaders legerstee ontwijd.
    Hij heeft mijn bed beslapen!

    Simeon en Levi zijn altijd samen,
    zij beramen niets dan geweld.
    Ik wil niet deelnemen aan hun beraad,
    op hun bijeenkomsten wil ik niet zijn.
    In woede ontstoken doden zij mannen,
    moedwillig verlammen ze stieren.
    Vervloekt zij hun grimmige woede,
    vervloekt hun ontembare razernij.
    Ik zal hen verstrooien over Jakobs volk,
    hen over Israël verspreiden.

    Juda, jou zullen je broers bejubelen,
    voor jou buigt de vijand de nek,
    voor jou zullen mijn zonen zich buigen.
    Sterk als een jonge leeuw ben jij,
    je verovert je prooi, mijn zoon,
    en keert naar je leger terug.
    Juda gaat liggen als een leeuw,
    vol majesteit vlijt hij zich neer –
    wie zou hem durven wekken?
    10 In Juda’s handen zal de scepter blijven,
    tussen zijn voeten de heersersstaf,
    totdat hij komt die er recht op heeft,
    die alle volken zullen dienen.
    11 Aan een wijnstok bindt hij zijn ezel,
    aan een wingerd het jong van zijn ezelin,
    in wijn wast hij zijn gewaad,
    in druivenbloed zijn bovenkleed.
    12 Zijn ogen fonkelen door de wijn,
    zijn tanden zijn wit van de melk.

    13 Zebulon, aan de zee zal hij wonen,
    aan zijn strand de schepen ontvangen.
    Zijn gebied strekt zich uit tot aan Sidon.

    14 Issachar is een sterke ezel,
    liggend tussen de manden.
    15 Hij zag hoe weldadig de rust was
    en hoe bekoorlijk het land;
    er werd hem zwaar werk opgelegd,
    hij boog zich en droeg zijn last.

    16 Dan, hij handhaaft het recht van zijn stam
    als elk van de stammen van Israël.
    17 Dan, hij is een slang op de weg,
    een adder op het pad;
    hij bijt het paard in de hielen,
    de berijder komt ten val.

    18 Op uw hulp hoop ik, HEER!

    19 Gad, een roversbende belaagt hem,
    maar hij achtervolgt zijn belagers.

    20 Aser, rijk aan de fijnste spijzen,
    voedsel voor koningen brengt hij voort.

    21 Naftali, een hinde in vrijheid,
    die prachtige kalveren werpt.

    22 Een vruchtbare wijnstok is Jozef,
    een vruchtbare plant bij een bron,
    met ranken die reiken tot over de muur.
    23 De boogschutters, zij haatten hem,
    zij tergden hem en schoten.
    24 Maar zijn boog bleef gespannen,
    zijn armen en handen soepel,
    door de hulp van de Machtige, de Machtige van Jakob,
    door de nabijheid van de Herder, de Rots van Israël,
    25 door de God van je vader, de Ontzagwekkende.
    Hij moge je helpen, hij moge je zegenen
    met zegeningen van de hemel daar boven
    en van de oervloed in de diepte,
    met zegeningen van borsten en moederschoot.
    26 De zegen van je vader is rijker
    dan de zegen van de eeuwige bergen,
    de kostelijke rijkdom van de eeuwige heuvels.
    Moge die zegen op Jozef rusten,
    de uitverkorene onder zijn broers.

    27 Benjamin, een verscheurende wolf;
    ’s morgens verslindt hij zijn prooi,
    ’s avonds verdeelt hij de buit.’

    28 Dit waren alle stammen van Israël, twaalf in getal, en met deze woorden gaf hun vader elk van hen een eigen zegen.

    29 Toen gaf Jakob zijn zonen de volgende opdracht: ‘Als ik straks met mijn voorouders verenigd word, begraaf me dan bij hen in de grot op het land van de Hethiet Efron, 30 in de grot op de akker in Machpela, dicht bij Mamre, in Kanaän, de akker die Abraham van Efron heeft gekocht omdat hij daar een eigen graf wilde hebben. 31 Daar zijn Abraham en zijn vrouw Sara begraven, daar zijn Isaak en Rebekka begraven, en daar heb ik Lea begraven. 32 Het stuk land waarop die grot ligt, is van de Hethieten gekocht.’ 33 Na zijn zonen deze opdracht te hebben gegeven trok Jakob zijn voeten weer op het bed. Toen blies hij de laatste adem uit en werd hij verenigd met zijn voorouders.

    Genesis 50

    Jozef boog zich over zijn vader heen en kuste huilend zijn gezicht. Hij droeg de artsen die hij in dienst had op om zijn vader te balsemen, en zij deden wat hij hun opdroeg. Het balsemen van Israël duurde veertig dagen (zo lang duurt een balseming), en de Egyptenaren beweenden hem zeventig dagen.
    Toen de rouwperiode voorbij was, zei Jozef tegen de hovelingen van de farao: ‘Als u mij een dienst wilt bewijzen, legt u dan het volgende aan de farao voor: Mijn vader heeft mij kort voordat hij stierf laten zweren dat ik hem in het graf zou leggen dat hij in Kanaän heeft laten uithouwen. Ik zou graag toestemming krijgen om mijn vader daar te gaan begraven. Daarna zal ik terugkomen.’ De farao liet antwoorden: ‘Het is goed, u mag uw vader daar begraven, zoals u hem hebt gezworen.’
    Zo ging Jozef op reis om zijn vader te begraven. Veel dienaren van de farao gingen met hem mee, alle hovelingen en alle andere vooraanstaanden van Egypte, en verder Jozefs hele gezin, zijn broers en alle andere familieleden; alleen de kinderen en de schapen, geiten en runderen lieten ze in Gosen achter. Er gingen ook wagens en ruiters mee, een zeer indrukwekkende stoet.
    10 Bij Goren-Haätad aangekomen, ten oosten van de Jordaan, hieven ze een lange, aangrijpende rouwklacht aan. Zeven dagen lang liet Jozef om zijn vader treuren. 11 Toen de Kanaänieten die in die streek woonden het rouwbetoon in Goren-Haätad zagen, zeiden ze: ‘De Egyptenaren zijn in diepe rouw!’ Daarom wordt die plaats, die ten oosten van de Jordaan ligt, ook wel Abel-Misraïm genoemd.
    12 Israëls zonen deden wat hun vader hun had opgedragen: 13 ze brachten hem naar Kanaän en begroeven hem in de grot op de akker in Machpela, dicht bij Mamre, op het stuk land dat Abraham van de Hethiet Efron had gekocht omdat hij een eigen graf wilde hebben. 14 Nadat hij zijn vader had begraven keerde Jozef terug naar Egypte, samen met zijn broers en met alle anderen die met hem waren meegegaan.

    15 Nu hun vader er niet meer was, zeiden Jozefs broers tegen elkaar: ‘Als Jozef zich nu maar niet tegen ons keert en zich wreekt voor alle ellende die wij hem hebben aangedaan.’ 16 Daarom lieten ze hem de volgende boodschap brengen: ‘Voordat hij stierf heeft je vader ons opgedragen 17 je dit verzoek over te brengen: “Vergeef je broers hun schandelijke misdaad, Jozef. Ze hebben je in de ellende gestort, maar wees nu zo goed om de dienaren van de God van je vader die misdaad te vergeven.”’ Bij het horen van die woorden kon Jozef zijn tranen niet bedwingen. 18 Daarna gingen zijn broers zelf naar hem toe. Ze vielen voor hem op hun knieën en zeiden: ‘We zijn bereid je slaaf te worden.’ 19 Maar Jozef zei: ‘Wees maar niet bang. Ik kan toch Gods plaats niet innemen? 20 Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd, om te bewerken wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven blijft. 21 Wees dus niet bang. Ik zal zelf voor jullie en jullie kinderen zorgen.’ Zo troostte hij hen en stelde hij hen gerust.



    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs